Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR719764
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR719764/1
Wegsleepverordening gemeente Voorst 2024
Geldend van 01-06-2024 t/m heden
Intitulé
Wegsleepverordening gemeente Voorst 2024De raad van de gemeente Voorst,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 maart 2024, nummer 365511;
gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;
overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;
B E S L U I T:
vast te stellen de: Wegsleepverordening gemeente Voorst 2024.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
-
a. besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;
-
b. college: het college van burgemeester en wethouders;
-
c. motorvoertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);
-
d. RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;
-
e. verordening: de Wegsleepverordening gemeente Voorst 2024;
-
f. voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990;
-
g. wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten (artikel 1 Wegenverkeerswet 1994);
-
h. wegslepen: het verwijderen, overbrengen en in bewaring stellen (van een op de weg staand voertuig);
-
i. wet: de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994).
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet, worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot één van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden
-
1. Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: Ecofactorij 3B, 7325 WC in Apeldoorn;
-
2. De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats worden in overleg met het college bepaald door het aldaar gevestigde bedrijf.
Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen tot 3500 kg:
-
1. De kosten van het overbrengen van een voertuig tot 3500 kg naar de bewaarplaats bedragen tijdens openingstijden het basistarief, inclusief voorrijkosten, uitvoering en afgifte (+ opslag 1e dag): € 268,00 inclusief BTW. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
a. |
Voorrijkosten |
€ |
128,00 |
b. |
Uitvoering |
€ |
140,00 |
c. |
Stalling 1e etmaal |
€ |
0,00 |
d. |
Totaal basistarief |
€ |
268,00 |
-
2. De kosten van het bewaren van een voertuig tot 3500 kg bedragen voor elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan: € 20,00 inclusief BTW.
-
3. De kosten voor het buiten openingstijden ophalen van een voertuig tot 3500 kg kost, in aanvulling op het basistarief, € 79,00.
-
4. Het college is bevoegd de bedragen zo nodig jaarlijks aan te passen op basis van de consumentenprijsindex van het CBS.
Artikel 5 Kosten overbrengen en bewaren bijzondere voertuigen (waaronder, maar niet beperkt tot, tractors, grote aanhangers, containers etc.), boven de 3500 kg:
-
1. De kosten van het overbrengen van een bijzonder voertuig of voertuig boven de 3500 kg naar de bewaarplaats bedragen per uur:
-
a. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 uur tot 18.00 uur: € 198,89 exclusief BTW per uur, waarbij minimaal twee uur in rekening wordt gebracht.
-
b. Van maandag tot en met vrijdag van 18.00 uur tot 08.00 uur en alle tijden in weekenden en/of op feestdagen: € 259,84 exclusief BTW per uur, waarbij minimaal twee uur in rekening wordt gebracht.
-
2. De kosten van het bewaren van een bijzonder voertuig of voertuigen boven de 3500 kg bedragen voor elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan: € 47,57 per etmaal exclusief BTW.
-
3. Bovenstaande tarieven zijn gebaseerd op inzet van een zwaar bergingsvoertuig. Kosten van extra materieel en/of kosten van inzet van extra medewerkers worden op nacalculatie berekend en komen bovenop de in lid 1 en/of lid 2 genoemde bedragen.
-
4. Het college is bevoegd de bedragen zo nodig jaarlijks aan te passen op basis van de consumentenprijsindex van het CBS.
Artikel 6 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, als bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en/of 174, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1, 3, 4 en 5 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
Artikel 7 Inwerkingtreding en intrekking oude verordening
-
1. Deze verordening treedt acht dagen na bekendmaking in werking.
-
2. De Wegsleepverordening gemeente Voorst 2009 wordt ingetrokken.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening gemeente Voorst 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 april 2024.
de raad
Ita Joosten, griffier
Paula Jorritsma-Verkade, burgemeester
Toelichting Wegsleepverordening gemeente Voorst 2024
Algemene toelichting
De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen, dan wel het uitvoeren van de wegsleepregeling is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. In de wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) wordt een aantal bepalingen uit de Awb niet van toepassing verklaard. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.
Uitgebreide werking
Direct optreden tegen foutgeparkeerde voertuigen kan in bepaalde gevallen wenselijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan het onbevoegd parkeren op locaties waar geladen- en gelost wordt, marktterreinen, voetgangersgebieden en dergelijke. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling belast is, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. Het wegslepen van een voertuig dat bijvoorbeeld om 04:00 uur 's nachts in strijd met een van de genoemde criteria is geparkeerd, zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In zo'n geval kan het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar doorgaans volstaan.
Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang
Wanneer een voertuig foutgeparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie, de buitengewone opsporingsambtenaren (Boa) en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders. Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, is niet vereist, maar kan nog steeds wel samengaan. Opgemerkt wordt dat het wel noodzakelijk is om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen of de procedure tot invordering daarvan te staken. Het college van burgemeester en wethouders maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.
Wegsleepverordening
In de WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:
1. de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;
2. de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;
3. de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.
Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college van burgemeester en wethouders geschieden (bijvoorbeeld door middel van beleidsregels).
Wegsleepwaardige overtredingen
Op grond van artikel 170, eerste lid WVW 1994 kunnen voertuigen waarmee én een verkeersregel wordt overtreden én waarvan de verwijdering noodzakelijk is in verband met het belang van:
a. de veiligheid op de weg of
b. de vrijheid van het verkeer of
c. het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen zonder meer worden weggesleept.
In artikel 170, zesde lid WVW 1994 is bepaald dat een voertuig niet kan worden weggesleept indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging wordt begonnen. In de wet wordt niet expliciet aangegeven wanneer met de overbrenging wordt begonnen. In de dagelijkse praktijk wordt ervan uitgegaan dat pas met de overbrenging wordt begonnen wanneer het voertuig zich in de takels van het wegsleepvoertuig bevindt. Indien de rechthebbende zich eerder bij zijn voertuig meldt, mag het voertuig niet meer worden weggesleept. Wel zal de rechthebbende alle aan de voorbereiding van de overbrenging verbonden kosten dienen te vergoeden, waarbij voornamelijk kan worden gedacht aan de voorrijkosten van het sleepvoertuig en administratieve kosten.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving. Desondanks wordt er hieronder twee begrippen uitgelicht.
Ad c. Motorvoertuig
Het begrip 'motorvoertuig' is apart omschreven omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.
Ad f. Voertuig
Het begrip 'voertuig', zoals in artikel 1 RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening. Ook in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg. Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In de Apv spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.
Artikel 2
Zoals hiervoor in het algemene deel van de toelichting al is vermeld, is de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen.
In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke. Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken. Er is voor gekozen de ruimste variant op te nemen door alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aan te wijzen.
Artikel 3
De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.
Artikel 4
In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke. De genoemde tarieven zijn inclusief BTW.
In het tweede lid van deze bepaling, waarin de kosten van bewaring van voertuigen worden geregeld, wordt het begrip 'etmaal' gebruikt. Het etmaal, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.
Door jaarlijks de tarieven aan te passen op basis van de consumentenprijsindex van het CBS blijven de tarieven beheersbaar en actueel. Daarnaast voorkomt dit onnodige jaarlijkse aanpassing van de verordening
Artikel 5
Ten aanzien van de kosten van het overbrengen en bewaren van bijzondere voertuigen en voertuigen boven de 3.500 kg geldt hetzelfde als voor voertuigen tot en met 3.500 kg. Het bergingsbedrijf hanteert voor deze voertuigen alleen andere tarieven, omdat het voor het afslepen van bijzondere voertuigen dan wel voertuigen boven de 3.500 kg andere expertise en materieel nodig heeft. De genoemde tarieven zijn exclusief BTW. Het college is, evenals bij de andere tarieven het geval is, bevoegd de bedragen zo nodig jaarlijks aan te passen op basis van de consumentenprijsindex van het CBS.
Artikel 6
Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:
1. het niet afgeven van het rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn/haar motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij/zij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke, of waarvan vanwege een verkeersovertreding het rijbewijs is ingevorderd (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);
2. de situatie dat de politie verbaal opmaakt omdat (artikel 174 WVW 1994):
een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het 'knoeien' met kentekens in geval van autodiefstal.
Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit het hoofdstuk van de Algemene wet bestuursrecht rond bestuursdwang en de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Daarom zijn in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.
Artikelen 7 en 8
Deze artikelen spreken voor zich en hoeven daarom niet te worden voorzien van een toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl