Verordening op de ambtelijke bijstand 2024

Artikel 1. Algemene bepalingen - Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

• • ambtelijke bijstand: bijstand, verleend door onder het gezag van het college werkzame ambtenaren;

• • bijstand: ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere ondersteuning niet zijnde een verzoek om informatie;

• • steunfractielid: persoon die werkzaamheden verricht voor één van de fracties uit de raad en door de raad als zodanig is benoemd.

Artikel 2. Verzoek om informatie

• 1. Een raadslid of steunfractielid kan de griffier verzoeken om

  • a.

    feitelijke informatie van geringe omvang

  • b.

    inzage in of afschrift van bij de raad, burgemeester en wethouders of burgemeester berustende schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat.

• 2. Indien de griffier twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

• 3. De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, voor zover deze daarover kan beschikken. Indien de griffier niet aan dit verzoek kan voldoen, kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de resterende informatie zo spoedig mogelijk verstrekken.

Artikel 3. Verzoek om bijstand

• 1. Een raadslid of steunfractielid kan de griffier verzoeken om bijstand.

• 2. De verzochte bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend, voor zover dit naar het oordeel van de griffier in redelijkheid kan worden gevergd. Als de griffier de verzochte bijstand niet kan verlenen, verzoekt hij de secretaris om een of meer ambtenaren aan te wijzen die ambtelijke bijstand verlenen.

• 3. De secretaris weigert het verzoek om ambtelijke bijstand als:

  • a.

    naar zijn oordeel niet aannemelijk is gemaakt dat de ambtelijke bijstand betrekking heeft op raadswerkzaamheden;

  • b.

    het verzoek niet het algemeen belang dient;

  • c.

    de ambtelijke bijstand naar zijn oordeel het belang van de gemeente kan schaden;

  • d.

    het verlenen van de verzochte ambtelijke bijstand naar zijn oordeel in redelijkheid niet kan worden gevergd.

• 4. Als de secretaris het verzoek om ambtelijke bijstand weigert, deelt hij dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend. De griffier of het raadslid kan de burgemeester verzoeken met de griffier en secretaris en indien nodig het raadslid in overleg te treden over het alsnog verlenen van ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

Artikel 4. Geschil over ambtelijke bijstand

• 1. Een raadslid dat niet tevreden is over de aan hem verleende ambtelijke bijstand kan de griffier verzoeken hierover in overleg te treden met de secretaris.

• 2. Als overleg met de secretaris niet leidt tot een ook voor het raadslid bevredigende oplossing, kan deze de burgemeester verzoeken met de griffier en de secretaris en indien nodig ook het raadslid in overleg te treden over de aan hem verleende ambtelijke bijstand. De burgemeester geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.

Artikel 5. Register ambtelijke bijstand

• 1. De griffier houdt een register bij van verzoeken om door ambtenaren te verlenen ambtelijke bijstand, waarin wordt opgenomen:

  • a.

    de naam van het raadslid dat het verzoek heeft ingediend;

  • b.

    het onderwerp van het verzoek;

  • c.

    welke ambtenaar bijstand heeft verleend;

  • d.

    de met de verzochte ambtelijke bijstand gemoeide tijd;

  • e.

    indien van toepassing: de reden waarom het verzoek is geweigerd.