Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Meppel

Geldend van 09-05-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Meppel

Burgemeester en wethouders van Meppel;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4 Wet op de expertisecentra, artikel 4 Wet op het primair onderwijs, artikel 8.82 Wet voortgezet onderwijs 2020 en de Verordening Sociaal Domein gemeente Meppel;

overwegende dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen over uitvoering van de bekostiging leerlingenvervoer;

besluiten;

  • 1.

    vast te stellen de Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Meppel:

Artikel 1 Wie heeft recht op bekostiging leerlingenvervoer?

  • 1. De gemeente maakt gebruik van het stroomschema ‘I Recht op bekostiging leerlingenvervoer’ om te bepalen of er sprake is van recht op bekostiging van het leerlingenvervoer.

Artikel 2 Wat is de dichtstbijzijnde toegankelijke school?

  • 1. De gemeente maakt gebruik van het stroomschema ‘II Dichtstbijzijnde toegankelijke school’ om te bepalen of er sprake is van de dichtstbijzijnde toegankelijke school.

Artikel 3 Aanvraag van bekostiging leerlingenvervoer

  • 1. De ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling dienen een aanvraag voor een vervoersvoorziening in door gebruik te maken van het formulier aanvraag bekostiging Leerlingenvervoer. Deze is te vinden op www.meppel.nl/leerlingenvervoer;

  • 2. Het behandelingstermijn start op het moment dat de aanvraag volledig is ingediend en voorzien van alle noodzakelijke bijlagen;

  • 3. Ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling vragen tussen 1 april en 1 juni een verlenging van de bekostiging leerlingenvervoer aan voor het daaropvolgende schooljaar;

  • 4. Voor leerlingen van 9 jaar of ouder is een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan onderdeel van de aanvraag.

Artikel 4 Bepalen van het soort vervoersvoorziening

  • 1. De gemeente maakt gebruik van het stroomschema ‘III Soort leerlingenvervoer om te bepalen welke vervoersvoorziening wordt toegekend.

Artikel 5 Ernstige benadeling van het gezin

  • 1. Om te spreken van ernstige benadeling van het gezin, zoals benoemd in artikel 3.1.9 lid 3, van de Verordening Sociaal Domein gemeente Meppel, gelden tenminste onderstaande criteria:

    • a.

      Ouders zijn op geen enkele wijze in staat de leerling zelf naar school te begeleiden;

    • b.

      De leerling kan niet zelfstandig naar school reizen;

    • c.

      Niemand in het brede netwerk van de ouders kan de leerling naar school begeleiden (familie, vrienden, buurtgenoten, ouders van kinderen die naar dezelfde school gaan);

  • 2. Bij ouders is sprake van ‘op geen enkele wijze in staat zijn de leerling zelf naar school te begeleiden’ wanneer voor de alleenstaande ouder of voor beide ouders 1 of meerdere van onderstaande criteria van toepassing is:

    • a.

      De alleenstaande ouder is minder dan 6 weken geleden bevallen;

    • b.

      Er is sprake van medische redenen, verklaard door een arts, en de eventuele andere ouder heeft geen recht op kortdurend of langdurend zorgverlof;

    • c.

      Het moeten begeleiden van de leerling leidt tot verlies van de baan, ook wanneer gebruik wordt gemaakt van buitenschoolse opvang (voor- en/of na school);

    • d.

      Het begeleiden van de leerling kost de ouder meer dan 4 uur en 40 minuten per dag.

Artikel 6 Handicap

  • 1. Er is sprake van een handicap bij een leerling als de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap niet, of niet zelfstandig, van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken;

  • 2. Jonge leeftijd geldt niet als een structurele handicap;

  • 3. Wanneer er getwijfeld wordt of een leerling zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken, kan de gemeente een onderzoek laten uitvoeren door een onafhankelijke arts.

Artikel 7 Wat wordt verwacht van ouders?

  • 1. Het vervoer van leerlingen van huis naar school en terug en de begeleiding van de leerling in het vervoer van huis naar school en terug is een verantwoordelijkheid van de ouders;

  • 2. Van ouders wordt verwacht dat zij tot 4 uur en 40 minuten per dag beschikbaar zijn voor begeleiding van het vervoer van de leerling van huis naar school en terug. Dit is een reistijd van 1 uur en 10 minuten voor een enkele reis;

  • 3. Wij kennen altijd de meest zelfstandige vorm van vervoer toe die voor de leerling mogelijk is;

  • 4. Ouders moeten wijzigingen die invloed hebben op het leerlingenvervoer doorgeven. Denk aan een wijziging van de schooltijden, het huisadres, het adres van de school of het ontvangen van een andere reiskostenvergoeding voor het reizen van en naar school (bijvoorbeeld via werk);

  • 5. Wanneer een leerling in aanmerking komt voor aangepast vervoer, is een toekenning hiervan alleen mogelijk op dagen dat beide ouders verhinderd zijn om het vervoer te verzorgen;

  • 6. Wanneer een leerling in aanmerking komt voor aangepast vervoer en ouders deels beschikbaar zijn om het vervoer te verzorgen, bijvoorbeeld in het geval van een parttime baan, vindt een combinatietoekenning plaats voor aangepast vervoer en fiets, eigen vervoer of openbaar vervoer;

  • 7. Wanneer een leerling door ziekte of een andere oorzaak niet naar school hoeft en gebruik maakt van aangepast vervoer, moet de ouder dat zo snel mogelijk doorgeven. Ook wanneer de leerling weer beter is, moet de ouder dat doorgeven. Zonder betermelding is er geen vervoer beschikbaar;

  • 8. Bij het niet tijdig afmelden voor aangepast vervoer terwijl hier wel mogelijkheden voor waren of het niet voldoen aan lid 4, kan de gemeente een eventueel al betaalde vergoeding terugvorderen of de kosten voor het niet op tijd afgemelde vervoer in rekening brengen bij de ouders;

  • 9. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de bekostiging van het vervoer en het regelen van vervoer wanneer er sprake is van een van de volgende situaties:

    • a.

      de leerling is ziek geworden tijdens de schooldag en moet vervroegd naar huis; of

    • b.

      de leerling moet eerder of later beginnen dan gewoonlijk vanwege lesuitval, een halve studiedag; of

    • c.

      de leerling heeft een (dokters)afspraak en moet daarom later naar school of juist eerder naar huis; of

    • d.

      een andere reden of oorzaak waarom een leerling niet mee kan met de gewone route.

Artikel 8 Persoonlijk ontwikkelingsplan

  • 1. Wanneer de leerling 9 jaar of ouder is, neemt de gemeente het initiatief om in overleg met de ouders, school en de leerling een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan op te stellen. Het doel van dit plan is om de leerling voor te bereiden op zelfstandig(er) reizen met het openbaar vervoer of de fiets, eventueel onder begeleiding;

  • 2. Zolang de leerling gebruikt maakt van bekostiging leerlingenvervoer, wordt ieder schooljaar vanaf dat de leerling 9 jaar is, het vervoersontwikkelingsplan opnieuw bekeken. Dit vormt een onderdeel van de aanvraag zoals omschreven in artikel 4;

  • 3. De ontwikkeling van de leerling is leidend bij de vraag of de leerling zelfstandig(er) kan gaan reizen;

  • 4. Wanneer de handicap van een leerling zelfstandig reizen (ook in de toekomst) onmogelijk maakt, kan de gemeente vrijstelling geven voor het jaarlijks bijwerken van het vervoersontwikkelingsplan.

Artikel 9 Opstapplaatsen

  • 1. Als aangepast vervoer is toegekend, kan de gemeente hiervoor een opstapplaats aanwijzen;

  • 2. Deze opstapplaats is maximaal 1,5 kilometer verwijderd vanaf de woning van de leerling;

  • 3. De ouders dragen er zorg voor dat de leerling naar, op en van de opstapplaats wordt begeleid als dit noodzakelijk is.

Artikel 10 Uitbetalen vergoeding fiets of eigen vervoer

  • 1. Ouders hebben de keuze om een toegekende fietsvergoeding of vergoeding voor eigen vervoer in 1 keer uit te laten betalen of om een maandelijkse declaratie in te dienen;

Artikel 11 Afwijkende schooltijden in verband met handicap

  • 1. Wanneer een gehandicapte leerling door zijn of haar handicap slechts een deel van het onderwijsprogramma kan volgen, kan deze leerling op aangepaste tijden naar school gebracht worden, mits:

    • a.

      De onderwijsinspecteur goedkeuring heeft gegeven voor het aangepaste programma; en

    • b.

      Het is gemeld aan de leerplichtambtenaar;

  • 2. Bij een vervoersvoorziening voor taxivervoer wordt gevraagd dat de leerling of ’s ochtends of ’s middags wel mee gaat met een reguliere rit, tenzij de handicap van de leerling dit onmogelijk maakt.

Artikel 12 Kleinschalig en individueel aangepast vervoer

  • 1. Het uitgangspunt bij aangepast vervoer is dat het vervoer plaatsvindt in groepen. Onder volgende voorwaarden is het mogelijk dat kleinschalig (met maximaal 3 andere leerlingen) of individueel vervoer (met alleen de taxichauffeur) wordt toegekend:

    • a.

      Wanneer een leerling om een medische en/of psychosociale reden niet met een reguliere rit mee kan; en

    • b.

      Als andere alternatieven onmogelijk zijn, zoals zelf brengen, begeleiding in de bus, een noise-cancelling koptelefoon of een ander plekje in de bus; en

    • c.

      Er is een medisch advies;

  • 2. Ook voor leerlingen die gebruik maken van kleinschalig of individueel aangepast vervoer wordt een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan gemaakt (artikel 8).

Artikel 13 Onaanvaardbaar wangedrag

  • 1. Als een leerling een vervoersvoorziening heeft in de vorm van aangepast vervoer (taxivervoer), dan moeten de leerling en diens ouders zich aan de regels van de vervoerder houden.

  • 2. Als er sprake is van onaanvaardbaar wangedrag, hanteert de gemeente een stappenplan zoals beschreven bij “maatregelen in verband met wangedrag”

  • 3. Naar het oordeel van burgemeester en wethouders is in ieder geval sprake van onaanvaardbaar wangedrag als een leerling of ouder:

    • a.

      een bedreigende, hinderlijke of gevaarlijke situatie veroorzaakt, of;

    • b.

      (Seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertoont.

  • 4. Niet alle misdragingen zijn even ernstig. Burgemeester en wethouders onderscheiden de volgende categorieën naargelang de ernst van het onaanvaardbare wangedrag:

    • a.

      lichte misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling zich niet houdt aan de regels van de vervoerder, zoals: niet rustig in het voertuig stappen, niet luisteren naar de aanwijzingen van de chauffeur, ongepast gedrag vertonen, ongepast taalgebruik hanteren, (geluids-)overlast veroorzaken, of de gordel niet omdoen.

    • b.

      ernstige misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling: dreigt met fysiek geweld tegen de chauffeur of medeleerlingen of anderen die gelijktijdig worden vervoerd, dreigt met fysiek geweld tegen goederen, of de gedragingen genoemd onder a blijft herhalen.

    • c.

      zeer ernstige misdragingen. Hiervan is in ieder geval sprake als de leerling: fysiek geweld toepast tegen personen of goederen, ernstig seksueel overschrijdend gedrag vertoont naar de chauffeur of andere personen in of bij het aangepast vervoer, of de gedragingen genoemd onder b blijft herhalen.

Artikel 14 Stappenplan wangedrag

  • 1. Stappenplan bij lichte misdragingen:

    • a.

      Er vindt een gesprek plaats tussen de ouder(s) en de chauffeur of de vervoerder met als doel het gedrag van de leerling te verbeteren. Zo nodig betrekt één van de partijen de gemeente of school bij het zoeken naar een oplossing;

    • b.

      Als het gedrag na het gesprek niet verbetert volgt een schriftelijke waarschuwing;

    • c.

      Als het gedrag na de schriftelijke waarschuwing niet verbetert, wordt het stappenplan bij ernstige misdragingen toegepast.

  • 2. Stappenplan bij ernstige misdragingen:

    • a.

      het aangepast vervoer wordt tijdelijk gestopt. De ouder(s) ontvangen hierover een brief. De duur van de stop is afhankelijk van de ernst van de gedraging. De opschorting kan niet langer duren dan acht (8) weken. Gedurende de opschorting is de leerling wel verplicht naar school te gaan. Tijdens de opschorting overleggen ouder(s) en gemeente om te komen tot een structurele oplossing na de opschorting;

    • b.

      als het gedrag na de tijdelijke opschorting niet verbetert, wordt het stappenplan bij zeer ernstige misdragingen toegepast.

  • 3. Stappenplan bij zeer ernstige misdragingen:

    • a.

      het aangepast vervoer wordt opgeschort voor de rest van het betreffende schooljaar. De ouder(s) ontvangen hierover een brief;

    • b.

      herhaalt het gedrag zich in het daaropvolgende schooljaar dan wordt het aangepast vervoer definitief beëindigd. Leerlingenvervoer is dan alleen mogelijk in de vorm van een vergoeding voor eigen of openbaar vervoer.

  • 4. Als sprake is van meerdere misdragingen geldt in beginsel de maatregel uit het stappenplan dat hoort bij de meest ernstige misdraging.

Artikel 15 Draagkrachtafhankelijke bijdrage en drempelbedrag

  • 1. Aan ouders van leerlingen in het reguliere basisonderwijs brengt de gemeente een drempelbedrag en draagkrachtafhankelijke bijdrage in rekening;

  • 2. Het drempelbedrag bestaat uit de kosten voor openbaar vervoer over de eerste 6 kilometer. Deze kosten worden in rekening gebracht bij ouders of afgetrokken van de toegekende bekostiging;

  • 3. Wanneer de afstand naar de school meer is dan 20 kilometer, betalen ouders een draagkrachtafhankelijke bijdrage. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van het verzamelinkomen van ouders;

  • 4. De hoogte van de draagkrachtafhankelijke bijdrage en het drempelbedrag worden jaarlijks voorafgaand aan het nieuwe schooljaar bekend gemaakt op de website van de gemeente Meppel;

  • 5. Pleegouders en ouders met een laag inkomen zijn vrijgesteld van een eigen bijdrage. Voorafgaand aan elk schooljaar wordt bekend gemaakt welke inkomens zijn vrijgesteld van een eigen bijdrage.

Artikel 16 Naschoolse opvang

De leerling kan naar een naschoolse opvang worden gebracht, als de naschoolse opvang op de route van school naar huis ligt.

Artikel 17 Proefdraaien met zelfstandiger reizen

  • 1. Als een leerling met een vervoersvoorziening proefdraait met een zelfstandigere vorm van vervoer, dan blijft het recht op de eerdere vervoersvoorziening bestaan wanneer de proef niet slaagt;

  • 2. Gehandicapte leerlingen die een school voor voortgezet speciaal onderwijs volgen en die na verloop van tijd in staat blijken om zelfstandig te reizen, ontvangen tot het einde van het volgende schooljaar, maximaal 2 jaar lang, een vergoeding voor openbaar vervoer of een fietsvergoeding.

Artikel 18 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels bekostiging Leerlingenvervoer Meppel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 2 april 2024

De secretaris,

A.J. Kastelein

De burgemeester,

R.T.A. Korteland

Bijlage I Recht op bekostiging leerlingenvervoer

afbeelding binnen de regeling

Bijlage II Dichtstbijzijnde toegankelijke school

afbeelding binnen de regeling

Bijlage III Soort leerlingenvervoer

afbeelding binnen de regeling