Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Zeewolde 2024

Geldend van 08-05-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Zeewolde 2024

De raad van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van de agendacommissie d.d. 21 maart 2024;

gehoord de oordeelsvormende avond d.d. 11 april 2024;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en [de ]artikel[en] [3.1.1, vijfde lid,] 3.1.3, eerste lid[, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2] en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

Besluit

vast te stellen de verordening rechtspositie raads- en commissieleden Zeewolde 2024

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van de commissie is benoemd;

  • b.

    griffier: de griffier bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;

  • 2. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3. Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 3. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie (Vertrouwenscommissie of onderzoekscommissie)

  • 1. Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van 139,90 per maand. (De toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.)

  • 2. Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van € 139,90 per maand (peiljaar 2024).

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De kosten van deelname door een raads- of commissielid komen voor rekening van de gemeente als bedoelde deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raads- of commissielidmaatschap.

  • 4. Voor de verantwoording hiervan wordt aangesloten bij de verantwoording van de fractievergoeding, zoals vastgelegd in artikel 5 en 6 van het Reglement van Orde van de raad van Zeewolde 2023.

Artikel 5. Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

  • 1. Voor een commissielid, niet zijnde raadslid of de leden en de voorzitter van de Welstandscommissie, die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van een commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken wordt, overeenkomstig artikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, de vergoeding bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers vastgesteld op € 140,--

  • 2. Voor een commissielid, niet zijnde raadslid of de leden en de voorzitter van de Welstandscommissie, ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid wordt de vergoeding bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers vastgesteld op € 230,-

  • 3. Voor de leden of de voorzitter van de Welstandscommissie, niet zijnde raadslid, wordt de vergoeding bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers vastgesteld op het periodiek door de BNA geadviseerde uurtarief voor architecten.

Artikel 6. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1. Voor een raads- of commissielid gelden gebruiksvoorwaarden van het gemeentepersoneel wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 8. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 9. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 6 weken na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10. Intrekking verordening 2019

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Zeewolde 2019 wordt, met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2024.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Zeewolde 2024.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde in zijn openbare vergadering van 25 april 2024.

de griffier,

J. Kooij

de voorzitter,

G.J. Gorter