Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR719345
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR719345/1
Beleidsregels landschappelijke inpassing 2024, gemeente Etten-Leur
Geldend van 03-05-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels landschappelijke inpassing 2024, gemeente Etten-LeurHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur;
Overwegende dat op basis van praktijkervaringen, het bestemmingsplan ‘Partiële Herziening Buitengebied’, zoals vastgesteld op 24 januari 2022 en de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024, gebleken is dat aanpassing van de Beleidsregels landschappelijke inpassing d.d. 26 januari 2016 noodzakelijk is;
gelet op Wet ruimtelijke ordening, de Omgevingswet en het bestemmingsplan ‘Buitengebied’, zoals dat luidt na inwerkingtreding van het bestemmingsplan ‘Partiële Herziening Buitengebied’;
b e s l u i t :
- 1.
De Beleidsregels landschappelijke inpassing d.d. 26 januari 2016 in te trekken;
- 2.
De Beleidsregels landschappelijke inpassing 2024, gemeente Etten-Leur vast te stellen en te bepalen dat deze beleidsregels in werking treden op de dag na bekendmaking.
Ontwikkeling/activiteit/toepassing (indien van toepassing: artikel uit bestemmingsplan na ‘Partiële Herziening Buitengebied’)
|
Wanneer landschappelijke inpassing en/of kwaliteitsverbetering landschap op grond van het bestemmingsplan? Daar waar landschappelijke inpassing essentieel is, is dat expliciet geregeld in het bestemmingsplan. Indien van toepassing is in het bestemmingsplan ook een regeling/bepaling opgenomen mbt kwaliteitsverbetering landschap en is hieronder ook de categorie uit het regionale afsprakenkader kwaliteitsverbetering landschap vermeld. |
Wijze van landschappelijke inpassing/ uitgangspunten
|
AFWIJKINGSBEVOEGDHEDEN |
|
|
Vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen en overkappingen, niet zijnde kassen > 5000 m² (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.2, 3.3.3, 3.3.4, 4.3.2, 4.3.3, 4.3.4) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.3.2 sub b, 3.3.3 sub f, 3.3.4 sub g, 4.3.2 sub b, 4.3.3 sub f, 4.3.4 sub g;Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld (in andere gemeenten vaak cat. 1 vanwege rechtstreekse bouwmogelijkheden binnen het gehele bouwvlak). |
Uitgangspunt bij bedrijfsgebouwen > 5000 m²: het volledige bedrijf rondom landschappelijk inpassen, met uit-zondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toe-stemming opgenomen en bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan op de planverbeelding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Vervangende nieuwbouw bedrijfswoning (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.7, 4.3.7) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. |
De te maken afweging of vervangende nieuwbouw steden-bouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object (bedrijfswoning) verlangd wordt. In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk.De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Bouwwerken voor mestbewerking (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.11, 4.3.11) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. |
De te maken afweging of bouwwerken tbv mestbewerking en/of mestverwerking stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar zijn, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object verlangd wordt. In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk. Denk bij hoge objecten bijvoorbeeld aan zichtlijnen.De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Kleinere afstand dan 30 meter voor vervangen-de kassen tot woningen/bedrijfswoningen van derden, maar niet minder dan bestaande afstand (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.6, 4.3.6) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. |
De te maken afweging of een kleinere afstand stedenbouw-kundig en landschappelijk aanvaardbaar is, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object (kas) verlangd wordt (met name relevant in geval van een vervangen-de kas die hoger is). In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk, doch maximaal een struweelhaag van 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m. De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Hogere dan rechtstreeks toegestane goot- en bouwhoogte bedrijfsgebouwen en overkappingen, niet zijnde kassen (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.5, 4.3.5) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. |
De te maken afweging of een hogere goot- en bouwhoogte stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar is, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object verlangd wordt. In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk.De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Hogere dan rechtstreeks toegestane hoogte voor mestsilo’s, torensilo’s, energievoorzieningen, niet zijnde windturbines, tbv agrarische bedrijven, windturbines tbv agrarische bedrijven en overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.12, 4.3.12) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader niets geregeld. |
De te maken afweging of een hogere hoogte stedenbouw-kundig en landschappelijk aanvaardbaar is, kan er toe leiden dat landschappelijke inpassing van het betreffende object verlangd wordt. In geval van landschappelijke inpassing: maatwerk. Denk bij hoge objecten bijvoorbeeld aan zichtlijnen.De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen (bouwwerken zijnde) buiten bouwvlak Het bouwen van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen voor zover deze bouwwerken zijn (buiten bouwvlak) (via afwijking: art. 4.3.13) Het gaat hier om teeltondersteunende voor-zieningen voor teelt in de grond (zie begrips-omschrijvingen bestemmingsplan), maar ge-meente vindt ook teelt in potten die op de koude grond staan aanvaardbaar. Behalve ondersteunende palen per plant of boom, in ieder geval niet meer omvattend dan 1 rij, worden hieronder ook begrepen ondersteun-ende palen die maximaal 2 rijen omvatten waarbij de (tijdelijke) overkapping bestaat uit plastic folie en niet meer dan 1 rij omvat. |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (binnen rechtstreekse mogelijkheden geldend bestemmingsplan): cat. 1; Overige teeltondersteunende voorzieningen: niets geregeld. |
De beoordeling of de in het gebied aanwezige waarden onevenredig worden aangetast, kan er toe leiden dat land-schappelijke inpassing verlangd wordt (betreft bestemming “Agrarisch met waarden”, binnen de bestemming “Agrarisch” nooit landschappelijke inpassing vereist van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen). In geval van landschappelijke inpassing van hoge voorzieningen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeel-ding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vast-gelegd; lage voorzieningen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeel-ding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vast-gelegd. Voetnoten:
|
Tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen (geen bouwwerken zijnde) buiten bouwvlak Gebruik van gronden voor tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen, voor zover deze geen bouwwerken zijn (buiten bouwvlak) (via afwijking: art. 4.5.10) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: niets geregeld (wel afwegingscriteria);Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader Tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (binnen rechtstreekse mogelijkheden geldend bestemmingsplan): cat. 1; Overige teeltondersteunende voorzieningen: niets geregeld. |
De beoordeling of de in het gebied aanwezige waarden onevenredig worden aangetast, kan er toe leiden dat land-schappelijke inpassing verlangd wordt (betreft bestemming “Agrarisch met waarden”, binnen de bestemming “Agrarisch” nooit landschappelijke inpassing vereist van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen). In geval van landschappelijke inpassing van hoge voorzieningen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeel-ding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vast-gelegd; lage voorzieningen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De eventuele landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeel-ding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. Voetnoten:
De verplichting tot landschappelijke inpassing geldt niet voorzeer tijdelijke voorzieningen/bedekkingen ter bescherming van het gewas (tegen vorst en hagel). Voor zover het geen bouw-werken zijn, kunnen deze voorzieningen/bedekkingen zonder voorafgaande toestemming aangebracht worden. |
Tijdelijke huisvesting seizoenarbeiders in woonunits of stacaravans (binnen bouwvlak) (via afwijking: art. 3.3.10, 4.3.10) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.3.10 sub j, 4.3.10 sub j indien het woonunits en/of stacaravans betreft;Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader indien het caravans en/of woonunits betreft: cat. 2. |
De woonunits en stacaravans dienen in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Struweelhaag (2-5 m breed en passende hoogte + onderhouds-stroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen, maar niet op de planverbeelding en in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Kleinschalig kamperen bij agrarisch bedrijf (buiten bouwvlak) (via afwijking: art. 3.5.4, 4.5.4) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.5.4 sub c, 4.5.4 sub c;Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader minicampings, direct aansluitend aan bestemmingsvlak: cat. 2. |
Het kampeerterrein dient in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Uitgangspunt is struweelhaag (2-5 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). Maar maatwerk is mogelijk in verband met bijvoorbeeld zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
Paardenbakken (buiten bouwvlak of bestemmingsvlak; direct grenzend aan agrarisch bouwvlak of bestemmingsvlak van de bestem-ming ‘Bedrijf’, ‘Wonen’ en/of ‘Tuin’. Niet ter plaatse van aanduiding ‘leefgebied kwetsbare soorten’). (via afwijking: art. 37.6) Paardenbakken binnen agrarisch bouwvlak of bestemmingsvlak van de bestemming ‘Bedrijf’, ‘Wonen’ en/of ‘Tuin’ hoeven niet landschappelijk te worden ingepast. |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 37.6 sub i;Kwaliteitsverbetering: nvt. Regionaal afsprakenkader paardenbakken (zonder gebouwen) direct aansluitend bij het bouwvlak, voor zover het geldende bestemmingsplan dit toestaat: cat. 2. |
De paardenbak dient in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Knip- en scheerheg met minimale breedte van 1 m en minimale hoogte van 1,5 m + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m. De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels (voorwaardelijke verplichting) vastgelegd. |
WIJZIGINGSBEVOEGDHEDEN |
|
|
Vormverandering bouwvlak (indien vorm-verandering leidt tot verslechtering van de kwaliteit van het landschap) (via wijziging: art. 3.6.1, 3.6.6, 4.6.1, 4.6.6, 5.6.1, 11.6.1, 15.6.1) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.1 sub g, 3.6.6 sub o, 4.6.1 sub h, 4.6.6 sub p, 5.6.1 sub d, 11.6.1 sub d, 15.6.1 sub d; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.1 sub h, 3.6.6 sub p, 4.6.1 sub i, 4.6.6 sub q, 5.6.1 sub e, 11.6.1 sub e, 15.6.1 sub e. Regionaal afsprakenkader indien de vormverandering leidt tot verslechtering van de kwaliteit van het landschap: cat. 2. |
Landschappelijke inpassing analoog aan de gebruikelijke eisen zoals opgenomen bij de diverse ontwikkelingen/activiteiten (omschreven in eerste kolom).De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Vergroten bouwvlak agrarisch bedrijf (voor zover hierna niet genoemd)(aansluitend aan bestaand bouwvlak) (via wijziging: art. 3.6.2, 3.6.3, 3.6.6, 4.6.2, 4.6.3, 4.6.6) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.2 sub g, 3.6.3 sub i, 3.6.6 sub o, 4.6.2 sub i, 4.6.3 sub j, 4.6.6 sub p; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.2 sub h, 3.6.3 sub j, 3.6.6 sub p, 4.6.2 sub j, 4.6.3 sub k, 4.6.6 sub q. Regionaal afsprakenkader in agrarisch gebied en/of groenblauwe mantel: - bij vergroting bouwvlak tot max 1,5 ha: cat. 2; - bij vergroting bouwvlak > 1,5 ha: cat. 3 (voor zover bestemmingsplan dit toestaat). |
Landschappelijke inpassing analoog aan de gebruikelijke eisen zoals opgenomen bij de diverse ontwikkelingen/activiteiten (omschreven in eerste kolom).De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Vergroting bouwvlak intensieve veehouderij tot max 1,5 ha(via wijziging: art. 3.6.4, 4.6.4) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.4 sub j, 4.6.4 sub k;Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.4 sub k, 4.6.4 sub l. Regionaal afsprakenkader 10% van bouwblok wordt aangewend voor landschappelijke inpassing: cat. 2. |
In alle gevallen:De landschappelijke inpassing omvat tenminste 10% van de omvang van het bouwvlak na vergroting (landschappelijke inpassing mag ook aansluitend aan bouwvlak): passende oplossing. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien combinatie met vergroten oppervlakte bedrijfsge-bouwen en overkappingen, niet zijnde kassen > 5000 m² aan de orde is, dan dient ook aan de daarvoor geldende eisen te worden voldaan. De landschappelijke inpassing wordt als voorwaarde in de toestemming opgenomen en op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan of bij een volgende aanpassing van het bestemmingsplan/omgevingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voor andere voorzieningen dan bedrijfsgebouwen en overkappingen, niet zijnde kassen: de voorzieningen waarvoor het bouwvlak vergroot wordt, dienen in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Deze landschappelijke inpassing telt mee bij de vereiste landschappelijke inpassing van ten minste 10% van de omvang van het bouwvlak na vergroting: passende oplossing. Denk bij hoge voorzieningen, zoals torensilo’s, bijvoorbeeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Vergroting bouwvlak glastuinbouwbedrijf buiten ‘zoekgebied glastuinbouw doorgroei-gebied’, ‘zoekgebied glastuinbouw vestigings-gebied 1’ en ‘zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 2’ (via wijziging: art. 3.6.5 sub b, 4.6.5 sub b, zie ook art. 38.7) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.5 sub h, 4.6.5 sub h; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.5 sub i, 4.6.5 sub i. Regionaal afsprakenkader cat. 3. |
Hangt af van doel waarvoor het bouwvlak vergroot wordt: indien vergroting bouwvlak ten behoeve van a) uitbreiding glasopstand (t/m 3 ha glasopstand) en/of b) andere gebouwen: alleen de uitbreiding van de glasopstand en/of het gebouw (nieuwbouw of uitbreiding) inpassen met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd; indien vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere voorzieningen dan kassen en gebouwen (bassin, warmtebuffer-tank): de voorzieningen waarvoor het bouwvlak vergroot wordt, dienen (ook) landschappelijk te worden ingepast: maatwerk. Denk bij hoge voorzieningen, zoals warmtebuffertanks, bij-voorbeeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Vergroting bouwvlak glastuinbouwbedrijf binnen ‘zoekgebied glastuinbouw doorgroei-gebied’, ‘zoekgebied glastuinbouw vestigings-gebied 1’ en ‘zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 2’ (via wijziging: art. 3.6.5 sub c, zie ook art. 38.9) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.5 sub h; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.5 sub i; Regionaal afsprakenkader alle glastuinbouwontwikkelingen in vestigingsgebieden en doorgroei-gebieden voor glastuinbouw voor zover het geen rechtstreekse bouwmogelijkheid betreft: cat. 2. Boven per gemeente bepaalde maatvoering kan gemeente aanvullende verplichting opleggen: cat. 3. |
Hangt af van doel waarvoor het bouwvlak vergroot wordt: indien vergroting bouwvlak ten behoeve van uitbreiding glasopstand: t/m 3 ha glasopstand alleen de uitbreiding van de glasopstand inpassen met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m; > 3 ha glasopstand het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m;> 5 ha glasopstand het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m + robuust groen uit Gebiedsvisie Herstructurering Glastuinbouw Etten-Leur of storting in het gemeentelijk landschapsfonds (20% van de bestemmingswinst (cat. 3); bestemmingswinst wordt berekend over de oppervlakte bouwvlak boven de 5 ha, tenzij het bestaande bouwvlak al groter is dan 5 ha, dan wordt de bestemmingswinst berekend over het meerdere). De landschappelijke inpassing wordt in alle bovenstaande gevallen op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd; indien vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere gebouwen dan kassen: (ook) het gebouw (nieuwbouw of uitbreiding) inpassen met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd; indien vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere voorzieningen dan kassen en gebouwen (bassin, warmtebuffer-tank): de voorzieningen waarvoor het bouwvlak vergroot wordt, dienen (ook) landschappelijk te worden ingepast: maatwerk. Denk bij hoge voorzieningen, zoals warmtebuffertanks, bij-voorbeeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk op basis van nadere afspraken op clusterniveau. Idem bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Afwijking van het bovenstaande geldt niet voor de verplichting van kwaliteitsverbetering landschap. Landschappelijke inpassing op clusterniveau (of vergelijkbaar) wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Omschakeling naar of nieuwvestiging van glas-tuinbouwbedrijf in ‘zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 1’ (via wijziging: art. 3.6.7, zie ook art. 38.9). Komt niet voor binnen bestemming ‘Agrarisch met waarden’. |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.7 sub g; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.7 sub h. Regionaal afsprakenkader alle glastuinbouwontwikkelingen in vestigingsgebieden en doorgroei-gebieden voor glastuinbouw voor zover het geen rechtstreekse bouwmogelijkheid betreft: cat. 2. Boven per gemeente bepaalde maatvoering kan gemeente aanvullende verplichting opleggen: cat. 3. |
Omschakeling: t/m 5 ha glasopstand het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m; > 5 ha glasopstand het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de bestaande voorzijde voor zover reeds bebouwing aanwezig is (voorzijde visueel grenzend aan openbaar gebied). Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m + robuust groen uit Gebiedsvisie Herstructurering Glastuinbouw Etten-Leur of storting in het gemeentelijk landschapsfonds (20% van de bestemmingswinst (cat. 3); bestemmingswinst wordt berekend over de oppervlakte bouwvlak boven de 5 ha). De landschappelijke inpassing wordt in alle bovenstaande gevallen op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien omschakeling met tevens vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere gebouwen dan kassen, dan dienen (ook) die gebouwen (nieuwbouw of uitbreiding) landschappelijk te worden ingepast met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien omschakeling met tevens vergroting bouwvlak (ook) ten behoeve van andere voorzieningen dan kassen en gebouwen (bassin, warmtebuffertank), dan dienen (ook) de voorzieningen waarvoor het bouwvlak vergroot wordt, landschappelijk te worden ingepast: maatwerk. Denk bij hoge voorzieningen, zoals warmtebuffertanks, bijvoor-beeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk op basis van nadere afspraken op clusterniveau. Idem bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Afwijking van het bovenstaande geldt niet voor de verplichting van kwaliteitsverbetering landschap. Landschappelijke inpassing op clusterniveau (of vergelijkbaar) wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Nieuwvestiging: t/m 5 ha glasopstand: het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de voorzijde van de te bouwen woning. Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m;> 5 ha glasopstand: het volledige bedrijf rondom inpassen, met uitzondering van de voorzijde van de te bouwen woning. Landschappelijke inpassing dient te bestaan uit een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m + robuust groen uit Gebiedsvisie Herstructurering Glastuinbouw Etten-Leur of storting in het gemeentelijk landschapsfonds (20% van de bestemmingswinst (cat. 3); bestemmingswinst wordt berekend over de oppervlakte bouwvlak boven de 5 ha). De landschappelijke inpassing wordt in alle bovenstaande gevallen op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien bij nieuwvestiging (ook) andere gebouwen dan kassen worden gerealiseerd, dan dienen (ook) die gebouwen (nieuw-bouw) landschappelijk te worden ingepast met een houtsingel: uitgaan van een passende hoogte en een strook van 10 m breed: minimaal 4 rijen beplanting (ca. 6 m) en onderhoudsstrook van 4 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Indien bij nieuwvestiging (ook) andere voorzieningen dan kassen en gebouwen (bassin, warmtebuffertank) worden gerealiseerd, dan dienen (ook) die voorzieningen landschappelijk te worden ingepast: maatwerk. Denk bij hoge voorzieningen, zoals warmtebuffertanks, bij-voorbeeld aan zichtlijnen. De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de plan-verbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk op basis van nadere afspraken op clusterniveau. Idem bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Afwijking van het bovenstaande geldt niet voor de verplichting van kwaliteitsverbetering landschap. Landschappelijke inpassing op clusterniveau (of vergelijkbaar) wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Omschakeling naar niet-grondgebonden agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij of glastuinbouwbedrijf (via wijziging: art. 3.6.8, 4.6.7) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.8 sub d, 4.6.7 sub f; Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.8 sub e, 4.6.7 sub g. Regionaal afsprakenkader omschakeling van de ene naar de andere agrarische bedrijfsvoering welke het geldende bestemmings-plan niet rechtstreeks toestaat (omvang bouwvlak onveranderd): cat. 2; bij vergroting bouwvlak: cat. 3. |
Landschappelijke inpassing analoog aan de gebruikelijke eisen zoals opgenomen bij de diverse ontwikkelingen/activiteiten (omschreven in eerste kolom).De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Omschakeling naar paardenhouderij (via wijziging: art. 3.6.9, 4.6.8) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.9 sub g, 4.6.8 sub g;Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.9 sub h, 4.6.8 sub h. Regionaal afsprakenkader omschakeling van de ene naar de andere agrarische bedrijfsvoering welke het geldende bestemmings-plan niet rechtstreeks toestaat (omvang bouwvlak onveranderd): cat. 2;bij vergroting bouwvlak: cat. 3.Voetnoot: indien de paardenhouderij niet aangemerkt kan worden als een agrarische bedrijfsvoering, kan cat. 3 aan de orde zijn. |
Landschappelijke inpassing analoog aan de gebruikelijke eisen zoals opgenomen bij de diverse ontwikkelingen/activiteiten.De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Permanente teeltondersteunende voorzieningen Toevoegen of wijzigen aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – permanente teeltonder-steunende voorzieningen’ bij bestemming ‘Agrarisch’ (aansluitend aan bouwvlak en/of aanduiding) (via wijziging: art. 3.6.10) Permanente teeltondersteunende voorzieningen Toevoegen of wijzigen aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden –permanente teeltondersteunende voorzieningen’ bij bestemming ‘Agrarisch met waarden’ (aansluitend aan bouwvlak en/of aanduiding) (via wijziging: art. 4.6.9) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.10 sub f;Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.10 sub g. Regionaal afsprakenkader cat. 3. Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 4.6.9 sub g;Kwaliteitsverbetering: art. 4.6.9 sub h. Regionaal afsprakenkader cat. 3. |
Hoge voorzieningen, bijvoorbeeld stellingen: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Lage voorzieningen, bijvoorbeeld containerveld: struweelhaag (1 rij = minimaal 2 m breed en passende hoogte + onderhouds-stroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Bassin voor telen op water: Knip- en scheerheg met minimale breedte van 1 m en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m. De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. Voetnoten:
|
Wijzigen ten behoeve van voeder- en water-voorzieningen binnen bestemming ‘Agrarisch’ (aansluitend aan bouwvlak en/of aanduiding) (via wijziging: art. 3.6.11) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 3.6.11 sub g;Kwaliteitsverbetering: art. 3.6.11 sub h. Regionaal afsprakenkader cat. 3. |
Waterbassins, watersilo’s en voedervoorzieningen dienen in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Struweelhaag (2-5 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Wijzigen ten behoeve van voeder- en water-voorzieningen binnen bestemming ‘Agrarisch met waarden’ (aansluitend aan bouwvlak en/of aanduiding) (via wijziging: art. 4.6.10) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: art. 4.6.10 sub h;Kwaliteitsverbetering: art. 4.6.10 sub i. Regionaal afsprakenkader cat. 3. |
Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Waterbassins, watersilo’s en voedervoorzieningen dienen in ieder geval landschappelijk te worden ingepast. Struweelhaag (2-5 m breed en passende hoogte + onderhoudsstroken van minimaal 1,5 à 2 m). De landschappelijke inpassing wordt op de planverbeelding en in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Wijzigen naar ‘Wonen’ en ‘Tuin’ (via wijziging: art. 3.6.12, 4.6.11, 5.6.2, 11.6.2) |
Bestemmingsplan Landschappelijke inpassing: (indien bestemmingsvlak ‘Wonen’ groter is dan 1500 m² en/of meer dan 200 m² aan bijgebouwen en overkappingen wordt toegestaan): art. 3.6.12 sub e onder 1, 3.6.12 sub g, 4.6.11 sub e onder 1, 4.6.11 sub g, 5.6.2 sub e onder 1, 5.6.2 sub g, 11.6.2 sub d onder 1, 11.6.2 sub f;Kwaliteitsverbetering: (indien bestemmingsvlak ‘Wonen’ groter is dan 5000 m² en/of meer dan 400 m² aan bijgebouwen en overkappingen wordt toegestaan): art. 3.6.12 sub e onder 2, 3.6.12 sub h, 4.6.11 sub e onder 2, 4.6.11 sub h, 5.6.2 sub e onder 2, 5.6.2 sub h, 11.6.2 sub d onder 2, 11.6.2 sub g. Regionaal afsprakenkader
|
Voetnoot: afwijking van het bovenstaande is voor de situering van landschappelijke inpassing mogelijk bij bijvoorbeeld enige combinatie van kassen, aansluitende permanente teeltondersteunende voorzieningen en/of voeder- en watervoorzieningen. Landschappelijke inpassing: passende oplossing (maatwerk waarbij minimaal een concrete inspanning is vereist). De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Wijzigen begrenzing van bestemmingen ‘Wonen’ en ‘Tuin’ (via wijziging: art. 38.3) |
Bestemmingsplan (indien bestemmingsvlak ‘Wonen’ na vergroting groter is dan 1.500 m):Landschappelijke inpassing: art. 38.3 sub b onder 1; Kwaliteitsverbetering: art. 38.3 sub b onder 2. Regionaal afsprakenkader Cat. 3 (omdat het niet bij cat. 1 en 2 staat). |
Landschappelijke inpassing: passende oplossing (maatwerk waarbij minimaal een concrete inspanning is vereist). De landschappelijke inpassing wordt -afhankelijk van de aard van de landschappelijke inpassing- al dan niet op de planverbeelding en in ieder geval in de planregels van het wijzigingsplan als voorwaardelijke verplichting vastgelegd. |
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 16 april 2024.
Burgemeester en wethouders van Etten-Leur,
Dhr. drs. C. (Cor) Smits
gemeentesecretaris
Mw. drs. M.C. (Marina) Starmans-Gelijns
Burgemeester
BIJLAGE BIJ BELEIDSREGELS LANDSCHAPPELIJKE INPASSING 2024, GEMEENTE ETTEN-LEUR
BEPLANTINGSPAKKETTEN LANDSCHAPPELIJKE INPASSINGEN
LI 1Houtsingel
LI 2Struweelhaag
LI 3 Knip- en scheerheg
LI 4Landschapsboom als bovenstaander in LI 1, LI 2, LI 3
Beplantingspakket LI 1: Houtsingel |
|
Houtsingel Het is een vrijliggend lijnvormig aaneengesloten beplantingselement, met een opgaande gemengde beplanting van inheemse soorten met een bedekking van minimaal 90%, dat beheerd wordt naar een eindbeeld zodat de beplanting permanent gesloten en van voldoende hoogte is teneinde het object in het landschap te camoufleren. |
|
Goed ontwikkelde houtsingel |
|
Algemene eisen ten aanzien van inrichting
* 1e getal in plantverband: plantafstand rijen onderling; 2e getal in plantverband: plantafstand in de rij. ** maat lengte wortels tot topje plantsoen. |
Beheer
|
Eindbeeld
|
Beplantingspakket LI 2: Struweelhaag |
|
Struweelhaag Het is een vrijliggend lijnvormig beplantingselement, met een aaneengesloten gemengde beplanting van inheemse soorten met een bedekking van minimaal 90%, dat beheerd wordt naar een eindbeeld zodat de beplanting permanent gesloten en van voldoende hoogte is teneinde het object in het landschap te camoufleren. |
|
Struweelhaag in ontwikkeling |
|
Algemene eisen ten aanzien van inrichting
* 1e getal in plantverband: plantafstand rijen onderling; 2e getal in plantverband: plantafstand in de rij. ** maat lengte wortels tot topje plantsoen. |
Beheer
|
Eindbeeld
|
Beplantingspakket LI 3: Knip- en scheerheg |
|
Knip- en scheerheg Het is een vrijliggend lijnvormig beplantingselement, met een aaneengesloten begroeiing van inheemse soorten, dat regelmatig wordt geknipt of geschoren, met een bedekking van minimaal 90%, dat beheerd wordt naar een eindbeeld zodat de beplanting permanent gesloten en van voldoende hoogte is teneinde het object in het landschap te camoufleren. |
|
Knip- en scheerheg; ligusterheg en herfstbeeld beukenheg |
|
Algemene eisen ten aanzien van inrichting
* 1e getal in plantverband: plantafstand rijen onderling; 2e getal in plantverband: plantafstand in de rij. ** maat lengte wortels tot topje plantsoen. |
Beheer
|
Eindbeeld
|
Beplantingspakket LI 4: Landschapsbomen als bovenstaander in pakket LI 1, LI 2 en LI 3 |
|
Landschapsboom als bovenstaander De boom staat in een ander beplantingspakket; bij toepassing van bomen als bovenstaander wordt de boomlaag vooraf in het eindbeeld bepaald aan de hand van het ontwerp inrichtings- en beplantingsplan. |
|
|
|
Algemene eisen ten aanzien van inrichting
|
Beheer
|
Eindbeeld
|
Bijlage 1A
Sortiment |
Beplantingsgroep |
|
Noot |
||
Nederlandse naam |
Wetenschappelijke naam |
Bosplantsoen; 2 – 3 jaar(60-100) B= boomvormer Str= struikvormer |
Landschaps-boom (10-12) |
Geschikt voor struweelhaag en knip- en scheerheg (H) |
|
Abeel, grauwe |
Populus canescens |
|
X |
|
|
Appel, wilde |
Malus sylvestris |
B |
|
|
|
Berk, ruwe |
Betula pendula |
B |
X |
|
|
Berk, zachte |
Betula pubescens |
B |
X |
|
|
Beuk |
Fagus sylvatica |
B |
X |
H |
|
Bosroos |
Rosa arvensis |
Str |
|
|
|
Egelantier |
Rosa rubiginosa |
Str |
|
|
|
Eik, zomer |
Quercus robur |
B |
X |
|
|
Eik, winter |
Quercus petrea |
B |
X |
|
|
Els, zwarte |
Alnus glutinosa |
B |
X |
|
|
Esdoorn, gewone |
Acer pseudoplatanus |
B |
X |
|
|
Esdoorn, noorse |
Acer platanoides |
B |
X |
|
|
Es, gewone |
Fraxinus excelsior |
B |
X |
|
|
Gelderse roos |
Viburnum opulus |
Str |
|
|
|
Haagbeuk |
Carpinus betulus |
B / Str |
X |
H |
Za |
Hazelaar |
Corylus avellana |
Str |
|
|
|
Hondsroos |
Rosa canina |
Str |
|
|
|
Hulst |
Ilex aquifolium |
Str |
|
H |
|
Iep, div. klonen |
Ulmus ‘ ‘ |
|
X |
|
|
Iep, steel- |
Ulmus laevis |
B |
X |
|
|
Kardinaalsmuts |
Eonymus europaeus |
Str |
|
H |
|
Kastanje, tamme |
Castanea sativa |
B |
X |
|
|
Kers, zoete |
Prunus avium |
B |
X |
|
|
Kornoelje, rode |
Cornus sanguinea |
Str |
|
|
|
Kornoelje, gele |
Cornus mas |
Str |
|
H |
Max 5% |
Krenteboompje |
Amelanchier lamarckii |
Str |
|
|
Max 5% |
Liguster, wilde |
Ligustrum vulgare |
Str |
|
H |
|
Linde, kleinbladige |
Tilia cordata |
B |
X |
H |
Za |
Linde, grootbladige |
Tilia platyphyllos |
B |
X |
|
|
Linde, zilver |
Tilia tomentosa |
|
X |
|
Alleen nabij verhardingen |
Linde, Hollandse |
Tilia vulgaris |
|
X |
|
|
Lijsterbes |
Sorbus aucuparia |
Str |
|
|
|
Mispel |
Mespilus germanica |
Str |
|
H |
|
Noot |
Juglans regia |
|
X |
|
|
Paardekastanje |
Aesculus hippocastanum |
|
X |
|
|
Peer, wilde |
Pyrus pyraster |
Str |
|
|
|
Plataan |
Platanus acerifolia |
|
X |
|
Nabij gebouwen, niet in landschap |
Populier |
Populus euramericana |
|
X |
|
|
Populier, zwarte |
Populus nigra |
|
X |
|
|
Sleedoorn |
Prunus spinosa |
Str |
|
H |
Pas op met mengen |
Veldesdoorn |
Acer campestre |
Str |
|
H |
Za |
Vogelkers, inlandse |
Prunus padus |
Str |
|
H |
|
Vuilboom |
Rhamnus frangula |
Str |
|
|
|
Wegedoorn |
Rhamnus catharticus |
Str |
|
H |
|
Wilg, bos |
Salix caprea |
Str |
|
|
|
Wilg, grauwe |
Salix cineria |
Str. |
|
|
|
Wilg, bittere |
Salix purpurea |
Str |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toegestane cultivars van landschapsbomen;
Populus canescens ‘de Moffart en Witte van Haamstede, Acer pseudoplatanus ‘Negenia en Rotterdam’, Fraxinus excelsior ‘Eureka, Altena, Atlas en Westhof’s Glorie’, Ulmus ‘Dodoens, Clusius en Lobel’, Prunus avium ‘Landscape Bloom en Plena’, Tilia cordata ‘Erecta en Roelvo’, Tilia vulgaris ‘Pallida’, Populus x canadensis div. cultivars, Populus nigra m.u.v. Italica
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl