Regeling programmasubsidies cultuur. Hilversum

Geldend van 02-05-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2023

Intitulé

Regeling programmasubsidies cultuur. Hilversum

B en W besluit

Burgemeester en wethouders van Hilversum;

Gelet op het voorstel vaststellen nadere regelingen cultuur met kenmerk 1324500,

Overwegende dat het wenselijk is over te gaan tot de vaststelling van nadere regels met betrekking tot programmasubsidies cultuur;

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening gemeente Hilversum 2021, artikel 3 het tweede en derde lid;

Gelet op het cultuurbeleid ‘Momentum, een podium voor alle Hilversummers’;

besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Regeling programmasubsidies cultuur

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

a. Culturele instellingen: instellingen of verenigingen die statutair ten doel hebben activiteiten te organiseren en initiatieven te ontwikkelen gericht op het stimuleren van cultuurparticipatie van inwoners van de gemeente Hilversum;

b. College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Hilversum

c. Culturele klimaat: het samenstel van uitingen, activiteiten en producten op het gebied van de kunst en cultuur, van amateurs tot professionals, plaatsvindend in de gemeente Hilversum;

d. Culturele activiteit: een activiteit op het gebied van kunst en cultuur met een begin- en einddatum;

e. Instelling: een organisatie of groepering die een algemeen belang dient;

f. Project: een in de tijd en middelen begrensde activiteit om iets te creëren, met een eenmalig karakter;

g. Verordening: de Algemene Subsidieverordening Hilversum 2021;

h. Wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Subsidiedoel

De gemeente wil met het verlenen van de subsidie initiatieven ondersteunen en instellingen, verenigingen en initiatieven prikkelen en/of aanzetten tot innovatie en het vernieuwen van aanbod waarmee een zo groots mogelijke groep Hilversummers bereikt kan worden. Activiteiten vormen een verrijking voor het Hilversumse culturele klimaat en is aanvullend op het al bestaande aanbod in de stad. De activiteit draagt bij aan (een van) de speerpunten zoals vastgesteld in het cultuurbeleid Momentum: Beleven & Doen, Duurzaam & Stevig en Kunst bereikbaar en om je heen.

Artikel 3. Eisen aan de aanvrager

1. De subsidie kan worden aangevraagd door alle professionele en amateurkunst instellingen voor kunst en cultuur die actief zijn in het culturele veld van de gemeente Hilversum:

a. Professionele en amateurkunst instellingen buiten de culturele sector van Hilversum kunnen aanvragen mits het project in Hilversum plaatsvindt.

Artikel 4. Subsidieplafond

1. Deze regeling kent een subsidieplafond. De hoogte van het plafond is opgenomen in het overzicht ‘Subsidieplafonds gemeente Hilversum’.

2. De aanvragen kunnen ingediend worden wanneer het ‘Overzicht subsidieplafonds Hilversum' voor het betreffende jaar is gepubliceerd.

3. Aanvragen worden op volgorde van prioritering in positieve beoordeling gehonoreerd totdat het subsidieplafond is bereikt. Deze prioritering vindt plaats op basis van de in artikel 10 opgenomen criteria.

4. Onder artikel 4:28 van de Awb bestaat de mogelijkheid dat het subsidieplafond wordt verlaagd. Een verlaging kan gevolgen hebben voor reeds verleende subsidies.

Artikel 5. Subsidiabele activiteiten

1. Het college kan subsidie verstrekken voor culturele activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling en versterking van het culturele klimaat in de gemeente Hilversum.

2. De activiteit is openbaar toegankelijk en vindt plaats in Hilversum.

3. De activiteit kenmerkt zich door de artistieke kwaliteit en visie op cultuur en de bijdrage die het levert aan het culturele klimaat in de stad.

4. De activiteit draagt bij aan (een van) de speerpunten zoals vastgesteld in het cultuurbeleid Momentum.

5. De activiteit draagt bij aan de culturele, ruimtelijke, economische of sociale waarde van cultuur.

6. De activiteit past binnen één of meer van de kunstdisciplines/pijlers die genoemd worden in het cultuurbeleid Momentum.

7. Indien de aanvrager ook een subsidie ontvangt vanuit de nadere regel meerjaren basissubsidies of meerjaren programmasubsidie, moet de activiteit waarvoor projectsubsidie wordt aangevraagd aantoonbare meerwaarde hebben ten opzichte van het programma van de aanvrager en een uitzonderlijke bijdrage leveren aan de speerpunten zoals vastgesteld in het cultuurbeleid Momentum.

8. Activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd worden bij voorkeur met minimaal één andere samenwerkingspartner georganiseerd. Dit kan ook een regionale of landelijke partner zijn.

Artikel 6. Eisen aan de subsidieaanvraag

1. De aanvraag betreft slechts één project (een project kan wel meerdere activiteiten bevatten).

2. De aanvraag voldoet aan de richtlijnen en verplichtingen van de Verordening.

3. De activiteit wordt uiterlijk binnen 24 maanden afgerond.

4. De aanvraag bestaat in ieder geval uit de volgende informatie:

a. Een ingevuld aanvraagformulier.

b. Een beschrijving van de begroting en een dekkingsplan voor de kosten voor deze activiteiten in het aanvraagformulier. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan. Indien nog niet bekend is of fondsen bijdragen, dient onderbouwd te worden wat het voor de activiteiten betekent als het fonds niet toekent;

c. (Indien van toepassing) een jaarverslag en jaarrekening van het voorgaande jaar, tenzij deze al bij de gemeente aanwezig zijn.

5. Een aanvraag voor een evenement/festival dient tevens zijn voorzien van een plan van aanpak, waarin beschreven staat hoe de aanvrager omgaat met onder andere vergunningen, overlast en veiligheid.

6. Het college kan te allen tijde om aanvullende gegevens vragen indien noodzakelijk voor het nemen van besluit.

7. De gemeentelijke subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Minimaal 50% van de subsidiabele kosten wordt gedekt uit andere inkomsten. Indien dit niet het geval is, wordt dit afdoende verklaard in de aanvraag.

Artikel 7. Verplichtingen subsidiabele activiteiten

In de subsidiebeschikking wordt vastgesteld welke (meetbare) prestaties de aanvrager dient te leveren voor de verleende subsidie en aan welke financiële verplichtingen de aanvrager moet voldoen.

1. Indien voor de activiteit een (evenementen)vergunning nodig is, dient de aanvrager zich te houden aan de geldende wet- en regelgeving. Deze subsidie wordt verleend onder voorbehoud dat de aanvrager de vergunning ontvangt.

Artikel 8. Indiening subsidieaanvraag en besluitvorming

1. De aanvraag wordt digitaal ingediend via het daartoe bestemde portaal op www.hilversum.nl.

2. De aanvraag tot maximaal € 50.000,- wordt tenminste 8 weken voor het plaatsvinden van de activiteit ingediend.

3. De aanvraag meer dan € 50.000,- wordt tenminste 13 weken voor het plaatsvinden van de activiteit ingediend.

4. Over de aanvraag tot maximaal € 50.000,- vindt binnen 8 weken besluitvorming plaats waarbij de mogelijkheid aanwezig is dit te verlengen met maximaal 8 weken.

5. Over de aanvraag van meer dan € 50.000,- vindt binnen 13 weken besluitvorming plaats waarbij de mogelijkheid aanwezig is dit te verlengen met maximaal 13 weken.

Artikel 9. Weigeringsgronden

In de Asv staat een aantal weigeringsgronden opgenomen. In aanvulling daarop kan de gemeente een subsidieaanvraag afwijzen indien:

a. De aanvraag onvoldoende aansluit bij de beleidsuitgangspunten omschreven in het cultuurbeleid ‘Momentum, een podium voor alle Hilversummers’;

b. Het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd wordt ingezet voor een benefiet of ledenwerving.

c. Het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd wordt ingezet voor een culturele activiteit die specifieke doelgroepen uitsluit.

Artikel 10. Beoordelingscriteria

1. Het college van burgemeester en wethouders beoordeelt de aanvragen en neemt alleen volledig en tijdig ingediende aanvragen in behandeling. De aanvragen worden beoordeeld op basis van de Asv en deze regeling.

2. De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van het beleidskader Momentum

3. Op basis van de waardering komt een totaaloordeel over de aanvraag tot stand en wordt een advies over subsidieverstrekking opgesteld ten behoeve van het college.

Artikel 11. Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

1. Kosten die direct zijn toe te rekenen aan de activiteit en die na toekenning van de subsidie worden gemaakt en betaald, komen in aanmerking voor subsidie.

2. Kosten voor o.a. huur, materiaalkosten en inhuur van derden zijn subsidiabel mits ze aantoonbaar zijn toe te rekenen aan het project.

3. Subsidiabel zijn de kosten van een vast uurtarief conform de Fair Practice Code als vergoeding voor de directe loonkosten.

4. Het college verstrekt geen subsidie voor:

a. Kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

b. Kosten die door derden worden gesubsidieerd;

c. Kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten;

d. Gekapitaliseerde vrijwillige inzet van medewerkers.

Artikel 12. Verantwoording

De ontvanger van een subsidie verschaft het college binnen drie maanden na afloop van de activiteit waarvoor subsidie is verleend de volgende gegevens:

a. Een inhoudelijke en financiële verantwoording van activiteiten;

b. Een verklaring dat de subsidie is besteed aan de activiteiten waarvoor zij is verstrekt;

c. Een accountantsverklaring, indien de subsidie hoger dan € 50.000,- is;

d. Eventuele aanvullende gegevens die in de subsidiebeschikking zijn vermeld.

2. Het college kan in de subsidiebeschikking besluiten om bij een subsidie tot € 10.000,- de verplichting tot verantwoording van activiteiten volledig achterwege te laten en de subsidie gelijktijdig te verlenen en vaststellen.

Artikel 13. Sanctie

Indien de ontvanger niet voldoet aan de verplichtingen zoals genoemd in artikel 13 lid 1 en in gebreke blijft nadat schriftelijk de gelegenheid is geboden binnen twee weken alsnog aan haar verplichtingen te voldoen, zal de subsidie ambtshalve worden vastgesteld.

Artikel 14. Toezicht

Het college kan bindende voorschriften geven voor de inrichting van de begroting, de financiële administratie en de jaarrekening.

1. De instelling kan worden verplicht aan door het college daartoe aangewezen ambtenaren inzage te geven in de financiële administratie, en - inlichtingen te geven over en controle toe te staan op de werkzaamheden en/of het financiële beheer.

2. De instelling kan worden verplicht de controle op het financiële beheer op te dragen aan een registeraccountant.

3. In geval een subsidie ontvangende instelling in financiële problemen verkeert of het vermoeden van financiële problemen bij een subsidie ontvangende instelling bestaat dan kan het college besluiten dat de subsidie ontvangende instelling aan de gemeente tussentijdse financiële rapportages moet overleggen. De frequentie van het rapporteren aan de gemeente zal in het besluit van het college worden vastgesteld.

Artikel 15. Bijzondere gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2023

2. Deze regeling kan worden aangeduid als Regeling programmasubsidies cultuur.

Hilversum, 4 juli 2023

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

mr. C.P. Torres Barrera dr. ir. G.M. van den Top

Bijlage 1 subsidiecriteria

Subsidiecriteria

1Algemeen

1.1 De activiteiten leveren toegevoegde waarde aan de beleidsdoelen van het cultuurbeleid ’Momentum, een podium voor alle Hilversummers’. Organisaties geven in hun aanvraag aan welke waarde zij hebben voor de stad Hilversum.

1.2 Voor professionele organisaties geldt dat activiteiten die te relateren zijn aan de in het cultuurbeleid genoemde pijlers waarbij activiteiten uit Hilversum de voorkeur hebben.

1.3 Voor programma-aanvragen geldt dat deze aanvullend en vernieuwend moeten ten opzichte van de structurele activiteiten.

1.4 Activiteiten worden liefst met minimaal één andere samenwerkingspartner georganiseerd. Dit kan ook een regionale of landelijke partner zijn.

2Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

2.1 De aanvrager heeft een artistieke of cultuureducatieve visie, die zich vertaalt in een samenhangende programmering voor het beoogde publiek of de beoogde deelnemers;

2.2 De artistieke of cultuureducatieve programmering heeft zeggingskracht voor het beoogde publiek of de beoogde deelnemers. Dit meten organisaties met een doelgroepenonderzoek en/of tevredenheidsonderzoek onder het publiek.

2.3 De activiteit wordt bedacht en uitgevoerd door personen die de vaardigheid bezitten om hoog kwalitatief werk af te leveren.

2.4 De aanvrager beschrijft een beoogde ontwikkeling: zoals innovatie, verdieping van de programmering, publieksbereik, promotie of educatie.

3Zakelijke kwaliteit

3.1 De aanvraag geeft blijk van een gezonde bedrijfsvoering en de aanvraag bevat een deugdelijke financiële onderbouwing, die realistisch en haalbaar is.

3.2 De aanvrager houdt - in redelijke verhouding tot de omvang van de organisatie – rekening met de Governance Code Cultuur: er is goed bestuur en degelijk toezicht.

3.3 De aanvrager benut meerdere inkomstenbronnen voor de activiteiten. De financiële bijdrage van de gemeente bedraagt maximaal 50% van de totale begroting.

3.4 De aanvraag geeft aan welke risico’s mogelijk te verwachten zijn bij de activiteit en hoe de aanvrager met deze risico’s om zal gaan.

4Publieksbereik

(online en offline)

4.1 De aanvrager weet welk publiek hij wil bereiken en investeert in een duurzame relatie met het publiek.

4.2 De aanvrager streeft naar uitbreiding van het publiek, met een helder beschreven (marketing en promotie) aanpak voor bestaande en nieuwe doelgroepen.

4.3 Het aantal te bereiken deelnemers staat in goede verhouding tot de gevraagde subsidie. Deze verhouding verschilt per discipline en wordt in overleg met de Cultuurraad vastgesteld.

4.4 De aanvraag geeft blijk van streven naar culturele diversiteit in publiek, personeel en programmering (leeftijd, achtergrond, geslacht etc.).

Overig

• Aanvraag is tijdig ingediend.

• Aanvraag is compleet (inclusief vereiste bijlagen).

• Activiteit is openbaar toegankelijk.

Ondertekening