Regeling meerjaren basissubsidies cultuur. Hilversum

Geldend van 01-08-2023 t/m heden

Intitulé

Regeling meerjaren basissubsidies cultuur. Hilversum

B en W besluit

Burgemeester en wethouders van Hilversum;

Gelet op het voorstel vaststellen nadere regelingen cultuur met kenmerk 1324500,

Overwegende dat het wenselijk is over te gaan tot de vaststelling van nadere regels met betrekking tot het de meerjaren basissubsidies cultuur

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening gemeente Hilversum 2021, artikel 3 het tweede en derde lid;

Gelet op: het cultuurbeleid ‘Momentum, een podium voor alle Hilversummers’;

besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Regeling meerjaren basissubsidies cultuur

Deze subsidieregeling richt zich op instellingen die op het moment van inwerktreding van deze subsidieregeling, reeds structureel gesubsidieerd worden door de gemeente Hilversum. Middels een beroep te doen op de hardheidsclausule in deze subsidieregeling, kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

a. Culturele activiteit: een activiteit op het gebied van kunst en cultuur met een begin- en einddatum;

b. College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Hilversum;

c. Cultureel klimaat: het samenstel van uitingen, activiteiten en producten op het gebied van de kunst en cultuur, van amateurs tot professionals, plaatsvindend in de gemeente Hilversum;

d. Instelling: een organisatie of groepering die een algemeen belang dient;

e. Verordening: de Algemene Subsidieverordening Hilversum 2021;

f. Wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Subsidiedoel

Met deze regeling wil de gemeente Hilversum de positie van de culturele instellingen versterken om zo de Hilversumse culturele infrastructuur in stand te houden. De activiteiten van de instellingen dragen bij aan het culturele klimaat en aan een of meer beleidsuitgangspunten zoals vastgesteld in het cultuurbeleid ‘Momentum, een podium voor alle Hilversummers’ (hierna te noemen cultuurbeleid): Beleven & Doen, Duurzaam & Stevig en Kunst bereikbaar en om je heen. Met het verlenen van Meerjaren Iglo subsidies verkrijgen instellingen meer zekerheid, waardoor zij in staat worden gesteld langdurige ontwikkelingen in gang te kunnen zetten.

Artikel 3. Eisen aan de aanvrager

1. De aanvrager is een professionele culturele organisatie die in de gemeente Hilversum actief een langdurig cultureel aanbod verzorgen dat in eerste instantie gericht is op inwoners van de gemeente Hilversum;

2. De aanvrager ontvangt op het moment dat de regeling ingaat reeds een structurele basissubsidie. Ingeval deze subsidie hoger dan 100.000 euro is en er minstens 1 fte in dienst is dient de aanvraag te voldoen aan de eisen van het Iglo model (zie artikel 4 lid 1 en artikel 5, tweede lid sub d);

3. De aanvrager houdt, waar mogelijk, rekening met de volgende codes: Governance Code, Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie;

4. De aanvrager heeft geen winstoogmerk.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

De gemeente Hilversum subsidieert:

1. Conform het IGLO model voor zowel instandhoudingskosten alsook de kosten voor de artistiek inhoudelijke producten;

2. Activiteiten die bijdragen aan de in het cultuurbeleid genoemde criteria en uitgangspunten.

Artikel 5. Eisen aan de subsidieaanvraag

1. De aanvraag voldoet aan de richtlijnen en verplichtingen van de Verordening.

2. De aanvraag bestaat in ieder geval uit een meerjarenbeleidsplan voor vier jaar met daarin de volgende elementen:

a. Een activiteitenplan waarin de activiteiten of de te leveren prestaties worden omschreven, ook in relatie tot de begroting. Geef aan op welke manier de Governance code Cultuur, de Code Diversiteit en Inclusie en de Fair Practice Code gehanteerd worden;

b. Binnen het activiteitenplan is aangegeven welke meerjaren ontwikkeling de instelling voor ogen heeft en hoe deze ontwikkeling gerealiseerd wordt en aansluit op het gemeentelijke cultuurbeleid. De activiteiten die genoemd worden in het activiteitenplan dragen bij aan het realiseren van de meerjaren ontwikkeling.

Aangegeven wordt met welke doelen de culturele instelling aansluit op de verschillende uitgangspunten van het beleid: Beleven & Doen, Duurzaam & Stevig en Kunst bereikbaar en om je heen, en welke activiteiten hiervoor georganiseerd worden.

In het activiteitenplan is ook aangegeven welke doelgroepen men voor ogen heeft te bereiken, aantallen bezoekers en de verschillende partners waarmee de culturele instelling samenwerkt en samen producten mee realiseert.

c. Een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten voor deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan. Indien nog niet bekend is of fondsen bijdragen, dient onderbouwd te worden wat het voor de activiteiten betekent als het fonds niet toekent.

d. De gemeente hanteert de subsidiesystematiek IGLO.

Binnen de begroting wordt daarom onderscheid gemaakt tussen de volgende Iglo onderdelen:

A. Voorziening: huisvesting, infrastructuur en staforganisatie:

Geheel gesubsidieerd op basis van meerjarige vaste lasten.

B. Subsidiabele culturele en cultuureducatieve activiteiten:

Deels gedekt door eigen inkomsten en deels gesubsidieerd.

C. Overige culturele, cultuureducatieve en commerciële activiteiten:

Geheel gedekt door eigen inkomsten en private financiering. Een eventuele plus op deze activiteiten, draagt ook bij aan het tekort op de activiteiten genoemd bij B.

e. (Indien van toepassing) een jaarverslag en jaarrekening van het voorgaande jaar, tenzij deze al bij de gemeente aanwezig zijn.

3. Het college kan om aanvullende gegevens vragen indien dit noodzakelijk is voor het nemen van besluit.

Artikel 6. Verplichtingen subsidiabele activiteiten

1. In de subsidiebeschikking wordt vastgesteld welke (meetbare) prestaties de aanvrager dient te leveren voor de verleende subsidie en welke financiële afspraken gemaakt worden.

2. Indien voor de activiteit een (evenementen)vergunning nodig is dient de aanvrager zich te houden aan de geldende wet- en regelgeving. De subsidie wordt verleend onder voorbehoud dat de aanvrager de vergunning ontvangt.

Artikel 7. Indiening subsidieaanvraag en besluitvorming.

1. De aanvraag wordt digitaal ingediend via het daartoe bestemde portaal op www.hilversum.nl.

2. Subsidieaanvragen kunnen een keer per vier jaar tot uiterlijk drie maanden voorafgaand aan de aangewezen periode waarvoor subsidie wordt gevraagd, ingediend worden.

Artikel 8. Subsidieplafond

1. Deze regeling kent een subsidieplafond. De hoogte van het plafond is opgenomen in het overzicht ‘Subsidieplafonds gemeente Hilversum’.

2. Aanvragen kunnen ingediend worden wanneer het ‘Overzicht subsidieplafonds Hilversum' voor het betreffende jaar is gepubliceerd.

3. Het besluit wordt bekendgemaakt uiterlijk 31 december voorafgaand aan de meerjaren subsidieperiode waarop de aanvraag betrekking heeft.

4. Het besluit voor de jaren 2024-2028 is onder voorbehoud van de jaarlijkse vaststelling van de gemeentebegroting.

5. Onder artikel 4:28 van de Awb bestaat de mogelijkheid dat het subsidieplafond wordt verlaagd. Een verlaging kan gevolgen hebben voor reeds verleende subsidies.

Artikel 9. Weigeringsgronden

In de Verordening is een aantal weigeringsgronden opgenomen. In aanvulling daarop kan de gemeente een subsidieaanvraag afwijzen indien:

a. De aanvrager over financiële reserves beschikt die bij de gemeente onbekend zijn en/of de omvang van de aanvraag overstijgen.

b. De aanvraag onvoldoende scoort op de toetsingscriteria zoals genoemd in artikel 11 lid 2,

c. Het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd wordt ingezet voor een benefiet of ledenwerving,

d. Het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd wordt ingezet voor culturele activiteit die specifieke doelgroepen uitsluit.

Artikel 10. Beoordelingscriteria

1. Het college van burgemeester en wethouders beoordeelt de aanvragen en neemt alleen volledig en tijdig ingediende aanvragen in behandeling. De aanvragen worden beoordeeld op basis van de Verordening en deze regeling.

2. De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van het beleidskader Momentum (zie ook het formulier).

3. Voor alle criteria geldt het zogenaamde 'pas toe of leg uit'-principe, zoals volgt uit de Governance Code Cultuur.

4. Op basis van de waardering komt een totaaloordeel over de aanvraag tot stand en wordt een advies over subsidieverstrekking opgesteld ten behoeve van het college.

Artikel 10. Verantwoording

De subsidie wordt jaarlijks verantwoord. Artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Hilversum is hier van toepassing.

1. Bij subsidies van meer dan € 50.000 dient de subsidieontvanger jaarlijks een financiële en inhoudelijke verantwoording in. In geval een subsidie per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk vier maanden na afloop van het boekjaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar.

b. Bij overige subsidie, uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

2. De aanvraag tot vaststelling wordt schriftelijk ingediend bij het college met, indien van toepassing, gebruikmaking van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager:

3. a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

b. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

c. een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

4. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 12. Sanctie

Indien de ontvanger niet voldoet aan de verplichtingen zoals genoemd in artikel 12 lid 1 en in gebreke blijft nadat schriftelijk de gelegenheid is geboden binnen twee weken alsnog aan haar verplichtingen te voldoen, zal de subsidie ambtshalve worden vastgesteld.

Artikel 13. Terugvordering en verrekening subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:57, derde lid van de wet, kan het college een ingevolge deze subsidieregeling terug te vorderen bedrag, verrekenen met een aan dezelfde subsidieontvanger voor dezelfde activiteiten verstrekte subsidie voor een ander tijdvak.

Artikel 14. Toezicht

1. De financiële administratie van de instelling moet zodanig ingericht zijn dat de exploitatieresultaten en de vermogenspositie daaruit op eenvoudige wijze duidelijk worden.

2. Het college kan bindende voorschriften geven voor de inrichting van de begroting, de financiële administratie en de jaarrekening.

3. De instelling kan worden verplicht aan door het college daartoe aangewezen ambtenaren: - inzage te geven in de financiële administratie, en - inlichtingen te geven over en controle toe te staan op de werkzaamheden en/of het financiële beheer.

4. De instelling kan worden verplicht de controle op het financiële beheer op te dragen aan een registeraccountant.

5. In geval een subsidie ontvangende instelling in financiële problemen verkeert of het vermoeden van financiële problemen bij een subsidie ontvangende instelling bestaat dan kan het college besluiten dat de subsidie ontvangende instelling aan de gemeente tussentijdse financiële rapportages moet overleggen. De frequentie van het rapporteren aan de gemeente zal in het besluit van het college worden vastgesteld.

Artikel 15. Bijzondere gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2023.

2. Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling meerjaren basissubsidies cultuur.

Hilversum, 4 juli 2023

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

mr. C.P. Torres Barrera dr. ir. G.M. van den Top

3.

Toelichting

Beoordelingscriteria.

1. Waarde voor Hilversum

a. De aanvrager draagt bij aan de instandhouding van het culturele ecosysteem in Hilversum.

b. De activiteiten van de aanvrager voorzien in een langdurige behoefte vanuit de stad.

c. De activiteiten van de aanvrager zijn van aantoonbare meerwaarde voor het culturele klimaat van Hilversum.

d. De aanvrager draagt in hoge mate bij aan de beleidsuitgangspunten: beleven en doen, duurzaam en stevig en kunst bereikbaar en om je heen..

e. De activiteiten dragen bij aan één of meer van de pijlers zoals vastgesteld in de ’Momentum, een podium voor alle Hilversummers’.

f. De aanvrager draagt bij aan het cultuureducatieve aanbod in Hilversum.

g. De aanvrager werkt regelmatig samen met diverse culturele organisaties of andere partners.

h. De aanvrager beoogt een ontwikkeling voor de komende vier jaar wat betreft de verbinding met Hilversum en het artistiek-inhoudelijke programma.

2. Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

a. De activiteiten binnen het programma waarvoor subsidie wordt aangevraagd zijn van uitzonderlijke kwaliteit binnen het culturele aanbod in Hilversum.

b. De aanvrager heeft een artistieke of cultuureducatieve visie, die zich vertaalt in een samenhangende programmering voor het beoogde publiek of de beoogde deelnemers;

c. De artistieke of cultuureducatieve programmering heeft zeggingskracht voor het beoogde publiek of de beoogde deelnemers. Dit meten instellingen met een doelgroepenonderzoek en/of tevredenheidsonderzoek onder het publiek.

d. De activiteit is uniek of onderscheidend binnen Hilversum en/of de regio.

e. De activiteit wordt bedacht en uitgevoerd door gekwalificeerde personen.

f. De aanvrager beoogt een ontwikkeling voor de komende vier jaar op het gebied van artistiek-inhoudelijke kwaliteit.

3. Zakelijke kwaliteit

a. De aanvraag geeft blijk van een gezonde bedrijfsvoering en de aanvraag bevat een deugdelijke financiële onderbouwing, die realistisch en haalbaar is.

b. De aanvrager benut meerdere inkomstenbronnen voor de activiteiten.

c. De aanvraag geeft aan welke risico’s mogelijk te verwachten zijn bij de activiteit en hoe de aanvrager met deze risico’s om zal gaan. De aanvrager geeft per risico aan hoe groot de kans is dat deze zich voordoet.

d. De aanvrager beoogt een ontwikkeling voor de komende vier jaar op het gebied van zakelijke kwaliteit.

4. Publieksbereik

a. De aanvrager weet welk publiek hij wil bereiken en investeert in een duurzame relatie met het publiek.

b. De aanvrager streeft naar uitbreiding van het publiek, met een helder beschreven (marketing en promotie) aanpak voor bestaande en nieuwe doelgroepen.

c. Het aantal te bereiken deelnemers staat in goede verhouding tot de gevraagde subsidie. Deze verhouding verschilt per discipline en wordt in overleg met de Cultuurraad vastgesteld.

d. De aanvraag geeft blijk van streven naar culturele diversiteit in publiek, personeel en programmering (leeftijd, achtergrond, geslacht etc.)

e. De aanvrager geeft in de aanvraag blijk van een professionele culturele bedrijfsvoering. De aanvrager volgt de Governance Code Cultuur en geeft aan hoe hij zich verhoudt tot de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.

toelichting: Drie codes voor professionalisering.

De Governance Code Cultuur staat al lang op de agenda van de cultuursector. In de versie van 2019 is door Cultuur+Ondernemen de focus gelegd op het raad-van-toezicht-model. In Hilversum werken veel instellingen met een bestuur als eindverantwoordelijk gremium. Dit kan goed functioneren en hoeft niet te veranderen. Voor deze code geldt: pas toe en leg uit. Alle BIS-instellingen kunnen op hun governance reflecteren in hun verantwoording, en de gemeente kan met andere instellingen ook aan de hand hiervan over governance spreken.

De Fair Practice Code betreft met name arbeidsmarktvraagstukken in de cultuursector. Het volwaardig invulling geven aan deze code is een wens van de sector zelf, in het bijzonder de werkenden, maar dit blijkt in praktijk niet altijd haalbaar, vooral bij gebrek aan voldoende middelen. Veel overheden vragen instellingen dan ook vooral om een schets van ontwikkelingen op dit vlak de komende jaren, en niet zozeer om al aan de code te voldoen. Dat zal in Hilversum waarschijnlijk ook de uitkomst zijn, gezien het beperkte cultuurbudget.

De Code Diversiteit & Inclusie geeft invulling aan hoe de cultuursector zich verhoudt tot de samenleving ten aanzien van een aantal vormen van diversiteit en de mate waarin iedereen zich ook welkom bij of zelfs een actief onderdeel voelt van het culturele ecosysteem. Op dit vlak liggen forse uitdagingen. Om hier werkelijk verandering teweeg te brengen, zullen diversiteit en inclusie een centrale plek in het cultuurbeleid krijgen. Culturele instellingen in de bis worden gevraagd aan te geven hoe zij invulling geven aan deze code en hoe zij zich daarin de komende jaren willen ontwikkelen (welke stappen zij daarin gaan zetten)

Ondertekening