Subsidieregeling sociale initiatieven in de wijk Den Haag 2024

Geldend van 02-05-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling sociale initiatieven in de wijk Den Haag 2024

Toelichting

Met deze subsidieregeling wordt de positie van de stadsdelen versterkt voor het oplossen van sociale leefbaarheidsproblemen en het vergroten van sociale verantwoordelijkheid in de Haagse buurten en wijken. Deze regeling maakt het mogelijk voor de stadsdeelorganisatie om sociale initiatieven op buurt, wijk- en stadsdeelniveau financieel te blijven ondersteunen en te faciliteren. Hiermee draagt de regeling bij aan het versterken van de sociale basis.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling sociale initiatieven in de wijk Den Haag 2024:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

- college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

- directe leefomgeving:

de straat, buurt, wijk of het stadsdeel in Den Haag waar bewoners wonen;

- jeugdigen:

bewoners van Den Haag van 5 tot en met 27 jaar;

- sociale betrokkenheid:

de mate waarin bewoners zich verbonden voelen met anderen in hun gemeenschap en directe leefomgeving;

- sociale cohesie

de bereidheid van bewoners en organisaties om samen te werken aan gemeenschappelijke lokale doelen, onderlinge verbondenheid, sociale participatie en de bereidwilligheid elkaar te helpen;

- sociale veiligheid

de mate waarin bewoners zich in hun sociale omgeving veilig en beschermd voelen tegen onveilige situaties;

- verbondenheid

de mate waarin bewoners onderling met elkaar en de lokale gemeenschap in contact staan;

- zelforganiserend vermogen:

de mate waarin mensen in staat zijn om samen te werken, problemen op te lossen en initiatieven te nemen in de wijk waar zij wonen zonder externe sturing.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is het verbeteren van de sociale cohesie in de directe leefomgeving van bewoners van Den Haag door:

    a. het vergroten van de sociale betrokkenheid, de verbondenheid en het versterken van de sociale netwerken binnen wijken en stadsdelen;

    b. het vergroten van het zelforganiserend vermogen van bewoners;

    c. jeugdigen laten opgroeien in een omgeving waar zij worden erkend, gewaardeerd en waar zij kansen krijgen om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen en daarmee een positieve bijdrage te leveren aan hun directe leefomgeving.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is dat de bewoners van alle buurten, wijken en stadsdelen met plezier in Den Haag opgroeien en wonen.

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

  • a. activiteiten met een sociaal, cultureel, sportief of verbindend karakter die de sociale betrokkenheid en verbondenheid of de sociale veiligheid binnen de directe leefomgeving vergroten danwel netwerken binnen de directe leefomgeving realiseren of verstevigen;

    b. activiteiten met een sociaal, cultureel, sportief, of verbindend karakter die de sociale veiligheid voor jeugdigen vergroten, die jeugdigen in staat stellen zichzelf te ontwikkelen of die jeugdigen in staat stellen om een bijdrage te leveren aan de directe leefomgeving.

    c. activiteiten voor het opzetten of verbeteren van organisaties die het zelforganiserend vermogen van een buurt, wijk of stadsdeel vergroten en bijdragen aan de sociale cohesie in een buurt, wijk of stadsdeel;

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;

    b. de kosten voor eten en drinken die meer bedragen dan 5% van de subsidiabele kosten;

    c. vrijwilligersvergoedingen en de kosten voor de waardering van vrijwilligers die meer bedragen dan € 25 per vrijwilliger;

    d. de kosten voor overhead die meer bedragen dan 20% van de kosten van de subsidiabele activiteiten;

    e. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur, behalve als deze apparatuur wordt ingezet voor toekomstige activiteiten in de wijk en daarbij tevens in het bezit komt van een rechtspersoon die is aangewezen door de stadsdeelorganisatie;

    f. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;

    g. de kosten die door de aanvrager zelf zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie bedraagt per stadsdeel per aanvrager maximaal:

  • a. Centrum: € 120.000,-;

    b. Escamp: € 250.000,-;

    c. Haagse Hout: € 30.000,-;

    d. Laak: € 50.000,-;

    e. Leidschenveen-Ypenburg: € 25.000,-;

    f. Loosduinen: € 30.000,-;

    g. Scheveningen: € 50.000,-;

    h. Segbroek: € 30.000,-.

Artikel 1:8 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor het kalenderjaar 2024 een subsidieplafond van € 2.245.000,-- met deelplafonds per stadsdeel voor:

    a. Centrum: € 500.000,-;

    b. Escamp: € 900.000,-;

    c. Haagse Hout: € 125.000,-;

    d. Laak: € 200.000,-;

    e. Leidschenveen-Ypenburg: € 60.000,-;

    f. Loosduinen: € 200.000,-;

    g. Scheveningen: € 150.000,-;

    h. Segbroek: € 110.000,-.

  • 2.

    Het college kan voor het kalenderjaar 2025 en verder het subsidieplafond vaststellen bij afzonderlijk besluit.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond bij afzonderlijk besluit verhogen.

  • 4.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het college verleent de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als tijdstip van ontvangst van de aanvraag het tijdstip waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt stelt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als BTW belaste ondernemer is aan te merken;

    b. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;

    c. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als belastingplichtige op grond van de vennootschapsbelasting is aan te merken;

    d. een projectplan.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid overlegt een aanvrager die meer dan € 100.000,- subsidie aanvraagt de meest recente jaarrekening.

  • 3.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier en begrotingsformat.

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend uiterlijk 8 weken voor de start van de activiteiten in de periode van 1 november direct voorafgaand aan, tot 31 juli, van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college een subsidie weigeren als:

  • a. de hoogte van de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet evenredig is in verhouding tot het doel van deze subsidieregeling;

    b. het aangevraagde subsidiebedrag hoger is dan € 100.000 en uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager naar gangbare bedrijfseconomische principes financieel ongezond is;

    c. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van het college reeds in voldoende mate uitgevoerd worden door anderen;

    d. de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd in aanmerking komt voor subsidie op basis van een andere subsidieregeling.

    e. de activiteiten een besloten karakter hebben;

    f. de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd een langere looptijd hebben dan 12 maanden.

Hoofdstuk 4 Betaling

Artikel 4:1 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:

  • a. bij subsidies tot € 10.000 wordt 100% van de verleende subsidie in één keer betaald;

    b. bij subsidies van € 10.000 of meer wordt 90% van de verleende subsidie in één keer betaald en 10% na vaststelling.

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling uiterlijk 12 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht in.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling een jaar na publicatie.

Artikel 6:3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6:4 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling sociale initiatieven in de wijk Den Haag 2024.

Den Haag, 29 april 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen