Beleidsregels Schulddienstverlening gemeente Beesel

1. Het college verleent aan verzoeker schulddienstverlening indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht, met als doel voorkomen van schulden, beheersbaar houden van schulden en oplossen van schulden. De aanvraag wordt getoetst aan de volgende uitgangspunten zoals neergelegd in het beleidsplan schulddienstverlening gemeente Beesel 2024-2027.

Er is sprake van inwoning in de gemeente Beesel, een problematische schuldensituatie, voldoende inkomen; salaris of uitkering, er zijn geen fraudevorderingen met een recente ontstaansdatum (2-5 jaar) en er is geen sprake van een uitsluitingstermijn (eerder schulddienstverlening bij gemeente gehad of Wsnp).

Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, wordt een aanvraag geweigerd.

2. De vorm waarin de gemeente schulddienstverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol spelen zijn:

• a)

  aard en/of hoogte van het inkomen en de uitgaven van verzoeker;

• b)

  aard van de schulden;

• c)

  de psychosociale situatie en/of verslavingsproblematiek van verzoeker;

• d)

  houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

• e)

  recidive binnen 3 jaar

• f)

  woonsituatie

• g)

  vermogen

3. De gemeentelijke schulddienstverlening kan uit het volgende aanbod van diensten bestaan:

• a)

  Preventie / vroegsignalering

• b)

  Informatie en advies

• c)

  Duurzame financiële dienstverlening

• d)

  Budgetbeheer / budgetcoaching

• e)

  Crisisinterventie

• f)

  Doorverwijzing naar flankerende hulp

• g)

  Inzetten van stabilisatieperiode

• h)

  Opstarten van een schuldbemiddeling

• i)

  Verzoekschrift opstellen voor de WSNP

1. Indien een verzoeker zich tot het college wendt voor schulddienstverlening, wordt er binnen 4 weken een gesprek gepland en de hulpvraag vastgesteld. Indien sprake is van een bedreigende situatie, vindt binnen 3 werkdagen een intakegesprek plaats (crisisinterventie).

2. Binnen 8 weken zal er een plan van aanpak zijn opgesteld.

3. Het college geeft de verzoeker inzicht in de vervolgstappen en het aantal weken tussen het intakegesprek en het bereiken van een mogelijk resultaat middels een beschikking.

1. Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6, leden 1 en 2, besluit het college om schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

2. Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn van maximaal 4 weken geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

3. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, besluit het college tot beëindiging van de schulddienstverlening indien:

• a)

  belanghebbende niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2, dan wel één van de factoren genoemd in artikel 3 lid 2 onder a tot en met g een rol spelen;

• b)

  het schulddienstverleningstraject succesvol is afgerond;

• c)

  belanghebbende zijn beschikbare aflossingscapaciteit of vermogen niet wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden;

• d)

  op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schulddienstverlening aan belanghebbende is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

• e)

  belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

• f)

  belanghebbende in staat is om zijn schulden en/of financiën zelf te regelen dan wel in staat is de schulden en/of financiën zelfstandig te beheren;

• g)

  de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van belanghebbende, niet (langer) passend is;

• h)

  schuldeiser(s) hun medewerking weigeren aan een minnelijke schuldregeling;

• i)

  faillissement van belanghebbende;

• j)

  de voorwaarden uit de schulddienstverleningsovereenkomst niet zijn nagekomen;

• k)

  belanghebbende nieuwe schulden is aangegaan;

• l)

  belanghebbende is komen te overlijden;

• m)

  er een WSNP-verklaring is afgegeven;

• n)

  belanghebbende zich niet naar vermogen inspant en zich niet aan de gemaakte afspraken houdt om de onderliggende oorzaak van de schuldenproblematiek op te lossen.

1. Indien aan verzoeker, voorafgaande aan de dag waarop het verzoek om schulddienstverlening wordt ingediend, eerder een aanbod tot schuldhulpverlening is gedaan wordt de toegang tot schulddienstverlening voor een periode van 3 jaar geweigerd.

2. Alleen als de verzoeker aantoont dat zijn situatie zodanig is veranderd (wending ten goede) dat een nieuw schulddienstverleningstraject noodzakelijk is, wordt een aanvraag binnen 3 jaar in behandeling genomen.

1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de verzoeker afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

2. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

1. Deze beleidsregel halen we aan als “Beleidsregels Schulddienstverlening gemeente Beesel”.

2. De beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2023.

3. De Beleidsregels Schuldhulpverlening inwerking getreden op 11-03-2013 worden ingetrokken per 1 juli 2023.