Regeling vervalt per 01-07-2028

Subsidieregeling Circulair Herwaarderen

Geldend van 01-05-2024 t/m 30-06-2028

Intitulé

Subsidieregeling Circulair Herwaarderen

Het college van burgemeester en wethouders van Leiden,

gelet op RV 23.0071/B&W 23.0261 Strategie Circulaire Economie 2024-2027 en B&W 23.0542 Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie alsmede gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden 2021 (RV 22.0081),

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Circulair Herwaarderen

TITEL I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a)

    Aanvrager: een organisatie of natuurlijk persoon die een schriftelijk verzoek voor subsidie indient. De aanvrager dient in Leiden woonachtig te zijn en/of aantoonbaar ondernemend te zijn in Leiden;

  • b)

    ASV: de Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden;

  • c)

    Beoordelingscommissie: een commissie bestaande uit drie vertegenwoordigers van verschillende facetten van circulair ondernemerschap, met een door hen uit hun midden gekozen voorzitter, die ambtelijk wordt bijgestaan door een secretaris;

  • d)

    Circulair herwaarderen: het zo lang mogelijk en met zo hoog mogelijke waarde behouden van materiaal- en grondstofstromen in de economie;

  • e)

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden.

Artikel 2 Doel van de subsidie

Verstrekken van subsidies aan activiteiten die door het circulair herwaarderen van materialen- en grondstofstromen, bewustwording en/of gedragsverandering bijdragen aan de transitie naar een circulaire economie in Leiden.

Artikel 3 Reikwijdte

Voor zover in deze subsidieregeling niet anders is bepaald, zijn de begripsomschrijvingen en bepalingen van de Algemene Subsidie Verordening (ASV) van toepassing.

Artikel 4 Voorwaarden subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De aanvraag wordt schriftelijk en bij voorkeur digitaal ingediend via eHerkenning of DigiD bij het college via het betreffende aanvraagformulier via de website van de gemeente www.leiden.nl/subsidies.

  • 2.

    Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

    • a)

      een projectplan van maximaal 2 pagina’s waarin het volgende staat omschreven:

      • de bijdrage van het initiatief aan de transitie naar een circulaire economie in Leiden. Bijdragen kan door materialen- en grondstofstromen te herwaarderen of door bewustwording en/of gedragsverandering te realiseren;

      • een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

      • de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

      • waar en wanneer de activiteit plaatsvindt.

    • b)

      een begroting van maximaal 1 pagina waarin het volgende staat omschreven:

      • het totaal aan inkomsten en uitgaven voor deze activiteiten;

      • waar het aangevraagde subsidiebedrag aan besteed wordt indien toegekend;

      • een overzicht van aangevraagde of reeds toegekende subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • 3.

    Maximaal 70% van de totale begroting komt in aanmerking voor subsidie. De overige 30% van de begroting moet door aanvrager zelf of door een samenwerkingspartner worden ingebracht. Het is mogelijk om deze financiële bijdrage in kind te leveren, dat wil zeggen door inzet van personele uren vanuit de organisatie. Deze voorwaarde geldt uitsluitend voor initiatieven in categorie A – Circulaire ondernemersinitiatieven.

  • 4.

    Voor een initiatief kan slechts eenmaal subsidie worden toegekend.

  • 5.

    Indien de aanvrager in de voorgaande subsidieronde van Circulair Herwaarderen een subsidie heeft ontvangen, kan er niet in de daarop volgende subsidieronde van Circulair Herwaarderen een subsidieaanvraag gedaan worden door dezelfde aanvrager.

  • 6.

    Indien een subsidieaanvraag door de beoordelingscommissie wordt doorgelaten naar de pitchbijeenkomst, dient de subsidieaanvrager fysiek aanwezig te zijn bij de pitchbijeenkomst. In bijzondere gevallen kan de beoordelingscommissie overwegen om een uitzondering te maken.

  • 7.

    De activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd dienen binnen 2 jaar na het verlenen van de subsidie te zijn uitgevoerd.

Artikel 5 Indieningstermijn

  • 1. Er zijn twee momenten waarop een subsidieaanvraag kan worden ingediend.

  • 2. Een aanvraag voor de eerste ronde kan worden ingediend vanaf 1 juni 2024 tot uiterlijk 25 september 2024.

  • 3. Een aanvraag voor de tweede ronde kan worden ingediend vanaf 1 juni 2025 tot uiterlijk 25 september 2025.

  • 4. Bij een onvolledige aanvraag heeft de subsidieaanvrager 10 werkdagen de tijd om ontbrekende gegevens aan te leveren. Indien de gevraagde gegevens niet binnen de gestelde termijn zijn overgelegd, kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 6 Beslistermijn

  • 1. Het initiatief dat voldoet aan de voorwaarden subsidieaanvraag (artikel 4), wordt beoordeeld door een beoordelingscommissie op basis van de in de bijlage van deze regeling opgenomen gewogen criteria.

  • 2. Op basis van de beoordelingen worden per subsidieronde maximaal 15 aanvragers in elkaars aanwezigheid in de gelegenheid gesteld hun initiatief in een pitch aan de beoordelingscommissie te presenteren en vragen te beantwoorden. Voor de pitchbijeenkomst worden maximaal 10 aanvragers uit categorie A en maximaal 5 aanvragers uit categorie B uitgenodigd. In artikel 9 en 12 staat omschreven wie onder welke categorie valt.

  • 3. Op basis van de pitches beslist de beoordelingscommissie of de gevraagde subsidie kan worden toegekend, waarbij rekening gehouden wordt met het maximale subsidiebudget in de betreffende ronde.

  • 4. De aanvrager ontvangt binnen 13 weken na het verstrijken van de deadline voor het indienen van een subsidieaanvraag een schriftelijke beslissing op de aanvraag.

Artikel 7 Beoordelingscommissie

Deze subsidieregeling maakt gebruik van een externe beoordelingscommissie. Zij verdeelt het subsidiebudget over de subsidieaanvragen. De commissie bestaat uit drie vertegenwoordigers van verschillende facetten van circulair ondernemerschap, met een door hen uit hun midden gekozen voorzitter.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1. Een subsidie op grond van deze regeling wordt, behalve volgens het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht of de ASV, geweigerd indien niet voldaan is aan de voorwaarden en criteria genoemd in deze regeling.

  • 2. Voor een project dat in een voorgaande ronde van de Subsidie Circulair Herwaarderen of van de subsidie Circulair Verwaarden een subsidie is toegekend, kan geen tweede keer subsidie worden aangevraagd.

  • 3. Een subsidie in de categorie A - Circulaire Ondernemersinitiatieven wordt geweigerd als er voor hetzelfde project een andere subsidieregeling van gemeente Leiden wordt verstrekt.

TITEL II. SPECIFIEKE BEPALINGEN

CATEGORIE A – Circulaire ondernemersinitiatieven

Artikel 9 Doelgroep

Deze subsidiecategorie is bedoeld voor ondernemers, ondernemersverenigingen en maatschappelijke organisaties die actief zijn in Leiden.

Artikel 10 Beoordelingscriteria en procedure

Een aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de in de bijlage van deze regeling opgenomen gewogen criteria voor circulaire ondernemersinitiatieven.

Procedure

  • 1.

    Als aan de in artikel 4 genoemde voorwaarden wordt voldaan, dan wordt de subsidieaanvraag beoordeeld door een beoordelingscommissie.

  • 2.

    De beoordelingscommissie beoordeelt de aanvraag op de in de bijlage van deze regeling opgenomen gewogen criteria voor categorie A circulaire ondernemersinitiatieven.

  • 3.

    Op basis van de score uit het beoordelingsformulier worden maximaal 10 subsidieaanvragen van circulaire ondernemersinitiatieven doorgelaten naar de pitchbijeenkomst.

Artikel 11 Hoogte subsidie en verdeelregels

  • 1. Het college stelt voor deze subsidieverlening in categorie A circulaire ondernemersinitiatieven een subsidieplafond in van €150.000,-. Dit wordt evenredig over twee subsidierondes verdeeld waardoor er per ronde €75.000,- subsidiebudget beschikbaar is.

  • 2. De maximaal aan een initiatief toe te kennen subsidie bedraagt €20.000,-.

  • 3. Het college neemt na de pitchbijeenkomst een gemotiveerd besluit over welke subsidieaanvragen een subsidie toegewezen krijgen en over de hoogte van het toe te wijzen subsidiebedrag.

CATEGORIE B – Circulaire bewonersinitiatieven

Artikel 12 Doelgroep

Deze subsidiecategorie is bedoeld voor bewoners uit Leiden en bewonersorganisaties die woonachtig en/of gevestigd zijn in Leiden.

Artikel 13 Beoordelingscriteria en procedure

Een aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de in de bijlage van deze regeling opgenomen gewogen criteria voor circulaire bewonersinitiatieven.

Procedure

  • 1.

    Als aan de in artikel 4 genoemde voorwaarden wordt voldaan, dan wordt de subsidieaanvraag beoordeeld door een beoordelingscommissie.

  • 2.

    Deze beoordelingscommissie beoordeelt de aanvraag op de in de bijlage van deze regeling opgenomen gewogen criteria voor categorie B circulaire bewonersinitiatieven.

  • 3.

    Op basis van de score uit het beoordelingsformulier worden maximaal 5 subsidieaanvragen van circulaire bewonersinitiatieven doorgelaten naar de pitchbijeenkomst.

Artikel 14 Hoogte subsidie en verdeelregels

  • 1. Het college stelt voor deze subsidieverlening in categorie B circulaire bewonersinitiatieven een subsidieplafond in van €30.000,-. Dit wordt evenredig over twee subsidierondes verdeeld waardoor er per ronde €15.000,- subsidiebudget beschikbaar is.

  • 2. De maximaal aan een initiatief toe te kennen subsidie bedraagt €5.000,-.

  • 3. Het college neemt een gemotiveerd besluit over welke subsidieaanvragen een subsidie toegewezen krijgen en over de hoogte van het toe te wijzen subsidiebedrag.

TITEL III. BEVOORSCHOTTING, VERANTWOORDING EN VASTSTELLING

Artikel 15 Bevoorschotting subsidie

  • 1. Het college bevoorschot de subsidie in zijn geheel voor toegewezen subsidiebedragen tot en met € 5.000,-.

  • 2. Het college bevoorschot de subsidie voor 80% voor toegewezen subsidiebedragen vanaf € 5.001,- bij verlening en 20% na verantwoording. De uitbetaling vindt plaats op het moment van de verlening van de subsidie. Het subsidiebedrag wordt definitief vastgesteld na verantwoording.

Artikel 16 Verantwoording subsidies tot en met € 5.000,-

  • 1. Subsidies tot en met € 5.000,- worden door het college:

    • a)

      direct vastgesteld of;

    • b)

      ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, vanaf de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in lid 1, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. Het college zal bij subsidies die direct worden vastgesteld, steekproefsgewijs controleren of de gesubsidieerde activiteiten overeenkomstig de subsidieaanvraag en eventuele overige verplichtingen zijn gerealiseerd.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf € 5.001,- tot en met € 20.000,-

  • 1. Bij subsidies vanaf € 5.001,- tot en met € 20.000,- dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college uiterlijk 13 weken na het uitvoeren van de activiteiten waar subsidie voor is ontvangen.

  • 2. Het college kan in individuele gevallen afwijken van de termijn genoemd in lid 1.

  • 3. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat:

    • a)

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht, met daarbij een toelichting op de behaalde impact van de activiteit met het oog op de beoordelingscriteria;

    • b)

      een financieel verslag, waaruit de aan de verrichte activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven blijken. De besteding van de subsidie van de gemeente is in het financieel verslag duidelijk weergegeven.

Artikel 18 Vaststelling subsidie

  • 1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling dan wel, indien geen aanvraag vereist is, na het indienen van de verantwoording, de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het lid 1 genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling dan wel de verantwoording.

  • 3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen de in lid 1 van artikel 17 genoemde termijn is ontvangen, gaat het college 6 weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling en het terugvorderen van het toegekende bedrag.

TITEL IV. HARDHEIDSCLAUSULE, INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

Artikel 19 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, één of meerdere bepalingen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking van de regeling.

  • 2. Deze regeling vervalt op 1 juli 2028.

  • 3. De subsidieregeling Circulair Verwaarden wordt ingetrokken.

Artikel 21 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Circulair Herwaarderen’.

Ondertekening

Beoordelingsformulier Circulaire Ondernemersinitiatieven (categorie A)

Subsidieregeling Circulair Herwaarderen

Naam initiatief

Naam organisatie en/of aanvrager

 

Gevraagde subsidiebedrag

 

Datum bijeenkomst

 

Puntenaantal

 

Opmerkingen n.a.v. de beoordeling

Beoordelingsonderdeel

Maximaal te behalen

Score

Toelichting

Sectie 1: Bijdrage aan de circulaire economie in Leiden 1

Sectie 1a: Initiatieven waarbij materialen- en/of grondstofstromen worden geherwaardeerd

60

Het (beoogde) proces van herwaarderen is helder schaal 0 tot 10; 0 = niet helder, 5 = op hoofdlijnen, 10 = volledig helder

10

 
 

Op welke trede van de R-ladder is het initiatief actief? (zie bijlage)

schaal 2 tot 10; R9=2; R8=3; R7=4; R6=5; R5=6; R4=7; R3=8; R2=9; R1=10

10

 
 

De materiaalstroom- en/of grondstofstroom is veelvuldig in Leiden aanwezig schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = middelmatig, 10 = ruim

10

 
 

In de Leidse regio is afzetmarkt voor het product dat wordt gemaakt schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = middelmatig, 10 = ruim

10

 
 

De gehele keten van herwaarderen vindt plaats in de Leidse regio schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = gedeeltelijk, 10 = geheel

10

 
 

Het initiatief draagt bij aan bewustwording en gedragsverandering over CE

schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = middelmatig, 10 = ruim

10

 
 

Sectie 1b: Initiatieven met focus op bewustwording en gedragsverandering in relatie tot circulaire economie

60

Het (beoogde) proces van bewustwording en gedragsverandering is helder schaal 0 tot 10; 0 = niet helder, 5 = op hoofdlijnen, 10 = volledig helder

10

 
 

Het initiatief bereikt een grote doelgroep (het aantal personen)

schaal 0 tot 5; 0 = klein, 3 = middelmatig, 5 = groot

5

 
 

Het initiatief bereikt een brede en diverse doelgroep

schaal 0 tot 5; 0 = smal, 3 = middelmatig, 5 = breed

5

 
 

Het initiatief draagt bij aan de algehele kennis over circulaire economie in Leiden

schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = middelmatig, 10 = ruim

10

 
 

Door het initiatief leert de doelgroep vaardigheden die van pas komen bij circulaire economie

aantal vaardigheden; 0 = geen, 5 = 1 vaardigheid, 10 = >1 vaardigheden

10

 
 

Wordt er ook handelingsperspectief voor circulaire economie geboden aan de doelgroep?

schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = middelmatig, 10 = ruim

10

 
 

Binnen het initiatief worden ook materiaal- en/of grondstofstromen geherwaardeerd

schaal 0 tot 10; 0 = nee, 10 = ja

10

 
 

Sectie 2: Samenwerking

30

Partners die essentieel zijn voor het slagen van het initiatief zijn betrokken schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = deels, 10 = alle partners zijn betrokken

10

 
 

Taken en verantwoordelijkheden tussen samenwerkingspartners zijn helder schaal 0 tot 5; 0 = niet, 3 = op hoofdlijnen, 5 = duidelijk

5

 
 

Het is eenvoudig voor partners om bij initiatief aan te sluiten schaal 0 tot 5; 0 = niet, 3 = redelijk, 5 = eenvoudig

5

 
 

Alle randvoorwaarden die nodig zijn voor dit initiatief zijn aanwezig

schaal 0 tot 5; 0 = niet, 3 = deels, 5 = volledig

5

 
 

Er is sprake van samenwerking met een andere circulaire koploper > 5

5

 
 

Sectie 3: Zichtbaarheid en communicatie

25

Organisatie is transparant over genomen/te nemen processtappen, door bijvoorbeeld het aanleveren van een planning schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = redelijk, 10 = volledig transparant

10

 
 

De resultaten van het initiatief zijn snel zichtbaar te maken schaal 0 tot 10; 0 = langer dan 5 jaar, 5 = binnen 3 jaar, 10 = binnen 1 jaar

10

 
 

Het initiatief is eenvoudig schaalbaar binnen de Leidse regio schaal 0 tot 5; 0 = niet, 3 = redelijk, 5 = eenvoudig

5

 
 

Sectie 4: Businesscase

30

Het eindproduct is innovatief (oftewel het bestaat nog niet) schaal 0 tot 10; 0 = niet, 6 = deels, 10 = innovatief

10

 
 

Er is continuïteit doordat het initiatief kan worden voortgezet na de subsidie

schaal 0 tot 10; 0 = nee, 5 = potentieel, 10 = gedeeltelijk, 15 = geheel

15

 
 

Er is continuïteit doordat geleerde lessen meegenomen kunnen worden in een volgend project schaal 0 tot 5; 0 = niet, 3 = deels, 5 = geheel

5

 
 

Bonuspunten

25

Duurzaamheid:

Het initiatief draagt bij aan minstens één andere duurzaamheidsopgave: energie- of warmtetransitie, klimaatadaptatie, biodiversiteit of duurzame mobiliteit > 5

5

 
 

Leidse economie: Het initiatief inspireert nieuwe ondernemers > 1

Het product of de dienst wordt ook ter beschikking gesteld aan anderen > 4

5

 
 

Werkgelegenheid: Het initiatief creëert werkgelegenheid > 2 Het initiatief creëert werkgelegenheid voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt > 3

5

 
 

Kennis en educatie: Er is sprake van samenwerking met een kennispartner > 2 Er is sprake van opleiding/omscholing binnen organisatie > 3 Er is aandacht voor educatie over herwaarderen (binnen onderwijs) > 5

10

 
 

Totaal

170

Bijlage

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Voorkeursvolgorde voor het sluiten van kringlopen volgens de R-ladder

Beoordelingsformulier Circulaire Bewonersinitiatieven (categorie B)

Subsidieregeling Circulair Herwaarderen

Naam project

Naam bewoner en/of bewonersorganisatie

 

Gevraagde subsidiebedrag

 

Datum bijeenkomst

 

Puntenaantal

 

Opmerkingen n.a.v. beoordeling

Beoordelingsonderdeel

Maximaal te behalen

Score

Toelichting

Onderdeel 1: Bijdrage aan de circulaire economie in Leiden 1

Onderdeel 1a: Projecten die materialen- en/of grondstofstromen herwaarderen

60

De werkwijze is helder schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = op hoofdlijnen, 10 = volledig helder

10

 
 

Welk resultaat wil het project bereiken? (welke trede van de R-ladder) (zie bijlage)

schaal 2 tot 10; R9=2; R8=3; R7=4; R6=5; R5=6; R4=7; R3=8; R2=9; R1=10

10

 
 

Het materiaal en/of de grondstoffen komen uit Leiden schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = gedeeltelijk, 10 = geheel

10

 
 

Er is draagvlak voor het project schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = middelmatig, 10 = ruim

10

 
 

Het hele werkproces vindt plaats in de Leidse regio schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = gedeeltelijk, 10 = geheel

10

 
 

Het project maakt andere bewoners bewust van circulaire economie en helpt bij gedragsverandering

schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = middelmatig, 10 = ruim

10

 
 

Onderdeel 1b: Projecten met focus op bewustwording en gedragsverandering

60

Het (beoogde) proces van bewustwording en gedragsverandering is helder schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = op hoofdlijnen, 10 = volledig helder

10

 
 

Het project bereikt een grote doelgroep (het aantal mensen)

schaal 0 tot 5; 0 = klein, 3 = middelmatig, 5 = groot

5

 
 

Het project bereikt een brede en diverse doelgroep

schaal 0 tot 5; 0 = smal, 3 = middelmatig, 5 = breed

5

 
 

Het project draagt bij aan de algehele kennis over circulaire economie in Leiden

schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = middelmatig, 10 = zeer ruim

10

 
 

Door het project leert de doelgroep vaardigheden die van pas komen bij circulaire economie

aantal vaardigheden; 0 = geen, 5 = 1 vaardigheid, 10 = >1 vaardigheden

10

 
 

Wordt er handelingsperspectief voor circulaire economie geboden aan de doelgroep?

schaal 0 tot 10; 0 = nee, 5 = gedeeltelijk, 10 = ja

10

 
 

Binnen het project worden materiaal- en/of grondstofstromen geherwaardeerd

schaal 0 tot 10; 0 = nee, 10 = ja

10

 
 

Onderdeel 2: Zichtbaarheid en samenwerking

30

Het project beschrijft de processtappen helder en heeft een duidelijke planning schaal 0 tot 10; 0 = niet, 5 = redelijk, 10 = volledig

10

 
 

De resultaten van het project zijn snel zichtbaar schaal 0 tot 10; 0 = langer dan 5 jaar, 5 = binnen 3 jaar, 10 = binnen 1 jaar

10

 
 

Het project kan uitgebreid worden binnen de Leidse regio schaal 0 tot 5; 0 = niet, 3 = redelijk, 5 = eenvoudig

5

 
 

Andere bewoners(organisaties) kunnen eenvoudig bij het project aansluiten schaal 0 tot 5; 0 = niet, 3 = redelijk, 5 = eenvoudig

5

 
 

Bonuspunten

20

Duurzaamheid:

Het project draagt bij aan minstens één andere duurzaamheidsopgave: energie- of warmtetransitie, klimaatadaptatie, biodiversiteit of duurzame mobiliteit > 5

5

 
 

Sociaal:

De bewoner(organisatie) wil met het project de sociale cohesie in de buurt te vergroten > 2

Het resultaat van het project is te gebruiken door anderen > 3

5

 
 

Kennis en educatie: Er is sprake van samenwerking met een kennispartner > 2 Er is aandacht voor educatie over herwaarderen > 5

Er is aandacht voor educatie over herwaarderen binnen het onderwijs > 3

10

 
 

Totaal

110

Bijlage

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Voorkeursvolgorde voor het sluiten van kringlopen volgens de R-ladder


Noot
1

O.b.v. het antwoord dat is gegeven op vraag [vraagnummer wordt ingevoegd na opmaken aanvraagformulier] in het aanvraagformulier, wordt het initiatief beoordeeld in sectie 1a of sectie 1b

Noot
1

O.b.v. het antwoord dat is gegeven op vraag [vraagnummer wordt ingevoegd na opmaken aanvraagformulier] in het aanvraagformulier, wordt het initiatief beoordeeld in onderdeel 1a of 1b