Subsidieregeling maatschappelijke opvang Rotterdam

Geldend van 01-05-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling maatschappelijke opvang Rotterdam

Het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de directeur Maatschappelijke Zorg en Jeugdhulp van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 23 april 2024, kenmerk 24bo004425;

gelet op artikel 3, derde lid, 6, derde lid, en artikel 7, derde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende, dat het wenselijk is een subsidieregeling maatschappelijke opvang vast te stellen, teneinde subsidie te verlenen aan voldoende opvanglocaties, verspreid over de stad;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. De begrippen van artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In deze regeling wordt, in aanvulling op het eerste lid, verstaan onder:

    • basale begeleiding: groepsbegeleiding die zich focust op het motiveren en aansporen van cliënten, waar nodig contact leggen met betrokken partijen en instanties om signalen door te geven, vaststellen wat er bij de cliënt speelt en observeren hoe hij zich gedraagt in de opvang;

    • basis op orde begeleiding: individuele begeleiding die is gericht op het samen met de cliënt regelen van de randvoorwaarden voor het doorstromen naar een vervolgvoorziening of zelfstandige woning;

    • dagopenstelling: openstelling van de nachtopvang, waaronder crisisopvang, gedurende de dag, waar alleen de slapers van die nachtopvang gebruik van kunnen maken;

    • dagopvang: op zichzelf staande dagopvang-locatie als onderdeel van de maatschappelijke opvang voor de doelgroep buitenslapers;

    • gezin: een of twee volwassen ouders dan wel verzorgers van 23 jaar of ouder, met één of meerdere inwonende minderjarige kinderen;

    • gezinsopvang: maatschappelijke opvang voor 24 uur voor dakloze gezinnen van 23 jaar of ouder;

    • HKD-procedure: stappenplan voor de huisvesting van kwetsbare doelgroepen;

    • jongeren: personen tussen 17,5 en 23 jaar oud;

    • maatschappelijke opvang: door het college verstrekte opvang bestaande uit onderdak voor en begeleiding aan personen die dakloos zijn dan wel de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;

    • nachtopvang: maatschappelijke opvang voor dakloze jongeren of volwassenen, geopend gedurende de avond en nacht;

    • opvanglocatie: gebouw waarin meerdere personen kunnen verblijven, al dan niet in meerdere kamers of slaapzalen, inclusief sanitair en keukenvoorzieningen;

    • volwassenen: personen vanaf 23 jaar oud.

Artikel 2 Toepassingsbereik en doel

  • 1. Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verlening van een jaarlijkse subsidie door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

  • 2. Het doel van deze regeling is het verlenen van subsidies ten behoeve van het bieden van maatschappelijke opvang aan de cliëntgroepen jongeren, volwassenen en gezinnen, voor de typen dagopenstelling, dagopvang, nachtopvang en gezinsopvang.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      dagopenstellingsactiviteiten gericht op zelfredzaamheid, financiën, werk, persoonlijke verzorging, sport en recreatie;

    • b.

      het bieden van opvangplekken in een locatie;

    • c.

      het bieden van basale begeleiding aan degenen die worden opgevangen;

    • d.

      het houden van toezicht op de locatie en de personen verblijvend in de locatie;

    • e.

      het bieden van gezonde en gevarieerde maaltijden en drinken;

    • f.

      het bieden van basis op orde begeleiding;

    • g.

      de inzet van een portier;

    • h.

      een gebruikersruimte waar middelengebruik veilig en verantwoord plaats kan vinden en waar wordt voorzien in spuitomruil.

  • 2. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid zijn nader omschreven in bijlage 1, behorende bij deze subsidieregeling.

  • 3. Subsidie voor de opvang van de cliëntgroep jongeren wordt:

    • a.

      in het geval van dagopenstelling in ieder geval aangevraagd voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, c, d en e;

    • b.

      in het geval van nachtopvang in ieder geval aangevraagd voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met e.

  • 4. Subsidie voor de opvang van de cliëntgroep volwassenen wordt:

    • a.

      in het geval van dagopenstelling in ieder geval aangevraagd voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, c, d en e, en kan worden aangevraagd voor de activiteit, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h;

    • b.

      in het geval van nachtopvang in ieder geval aangevraagd voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met g;

    • c.

      in het geval van dagopvang in ieder geval aangevraagd voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, c, d en e, en kan worden aangevraagd voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen g en h.

  • 5. Subsidie voor de opvang van de cliëntgroep gezinnen wordt in ieder geval aangevraagd voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met f, en kan worden aangevraagd voor de activiteit, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g.

Artikel 4 Doelgroep subsidieaanvragers

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan de rechtspersoon die aantoonbaar:

    • a.

      reeds activiteiten verricht voor dakloze jongeren, volwassenen of gezinnen;

    • b.

      per 1 januari 2025 kan beschikken over een locatie in de gemeente Rotterdam die voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving, geschikt is voor het bieden van opvang, en de HKD- procedure succesvol heeft doorlopen; en

    • c.

      beschikt over gekwalificeerd personeel met voldoende kennis en expertise van de cliëntgroepen waarvoor subsidie wordt aangevraagd en methodieken die bij deze cliëntgroepen kunnen worden ingezet.

  • 2. De onderdelen b en c van het eerste lid zijn nader omschreven in bijlage 2, behorende bij deze subsidieregeling.

Artikel 5 Subsidiabele kosten en hoogte van de subsidie

  • 1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteiten, bedoeld in artikel 3.

  • 2. De subsidiabele kosten worden bepaald aan de hand van bijlage 3, behorende bij deze subsidieregeling.

  • 3. De hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de rekentool die kan worden verkregen via het subsidieportaal van de Gemeente.

  • 4. Niet voor subsidie in aanmerking komen in ieder geval de kosten voor:

    • a.

      maatwerkvoorzieningen, niet zijnde opvang, in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • b.

      zorg in het kader van de Zorgverzekeringswet, Wet forensische zorg of Wet langdurige zorg;

    • c.

      hulp en zorg in het kader van de Jeugdwet;

    • d.

      kosten die reeds zijn gedekt vanuit andere middelen;

    • e.

      crisisopvang voor slachtoffers mensenhandel, huiselijk geweld of mishandeling;

    • f.

      opvang van personen zonder rechtmatig verblijf in Nederland.

Artikel 6 Te subsidiëren aantal rechtspersonen en opvangplekken

  • 1. Per cliëntgroep wordt aan ten minste het volgende aantal rechtspersonen subsidie verleend:

    • a.

      voor de cliëntgroep volwassenen: drie rechtspersonen per type opvang, zijnde dagopenstelling, dagopvang en nachtopvang;

    • b.

      voor de cliëntgroep jongeren: twee rechtspersonen; voor de nachtopvang en dagopenstelling tezamen;

    • c.

      voor de cliëntgroep gezinnen: twee rechtspersonen; voor het type gezinsopvang.

  • 2. Per rechtspersoon kan ten hoogste het volgende aantal opvangplekken worden gesubsidieerd:

    • a.

      voor de cliëntgroep volwassenen voor het type nachtopvang en dagopenstelling: 125 plekken;

    • b.

      voor de cliëntgroep jongeren voor het type nachtopvang en dagopenstelling tezamen: 13 plekken;

    • c.

      voor de cliëntgroep gezinnen: 35 plekken.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 32.000.000 dat is onderverdeeld in de volgende deelplafonds:

    • a.

      € 18.600.000 voor de cliëntgroep volwassenen, voor de typen nachtopvang en dagopenstelling;

    • b.

      € 5.500.000 voor de cliëntgroep volwassenen, voor het type dagopvang;

    • c.

      € 2.300.000 voor de cliëntgroep jongeren, voor het type nachtopvang en dagopenstelling tezamen;

    • d.

      € 5.600.000 voor de cliëntgroep gezinnen, voor het type gezinsopvang.

  • 2. Het college kan de hoogte van het subsidieplafond en de deelplafonds wijzigen.

  • 3. Het subsidieplafond is vastgesteld onder voorbehoud dat voldoende middelen door de gemeenteraad op de begroting beschikbaar worden gesteld.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1. Ten behoeve van de verstrekking van subsidie kent het college aan de aanvragen punten toe aan de hand van de volgende criteria en het daarbij vermelde puntenaantal:

    • a.

      de mate waarin de aanvraag beschrijft en voldoet aan de artikelen 4 en 9 en de mate waarin de beschrijving van de vereisten en verplichtingen realistisch, transparant en inzichtelijk zijn gemaakt:

      • voldoet geheel: 20 punten;

      • voldoet niet of gedeeltelijk: 0 punten;

    • b.

      de mate waarin aanvrager beschikt over ervaring met het aanbieden van de aangevraagde activiteiten en is gecontracteerd voor de doelgroep dak- en thuislozen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 in Rotterdam:

      • meer dan vijf jaar ervaring en nu gecontracteerd: 10 punten;

      • één tot en met vijf jaar ervaring en nu gecontracteerd: 5 punten;

      • minder dan één jaar ervaring of niet gecontracteerd: 0 punten;

    • c.

      de mate waarin aanvrager beschikt over een relevant sociaal en zorgnetwerk in Rotterdam:

      • een uitgebreid en actief netwerk: 10 punten;

      • beperkt netwerk: 5 punten;

      • geen netwerk: 0 punten;

    • d.

      de mate van de kwaliteit van de hulp, zorg of ondersteuning die aan cliënten wordt geboden, blijkens alle op de aanvrager betrekking hebbende toezicht- en inspectierapporten van de afgelopen vijf jaar:

      • hoge kwaliteit: 10 punten;

      • gemiddelde kwaliteit: 5 punten;

      • lage kwaliteit: 0 punten;

    • e.

      de mate waarin de aanvraag blijk geeft van innovatie en doorontwikkeling gericht op adequate opvang en snelle doorstroom naar passende huisvesting of zorgplek, waar mogelijk op basis van gerealiseerde feiten:

      • adequate realisatiefeiten en plannen: 10 punten;

      • minder adequate realisatiefeiten en plannen: 5 punten;

      • geen realisatiefeiten en plannen: 0 punten.

  • 2. Uitsluitend de aanvragen met een score van 20 punten op het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en een minimale score van 5 punten per criterium als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met e, komen voor subsidie in aanmerking.

  • 3. De bedragen, genoemd in artikel 7, eerste lid, worden doelmatig onder deze aanvragen verdeeld, waarbij artikel 6 in acht wordt genomen en de verdeling bijdraagt aan een zo evenwichtig mogelijke spreiding van opvanglocaties en bijbehorende subsidiabele activiteiten in de stad.

  • 4. Onder doelmatig in het derde lid wordt verstaan een zo efficiënt mogelijke benutting van de opvangcapaciteit van de aanvrager.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie wordt uiterlijk op 30 juni voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft online ingediend via het digitale subsidieloket van de gemeente Rotterdam.

  • 2. Bij de subsidieaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 8, tweede lid, meegezonden waaronder in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving hoe is voldaan aan de in artikel 4 gestelde voorwaarden;

    • b.

      een beschrijving van de aanvrager en diens huidige activiteiten voor de doelgroep;

    • c.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • d.

      een beschrijving van de locatie(s) en het aantal opvangplekken per locatie;

    • e.

      een beschrijving van de personele inzet en activiteiten per locatie;

    • f.

      een begroting of dekkingsplan voor de kosten van de activiteiten door middel van de ingevulde rekentool als bedoeld in bijlage 3, behorende bij deze subsidieregeling en te verkrijgen via het subsidieportaal van de Gemeente.

Artikel 10 Beslistermijn

Het college beslist uiterlijk op 31 oktober van het lopende kalenderjaar op de subsidieaanvragen voor het volgende kalenderjaar.

Artikel 11 Verplichting

De voor subsidie in aanmerking komende activiteiten als bedoeld in artikel 3 worden in de periode van 1 januari tot en met 31 december van het betreffende kalenderjaar uitgevoerd.

Artikel 12 Verantwoording

De subsidieontvanger levert als onderdeel van de verantwoording een eindrapportage in waarin een overzicht wordt gegeven van de in het kader van de gesubsidieerde activiteiten gerealiseerde prestaties, als omschreven in de verleningsbeschikking en waarbij wordt aangegeven in hoeverre deze prestaties hebben geleid tot de gewenste effecten.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Het Besluit subsidie-tarieven maatschappelijke opvang Rotterdam wordt ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling maatschappelijke opvang Rotterdam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 april 2024

De secretaris,

J.H. Meijer l.s.

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Onderdeel a

Dagopenstellingsactiviteiten

Volwassenen en jongeren en gezinnen1

Activiteiten dagopvang

In de dagopvanglocaties worden faciliteiten geboden om te voorzien in de basisbehoeften van de buitenslapers. Onder basisbehoeften wordt verstaan persoonlijke verzorging en de mogelijkheid tot het gebruik van hulpmiddelen die het mogelijk maken om te werken aan een vervolgstap.

Activiteiten dagopenstelling van de nachtopvang

In de nachtopvanglocaties worden – naast de activiteiten gericht op het verbeteren van algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en zelfredzaamheid – faciliteiten geboden om te werken aan de volgende thema’s (leefdomeinen): Inkomen en financiën, sociale relaties, werk- en dagbesteding, sport en ontspanning. Optioneel wordt ook gewerkt aan opleiding, tijdsbesteding, huisvesting, huiselijke relaties, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, middelengebruik, sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie.

Deze faciliteiten worden voor groepen van afwisselende samenstelling en grootte aangeboden. Onderdeel hiervan is ook het bieden van een vaste gelegenheid om, met nabijheid en beschikbaarheid van een begeleider, via de computer te werken aan de verschillende bovengenoemde thema’s.

Onderdeel c

Basale begeleiding

Volwassenen en jongeren en gezinnen

Bij elke opvanglocatie wordt door middel van een intake in kaart gebracht welke ondersteuning de cliënt nodig heeft en bieden groepswerkers of groepsbegeleiders basale begeleiding. Het uitgangspunt is het bieden van een veilige plek waar dak- en thuisloze personen tot rust kunnen komen en kunnen werken aan herstel.

Basale begeleiding wordt aangeboden met inachtneming van het volgende:

  • Basale begeleiding bij de dagopvang en dagopenstelling van de nachtopvang is gericht op de groep, en focust zich op het motiveren en aansporen van cliënten, waar nodig contact leggen met betrokken partijen en instanties om signalen door te geven, observeren wat er bij de cliënt speelt en hoe hij zich gedraagt in de opvang. De aanbieder moet er zorg voor dragen dat het aanwezige personeel voldoende is toegerust om LVB-problematiek en GGZ-problematiek te signaleren en hier (de-escalerend) mee om te gaan. Aandachtspunten bij de basale begeleiding zijn daarnaast het herstellen van vertrouwen, opbouwen van een dagstructuur en het bieden van een luisterend oor.

  • In het kader van de basale begeleiding bij de dagopenstelling is er daarnaast ook aandacht voor het vergroten van woonvaardigheden. Bovendien wordt de cliënt – ter voorbereiding op het zelfstandig wonen in de wijk - actief geïnformeerd over het algemene aanbod van vrij toegankelijke voorzieningen in de wijk voor ontmoeting, informatie, ondersteuning.

  • Daarnaast is basale begeleiding gedurende de dagopenstelling en nachtopvang ook gericht op laagdrempelige dagbesteding, activering. Aanbieders bieden dagelijks – naast de activiteiten gericht op het verbeteren van algemene dagelijkse levensverrichtingen en zelfredzaamheid – gelegenheid om te werken aan eerdergenoemde thema’s (leefdomeinen in onderdeel a.

    Deze activiteiten of gelegenheden worden voor groepen van afwisselende samenstelling en grootte aangeboden. Onderdeel hiervan – maar niet uitsluitend – is ook het bieden van een vaste gelegenheid om, met nabijheid en beschikbaarheid van een begeleider, via de computer te werken aan de eerdergenoemde thema’s in onderdeel a.

  • In de dagopvanglocaties wordt daarnaast specifiek ondersteuning geboden aan de cliënt gericht op het maken van een vervolgstap en daarmee het beëindigen van de situatie van buitenslapen of afhankelijkheid van de dagopvang. Per (sub)doelgroep kan deze vervolgstap verschillen. Onderdeel van deze ondersteuning is ook het bieden van een vaste gelegenheid om, met nabijheid en beschikbaarheid van een begeleider, via de computer te werken aan eerdergenoemde thema’s in onderdeel a.

  • Basale begeleiding houdt in dat de groepsbegeleiders de groep, en de dynamiek hierin, in goede banen leiden, cliënten de weg wijzen binnen de locatie, cliënten informeren over en toezien op de huisregels, en het bieden van een luisterend oor waar dat nodig is. Het in goede banen leiden betekent ook het voorkomen of adequaat beheersen van incidenten.

  • Er wordt proactief ingezet op een goede relatie met de buurt (goede buur), met Politie en Toezicht & Handhaving en het voorkomen van overlast.

Onderdelen d en g

Toezicht of portier

Volwassenen en jongeren

Er wordt gedurende de dag of nacht toezicht gehouden op de toegang en toelating tot de locatie. Ook is er zicht op wie er in het pand aanwezig is. Indien nodig kan toegang tot de locatie worden geweigerd of ontzegd. Wanneer er sprake is van een incident kan de toezichthouder of portier betrokken worden om te de-escaleren of het incident op te lossen.

Onderdeel e

Voeding

Volwassenen

Aanbieders van dagopvang en dagopenstelling bieden drinken en een lunchmaaltijd aan. Aanbieders van nachtopvang bieden een avondmaaltijd en ontbijt, inclusief drinken aan. De maaltijden zijn gezond en gevarieerd. Volwassenen betalen aan de aanbieder voor de maaltijden een algemeen gebruikelijke bijdrage van € 0,75 voor koude maaltijden en € 1,50 voor warme maaltijden. Op basis van medische indicatie of bij het (tijdelijk) ontbreken van een inkomen kan door de aanbieder besloten worden om een cliënt (tijdelijk) geen eigen bijdrage te vragen voor de maaltijden.

Jongeren

Aanbieders van dagopenstelling bieden drinken en een lunchmaaltijd aan. Aanbieders van nachtopvang bieden een avondmaaltijd en ontbijt, inclusief drinken aan. Jongeren krijgen een lunchpakket mee vanuit de nachtopvang. De maaltijden zijn gezond en gevarieerd.

Onderdeel f

Basis op orde begeleiding

Volwassenen

De ‘basis op orde begeleiding’ voor volwassen in de nachtopvang beoogt het:

  • Aanvragen van een identiteitsbewijs

  • Het aanvragen van een briefadres

  • Aanmaken van een email-adres

  • Aanvragen van een bankrekening

  • Aanvragen van een zorgverzekering

  • Aanvragen van een DigiD

  • Aanvragen van een IB-60 formulier

  • Aanvragen van een uitkering/voorliggende voorziening

  • Regelen van de inschrijving in Woonnet Rijnmond

  • Regelen van een huisarts

  • Hulp bij het invullen en aanvragen formulieren

  • Inventarisatie van schulden en indien nodig en voor zover al mogelijk toeleiding naar Kredietbank Rotterdam (KBR), eventueel via het Expertise Team Financiën.

  • Indien van toepassing voorbereiden aanvraag huisvesting in samenwerking met de extramurale begeleider

  • Cliënten motiveren om mee te werken aan het traject dat ze krijgen aangeboden.

  • Afnemen SCIL-test (Screening voor intelligentie en licht verstandelijke beperking) indien mogelijk volgens de criteria van de test en de Wmo-adviseur informeren over de uitkomsten. Indien nodig toeleiden naar het Expertiseteam Zorg voor de SCIL-test via de Wmo-adviseur

  • Monitoren en contact met CO Volwassenen over de Vraagverheldering en het tekenen van het ondersteuningsplan

  • Contact met eventuele behandelaren of andere ketenpartners

  • Herstel van vertrouwen

  • Opbouwen van dagstructuur en activering en toeleiden naar laagdrempelige activiteiten trainingen

  • Vergroten van woonvaardigheden

  • Vergroten van sociale vaardigheden en sociaal functioneren

  • Signaleren van psychische of somatische problematiek en indien nodig toeleiden naar de juiste ondersteuning of behandeling

  • Informeren over beschikbare toepasselijke ondersteuning in Rotterdam

Gezinnen

De ‘basis op orde begeleiding’ is voor gezinnen gesplitst in volwassenen en kinderen.

De ‘basis op orde begeleiding’ voor volwassenen beoogt het:

  • Realiseren van een geldige legitimatie

  • Aanmaken van een e-mailadres

  • Aanvragen van een DigiD

  • Afsluiten van een zorgverzekering

  • Inschrijven bij een huisarts en indien nodig een tandarts

  • Aanvragen van een bankrekening

  • Realiseren van inkomen zoals Bijzondere Bijstand, Toeslagen of partneralimentatie

  • Aanvragen van een inkomensverklaring

  • Indien nodig doorleiden naar schuld(dienst)hulpverlening incl. budgetbeheer of bewindvoering

  • Inschrijven in de Basis Registratie Personen, eventueel via briefadres

  • Regelen van de inschrijving in Woonnet Rijnmond

  • Aanvraag indienen van directe bemiddeling, begeleid wonen of beschermd wonen en, indien van toepassing, urgentie aanvragen in gemeente van herkomst.

  • Realiseren van inschatting ondersteuningsbehoefte ten behoeve van Wmo-indicatie

  • Waar nodig is toeleiding naar zorg/behandeling/werk/dagbesteding inzetten

  • Afnemen SCIL-test (Screening voor intelligentie en licht verstandelijke beperking) indien mogelijk volgens de criteria van de test en de Wmo-adviseur informeren over de uitkomsten. Indien nodig toeleiden naar het Expertiseteam Zorg voor de SCIL-test via de Wmo-adviseur

  • Hulp bieden bij het invullen en aanvragen van formele formulieren

  • Monitoren en contact met Centraal Onthaal Gezinnen over de Vraagverheldering en het tekenen van het ondersteuningsplan

  • Contact met ketenpartners

  • Herstel van vertrouwen

  • Opbouwen van dagstructuur en activering en toeleiden naar laagdrempelige activiteiten en trainingen

  • Indien van toepassing het vergroten van woonvaardigheden

  • Indien van toepassing het vergroten van sociale vaardigheden en sociaal functioneren

  • Indien van toepassing het signaleren van psychische en/of somatische problematiek en toeleiden naar de juiste ondersteuning/behandeling

De ‘basis op orde begeleiding’ voor kinderen beoogt het:

  • Realiseren van een geldige legitimatie

  • Afsluiten van een zorgverzekering

  • Inschrijven bij een huisarts, Centrum voor Jeugd en Gezin en indien nodig tandarts

  • Inschrijven in de Basis Registratie Personen

  • Inschrijven bij een kinderopvang, Buiten Schoolse Opvang of peuterspeelzaal

  • Toezien dat leerplichtige kinderen naar school gaan

  • Toezien dat kwalificatieplichtige jongeren onderwijs volgen

  • Aanvragen van relevante toeslagen

  • Aanvragen van fondsen voor eigen bijdrage schoolgeld, sport of cultuur, noodzakelijke schoolspullen.

  • Indien van toepassing het realiseren van alimentatie

  • Inschatting ondersteuningsbehoefte ten behoeve van het resultaatgebied gezinsondersteuning

  • Indien van toepassing het aanvragen van een Sociaal Medische Indicatie en opvang organiseren

  • Indien van toepassing wordt toeleiding naar (jeugd)zorg ingezet

  • Inschakelen van instanties Jeugdbescherming of Crisis Interventie Team bij niet waarborgen van veiligheid van jeugdige door ouder(s) of verzorger(s)

Onderdeel h

Gebruikersruimte

Enkele opvanglocaties voor volwassenen hebben een ruimte waar het is toegestaan om verdovende middelen te gebruiken. Hier kunnen cliënten in een veilige omgeving middelen gebruiken waar voorzieningen aanwezig zijn om dit zo veilig en verantwoord mogelijk te faciliteren. Dit houdt in ventilatie in de rookruimte en opbergmogelijkheden in de spuitruimte. De groepsbegeleiders houden via camera’s toezicht op deze ruimtes. Deze locaties bieden de mogelijkheid tot het omruilen van spuiten. Dit wordt gefaciliteerd door de GGD.

Bijlage 2 behorende bij de Subsidieregeling maatschappelijke opvang Rotterdam

Wat betreft de locatie zijn de algemene kwaliteitsvereisten zoals gegeven in de Wmo 2015 en de kwaliteitsvereisten zoals omschreven in de Verordening en beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam van toepassing. Ook de algemeen geldende vereisten aan locaties zijn van toepassing, zoals de vereisten rond veiligheid en hygiëne, en het voldoen aan vergunnings- en omgevingsplanvereisten, net als vereisten inzake kwaliteitskeurmerken. Tevens gelden de wettelijke vereisten rondom het melden van incidenten en calamiteiten.

Op basis daarvan gelden voor de locaties de volgende uitgangspunten en vereisten.

Onder een pand geschikt voor het bieden van maatschappelijke opvang wordt verstaan:

  • Voldoet aan de wettelijke vereisten;

  • Heeft de procedure voor huisvesting van kwetsbare doelgroepen (HKD) op 1 januari 2025 succesvol doorlopen;

  • De locatie dient in het algemeen veilig te zijn voor bewoners, personeel en omwonenden;

  • De locatie dient schoon te zijn en er dient geen achterstallig onderhoud te zijn dat de leefbaarheid van de locatie belemmert;

  • De locatie is goed bereikbaar. Het openbaar vervoer is op maximaal 15 minuten lopen;

  • Er dient per locatie de mogelijkheid te zijn voor mannen en vrouwen om gescheiden te douchen en gebruik te maken van het toilet, waarmee rekening wordt gehouden met de LHBTQI+ doelgroep en kinderen (waar van toepassing);

  • Voor nieuw te ontwikkelen locaties geldt dat deze toegankelijk zijn voor mindervaliden;

  • Er dient een beheercommissie te zijn, dan wel de bereidheid om hierbij aan te sluiten;

  • Kamers waarbij oog is voor privacy, rust, veiligheid voor de cliënt.

t.a.v. gezinnen geldt aanvullend:

  • De locatie is veilig voor kinderen. Denk aan: kinderslot op kasten met messen en schoonmaakmiddelen, meubels verankeren aan de muur, stopcontacten met afdekplaatje, traphekjes, raambeveiligers en hoekbeschermers.

  • Gedeeld: De onderstaande ruimtes dienen voldoende groot te zijn om alle opgevangen gezinnen gebruik te laten maken

  • Er dient per locatie minimaal één gezamenlijke keuken te zijn waar gehuisveste gezinnen zelf hun maaltijden kunnen bereiden.

  • Er dient per locatie minimaal één gezamenlijke ruimte te zijn, waar gezamenlijke activiteiten kunnen plaatsvinden en kinderen veilig kunnen spelen.

  • Er dient per locatie minimaal één ruimte te zijn, waar schoolgaande kinderen huiswerk kunnen maken.

  • Er dient per locatie minimaal één kantoorruimte te zijn, waar gesprekken tussen ouders en zorgaanbieder privé kunnen plaatsvinden.

  • Er dient per locatie minimaal één wasruimte te zijn met één wasmachine en droger per 10 gezinnen.

  • Per gezin: Bij toekomstige panden die nog ingericht moeten worden voor de gezinsopvang, is het uitgangspunt dat er per gezin minimaal twee kamers zijn. Eén kamer die afgesloten kan worden zodat kinderen, en bij jonge kinderen eventueel de ouder, in die kamer kunnen slapen (slaapkamer) En één kamer die gebruikt wordt als leefruimte (woonkamer).

Onder gekwalificeerd personeel met voldoende kennis en expertise van de cliëntgroepen en methodieken die bij deze cliëntgroepen kunnen worden ingezet wordt verstaan: Bij indiensttreding dient het personeel in het bezit te zijn van een geldige VOG;

  • BHV geschoold personeel;

  • Er is aanwezigheid van een mix aan groepswerkers en basis op orde begeleiders die getraind zijn/worden in het herkennen van en omgang met LVB, trauma, verslavingsproblematiek en GGZ-problematiek, uitbuiting, verschillende culturen, LHBTQI+ doelgroep, taalbarrières, conflict en agressie, pedagogische benadering, gezonde ontwikkeling van kinderen (waar van toepassing).

  • Voor de begeleiding van kinderen dient SKJ geregistreerd personeel te worden ingezet en is er kennis van ontwikkeling van kinderen.

  • Voor de begeleiding van de volwassenen wordt een krachtgerichte- en herstelgerichte methodiek toegepast.

  • Specifiek bij gebruikersruimte personeel met uitgebreide kennis van middelen gebruik.

t.a.v. gezinnen geldt aanvullend:

  • De basis op orde begeleider heeft kennis van het Pittige Jaren ouderprogramma, de Veerkracht Methodiek of een vergelijkbare erkende interventie uit een van de landelijke databanken met effectieve interventies (bijv. Nederlands Jeugdinstituut, RIVM of Movisie). Daarnaast is de begeleider getraind in omgang met ouderlijk gezag. Voor de begeleiding van de SKJ geregistreerde wordt er een orthopedagoog of gedragswetenschapper ingezet.

In de bijlage 3 behorende bij de subsidieregeling wordt het opleidingsniveau en de functiemix van het in te zetten personeel voor de verschillende typen opvang gekoppeld aan de subsidietarieven.

Bijlage 3 subsidiabele kosten en bijbehorende tarieven als bedoeld in artikel 5, tweede lid

De subsidiabele kosten en bijbehorende tarieven zijn in deze bijlage uitgesplitst in vier elementen:

  • 1)

    de kosten van het hulpverlenend personeel in de maatschappelijke opvang;

  • 2)

    huisvestingskosten voor de opvanglocaties;

  • 3)

    cliëntgebonden kosten waaronder voeding;

  • 4)

    overheadkosten.

1)Loonkosten van de hulpverlener in het kader van de subsidiabele activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c tot en met h

Bij de loonkosten van de hulpverleners worden de volgende componenten betrokken:

Component

Omschrijving

Inschaling cao-schaal van diverse relevante functie-opleidingsniveaus

Een mix van relevante cao’s voor maatschappelijke opvang in Rotterdam met inschaling per opleidingsniveau.

Opleidingsniveaus voor verschillende relevante functies in de maatschappelijke opvang

De mix van opleidingsniveaus voor de diverse functies van hulpverleners in de opvanglocaties.

Opslagen directe loonkosten uit cao

Opslagen voor vakantiegeld, eindejaarsuitkering en onregelmatigheidstoeslag.

Opslagen voor pensioenpremie en sociale lasten

Hierin zitten werkgeverslasten zoals verzekeringen, sociale premies en de werkgeversbijdrage pensioenpremie.

Voor de subsidiabele kosten wordt uitgegaan van de kosten per opvanglocatie per jaar, waarbij de inzet van diverse hulpverleners in FTE per jaar wordt uitgedrukt. De inzet hangt samen met:

  • de uren openstelling (alleen van toepassing bij de dagopvang); en

  • capaciteit (bezoekers / plekken) van de locatie (bij alle soorten maatschappelijke opvang).

De inzet betreft directe hulpverleners zijnde begeleiders (incl. meewerkend teamleiders), verpleegkundigen, gedragswetenschappers en waar van toepassing portiers

In de maatschappelijke opvang wordt begeleiding geboden door professionals met verschillende opleidingsniveaus. De opleidingsniveaus van functies in de maatschappelijke opvang zijn als volgt:

Niveau

GGZ

GHZ

Sociaal Werk

Jeugdzorg

MBO 3

FWG 35-7 100%

FWG 35-8 100%

Schaal 4-7 60%

Schaal 5-9 40%

Schaal 4-6 50%

Schaal 5-7 50%

MBO 4

FWG 40-9 100%

FWG 40-9 100%

Schaal 6-9 50%

Schaal 7-9 50%

Schaal 6-7 50%

Schaal 7-7 50%

HBO

FWG 50-8 100%

FWG 50-9 100%

Schaal 8-9 50%

Schaal 9-9 50%

Schaal 8-8 100%

WO

FWG 60-7 80%

FWG 65-9 20%

FWG 60-8 80%

FWG 65-10 20%

Schaal 10-9 100%

Schaal 10-10 100%

De passende mix van cao’s is vastgesteld voor volwassenen, jongeren en gezinnen:

Volwassenen

Aandeel

Jongeren

Aandeel

Gezinnen

Aandeel

Sociaal Werk

87%

GHZ

50%

Sociaal Werk

60%

GGZ

13%

Jeugdzorg

50%

Jeugdzorg

40%

Voor onderstaande functies worden verschillende opleidingsmixen gehanteerd:

Volwassenen

MBO3

MBO4

HBO

WO

Groepsbegeleider dagopvang

15%

75%

10%

 

Groepsbegeleider dagopenstelling en nachtopvang

10%

80%

10%

 

Begeleider basis op orde

 
 

100%

 

Portier dagopvang (optioneel)

100%

 
 
 

Portier nachtopvang

100%

 
 
 

Jongeren

MBO3

MBO4

HBO

WO

Groepsbegeleider dagopenstelling

 

80%

20%

 

Groepsbegeleider nachtopvang

 

80%

20%

 

Gedragswetenschapper

 
 
 

100%

Gezinnen

MBO3

MBO4

HBO

WO

Groepsbegeleider dagopvang

15%

75%

10%

 

Begeleider basis op orde volwassenen

 
 

100%

 

Begeleider basis op orde kind (ouder-kind-werker)

 
 

100%

 

Gedragswetenschapper/

orthopedagoog

 
 
 

100%

Portier

100%

 
 
 

Vakantiegeld en eindejaarsuitkering

Volwassenen, jongeren en gezinnen

Percentage

Opslag vakantiegeld

8%

Opslag eindejaarsuitkering

8,33%

Onregelmatigheidstoeslag per functie:

Functie

Volwassenen

Jongeren

Gezinnen

Groepsbegeleider dagopvang en/of dagopenstelling

6,7%

7%

9,2%

Groepsbegeleider nachtopvang

10,8%

14,7%

n.v.t.

Orthopedagoog

n.v.t.

0%

0%

Begeleider basis op orde

0%

n.v.t.

0%

 
 
 

Portier dagopvang

6,7%

n.v.t.

10,6%

Portier nachtopvang (nachtwaker)

20%

n.v.t.

18,9%

De opslag voor pensioenpremies:

Factor pensioenpremie

Waarde

OP premie (werkgeversdeel + werknemersdeel) 2022

25,80%

AOW franchise 2022

€ 13.343,00

Werkgeversdeel OP

50%

AP premie (werkgeversdeel + werknemersdeel) 2022

0,50%

AP franchise 2022

€ 22.356,00

Werkgeversdeel AP

50%

Sociale premies:

Sociale premies

Waarde

WAO / WIA (IVA en WGA)

7,53%

WW

3,70%

ZVW

7,08%

WHK

0,90%

WGA eigen risico; herverzekerd

0,35%

Totaal sociale lasten excl. pensioenpremies

19,56%

Productiviteit

Niet alle contracturen van hulpverleners zijn daadwerkelijk ‘productief’ in te zetten in de maatschappelijke opvang. Het uitgangspunt is 1878 werkbare uren op jaarbasis, waar diverse factoren op in mindering worden gebracht. Er is rekening gehouden met niet-declarabele activiteiten van de beroepskracht. Hiertoe worden de volgende factoren onderscheiden:

  • Ziekteverzuim (6,7%)

  • Verlof (250 uur)

  • Scholing (2%)

Na aftrek van deze factoren zijn er netto 1465 netto uren op jaarbasis. Per functie verschilt de niet productieve tijd zoals administratie, overleg en overige niet-declarabele activiteiten:

Functie-type

Netto uren incl. directe tijd

Indirecte tijd (%)

Indirecte uren

Productieve uren

Productief

(%)

Groepsbegeleider

1465

3%

56,3

1408

75%

Begeleider basis op orde

1465

5,5%

103,3

1361

72%

 
 
 
 
 

Portier

1465

0%

0

1465

78%

Orthopedagoog/ gedragswetenschapper

1465

5,5%

103,3

1361

72%

De resulterende productieve uren zijn naar beneden afgerond op gehele uren op jaarbasis. De productieve uren per functie vormen de basis voor de berekening van de gesubsidieerde inzet van FTE per jaar per opvangplek en per uur voor het aantal bezoekers. Zie paragraaf Genormeerde personele inzet.

Er worden naast de directe loonkosten van hulpverleners kosten voor opleiding en deskundigheidsbevordering en overige personeelskosten gesubsidieerd. Bovendien wordt er rekening gehouden met een opslag voor meerkosten als aanbieders personeel-niet-in-loondienst (PNIL) moeten inhuren.

Opslagen personeelskosten

Opslag % loonkosten

Opleiding en deskundigheidsbevordering

1,0%

Overige personeelskosten

1,6%

Opslag meerkosten PNIL

3,5%

Genormeerde personele inzet

De inzet van groepsbegeleiders bij de volwassenen is bij de nachtopvang en dagopenstelling genormeerd op basis van het aantal plekken en bij de dagopvang genormeerd op het aantal dagelijkse bezoekers in combinatie met de uren openstelling.

Type opvang

Volwassen nachtopvang (FTE op jaarbasis)

Volwassen dagopvang (FTE op jaarbasis)

Inzet (groeps-) begeleiders

0,248 FTE begeleiders per plek bij opvangen tot 15 plekken (= 3,71 FTE)

0,22 FTE begeleiders per plek extra voor plekken 16 t/m 30

Geen extra inzet per plek extra voor plekken 31 en meer.

Voor dagopenstelling geldt:

0,2 FTE begeleiders per plek voor de eerste 15 plekken

0,07 FTE begeleiders per plek voor de plekken 16 t/m 30

0,025 FTE begeleiders per plek voor plekken boven de 30

2,1 uur inzet per uur openstelling voor eerste 20 bezoekers

0,08 uur inzet per uur openstelling per extra bezoeker voor volgende 20 bezoekers

0,055 uur inzet per uur openstelling per extra bezoeker voor bezoekersaantallen groter dan 40

Basis op orde begeleiding

82 uren basis op orde begeleiding per bezette plek per jaar, = 0,06 FTE per bezette plek

-

Portier

Bij opvanglocaties tot 29 plekken: 1 portier met nachtdienst van 8 uren (2 FTE op jaarbasis). Bij grotere locaties dubbele nachtdienst van 8 uren (4 FTE op jaarbasis)

Per uur openstelling een uur inzet van een portier

Toezicht op gebruikersruimte

-

1 FTE toezicht extra bij locaties met 30+ bezoekers gemiddeld 0,6 FTE extra bij locaties met minder dan 30 bezoekers gemiddeld

Type opvang

Jongeren nachtopvang

Jongeren dagopvang

Begeleider opvang

0,57 FTE per plek per jaar

0,22 FTE per dagelijkse bezoeker8

Gedragswetenschapper

0,025 FTE per plek per jaar

0,01 FTE per dagelijkse bezoeker

Type opvang

Gezinsopvang - Financiering van functies doorlopend vanuit subsidie

Groepsbegeleiders

Aanwezig tussen 07.00 en 23.00 uur (twee diensten van 8 uur met half uur overlap) op doordeweekse dagen en in het weekend. Bij grote locaties (>25 plekken) één dubbele bezetting groepsbegeleider Aanvullende inzet van een meewerkend teamleider met een omvang van 10% van de inzet van de groepsbegeleiders.

Portier

Aanwezig tussen 07.00 en 23.00 uur op alle dagen (twee diensten van 8 uur zonder overlap)

Nachtelijk toezicht/slapende wacht

Aanwezig op alle dagen van 23.00 tot 07.00 uur (één slaapdienst per nacht, helft van de uren vergoed)

Type opvang

Gezinsopvang - Financiering van functies gedurende de eerste twaalf weken van het verblijf vanuit Maatschappelijke Opvang, daarna vanuit arrangementen

Basis op orde volwassenen en basis op orde kinderen (ouder-kind werkers)

4 uur per gezin per week Basis op Orde gericht op volwassene in de eerste 12 weken (totaal 48 uur inzet in eerste 12 weken, daarna inzet vanuit arrangement) 2 uur per week per kind gericht op de kinderen in de eerste 12 weken, waarbij gerekend wordt met gemiddeld twee kinderen per gezin (totaal 48 uur in de eerste 12 weken, daarna inzet vanuit arrangement)

Gedragswetenschapper/orthopedagoog

0,5 uur inzet per gezin per week (totaal 6 uur inzet in de eerste 12 weken, daarna inzet vanuit arrangement)

2)Huisvestingskosten in het kader van de subsidiabele activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b

Huisvestingskosten zijn opgebouwd uit:

  • Huur, financiering vastgoed en erfpacht

  • Gas, water en licht

  • Onderhoud

  • Belastingen en heffingen

  • Televisie, internet en telefoon

  • Schoonmaak en bewassing

  • Beveiliging (m.u.v. personeelskosten)

  • Overige huisvestingskosten

Voor deze huisvestingskosten worden de werkelijke kosten per locatie gesubsidieerd.

3)Cliëntgebonden kosten in het kader van de subsidiabele activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c tot en met h

Cliëntgebonden kosten omvatten de kosten voor voeding, kosten voor verzorging, kosten voor activiteiten en overige cliëntgebonden kosten. Voor deze kosten worden onderstaande bedragen gesubsidieerd:

Type opvang

Kosten voeding (prijspeil 2023, netto na aftrek bijdrage cliënt)

Overige cliëntgebonden kosten (prijspeil 2022)

Volwassenen nachtopvang

€ 1,57 (ontbijt + warme maaltijd + tussendoortjes) per bezette plek per dag

€ 768 per bezette plek per jaar

Volwassenen dagopenstelling van de nachtopvang

€ 1,13 (warme maaltijd + tussendoortjes) per bezoeker

-

Volwassenen

dagopvang

€ 1,13 (warme maaltijd + tussendoortjes) per bezoeker

€ 219 per bezoeker per jaar

Jongeren nachtopvang

€ 4,47 (ontbijt + lunch + avondeten) per slaper

€ 273 per bezette plek per jaar

Jongeren dagopvang

€ 2,63 (warme maaltijd + tussendoortjes) per bezoeker

€ 219 per bezoeker per jaar

Gezinnen

n.v.t.

€ 437 per bezette plek per jaar

Personeelskosten voor het bereiden van maaltijden algemeen: € 1,37 per client per dag (prijspeil 2024)

4)Overhead in het kader van de subsidiabele activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c tot en met h

De opslag voor overhead wordt berekend over de personele kosten van directe hulpverleners incl. portier.

Sector/cao

Opslagpercentage overhead

GGZ

36,2%

Gehandicaptenzorg

26,4%

Sociaal Werk

36,2%

Jeugdzorg

31%

De totale vergoeding is opgebouwd uit (1) personeelskosten inclusief overhead, (2) cliëntgebonden kosten en (3) huisvestingskosten;

  • (1)

    De personele kosten zijn vastgesteld gebaseerd op de meest actuele cao’s (peiljaar 2023);

  • (2)

    De cliëntgebonden kosten zijn bij aanbieders uitgevraagd (peiljaar 2022 en is geïndexeerd op basis van landelijke prijsindexatiecijfers (Nza);

  • (3)

    De huisvestingskosten zullen op basis van de daadwerkelijke kosten worden ingediend met de subsidieaanvraag. Hiervoor is gekozen om een goede spreiding van maatschappelijke opvanglocaties in de stad te borgen. Daarnaast is het uitgangspunt dat de huisvesting van maatschappelijke opvang in eigen beheer is van de gemeente.

Indexering

Voor de indexatie van de personele- en materiële kosten (peiljaar 2023) wordt zoveel mogelijk aangesloten op het indexatiebeleid van de Wmo-maatwerkarrangementen op basis van voorlopige landelijke prijsindexcijfers voor personele kosten en materiële kosten

Risico-opslag

Over het totale subsidiabele bedrag wordt een risico-opslag van 2,5% gehanteerd.

Toelichting op de Subsidieregeling maatschappelijke opvang Rotterdam

Algemeen deel

In de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo 2015) is opvang als volgt gedefinieerd: Onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

Op grond van artikel 1.2.1, van de Wmo 2015 komt een ingezetene van Nederland overeenkomstig de bepalingen van deze wet in aanmerking voor een maatwerkvoorziening bestaande uit opvang, te verstrekken door het college van de gemeente tot welke hij zich wendt, indien hij de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat is zich op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te handhaven in de samenleving.

Deze gemeentelijke opvangtaak voor de regio Rotterdam is stedelijk belegd bij de gemeente Rotterdam en wordt uitgevoerd door Centraal Onthaal (hierna: CO). De wijze van verstrekken op basis van de Wmo 2015 is nader geregeld in de Rotterdamse regelgeving, waaronder de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018. Na een melding en gesprek bij het loket van CO volgt een onderzoek, een verslag en uiteindelijk een beschikking waarmee de persoon al dan niet wordt toegelaten tot de opvang op basis van de Wmo2015.

De gemeente Rotterdam is als centrumgemeente verantwoordelijk voor het organiseren van de maatschappelijke opvang voor zeven gemeenten in Zuid-Holland, te weten Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Ridderkerk en Rotterdam. De Wmo 2015 biedt opvang aan mensen die toegang hebben gekregen tot de maatschappelijke opvang. Voor veel volwassenen, jongeren en gezinnen is dit een zeer ingrijpende gebeurtenis in hun leven, waarin het belangrijk is dat er rust wordt gecreëerd. Vanuit de maatschappelijke opvang ondersteunt de zorgaanbieder bij de eerste belangrijke stappen om het leven weer op orde te krijgen. De voorziening maatschappelijke opvang beoogt het bieden van perspectief op herstel door onder meer door- en uitstroom naar een zelfstandige woonsituatie of een vervolgplek in een vervolgvoorziening voor alle cliënten van de opvang.

De gemeente Rotterdam onderscheidt drie cliëntgroepen die gebruik maken van de maatschappelijke opvang:

  • Volwassenen: Dak- en thuisloze volwassenen vanaf 23+ jaar die zijn toegelaten tot de opvang door Centraal Onthaal Volwassenen (COV);

  • Jongeren: 18 tot 23 jaar met of zonder minderjarige kinderen die zijn toegelaten tot de opvang door Centraal Onthaal Jongeren (COJ);

  • Gezinnen: één of twee volwassenen van 23 jaar of ouder met tenminste één minderjarig kind óf meerderjarig kind dat altijd tot het huishouden heeft behoord die zijn toegelaten tot de opvang door Centraal Onthaal Gezinnen (COG).

Noodzakelijke opvang als gevolg van huiselijk geweld en de locaties waar deze opvang plaatsvindt, alsmede andersoortige opvang waarbij de verstrekking niet vanuit CO geschiedt valt niet onder de reikwijdte van deze subsidieregeling.

De subsidieregeling maatschappelijke opvang Rotterdam regelt de wijze van subsidiëren van de locaties waar dak- en thuisloze mensen met een CO-toelatingsbeschikking worden opgevangen.

Het doel van de subsidieregeling is het op transparante wijze financieren en verdelen van de benodigde opvangplekken. Van belang is daarbij de eenduidige financiering waarbij voor alle locaties soortgelijke tarieven gelden en soortgelijke vereisten en prestaties.

De subsidieregeling is in 2023 voorafgegaan door het Besluit tarieven maatschappelijke opvang Rotterdam, waarin de tarieven op grond van een onderzoek naar reële tarieven zijn vastgelegd. Met de inwerkingtreding van deze subsidieregeling is dit Besluit ingetrokken aangezien de inhoud integraal onderdeel uitmaakt van de subsidieregeling.

De maatschappelijke opvanglocaties in Rotterdam betreffen veelal bestaande locaties die passen in het Omgevingsplan, de vereiste vergunningen hebben, volledig zijn ingebed in de buurt en omgeving, waardoor de randvoorwaarden aanwezig zijn voor een sociaal en veilig (omgevings)beheer. In combinatie met het gegeven dat er voldoende opvangcapaciteit beschikbaar dient te zijn om aan de gemeentelijke opvangtaak te voldoen, is het uitgangspunt dat deze locaties niet onderhevig zijn aan verhuizingen, dan wel een andere invulling. Een deel van de locaties is eigendom van de gemeente Rotterdam en wordt verhuurd of ter beschikking gesteld aan een opvangaanbieder, een deel van de locaties is in eigendom van opvangaanbieders. Desalniettemin is er, hoewel afhankelijk van meerdere factoren, zoals de noodzaak tot uitbreiding, afstoting of herschikking, ruimte voor nieuwe locaties.

De te verstrekken subsidies op grond van deze subsidieregeling bestrijken materieel gezien de kosten die gemaakt worden door een opvangaanbieder om een opvanglocatie te operationaliseren.

Gelet op het ingebedde doch schaarse locatiebestand, en op de aard van de opvang - die altijd beschikbaar dient te zijn - is er geen sprake van een open markt. Wel dient de opvangaanbieder aan de in de subsidieregeling gestelde vereisten te voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. Het college vindt het belangrijk dat, omwille van een goed samenspel tussen en binnen de drie opvangketens, alsmede de evenwichtige spreiding van zowel locaties over de stad als verschillende opvangaanbieders, er sprake is van meerdere opvangaanbieders c.q. er geen dominante opvangaanbieder is. Om deze reden worden de opvangaanbieders sinds jaar en dag gesubsidieerd, en niet ingekocht.

Artikelsgewijze toelichting:

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

De activiteiten, bedoeld in het eerste lid zijn nader omschreven in bijlage 1, behorende bij deze subsidieregeling.

Artikel 4 Doelgroep subsidieaanvragers

De bepalingen, bedoeld in het eerste lid zijn nader omschreven in bijlage 2, behorende bij deze subsidieregeling.

Artikel 5 Subsidiabele kosten en hoogte van de subsidie

De kosten die voor subsidie in aanmerking komen zijn vastgesteld bij het ‘Besluit subsidie-tarieven maatschappelijke opvang Rotterdam’, zoals in werking getreden op 1 januari 2024, op basis van verricht onderzoek in 2023 naar de reële en objectieve tarieven voor de maatschappelijke opvang Rotterdam.

Deze tarieven maken adequate opvang mogelijk en dragen bij aan een transparante, gelijkvormige en evenwichtige subsidiering van de gehele maatschappelijke opvang in Rotterdam. Het genoemde Besluit vervalt met de inwerkingtreding van deze subsidieregeling, aangezien de inhoud ervan onderdeel uitmaakt van bijlage 3, behorende bij deze regeling.

In het eerste lid is geregeld dat de redelijk gemaakte kosten in aanmerking komen die direct verbonden zijn met de uitvoering van de te subsidiëren activiteiten. Kosten zijn redelijk als:

  • ze noodzakelijk zijn voor de subsidiabele activiteit;

  • ze gebaseerd zijn op de marktconforme prijzen en tarieven zoals benoemd in bijlage 3 behorend bij deze subsidieregeling;

  • de specificaties van aangeschafte goederen of diensten (en daarmee de kosten) niet hoger zijn dan nodig is voor de subsidiabele activiteit.

Artikel 7 Subsidieplafond

Zoals ook in de Subsidieverordening Rotterdam 2014 geregeld geldt het begrotingsvoorbehoud.

Voor een evenwichtige verdeling van de beschikbare middelen over de opvangaanbieders en de beschikbare locaties is een verdeling van de plafonds aangegeven.

Het bedrag dat beschikbaar is, is vastgelegd in de begroting van de gemeente Rotterdam.

Artikel 8 Wijze van verdeling

Eerste lid

Aan de hand van de weging zoals omschreven in lid 1 kent het college aan de ingediende subsidieaanvragen punten toe. .Hierbij wordt rekening gehouden met het gewenste aantal plekken per cliëntgroep en type opvang.

Sub a

Een omschrijving van hoe de aanvrager voldoet aan de in artikel 4 en 9 gestelde eisen. De beschikbaarheid van een pand zoals blijkt uit eigendom of huur en een besluit van het college over het vestigen van een kwetsbare doelgroep op die locatie. Gekwalificeerd personeel zoals blijkt uit de omschrijving van de aanvrager.

Sub b

Ervaring met het aanbieden van activiteiten voor deze cliëntgroepen zoals blijkt uit financiële en inhoudelijke jaarverslagen en gemaakte afspraken met opdrachtgevers.

Sub c

Een binding met Rotterdam en een sociaal zorgnetwerk zoals blijkt uit een aantoonbare samenwerkingsrelatie met de cliënten-vertegenwoordiging, gespecialiseerde zorgaanbieders, welzijnsorganisaties dagbestedingsorganisaties en met straatwerkers. Dit blijkt uit op papier vastgelegde samenwerkingsrelaties.

Sub d

Het betreft derhalve het brede kwaliteitsniveau van de aanvrager gebaseerd op alle zorg- en welzijnsactiviteiten van de aanvrager.

Sub e

Het belang achter deze score zit in de mate waarin aanvrager werkt aan de noodzakelijke doorstroom van cliënten, bijvoorbeeld door het snel en adequaat op orde krijgen van de basis bij volwassenen en gezinnen.

Derde lid:

Op grond van het convenant Huisvesting Kwetsbare Doelgroepen dient er sprake te zijn van een evenwichtige spreiding van Kwetsbare Doelgroepen in de stad met het oog op de leefbaarheid en veiligheid in wijken, voor zowel nieuwe als bestaande bewoners.

Artikel 12 Verantwoording

Deze regeling valt, net als alle Rotterdamse subsidieregelingen, onder de Subsidieverordening Rotterdam 2014. Daarin is geregeld dat er voor de prestaties de verplichting kan worden opgelegd tot het aanleveren van tussentijdse rapportages omtrent de reeds verrichtte activiteiten en geleverde prestaties.

Deze worden in de verleningsbeschikking medegedeeld en staan tevens als verplichting genoemd in dit artikel.

De genoemde prestaties zijn gerelateerd aan het doel van deze subsidies, namelijk het bieden van opvang en aansluitend doorstroom aan cliënten.

De regels inzake de verantwoording van de subsidie en de vaststelling daarvan, zijn tevens te vinden in de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de Algemene wet bestuursrecht.

Algemene Wmo-gerelateerde vereisten bijvoorbeeld ten aanzien van het aanvraag en evaluatieproces zijn vindbaar in de Wmo-regelgeving.

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl


Noot
1

Wat betreft gezinnen betreft dit 'gezinsopvang’, niet 'dagopvang’.