Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature Urk 2024

Geldend van 01-05-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature Urk 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De commissie: de vertrouwenscommissie;

  • b.

    De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • c.

    De commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Flevoland;

  • d.

    De voorzitter: de voorzitter en/of de plaatsvervangend voorzitter van de vertrouwenscommissie;

  • e.

    De secretaris: de secretaris en/of de plaatsvervangend secretaris van de vertrouwenscommissie;

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1. De commissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten voor het ambt van burgemeester te beoordelen en over haar bevindingen vertrouwelijk schriftelijk verslag uit te brengen aan de raad en de commissaris.

  • 2. De commissie verschaft zich uitsluitend door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over kandidaten.

  • 3. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de voorzitters van de fracties, die deel uitmaken van de gemeenteraad.

  • 2. Er worden geen plaatsvervangende leden benoemd.

Artikel 4 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie en geeft uit dien hoofde ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 2. De gemeentesecretaris / directeur is plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 3. De secretaris en de plaatsvervangend secretaris zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht.

Artikel 5 Adviseur

  • 1. De gemeenteraad kan een wethouder toevoegen als adviseur in verband met de vervulling van de in artikel 2 genoemde taken.

  • 2. De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

  • 3. Een adviseur is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 6 Voorzitterschap van de commissie

  • 1. De commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van de grootste fractie in de gemeenteraad.

  • 2. De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 7 Contactpersoon

De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

Artikel 8 Geheimhouding

  • 1. Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de wet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot een ieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3. Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4. Aan degenen die geen lid zijn van de commissie -met uitzondering van de adviseur, het secretariaat/ambtelijke ondersteuning- wordt ingevolge de wet geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 5. De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de wet ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht.

Artikel 9 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 3. Van elke vergadering wordt door de voorzitter en tenminste 48 uur van te voren aankondiging gedaan aan de leden. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen kan hiervan afgeweken worden.

  • 4. De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van de leden aanwezig is.

  • 5. Van het ter vergadering behandelde wordt door het secretariaat een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de commissie vastgesteld.

Artikel 10 Gesprekken met kandidaten

  • 1. Het secretariaat nodigt in overleg met de commissie degenen uit die kandidaat zijn voor het ambt van burgemeester.

  • 2. Plaats, datum, tijdstip van dit gesprek worden zodanig gekozen dat de namen van de kandidaten niet bekend worden bij de kandidaten onderling of bij derden.

  • 3. Over de kandidaten worden geen inlichtingen –schriftelijk of mondeling– ingewonnen dan door tussenkomst van de commissaris van de Koning. Overleg met derden –met uitzondering van de commissaris van de Koning– is uitgesloten.

Artikel 11 Verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de commissaris van de Koning. Het verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt aan de raad en de commissaris van de Koning bevat in ieder geval:

    • a.

      Een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      Een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

  • 2. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 3. De beraadslagingen in de raad over de bevindingen van de vertrouwenscommissie vinden plaats met gesloten deuren. Ten aanzien van de beraadslagingen en de stukken die aan de raad worden gezonden geldt een geheimhoudingsplicht.

  • 4. Bij het opstellen van de aanbeveling betrekt de raad de bevindingen van de vertrouwenscommissie. Het op schrift gestelde oordeel van de vertrouwenscommissie voegt hij bij zijn aanbeveling.

  • 5. De vertrouwenscommissie stelt, voordat de aanbeveling openbaar wordt, elke op de aanbeveling geplaatste kandidaat op de hoogte van het feit dat hij of zij op de aanbeveling staat die aan de minister wordt gezonden.

  • 6. Het besluit tot vaststelling van de aanbeveling is openbaar, met dien verstande dat de openbaarheid uitsluitend de als eerste aanbevolen persoon betreft.

  • 7. De aanbeveling van de raad wordt direct na vaststelling aan de minister gezonden. Afschrift van de aanbeveling wordt gezonden aan de commissaris.

  • 8. De niet op de openbare aanbeveling voorkomende kandidaten worden kort na de vaststelling van de aanbeveling schriftelijk geïnformeerd.

Artikel 12 Stemming

  • 1. De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. De commissie streeft naar unanimiteit.

  • 2. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het schriftelijke verslag aan de raad en de commissaris opgenomen.

  • 3. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in artikel 11 bedoelde verslag opgenomen.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 14 Ontbinding

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister aan de gemeenteraad is bekend gemaakt dat in de vacature van de burgemeester is voorzien.

Artikel 15 Archivering

  • 1. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als “geheim”, en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

  • 3. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden ingeleverd bij de secretaris die onmiddellijk voor vernietiging zorgdraagt.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening vervalt op de dag van installatie van de burgemeester.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature Urk 2024”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 12 maart 2024

De griffier,

de voorzitter,