Nadere regels van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg houdende regels voor het plaatsen van verkiezingsborden (Nadere regels verkiezingsborden gemeente Leidschendam-Voorburg)

Geldend van 26-04-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere regels van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg houdende regels voor het plaatsen van verkiezingsborden (Nadere regels verkiezingsborden gemeente Leidschendam-Voorburg)

Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg;

Overwegende dat:

- het wenselijk is om het plaatsen van sandwich- en/of driehoeksborden door politieke partijen voor verkiezingen mogelijk te maken;

- het wenselijk is om een meldplicht te hanteren zodat met de melder in contact kan worden getreden;

- het wenselijk is om nadere regels vast te stellen om belangen van openbare orde en (verkeers) veiligheid te beschermen;

Gelet op:

- het bepaalde in artikel 2:10 lid 5 van de Apv, waarin het college de bevoegdheid heeft om categorieën van voorwerpen aan te wijzen die vergunningsvrij zijn, mits wordt voldaan aan nadere regels;

- het bepaalde in artikel 2:10 lid 6 van de Apv, waarin het college de bevoegdheid heeft om nadere regels voor de aangewezen categorieën vast te stellen ter bescherming van belangen als bedoeld in artikel 2:10 lid 2 van de Apv;

besluit:

vast te stellen:

Nadere regels verkiezingsborden gemeente Leidschendam - Voorburg

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • 2.

    Borden: Sandwich- en/of driehoeksborden;

  • 3.

    Sandwich- en/of driehoeksborden: (dik) kartonnen dragers waarop een poster wordt geplakt; (maximale afmeting A1 formaat: 59,4 x 84 cm) die door middel van tie wraps met elkaar verbonden zijn en verbonden aan de lantaarnpaal of ander voorwerp in de openbare ruimte in de vorm van een eenzijdig - of dubbelzijdig sandwichbord of.driehoeksbord;

  • 4.

    Politieke partij: een in het handelsregister van de Kamer van Koophandel geregistreerde vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, die deel neemt aan een verkiezing.

Artikel 2. Meldingsplicht plaatsen borden verkiezingen

Het plaatsen van sandwich- en/of driehoeksborden op, in of boven openbare plaatsen is vergunningsvrij onder de voorwaarde dat door of namens (gemachtigde) een politieke partij uiterlijk vijf dagen voor plaatsing melding wordt gedaan via het aanvraagformulier en aan het gestelde in artikel 3 en 4.

Artikel 3. Regels plaatsen borden verkiezingen

  • 1.

    Een politieke partij mag de borden maximaal veertien dagen voor de verkiezingsdag plaatsen;

  • 2.

    Er mogen geen borden worden geplaatst voor of om verkeerstekens, lantaarnpalen met verkeerstekens of verkeerslichten;

  • 3.

    Er mag rondom een boom en/of lantaarnpaal maximaal één bord worden geplaatst. Indien er al een reclamevoorwerp aan verbonden is, mag er geen andere bij worden geplaatst;

  • 4.

    Het plaatsen van de borden mag enkel plaatsvinden rondom bomen en/of lantaarnpalen, mits deze daardoor niet op enige wijze worden beschadigd;

  • 5.

    Plaatsing van borden rond bomen die in bezit of eigendom van particulieren zijn, moet gebeuren met instemming van de rechthebbende;

  • 6.

    Binnen een afstand van 50 meter van de ingang van een stembureau mogen geen worden geplaatst;

  • 7.

    Binnen een afstand van 25 meter vanaf rotondes, kruisingen of splitsingen van wegen mogen geen borden worden geplaatst. In het geval van verkeerslichten geldt een minimale afstand van 100 meter;

  • 8.

    De borden moeten zodanig geplaatst worden dat de vrijheid en het uitzicht van het verkeer niet kan worden belemmerd;

  • 9.

    De borden moeten zodanig geplaatst worden dat een vrije doorgang van minimaal 1 meter voor voetgangers, kinderwagens, rollators, rolstoelen, scootmobielen en dergelijke op het trottoir gewaarborgd blijft. De afstand van de zijkant van de borden tot de zijkant van de rijbaan/fietspad bedraagt minimaal 60 cm;

  • 10.

    De borden moeten met de nodige zorgvuldigheid worden bevestigd met tie-wraps;

  • 11.

    De borden mogen geen handelsreclame bevatten;

  • 12.

    De kartonnen dragers, posters en bevestigingsmateriaal dienen binnen vijf dagen na de verkiezingsdag te worden verwijderd uit de openbare ruimte.

Artikel 4. Verbod overige vormen van verkiezingsreclames op, in of boven openbare plaatsen

Het is verboden andere reclamedragers dan sandwich- en /of driehoeksborden voor de verkiezingen te plaatsen op, aan, over of boven openbare plaatsen

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels treden de dag na bekendmaking in werking;

  • 2.

    Deze nadere regels worden aangehaald als: ‘Nadere regels verkiezingsborden gemeente L-V’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van

Leidschendam-Voorburg d.d. 16 april 2024,

R. den Haan, M. W. Vroom

secretaris , burgemeester

Toelichting

TOELICHTING OP DE BELEIDSREGELS

De gemeente komt tegemoet aan de behoefte van politieke partijen om zelf kartonnen dragers te plaatsen waarop posters worden geplakt voor verkiezingen. Deze nadere regels maken voornoemde mogelijk voor een periode van 14 dagen voor - tot vijf dagen na een verkiezing (totaal maximaal 19 dagen). De kartonnen dragers worden door de partijen zelf in de vorm van een driehoek bord rondom lantaarnpalen geplaatst en/of verbonden aan de lantaarnpaal of ander voorwerp in de openbare ruimte in de vorm van een eenzijdig - of dubbelzijdig sandwichbord.

Meldplicht

Door het instellen van een meldplicht is communicatie over de geldende regels mogelijk met de degene die de verkiezingsreclame plaatst. Ook kan de melder benaderd worden voor input ter evaluatie van de regels. De melding moet uiterlijk vijf dagen voor plaatsing worden ingediend.

Nadere regels

Het plaatsen van een sandwich- of driehoeksbord in de openbare ruimte heeft effect op het beheer en onderhoud dat de gemeente pleegt. Zo heeft de gemeente bijvoorbeeld een zorgplicht voor openbare grond, groen en bomen en voor lantaarnpalen als deze zijn geplaatst door of namens de gemeente.

De regels zijn opgesteld in dat kader en in het kader van (verkeers)veiligheid. Onder andere is het formaat van de toegestane borden beperkt tot maximaal A1 formaat.

Tegen het niet naleven van nadere regels kan handhavend worden opgetreden. Indien niet wordt voldaan aan de criteria of de nadere regels is alsnog vergunning nodig.

Handhaving

Handhaving op de nadere regels geschiedt in beginsel met een waarschuwing, waarbij de overtreding ongedaan moet worden gemaakt. Gebeurt dit niet, of vindt herhaling van de overtreding(en) plaats, dan moeten de borden worden verwijderd. Dit kan worden bereikt met een last onder bestuursdwang. Indien nodig kan bestuursdwang onmiddellijk, worden toegepast.

Toelichting wettelijk kader

Vergunningsvrije categorie Algemene plaatselijke verordening (Apv) (Meldplicht)

Op grond van artikel 2:10 eerste lid van de Apv is het verboden zonder voorafgaande vergunning van burgemeester en wethouders een openbare plaats of een gedeelte daarvan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. Dit verbod geldt niet voor door burgemeester en wethouders aangewezen categorieën van voorwerpen (artikel 2:10, vijfde lid Apv). Meldplicht en nadere regels kunnen door burgemeester en wethouders worden vastgesteld (artikel 2:10, zesde lid Apv).

Artikel 2:10 Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg of een openbare plaats

  • 1.

    Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college een openbare plaats of gedeelte daarvan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

  • 2.

    Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

    • a.

      indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

    • b.

      indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • c.

      in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid, geldt niet voor:

    • a.

      evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      terrassen als bedoeld in artikel 2:27, tweede lid;

    • c.

      standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18;

    • d.

      zover over in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Provinciale wegenverordening.

  • 4.

    De weigeringsgrond in het tweede lid, onder b, geldt niet:

    • a.

      voor bouwwerken;

    • b.

      voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer;

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid, geldt niet voor door het college aangewezen categorieën van voorwerpen en mits deze voorwerpen voldoen aan het bepaalde in de nadere regels

  • 6.

    Het college kan nadere regels voor de aangewezen categorieën vaststellen ter bescherming van belangen als bedoeld in het [tweede] lid en kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor een meldingsplicht geldt

  • 7.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing