Reglement Adviescommissie Stimulus Programmamanagement Noord-Brabant 2024

Geldend van 24-04-2024 t/m heden

Intitulé

Reglement Adviescommissie Stimulus Programmamanagement Noord-Brabant 2024

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in hun hoedanigheid als beheerautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027 en Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in hun hoedanigheid als intermediaire instantie voor het NSP GLB 2023–2027, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet;

Overwegende dat artikel 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 82 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard met betrekking tot Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als beheerautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027 en in hun hoedanigheid als intermediaire instantie voor het NSP GLB 2023–2027;

Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zich in het kader van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 laten adviseren over het nemen van subsidiebesluiten en het wenselijk is hiertoe een commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie vast te leggen;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 tevens in mandaat uitvoeren voor de provincie Zeeland en de provincie Limburg;

Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als beheerautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027, zich in het kader van de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2021-2027 laten adviseren over het nemen van subsidiebesluiten en het wenselijk is hiertoe een commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie vast te leggen;

Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als intermediaire instantie voor het NSP GLB 2023–2027 zich in het kader van de Subsidieregeling Europese landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027 laten adviseren over het nemen van subsidiebesluiten en het wenselijk is hiertoe een commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie vast te leggen;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg en de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Gelderland tevens in mandaat uitvoeren voor de provincie Limburg en de provincie Gelderland;

Besluiten vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

commissie: Adviescommissie Stimulus Programmamanagement;

Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als beheerautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027 of Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als intermediaire instantie voor het NSP GLB 2023–2027;

subsidieregeling: Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025, Subsidieregeling Europese landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027, Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg, Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Gelderland en de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2021-2027.

Artikel 2 Instelling

Er is een Adviescommissie Stimulus Programmamanagement.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak, voor zover de subsidieregeling bepaalt dat aanvragen voor advies worden voorgelegd aan een door Gedeputeerde Staten in te stellen adviescommissie als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet, te adviseren over:

  • a.

    het al dan niet voldoen van subsidieaanvragen aan de subsidievereisten genoemd in de subsidieregeling;

  • b.

    de rangschikking van subsidieaanvragen op basis van de verdeelcriteria genoemd in de subsidieregeling.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

  • 1. De commissie bestaat uit ten minste zes leden, waaronder een vaste voorzitter, twee plaatsvervangend voorzitters, een vast lid, twee plaatsvervangende vaste leden en een flexibele schil.

  • 2. De voorzitter heeft expertise en een netwerk op het gebied van innovatie.

  • 3. Een plaatsvervangend voorzitter is een lid uit de flexibele schil dat expertise en een netwerk op het gebied van innovatie heeft.

  • 4. Het vaste lid heeft expertise en een netwerk op het gebied van investeringsvermogen.

  • 5. Een plaatsvervangend vast lid heeft expertise en een netwerk op het gebied van investeringsvermogen.

  • 6. De flexibele schil, bedoeld in het eerste lid, bestaat uit een evenredige vertegenwoordiging van leden met expertise en een netwerk ten aanzien van de subsidievereisten en selectiecriteria neergelegd in de subsidieregelingen genoemd in het zevende lid.

  • 7. Een lid uit de flexibele schil heeft expertise en een netwerk ten aanzien van de subsidievereisten en selectiecriteria neergelegd in de Subsidieregeling OPZuid-2021-2027, de Subsidieregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027, Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg, Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Gelderland of de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025.

  • 8. Gedeputeerde Staten benoemen de leden, waaronder de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitters, het vaste lid en de plaatsvervangend vaste leden, voor een periode van ten hoogste 2 jaar, waarna maximaal tweemaal herbenoeming voor de duur van maximaal 2 jaar kan plaatsvinden.

Artikel 5 Einde lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

    • a.

      het intrekken van het totaal aan subsidieregelingen waar de commissie over adviseert;

    • b.

      het nemen van ontslag als lid;

    • c.

      het overlijden van het lid;

    • d.

      een daartoe strekkend besluit van Gedeputeerde Staten;

    • e.

      het verstrijken van de benoemingsperiode, bedoeld in artikel 4, achtste lid.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid onder b, d en e, blijven de aftredende leden hun functie waarnemen tot in hun opvolging is voorzien.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. Gedeputeerde Staten voorzien in het secretariaat van de commissie en wijzen daartoe een of meer secretarissen en plaatsvervangend secretarissen aan.

  • 2. De secretaris is in ieder geval belast met de voorbereiding en coördinatie van de werkzaamheden van de commissie.

  • 3. De secretaris voert het contact met de subsidieaanvragers indien dit voor de advisering noodzakelijk is.

  • 4. De secretaris nodigt namens de voorzitter de leden van de commissie uit.

Artikel 7 Voorzitter

  • 1. De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang en behandeling van de agenda.

  • 2. De voorzitter handhaaft de orde van de vergadering.

  • 3. De voorzitter doet de regels in dit reglement naleven.

  • 4. De voorzitter neemt deel aan inhoudelijke discussies met betrekking tot de te behandelen subsidieaanvragen.

  • 5. De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie.

  • 6. De voorzitter zorgt dat alle leden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen.

  • 7. De voorzitter bewaakt de deugdelijkheid van de uit te brengen adviezen en de juiste interpretatie van de subsidieregeling.

  • 8. De voorzitter geeft ter vergadering een samenvatting van de uit te brengen adviezen als basis voor het verslag

Artikel 8 Vergaderorde

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als noodzakelijk om haar taak naar behoren te kunnen vervullen.

  • 2. De samenstelling van de commissie wordt per vergadering door de voorzitter in samenspraak met de secretaris bepaald, afhankelijk van de vereiste expertise en netwerk in relatie tot de te behandelen subsidieaanvragen.

  • 3. Ter vergadering zijn minimaal vier en ten hoogste negen leden aanwezig, waaronder de voorzitter en het vaste lid.

  • 4. Bij de toepassing van het derde lid geldt dat een plaatsvervangend voorzitter de voorzitter kan vervangen en dat een plaatsvervangend vast lid het vaste lid kan vervangen

  • 5. De voorzitter en het vaste lid kunnen besluiten tot het instellen van deelcommissies van minimaal drie en ten hoogste vijf leden uit de flexibele schil, die de vergaderingen van de commissie voorbereiden.

  • 6. Een lid kan zich ter vergadering niet laten vertegenwoordigen door een ander.

  • 7. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

  • 8. De voorzitter en het vaste lid kunnen, in overleg met de secretaris, gezamenlijk besluiten tot een digitale vergadering in uitzonderlijke onvoorziene omstandigheden waarin het onmogelijk blijkt fysiek of hybride te vergaderen.

  • 9. Indien Gedeputeerde Staten een aanvullend advies vragen aan de commissie in relatie tot een bezwaar- of beroepschrift dat betrekking heeft op een advies van de commissie, vindt altijd een digitale vergadering plaats.

  • 10. De vorm van de digitale vergadering wordt door de voorzitter in overleg met de secretaris bepaald.

Artikel 9 Besluitvorming en advies

  • 1. De commissie komt tot een advies op basis van consensus.

  • 2. De leden dienen zich bij hun advies over een aanvraag te baseren op de door de aanvrager bij de aanvraag verstrekte gegevens en documenten en onthouden zich van contact met de aanvragers.

  • 3. Een lid onthoudt zich van deelname aan de besprekingen, advisering en stemming over de onder een bepaald subsidieplafond ingediende subsidieaanvragen in geval van directe of indirecte betrokkenheid bij een van de ingediende aanvragen.

  • 4. De commissie brengt uiterlijk binnen twaalf weken na afloop van het aanvraagtijdvak, genoemd in de subsidieregeling, een gemotiveerd schriftelijk advies uit over de subsidieaanvragen aan Gedeputeerde Staten.

  • 5. Het advies wordt opgesteld door de secretaris en namens de commissie ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 10 Verslaglegging

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het verslag van de vergadering.

  • 2. Het verslag wordt schriftelijk aan de leden ter vaststelling aangeboden.

  • 3. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 11 Onafhankelijkheid, geheimhouding en belangenverstrengeling

  • 1. De leden adviseren onafhankelijk en zonder last of ruggespraak.

  • 2. Voor zover de leden bij de uitvoering van hun taken de beschikking krijgen over vertrouwelijke gegevens, zijn zij verplicht tot geheimhouding hiervan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht.

  • 3. Onverminderd het eerste en tweede lid, leggen alle leden een geheimhoudings- en integriteitsverklaring af, waarin het lid verklaart integer gehandeld te hebben voorafgaand aan de benoeming en integer te zullen handelen gedurende de aanstelling.

  • 4. De voorzitter en de leden ondertekenen voorafgaand aan de vergadering het ‘formulier tegengaan (schijn van) belangenverstrengeling’.

Artikel 12 Archiefbescheiden

De secretaris draagt na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie alle archiefbescheiden over aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 13 Werkwijze

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie over de te volgen werkwijze, op voorstel van de voorzitter.

Artikel 14 Vergoeding

  • 1. De leden en de voorzitter ontvangen een vergoeding overeenkomstig artikel 2.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. De leden en de voorzitter ontvangen een reiskostenvergoeding conform artikel 2.4.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 2.1 van de Regeling decentrale politieke ambtsdragers, waarbij de vergoeding plaatsvindt op basis van:

    • a.

      openbaar vervoer 2e klasse trein; of

    • b.

      € 0,19 per km en parkeerkosten.

Artikel 15 Intrekking

Het Reglement Adviescommissie Stimulus Programmamanagement Noord-Brabant wordt ingetrokken.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 17 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Reglement Adviescommissie Stimulus Programmamanagement Noord-Brabant 2024.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 27 februari 2024

Gedeputeerde Staten, Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als beheerautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027 en Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als intermediaire instantie voor het NSP GLB 2023–2027,

de voorzitter, ,

mr. I.R. Adema

de secretaris

dhs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting behorende bij het Reglement Adviescommissie Stimulus Programmamanagement

  • I.

    Algemeen

Gedeputeerde Staten, Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als beheerautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027 en Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als intermediaire instantie voor het NSP GLB 2023–2027 (hierna samen te noemen: GS) voeren diverse nationale en Europese subsidieregelingen uit, waarbij gebruik wordt gemaakt van een adviescommissie. Deze adviescommissie adviseert over de kwaliteit van subsidieaanvragen op basis van de in de betreffende subsidieregeling opgenomen criteria. Ook adviseert zij bij sommige regelingen over het al dan niet voldoen aan bepaalde in de betreffende subsidieregeling neergelegde subsidievereisten.

Met dit instellingsbesluit wordt de advisering over subsidieaanvragen op grond van diverse subsidieregelingen bij de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement (hierna: commissie) ondergebracht. Het gaat hierbij allereerst om subsidieaanvragen op grond van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025. Gedeputeerde Staten voeren deze regeling tevens in mandaat uit voor de provincies Zeeland en Limburg. De tweede subsidieregeling betreft de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2021-2027.

Verder adviseert de commissie over de Subsidieregeling Europese landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027. Gedeputeerde Staten voeren twee verwante regelingen (Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg en Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Gelderland) tevens in mandaat uit voor de provincies Limburg en Gelderland.

  • II.

    Artikelsgewijs

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

Zesde lid Deskundigheid flexibele schil

Met evenredige vertegenwoordiging wordt bedoeld dat de betreffende leden in de flexibele schil in een gelijke verhouding voorzien in de benodigde expertise zoals hierboven beschreven ten aanzien van de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027, de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025, de Subsidieregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027, de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg en de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Gelderland. Een afzonderlijk lid hoeft bijvoorbeeld minimaal kennis en een netwerk te hebben op het terrein van één van de vijf transities uit de RIS3, maar binnen de flexibele schil als geheel moet de kennis over de vijf transities wel gelijkelijk zijn verdeeld over de individuele leden. Dit geldt ook voor de verhouding tussen de vereiste expertise voor enerzijds de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027, anderzijds de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 en tot slot de Subsidieregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027, Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg en Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Gelderland.

Voor de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027 is voorzien in expertise en een netwerk gerelateerd aan de Regionale Innovatiestrategie voor Slimme Specialisaties, vastgesteld op 7 april 2020 door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, op 14 april 2020 door Gedeputeerde staten van Limburg en op 21 april 2020 door Gedeputeerde Staten van Zeeland (hierna te noemen: RIS3). Het gaat dan om:

  • a.

    kennis en een netwerk op het terrein van minimaal één van de transities uit de RIS3;

  • b.

    kennis en een netwerk op het terrein van minimaal één van de clusters uit de RIS3;

  • c.

    kennis en een netwerk op het terrein van minimaal één van de enablers uit de RIS3;

  • d.

    kennis en ervaring met innovatieprocessen en product- en procesontwikkeling, in het bijzonder op het gebied van brede innovatie, demonstratie en ontwikkeling als bedoeld in de RIS3;

  • e.

    kennis en ervaring om de maatschappelijke impact als bedoeld in de RIS3 van een project te kunnen beoordelen;

De vijf transities als bedoeld onder a, zijn de Energietransitie, de Grondstoffentransitie, de Klimaattransitie, de Landbouw- en voedingstransitie en de Gezondheidstransitie. De zeven clusters als bedoeld onder b zijn de clusters HTSM, Agrofood, Chemie, Logistiek, Biobased, Life science en Maintenance. De drie enablers zoals genoemd onder c, zijn Sleuteltechnologieën, Digitalisering en Arbeidsmarkt/Skills/Sociale Innovatie.

Onderdeel d volgt uit de in de RIS3 gelegen focus. Deze is gericht op projecten die innovatieve technologieën en samenwerkingsvormen in hun relevante omgeving demonstreren, in hun operationele omgeving integreren, naar behoren laten werken in hun reële omgeving en de laatste stappen nemen richting marktintroductie. Ruimte wordt voorzien voor het inrichten van living labs, pilots, proefproductie en een eerste uitrol waar technologische innovaties in de praktijk worden gedemonstreerd en getest.

Met maatschappelijke impact waar onderdeel e naar verwijst wordt in de RIS3 tenslotte bedoeld, dat op korte of afzienbare langere termijn sprake is van een aantoonbare bijdrage aan de transities die in Zuid Nederland en (inter)nationaal urgent zijn. De RIS3 geeft een niet limitatieve opsomming met voorbeelden van gewenste maatschappelijke impact, bijvoorbeeld CO2-reductie of een (bovengemiddelde) toename van de levensverwachting.

Voor de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 is voorzien in expertise en een netwerk gerelateerd aan een van de zes kennis- en innovatieagenda’s als bedoeld in bijlage 1 van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 (hierna te noemen: KIA’s).

  • 1.

    de KIA energietransitie en duurzaamheid;

  • 2.

    de KIA landbouw, water en voedsel;

  • 3.

    de KIA gezondheid en zorg;

  • 4.

    de KIA veiligheid;

  • 5.

    de KIA sleuteltechnologieën;

  • 6.

    de KIA maatschappelijk verdienvermogen;

  • 7.

    maatschappelijke impact

Met onderdeel zeven wordt bedoeld de positieve maatschappelijke impact die de projecten hebben op de onderwerpen genoemd in een of meerdere KIA’s.

In de Subsidieregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Brabant 2023-2027, de openstellingsbesluiten horende bij de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Limburg en de openstellingsbesluiten horende bij de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Gelderland is op dit moment nog niet voorzien in de benodigde expertise en het benodigde netwerk.

Artikel 8 Vergaderorde

Eerste lid Aantal vergaderingen

Uit dit lid volgt dat ten behoeve van één openstellingsperiode meerdere vergaderingen kunnen worden uitgeschreven die nodig zijn om de ingediende subsidieaanvragen qua aantal en complexiteit zorgvuldig te kunnen beoordelen. Het betreft vergaderingen zowel voor de commissie zelf, als voor vergaderingen die worden gehouden uit de deelcommissies daaruit (zie het vijfde lid).

Tweede en derde lid Samenstelling adviescommissie

De samenstelling van de commissie wordt per vergadering door de voorzitter en de secretaris bepaald. Zij selecteren per vergadering de leden uit de flexibele schil die beschikken over de vereiste deskundigheid in relatie tot de te behandelen subsidieaanvragen. Aan de vergaderingen nemen de voorzitter en het vaste lid zelf deel, en daarnaast minimaal twee en ten hoogste zeven leden uit de flexibele schil op basis van hun deskundigheid.

Vijfde lid Deelcommissies

In situaties dat een groot aantal aanvragen wordt ingediend in een openstellingsperiode, kunnen de voorzitter en het vaste lid deelcommissies instellen die de vergaderingen van de commissie voorbereiden. De voorzitter en het vaste lid nemen geen zitting in de deelcommissies. De deelcommissies bereiden elk adviezen over projecten voor. Veelal worden deze deelcommissies ingesteld op specifieke deskundigheid in relatie tot clusters, transities of KIA’s gerelateerd aan de subsidieaanvragen. Een deelcommissie bekijkt bijvoorbeeld de High Tech projecten, een andere deelcommissie bekijkt de Life Science and Healt projecten, een derde deelcommissie bekijkt alle Logistiek and Maintenance projecten etc. Vervolgens neemt er naast de voorzitter en het vaste lid in elk geval één vertegenwoordiger van elke deelcommissie zitting in de vergadering van de commissie die alle subsidieaanvragen met behulp van het gedane voorwerk uit de diverse deelcommissies beoordeelt en waarin de advisering over de projecten plaatsvindt. De commissie stelt het uiteindelijke advies (en indien nodig de ranking) vast.

Achtste lid Digitale vergadering

Er kunnen zich uitzonderlijke onvoorziene omstandigheden voordoen waarin het onmogelijk blijkt fysiek of hybride te vergaderen. In dergelijke gevallen, die ter beoordeling zijn aan de voorzitter en het vaste lid in afstemming met de secretaris, is een digitale vergadering mogelijk. In deze situatie, waarin het gaat om advisering ten aanzien van subsidievereisten en het indien nodig maken van een ranking, blijven de eisen ten aanzien van de samenstelling van de commissie onverkort gelden.

Negende lid Advies over bezwaren en beroepen

Als de commissie wordt gevraagd om een advies te geven ten aanzien van een bezwaar- of beroepschrift dat zich (mede) richt tegen een eerder door de commissie uitgebracht advies, dan vindt standaard een digitale vergadering plaats. In de regel zullen dit de leden zijn die over de subsidieaanvraag hebben geadviseerd. De voorzitter kan hier vanwege moverende redenen van afwijken.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA