Nadere regels ‘Erfgoedbeleving en publieksbereik’

Geldend van 01-05-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere regels ‘Erfgoedbeleving en publieksbereik’

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

overwegende dat:

Provinciale Staten bij besluit van 29-01-2020 het Erfgoedprogramma Flevoland ‘Erfgoed van de Toekomst’ hebben vastgesteld; en voor de uitvoering hiervan budget op de begroting beschikbaar hebben gesteld

één van de doelen van dit Erfgoedprogramma is om erfgoedbeleving van Flevoland te vergroten;

zij de erfgoedbeleving in Flevoland willen stimuleren door het beschikbaar stellen van subsidie voor activiteiten die aan dit doel bijdragen;

de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;

in deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;

het wenselijk is om voor het beschikbaar stellen van subsidie voor activiteiten die de beleving van Flevolands erfgoed vergroten deze nadere regels vast te stellen;

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023.

BESLUITEN:

De volgende nadere regels vast te stellen:

Nadere regels ‘Erfgoedbeleving en publieksbereik’

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASF 2023: de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023

  • b.

    Cultureel erfgoed: erfgoed zoals benoemd in het actuele provinciale Erfgoedprogramma ‘Erfgoed van de Toekomst’.

  • c.

    Erfgoedthema’s: thema’s zoals benoemd in het actuele provinciale Erfgoedprogramma:

    • 1.

      Flevoland erfgoed van de toekomst

    • 2.

      Inpolderingsgeschiedenis

    • 3.

      Iconen van vernieuwing en experiment

    • 4.

      Zuiderzeeverleden

    • 5.

      Landschap in de ondergrond

  • d.

    Onderneming: bij de Kamer van Koophandel ingeschreven rechtsvorm die een economische activiteit uitoefent. Hiervan zijn rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld, uitgezonderd. Als een onderneming wordt beschouwd de groep of fiscale eenheid waartoe de aanvrager behoort.

  • e.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor verstrekking van een éénmalige subsidie op grond van deze nadere regels.

  • f.

    Cofinanciering: eigen bijdragen in geld en/of uren (zie ASF 2023 voor tarieven) en bijdragen van andere bestuursorganen, ondernemingen en/of organisaties, evenals giften, sponsorbijdragen en inkomsten.

  • g.

    Vrijwilligersorganisatie: een organisatie waarvan de werkzaamheden met name door vrijwilligers (onbetaald of tegen een vrijwilligersvergoeding) worden uitgevoerd en ingeschreven staat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Een vrijwilligersorganisatie kan tevens een stichting zijn, die voor 100% op vrijwillige inzet draait.

  • h.

    Bovenlokaal karakter: activiteiten die de gemeentegrenzen overschrijden.

  • i.

    Activiteiten: bezigheden die bijdragen aan de beleving van erfgoed, met uitzondering van jubilea, herdenkingen en vieringen.

  • j.

    Publieksbereik: het vergroten en stimuleren van publiek dat deelneemt aan en/of belangstelling heeft voor erfgoed in het algemeen en specifiek in Flevoland.

  • k.

    Verhaal van Flevoland: zoals beschreven in Omgevingsvisie ‘Flevoland Straks, Het Verhaal van Flevoland - Omgevingsvisie FlevolandStraks’.

  • l.

    Wetenschappelijke publicatie: publicaties geschreven door wetenschappers voor wetenschappers. Het doel van deze publicaties is resultaten van onderzoek aan elkaar te presenteren, over de betekenis daarvan te discussiëren en hypothesen en theorieën op te stellen.

  • m.

    Codes: Culturele Codes: de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

    • Fair Practice Code: nodigt uit tot kritische reflectie op ondernemen en werken in kunst, cultuur en biedt handreiking hoe de betrokkenen samen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk kunnen komen.

    • Governance Code Cultuur: instrument voor goed, verantwoord en transparant bestuur van culturele organisaties en het toezicht daarop.

    • Code Diversiteit & Inclusie: richtlijn om integraal diversiteitsbeleid te ontwikkelen op het terrein van het Personeel, Publiek, Programma en Partners.

Artikel 2. Doel van de nadere regels

Deze nadere regels hebben tot doel:

  • a.

    aan potentiële subsidieaanvragers duidelijkheid te verschaffen over de inhoudelijke criteria waaraan subsidieaanvragen worden getoetst.

  • b.

    om het publieksbereik en de erfgoedbeleving in Flevoland te vergroten.

Artikel 3. Subsidieplafond

  • 1. Voor de nadere regels ‘Erfgoedbeleving en publieksbereik’ geldt een subsidieplafond van € 130.000 per jaar (prijspeil 2024). Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het door Provinciale Staten vastgestelde indexeringspercentage.

  • 2. Wanneer het subsidieplafond voor enig jaar niet volledig wordt benut, kan het resterende budget door de Provincie Flevoland worden ingezet voor andere activiteiten op het gebied van erfgoedbeleving en publieksbereik.

Artikel 4. Aanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door ondernemingen, stichtingen en vrijwilligersorganisaties.

Artikel 5. Subsidievorm

Gedeputeerde Staten kunnen op grond van deze nadere regels een eenmalige subsidie verstrekken in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten voor vrijwilligersorganisaties en maximaal 70% van de subsidiabele kosten voor ondernemingen en stichtingen.

  • 2. De subsidie bedraagt minimaal € 1.000 en maximaal € 25.000.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

  • 1. Subsidieaanvragen voor het lopende boekjaar kunnen tot 1 september worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2. Het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 3. Na 1 september kunnen subsidieaanvragen ingediend worden voor het opvolgende kalenderjaar bij Gedeputeerde Staten.

Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 15 van de ASF 2023 worden bij de aanvraag de volgende gegevens overlegd:

  • 1.

    Een projectplan, met daarin:

    • -

      een concrete omschrijving van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

    • -

      een concrete omschrijving van de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan één of meerdere van de criteria zoals genoemd bij artikel 10 en waarom deze passen binnen één of meerdere erfgoedthema’s in het Erfgoedprogramma.

    • -

      doel: wat is het doel dat met de activiteiten wordt beoogd?

    • -

      betrokkenheid van andere partijen: welke andere partijen zijn betrokken bij de voorgenomen activiteiten en wat is hun inhoudelijke en/of financiële bijdrage aan de samenwerking?

    • -

      communicatie: hoe wordt bekendheid gegeven aan de activiteiten?

    • -

      publieksbereik: wat is de verwachting als het gaat om het publieksbereik en de uitstraling van de activiteiten?

    • -

      planning: hoe ziet de fasering eruit vanaf de eventuele honorering van de aanvraag tot het tijdstip van voltooiing?

    • -

      verwachte resultaten: welke resultaten worden met de activiteiten beoogd?

    • -

      toepassing Culturele Codes: van (culturele) organisaties wordt verwacht dat zij de culturele codes naleven. In de aanvraag wordt een omschrijving gegeven van de wijze waarop de instelling de Governance Code Cultuur, Code Fair Practice en Code Diversiteit en Inclusie toepast, dan wel een toelichting waarom de codes niet of niet geheel worden toegepast. Voor vrijwilligersorganisaties geldt een uitzondering op de naleving van de culturele codes.

  • 2.

    Een sluitende begroting, die inzicht geeft in de kosten en financiële dekking van de te realiseren activiteiten, inclusief een beknopte onderbouwing. Voor ondernemingen geldt dat uit de begroting duidelijk moet blijken dat er sprake is van 30% cofinanciering.

  • 3.

    Indien van toepassing: een toestemmingsverklaring van de eigenaar van het betreffende erfgoed.

Artikel 9. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 12 van de ASF 2023, wordt een subsidieaanvraag in ieder geval afgewezen wanneer:

  • 1.

    de activiteiten niet plaatsvinden in de provincie Flevoland;

  • 2.

    de aanvraag niet voldoet aan deze Nadere regels;

  • 3.

    het subsidieplafond is bereikt;

  • 4.

    de activiteit een jubileum, herdenking of viering betreft.

Artikel 10. Subsidiecriteria

  • 1. Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen, moet de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd als instapcriterium aansluiten bij één of meerdere erfgoedthema’s zoals benoemd in het erfgoedprogramma en dient de activiteit bij te dragen aan één of meerdere van de onderstaande criteria:

    • a.

      bevordert publieksdeelname bij erfgoed in Flevoland;

    • b.

      heeft een bovenlokaal karakter en trekken naar verwachting een regionaal publiek;

    • c.

      vergroot de beleving van erfgoed in Flevoland.

Artikel 11. Subsidiabele kosten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van de activiteiten die passen bij deze Nadere regels.

Artikel 12. Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 9 van de ASF 2023 zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

  • 1.

    kosten voor aankoop grond en gebouwen;

  • 2.

    kosten voor beheer - en behoudsmaatregelen van objecten met erfgoed waarde;

  • 3.

    kosten voor wetenschappelijke publicaties, met uitzondering van publieksvriendelijke versies;

  • 4.

    reguliere exploitatiekosten van ondernemingen, stichtingen en vrijwilligersorganisaties;

  • 5.

    kosten die worden doorbelast vanuit een andere instelling/onderneming, waarbij uit de gegevens van de KvK blijkt dat deze wordt bestuurd door één of meer dezelfde bestuursleden.

Artikel 13. Verplichtingen subsidieontvanger

Binnen vijftien maanden na datum van de subsidieverlening dient de activiteit te zijn gerealiseerd.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen de bepalingen bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover van toepassing, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, naar hun oordeel tot onbillijkheden of bijzondere hardheden zou leiden.

Artikel 15. Evaluatie

In 2026 worden deze nadere regels geëvalueerd. De resultaten van deze evaluatie kunnen aanleiding geven tot wijzigingen van deze nadere regels.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze Nadere regels treden in werking met ingang van 1 mei.

Artikel 17. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als nadere regels ‘Erfgoedbeleving en publieksbereik’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 16 april 2024.

de secretaris

de voorzitter