Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Berkelland 2024

Geldend van 25-04-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Berkelland 2024

De raad van de gemeente Berkelland;

gelezen het voorstel van het college van 19 maart 2024;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN BERKELLAND 2024

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1. Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 150,-- per maand.

  • 2. Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van € 139,90 per maand.

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;

  • 2. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3. Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. Een verzoek om niet-partijpolitieke scholing (deels) te vergoeden kan ten laste komen van de gemeente als de prijs/kwaliteitsverhouding van de desbetreffende scholing redelijk is en passend binnen de begroting.

  • 4. De raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 5. Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

  • 1. De voorzitter van de commissie bezwaarschriften wordt:

  • omdat hij grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie is aangetrokken en de reguliere vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en/of de omvang van de door hem te verrichten arbeid een vergoeding toegekend van drie keer de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen voor commissieleden.

  • 2. Een lid van de commissie bezwaarschriften wordt:

  • omdat hij grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie is aangetrokken en de reguliere vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en/of de omvang van de door hem te verrichten arbeid een vergoeding toegekend van 2,25 keer de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen voor commissieleden.

  • 3. Aan de voorzitters van commissie bezwaarschriften wordt een vergoeding van € 40,-- betaald per bezwaarschrift dat kennelijk ongegrond of kennelijk niet ontvankelijk wordt geacht en dat niet ter zitting wordt behandeld.

Artikel 6. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 8. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 9. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen een maand na de reisbeweging, factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden digitaal ingediend via het declaratiesysteem bij de griffier.

  • 4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Berkelland 2023 wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Berkelland 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 april 2024

de griffier,

drs. J.A. Satijn

de voorzitter,

drs. J.H.A. van Oostrum