Regeling vervalt per 01-01-2025

Nadere regels Kinderopvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Landsmeer 2024

Geldend van 25-04-2024 t/m 31-12-2024

Intitulé

Nadere regels Kinderopvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Landsmeer 2024

Het college van de gemeente Landsmeer;

  • -

    gelet op artikel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2021;

  • -

    overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen die in acht worden genomen bij het verstrekken van subsidies voor kinderopvang en het onderwijs achterstandenbeleid in de gemeente;

besluit:

vast te stellen de Nadere regels Kinderopvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Landsmeer 2024.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2021;

  • b.

    bestuur: het bestuur van een geregistreerde voorschoolse voorziening in de gemeente waar kinderopvang wordt aangeboden;

  • c.

    bruto-ouderbijdrage: vastgestelde ouderbijdrage waarvan de ouder op basis van het inkomen een deel terugkrijgt via kinderopvangtoeslag of compensatie via de gemeentetoeslag die wordt verrekend met de subsidie aan het geregistreerd kindercentrum;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • e.

    gemeentetoeslag: subsidie die aan de aanbieder van kinderopvang wordt toegekend ten behoeve van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als tegemoetkoming in de kosten voor het afnemen van kinderopvang of VVE.

  • f.

    geregistreerd kindercentrum: in het landelijk register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid van de Wet kinderopvang;

  • g.

    inkomensverklaring: Verklaring Geregistreerd Inkomen (VGI, voorheen IB60-verklaring genoemd) van de Belastingdienst met inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. De inkomensverklaring bevat de volgende gegevens:

    • -

      naam en adres;

    • -

      het jaar waarover de inkomensverklaring wordt afgegeven;

    • -

      inkomensgegevens;

  • h.

    koptarief: verschil tussen het VVE-uurtarief en het vastgesteld normtarief;

  • i.

    kostprijs: de maximaal te subsidiëren prijs voor een uur VVE;

  • j.

    KOT: kinderopvangtoeslag, de toeslag die kinderopvangtoeslaggerechtigden ontvangen van de Belastingdienst voor kinderopvang;

  • k.

    LRK: landelijk register kinderopvang, register als bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid van de Wet kinderopvang;

  • l.

    ouder: ouder als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • m.

    ouderbijdrage: eigen bijdrage die ouders betalen voor kinderopvang en VVE en die afhankelijk is van de hoogte van het gezinsinkomen;

  • n.

    kinderopvang: standaardaanbod voorschoolse educatie van een door het college vast te stellen omvang in aantal uren per jaar voor kinderen vanaf 2 jaar tot het moment dat ze uitstromen naar het basisonderwijs, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

  • o.

    VVE (voor- en vroegschoolse educatie): opvang waarbij kinderen een gecertificeerd VVE-programma krijgen aangeboden gericht op taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • p.

    VVE-indicatie: door de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) afgegeven verklaring dat deelname aan VVE geïndiceerd is.

Artikel 2 Doel

Met deze subsidieregeling wordt beoogd ouders te stimuleren om hun kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan een voorschools programma.

Artikel 3 Reikwijdte subsidieregeling

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verleend voor kinderopvang of VVE in een geregistreerd kindercentrum in de gemeente.

  • 2. De subsidie wordt verleend aan de desbetreffende aanbieder waar de ouders kinderopvang of VVE afnemen.

  • 3. De subsidie kan bestaan uit:

    • a.

      gemeentetoeslag;

    • b.

      koptarief;

    • c.

      subsidiëring van VVE;

  • 4. Voor subsidie van de gemeentetoeslag voor ouders zonder aanspraak op KOT is de voorwaarde verbonden dat de ouders een inkomensverklaring overleggen aan de aanbieder op basis waarvan de aanbieder de ouderbijdrage vaststelt.

  • 5. Voor subsidie van VVE voldoet de aanbieder daarvan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de locatie met het aanbod staat als VVE locatie geregistreerd in het LRK;

    • b.

      voor het te leveren VVE aanbod is een VVE-indicatie afgegeven.

Artikel 4 Subsidieplafond

Het college stelt voor de subsidiabele activiteiten jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 5 Subsidiehoogte

  • 1. In het kader van het verstrekken van de subsidies, bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdelen a tot en met c stelt het college de hoogte vast van:

    • a.

      het maximum aantal te subsidiëren uren per kind per jaar;

    • b.

      de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor kinderopvang;

    • c.

      de bruto-ouderbijdrage;

    • d.

      de gemeentetoeslag;

    • e.

      de VVE subsidie.

  • 2. De subsidieopbouw is nader gespecificeerd in bijlage A. en wordt jaarlijks, voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, vastgesteld door het college.

Artikel 6 Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1. De subsidie wordt aangevraagd door de houder van een geregistreerd kindercentrum dat kinderopvang en/of VVE aanbiedt.

  • 2. In afwijking van artikel 7, eerste lid van de ASV wordt een aanvraag uiterlijk vóór 15 oktober van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college ingediend.

  • 3. Onverminderd artikel 4 van de ASV bevat de subsidieaanvraag:

    • a.

      het nummer waaronder het geregistreerd kindercentrum in het LRK geregistreerd staat;

    • b.

      een prognose van het aantal op te vangen kinderen in het volgende kalenderjaar;

    • c.

      een onderverdeling waaruit blijkt:

      • i.

        het aantal kinderen waarvan de ouder in aanmerking komt voor KOT;

      • ii.

        het aantal kinderen waarvan de ouder in aanmerking komt voor gemeentetoeslag;

      • iii.

        het aantal kinderen met een VVE-indicatie;

  • 4. De houder van het geregistreerd kindercentrum vraagt de subsidie aan met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het college kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, een aanvraag voor subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • a.

    de aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen te behoeve van de gesubsidieerde activiteiten heeft of zal kunnen verkrijgen;

  • b.

    niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten voor het te exploiteren voorschoolse aanbod;

  • c.

    de behoefte aan het te subsidiëren aanbod onvoldoende is onderbouwd.

Artikel 8 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. Het bestuur stelt op basis van de aanvraag van ouders vast tot welke categorie (zie artikel 6 lid 3 c) de ouder behoort.

  • 2. Het bestuur vraagt ouders die in aanmerking komen voor gemeentetoeslag een inkomensverklaring aan te leveren en stelt op basis daarvan de ouderbijdrage vast.

  • 3. Het bestuur brengt de subsidie in mindering op de door ouders van kinderen te betalen kosten voor het gebruik van kinderopvang en VVE.

  • 4. Kinderen met een VVE indicatie die gebruik hebben gemaakt van een VVE aanbod worden in ieder geval warm overgedragen naar het primair onderwijs volgens nadere afspraken met de gemeente.

  • 5. Het geregistreerd kindercentrum dat kinderopvang aanbiedt, werkt samen met Jeugdgezondheidszorg en andere partners om preventie en zorg te bieden aan de kinderen die het nodig hebben.

  • 6. Het bestuur voldoet aan de verplichtingen die zijn opgenomen in bijlage B.

Artikel 9 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Het bestuur rapporteert per geplaatst kind de volgende gegevens:

    • a.

      klantnummer kind / ouder(s);

    • b.

      aantal contracturen;

    • c.

      toepasselijkheid categorieën als genoemd in artikel 6, derde lid, onder c;

    • d.

      onderbouwing ouderbijdrage;

    • e.

      VVE aanbod.

  • 3. De subsidie wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal opgevangen kinderen en opvanguren per kind aan de hand van de afgesproken subsidiehoogte, de berekende ouderbijdrage en de toepasselijkheid van de categorieën, genoemd in artikel 6, lid 3, onder c.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2024;

  • 2. Op aanvragen die voor de datum als genoemd in lid 1 zijn ingediend wordt beslist overeenkomstig deze regeling;

  • 3. Per 1 januari 2024 worden de Nadere regels Kinderopvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Landsmeer 2023 ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Nadere regels Kinderopvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Landsmeer 2024”.

Ondertekening

Nadere regels Kinderopvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Landsmeer 2024, vastgesteld d.d. 16 april 2024 door het college van B&W Landsmeer

Bijlage A.: Subsidie opbouw 2024

De subsidie opbouw van de Nadere regels Kinderopvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Landsmeer 2024 is opgebouwd uit verschillende componenten en wordt – conform artikel 5 lid 1 - jaarlijks door het College vastgesteld. Het collegebesluit omvat:

  • a.

    het maximum aantal te subsidiëren uren per kind per jaar;

  • b.

    de maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor kinderopvang;

  • c.

    de bruto-ouderbijdrage;

  • d.

    het koptarief;

  • e.

    de gemeentetoeslag;

  • f.

    de VVE subsidie.

A. het maximum aantal te subsidiëren uren per kind per jaar 2024

Jaarlijks stelt het college het maximum aantal te subsidiëren uren per kind per jaar vast. Daarbij worden de volgende 2 categorieën onderscheiden:

Reguliere kinderen 2024: een maximum van 320 uur per kind per jaar met een maximum van 6 uur per dag

Dit zijn kinderen waarvoor geen indicatie voor voorschoolse educatie geldt. Een indicatie is een door de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) afgegeven verklaring waarin staat dat deelname aan voorschoolse educatie (VVE) geïndiceerd is.

VVE kinderen 2024: een maximum van 640 uur per kind per jaar met een maximum van 6 uur per dag

Dit zijn kinderen waarvoor wel een indicatie voor voorschoolse educatie geldt.

B. maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor kinderopvang

De maximum te subsidiëren kostprijs per uur voor kinderopvang bedraagt in 2024 € 11,81.

C. Bruto-ouderbijdrage per uur en D. Koptarief

Het normtarief voor de bruto-ouderbijdrage bedraagt in 2024 € 10,25 per uur. Dat betekent dat de gemeente een koptarief subsidieert van € 1,56 per uur (€ 11,81 maximum te subsidiëren kostprijs minus € 10,25 aan bruto-ouderbijdrage). Het koptarief is van toepassing op maximaal 320 uur per jaar per kind. De netto-ouderbijdrage per uur na verrekening van de gemeentelijke subsidiebijdrage ziet er als volgt uit:

Gezamenlijk toetsings-inkomen gezin 2024

Netto-ouderbijdrage Kinderopvang 2024 per uur 1e kind

Netto-ouderbijdrage

Kinderopvang 2024 per uur 2e kind ev

lager dan

€ 22.346

€ 0,41 (2023: € 0,36)

€ 0,41 (2023: € 0,36)

€ 22.347

€ 34.357

€ 0,52 (2023: € 0,46)

€ 0,45 (2023: € 0,40)

€ 34.358

€ 47.278

€ 1,11 (2023: € 0,99)

€ 0,56 (2023: € 0,49)

€ 47.279

€ 64.305

€ 1,73 (2023: € 1,54)

€ 0,57 (2023: € 0,51)

€ 64.306

€ 92.433

€ 3,01 (2023: € 2,68)

€ 0,84 (2023: € 0,75)

€ 92.434

€ 128.088

€ 5,12 (2023: € 4,55)

€ 1,31 (2023: € 1,17)

€ 128.089

en hoger

€ 6,80 (2023: € 6,05)

€ 2,45 (2023: € 2,18)

E. Gemeentetoeslag (inkomensafhankelijk)

De gemeentetoeslag betreft subsidie voor de aanbieder van kinderopvang ten behoeve van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als tegemoetkoming in de kosten voor het afnemen van kinderopvang of VVE. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het gebruik maken van kinderopvang of VVE ook voor de kinderen uit deze gezinnen geborgd.

F. VVE subsidiebijdrage

De VVE subsidiebijdrage voorkomt dat kinderen met een onderwijsachterstandsrisico financiële belemmeringen ondervinden om het extra VVE aanbod van 320 uur per jaar te volgen. De maximale VVE subsidiebijdrage bedraagt in 2024 € 11,81 per uur. Over de eerste helft van het aanbod (320 uur per jaar) is de inkomensafhankelijke ouderbijdrage en gemeentetoeslag van toepassing. Over de tweede helft van het aanbod (tot een maximum van 320 uur per jaar) geldt geen ouderbijdrage en subsidieert de gemeente het uurtarief volledig tot een maximum van € 11,81 per uur.

Niet als onderdeel van de regeling maar als onderbouwing maximum te subsidiëren uurtarief 2024

Jaarlijks worden de maximum uurprijzen van de kinderopvangtoeslag met ingang van 1 januari geïndexeerd. De indexatie is een gewogen gemiddelde van de ontwikkeling van de loonvoet bedrijven (80%) en de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (20%).

Bijlage B: Verplichtingen registratie en dossiervorming

De aanbieder dient een registratie bij te houden met de volgende elementen:

Per kind dient de aanbieder de volgende informatie vast te leggen:

  • a)

    De startdatum van de kinderopvang

  • b)

    Het aantal uren kinderopvang per maand

  • c)

    Het uurtarief en de ouderbijdrage

  • d)

    Geboortedatum kind

  • e)

    Of ouder(s) in aanmerking komt voor Kinderopvangtoeslag ja/nee

  • f)

    VVE kind ja/nee

  • g)

    De startdatum van de VVE extra dagdelen (indien van toepassing)

  • h)

    Indien van toepassing de wijziging of einddatum van de kinderopvang

Daarnaast dient per kind een dossier aangelegd te worden, waarin de volgende documenten verzameld zijn:

  • a)

    Inkomensverklaringen van ouder(s) of ander documenten op basis waarvan de toets ‘geen rechtop kinderopvangtoeslag’ is uitgevoerd en de inschaling heeft plaatsgevonden

  • b)

    Documenten naar aanleiding van een aanvraag tot wijziging van de ouderbijdrage

  • c)

    Een afschrift van de indicatiestelling VVE van het kind

Na iedere voorschotperiode dient de aanbieder aan gemeente te overleggen:

een overzicht van:

  • a)

    Aantal kinderen per categorie (met /zonder VVE, met / zonder KOT)

  • b)

    Aantal uren kinderopvang dat is afgenomen

  • c)

    Opbrengst ouderbijdragen