Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR718798
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR718798/1
Regeling vervalt per 31-12-2025
Subsidieregeling Maatschappelijke zorg Leidse Regio 2025
Geldend van 20-04-2024 t/m 30-12-2025
Intitulé
Subsidieregeling Maatschappelijke zorg Leidse Regio 2025Het college van burgemeester en wethouders van Leiden,
Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, alsmede artikel 2, eerste lid, en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden 2021,
besluit het volgende vast te stellen:
Subsidieregeling Maatschappelijke zorg Leidse Regio 2025
TITEL I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
Aanvrager: een rechtspersoon (maatschappelijke organisaties of stichtingen), die op de voorgeschreven wijze een verzoek indient om subsidie te verkrijgen;
- b.
ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden 1 ;
- c.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;
- d.
Inwoner: iemand die woont of verblijft in de Leidse regio (gemeente Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude, Oegstgeest, Voorschoten);
- e.
Leidse regio: Deelnemers van de centrumregeling Samenwerkingsovereenkomst Maatschappelijke Zorg Leidse regio 2024. Dit zijn de gemeenten: Oegstgeest, Leiderdorp, Zoeterwoude, Voorschoten en Leiden waarbij Leiden optreedt als centrumgemeente..
- f.
Jaarlijkse subsidie: structurele subsidie voor jaarlijks terugkerende activiteiten die per jaar aan een aanvrager wordt verstrekt;
- g.
Eenmalige subsidie: subsidie voor incidentele projecten of activiteiten;
- h.
Bestaand initiatief/activiteiten: Hiermee worden initiatieven en activiteiten bedoeld die door maatschappelijke organisaties in de Leidse regio reeds worden uitgevoerd in het jaar 2024. Deze initiatieven en activiteiten dragen bij aan de transformatie van de maatschappelijke zorg in de Leidse regio. Het is van belang dat deze initiatieven/activiteiten al subsidie ontvangen vanuit de Leidse regio voor de genoemde transformatiedoelstellingen in de maatschappelijke zorg.
- i.
Nieuw initiatief/activiteiten: betreffen nieuwe initiatieven/activiteiten die door maatschappelijke organisaties in de Leidse regio uitvoering geven aan het programmaplan en bijdragen aan de transformatie maatschappelijke zorg in de Leidse regio. Nieuwe initiatieven zijn opzichzelfstaande activiteiten of projecten waarvoor een eenmalige subsidie kan worden aangevraagd;
- j.
Programmaplan ‘Alle inwoners horen erbij’ Samen bouwen aan de maatschappelijke zorg: Plan opgesteld door het Programmateam Maatschappelijke Zorg Leidse regio voor de doorontwikkeling van de maatschappelijke zorg in de Leidse regio tot 20292 ;
- k.
Beoordelingscommissie: bestaat uit de beleidsmedewerkers vanuit alle Leidse regiogemeenten binnen het programmateam Maatschappelijke zorg Leidse regio.
- l.
Maatwerkvoorziening: ondersteuning waarvoor een individueel besluit aan de inwoner vanuit de gemeente wordt verstrekt.
- m.
Maatschappelijke Zorg: voor de toepassing van deze subsidieregeling wordt onder "maatschappelijke zorg" verstaan voorzieningen op het gebied van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang in de Leidse regio.
Artikel 2. Doel van de subsidie
Deze subsidieregeling heeft als doel het verstrekken van subsidies door het college voor activiteiten die bijdragen aan:
- a.
het voorkomen van kwetsbare situaties bij inwoners;
- b.
het bieden van kwalitatief goede maatschappelijke zorg aan inwoners die in een kwetsbare situatie verkeren, waarbij de zorg vroegtijdig, integraal, op maat en lokaal of in de eigen woonomgeving wordt geboden;
- c.
het streven naar een zo kort mogelijke duur van opvang in een voorziening voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, indien noodzakelijk, met een voorkeur voor opvang in de nabijheid van de eigen woonomgeving en bij voorkeur in een eigen woonplek.
De subsidieregeling concentreert zich op de volgende twee actielijnen uit het programmaplan:
- 1.
Preventie: gericht op het voorkomen van dakloosheid en multi-problematiek, waaronder psychische problemen en/of verslavingsproblematiek. Tevens beoogt deze actielijn het voorkomen van de verergering van bestaande problematiek en het tegengaan van terugval bij inwoners.
- 2.
Passende ondersteuning: gericht op het ontwikkelen van nieuwe of aanvullende oplossingen die bijdragen aan de ambulantisering en/of bevorderen van een snellere uit- en doorstroming van inwoners naar geschikte voorzieningen. Hierbij ligt de nadruk op het bieden van ondersteuning die goed aansluit bij de individuele behoeften en omstandigheden van de betrokken inwoners.
Artikel 3. Doelgroep
De subsidie dient voor activiteiten ten behoeve van inwoners die:
- a.
actief gebruik maken van maatschappelijke zorg; of
- b.
dreigen in een kwetsbare situatie te komen, waarbij het aannemelijk is dat zij in de toekomst gebruik zullen maken van maatschappelijke zorg.
Artikel 4. Reikwijdte
-
1. Voor zover in deze subsidieregeling niet anders is bepaald, zijn de begripsomschrijvingen en bepalingen van de ASV van toepassing.
-
2. Deze subsidieregeling is van toepassing op door het college te verstrekken subsidies met betrekking tot bestaande en nieuwe initiatieven die door maatschappelijke organisaties of stichtingen in de Leidse regio worden ingezet. Uitzondering hierop vormen de reguliere maatwerkvoorzieningen, welke onder de Verordening Wmo, de Participatiewet en/of Jeugdwet vallen.
TITEL II. INITIATIEVEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG
In deze subsidieregeling zijn tweetal subsidiecategorieën: A. bestaande initiatieven en B. nieuwe initiatieven.
CATEGORIE A. Bestaande initiatieven
Hiermee worden initiatieven en activiteiten bedoeld die door maatschappelijke organisaties in de Leidse regio reeds worden uitgevoerd in het jaar 2024. Deze initiatieven en activiteiten dragen bij aan de transformatie van de maatschappelijke zorg in de Leidse regio. Het is van belang dat deze initiatieven/activiteiten al subsidie ontvangen vanuit de centrumregeling Samenwerkingsovereenkomst Maatschappelijke Zorg Leidse regio 2024 voor de genoemde transformatiedoelstellingen in de maatschappelijke zorg.
Artikel 5. Voorwaarden subsidieaanvraag bestaande initiatieven
-
1. De aanvraag wordt schriftelijk en bij voorkeur digitaal ingediend via eHerkenning of DigiD bij het college via het betreffende aanvraagformulier via de website van de gemeente www.leiden.nl/subsidies.
-
2. De aanvraag bestaat ten minste uit:
- A.
Een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. De inhoudelijke onderdelen in de aanvraag dienen te zijn uitgewerkt op:
- a.
De doelen en resultaten die met de activiteiten worden nagestreefd en de mate waarin sprake is van de activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen uit het programmaplan.
- b.
De mate waarin de aanvrager ervaring heeft met het aanbieden van de voorgestelde activiteiten.
- c.
De mate waarin de aanvrager beschikt over een relevant netwerk, dat bestaat uit samenwerkingsrelaties met andere maatschappelijke organisaties en uit cliëntbelangenbehartigers of ervaringsdeskundigen.
- d.
De mate waarin de kwaliteit van de door de aanvrager uit te voeren activiteiten zijn geborgd door certificering en cliënttevredenheid (niet ouder dan één jaar) en bijbehorende scores aantonen dat kwalitatief goede ondersteuning aan cliënten wordt geboden;
- a.
- B.
Een gespecificeerde sluitende begroting, waarin de reserve en het eigen vermogen van de organisatie wordt gespecificeerd.
- C.
Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door één of meerdere maatschappelijke organisaties en/of stichtingen gezamenlijk, waarbij geldt dat de aanvrager een rechtspersoon betreft met volledige rechtsbevoegdheid. Deze aanvrager is de penvoerder voor de indiening van de subsidieaanvraag.
- A.
Artikel 6. Indieningstermijn
Een aanvraag voor een bestaand initiatief, jaarlijkse subsidie, wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 7. Beslistermijn
Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
Artikel 8. Beoordelingscommissie
Deze subsidieregeling maakt gebruik van een beoordelingscommissie. Zij adviseert het college hoe het subsidiebudget wordt verdeeld over de subsidieaanvragen. De commissie bestaat uit het Programmateam Maatschappelijke Zorg met beleidsmedewerkers van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude.
Artikel 9. Beoordelingscriteria en procedure
Het initiatief dat voldoet aan de voorwaarden subsidieaanvraag (artikel 5), wordt beoordeeld door een beoordelingscommissie op basis van de in de bijlage van deze regeling opgenomen gewogen criteria voor categorie A. Bestaande initiatieven.
Artikel 10. Hoogte subsidie en verdeelregels
-
1. Voor subsidieverlening categorie A. Bestaande initiatieven geldt in 2025 een subsidieplafond van € 3.523.244, te verhogen met de in de Kaderbrief 2024-2028 door de gemeenteraad Leiden vast te stellen indexpercentage voor subsidies 2025.
-
2. Het maximaal aan een bestaand initiatief toe te kennen subsidiebedrag per aanvraag bedraagt €2.500.000,-.
-
3. Het initiatief moet minimaal 20 punten behalen om in aanmerking te komen voor subsidie.
-
4. De complete subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld.
Artikel 11. Weigeringsgronden
-
1. Een subsidie op grond van deze regeling wordt, behalve volgens het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht of de ASV Leiden, geweigerd indien niet voldaan is aan de voorwaarden en criteria van deze regeling.
-
2. De subsidie wordt geweigerd als de activiteiten reguliere maatwerkvoorzieningen zijn op het gebied van de Wmo, de Participatiewet, de Jeugdwet.
-
3. De subsidie wordt geweigerd als de activiteiten vanuit andere subsidieregelingen die afzonderlijke Leidse regiogemeenten hebben worden gesubsidieerd.
-
4. Subsidie kan geweigerd worden als aanvraag minder dan 20 punten in het beoordelingsformulier voor categorie A: bestaande initiatieven scoort.
TITEL II. INITIATIEVEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG
CATEGORIE B. Nieuwe initiatieven
Deze subsidiecategorie is bedoeld voor nieuwe initiatieven die door maatschappelijke organisaties in de Leidse regio uitvoering geven aan het programmaplan ‘Alle inwoners horen erbij’ en bijdragen aan de transformatie maatschappelijke zorg in de Leidse regio. Nieuwe initiatieven zijn opzichzelfstaande activiteiten of projecten waarvoor een eenmalige subsidie kan worden aangevraagd.
Artikel 12. Voorwaarden subsidieaanvraag nieuwe initiatieven
-
1. De aanvraag wordt schriftelijk en bij voorkeur digitaal ingediend via eHerkenning of DigiD bij het college via het betreffende aanvraagformulier via de website van de gemeente www.leiden.nl/subsidies.
-
2. De aanvraag bestaat ten minste uit:
- A.
Een beschrijving van de activiteiten/project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. De inhoudelijke onderdelen die in de aanvraag dienen te zijn uitgewerkt zijn:
- a.
De doelen en resultaten die met de activiteiten worden nagestreefd en de mate waarin sprake is van dat de activiteiten bijdragen aan de doelstellingen uit het programmaplan.
- b.
Datum van de eenmalige activiteit en/of looptijd van het project.
- c.
De mate waarin sprake is van een innovatief karakter van de activiteit. Dit blijkt uit: het aanbod is nog niet aanwezig in de Leidse regio, er is een ‘best practice’ uit een andere regio aanwezig en/of het betreft een samenwerking tussen meerdere organisaties in de Leidse regio.
- d.
De mate waarin de aanvrager beschikt over een relevant netwerk, dat bestaat uit samenwerkingsrelaties met andere maatschappelijke organisaties en uit cliëntbelangenbehartigers of ervaringsdeskundigen.
- a.
- B.
Een gespecificeerde sluitende begroting, waarin de reserve en het eigen vermogen van de organisatie wordt gespecificeerd.
- A.
Artikel 13. Indieningstermijn
Een aanvraag voor een nieuw initiatief wordt uiterlijk 13 weken voordat de aanvrager van plan is te beginnen met de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, ingediend.
Artikel 14. Beslistermijn
Het college beslist op een aanvraag voor een eenmalige subsidie binnen 13 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
Artikel 15. Beoordelingscommissie
Deze subsidieregeling maakt gebruik van een beoordelingscommissie. Zij adviseert over de subsidieaanvragen. De commissie bestaat uit het Programmateam Maatschappelijke Zorg met beleidsmedewerkers van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude.
Artikel 16. Beoordelingscriteria en procedure
-
1. Het initiatief dat voldoet aan de voorwaarden subsidieaanvraag (artikel 12), wordt beoordeeld door een beoordelingscommissie op basis van de in de bijlage van deze regeling opgenomen gewogen criteria voor categorie B. Nieuwe initiatieven.
-
2. Het initiatief moet minimaal 20 punten behalen om in aanmerking te komen voor subsidie.
Artikel 17 Hoogte subsidie en verdeelregels
-
1. Voor subsidieverlening categorie B. Nieuwe initiatieven geldt in 2025 een subsidieplafond van € 400.000.
-
2. De maximaal aan een initiatief toe te kennen subsidie per aanvraag bedraagt €200.000.
-
3. De complete subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld.
Artikel 18. Weigeringsgronden
-
1. Een subsidie op grond van deze regeling wordt, behalve volgens het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht of de ASV Leiden, geweigerd indien niet voldaan is aan de voorwaarden en criteria van deze regeling.
-
2. De subsidie kan ook worden geweigerd als de activiteiten reguliere maatwerkvoorzieningen zijn op het gebied van de Wmo, de Participatiewet en/of de Jeugdwet.
-
3. Subsidie kan geweigerd worden als aanvraag minder dan 20 punten in het beoordelingsformulier voor categorie B: nieuwe initiatieven scoort.
TITEL III. BEVOORSCHOTTING, VERANTWOORDING EN VASTSTELLING
Artikel 19 Bevoorschotting subsidie
Het college bevoorschot de subsidie in zijn geheel.
De uitbetaling vindt plaats op het moment van de verlening van de subsidie. Het subsidiebedrag wordt definitief vastgesteld na verantwoording.
Artikel 20. Verantwoording subsidies tot en met € 5.000
-
1. Subsidies tot en met € 5.000 worden door het college:
- a.
direct vastgesteld of;
- b.
éénmalige subsidies en projectsubsidies: ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, vanaf de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.
- a.
-
2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en voldaan is aan de subsidie verbonden verplichtingen.
-
3. Het college zal bij eenmalige subsidies die direct worden vastgesteld, steekproefsgewijs controleren of de gesubsidieerde activiteiten overeenkomstig de subsidieaanvraag en eventuele overige verplichtingen zijn gerealiseerd.
Artikel 21. Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot € 100.000
-
1. Bij subsidies vanaf € 5.000 tot € 100.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college onder vermelding van subsidieregeling Maatschappelijke zorg Leidse regio:
- a.
bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;
- b.
bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar.
- a.
-
2. Het college kan in individuele gevallen afwijken van de termijn genoemd in lid 1.
-
3. De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en een beschrijving van de behaalde bereik en resultaten
- b.
een financieel verslag, waaruit de aan de verrichte activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven blijken. De subsidie van gemeente is in het financieel verslag duidelijk weergegeven.
- a.
Artikel 22. Verantwoording subsidies vanaf € 100.000
-
1. Bij subsidies vanaf € 100.000 of meer dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college onder vermelding van subsidieregeling Maatschappelijke zorg Leidse regio :
- a.
bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;
- b.
bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar.
- a.
-
2. Het college kan in individuele gevallen afwijken van de termijn genoemd in lid 1.
-
3. De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht met daarbij een toelichting op de behaalde impact van de activiteit met het oog op de beoordelingscriteria als omschreven in artikelen 5 en 12;
- b.
een financiële verantwoording van de subsidiegelden, in de vorm van een integrale verantwoording in de jaarrekening of een separate financiële verantwoording. Uit de verantwoording blijken de baten en lasten van de verleende subsidie. De subsidie van gemeente is in het financieel verslag duidelijk weergegeven.
- c.
een balans op de slotdatum van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;
- d.
een controleverklaring van een accountant dat voldoet aan het verantwoordings- en controleprotocol3 zoals door de gemeente is opgesteld.
- a.
-
4. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, moeten worden overlegd. Hieronder kan ook vallen een rapport van feitelijke bevindingen van de accountant van de subsidieontvanger.
Artikel 23. Vaststelling van de subsidie
-
1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling dan wel, indien geen aanvraag vereist is, na het indienen van de verantwoording, de subsidie vast.
-
2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling dan wel de verantwoording.
-
3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen de in het eerste lid van artikelen 20, 21 en 22 genoemde termijn is ontvangen, gaat het college 6 weken na een eenmalig rappel over te ambtshalve vaststelling en het terugvorderen van het toegekende bedrag.
TITEL IV. INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL
Artikel 24. Inwerkingtreding en looptijd
-
1. De subsidieregeling treedt in werking de dag na bekendmaking.
-
2. De subsidieregeling eindigt op 31 december 2025.
Artikel 25. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling Maatschappelijke Zorg Leidse Regio 2025’
Ondertekening
Bijlage 1. Beoordelingsformulier categorie A. Bestaande initiatieven
Naam |
|
Organisatie |
|
Datum bijeenkomst |
|
Eindscore |
|
Opmerkingen |
|
Beoordelingsonderdeel |
Maximaal te behalen |
score |
Toelichting |
De mate waarin de geboden activiteiten van belang zijn voor de uitvoering van het programmaplan. Dit blijkt uit inhoudelijke jaarverslagen. |
20 |
|
|
De mate waarin de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag redelijk is in relatie tot de te verrichten activiteiten, te leveren prestaties en overige financieringsbronnen. |
10 |
|
|
De mate waarin de aanvrager beschikt over een relevant netwerk, zoals blijkt uit aantoonbare samenwerkingsrelatie met andere zorgaanbieders, cliëntbelangenbehartigers of ervaringsdeskundige en eventuele deelname aan landelijke overleggremia mbt de Maatschappelijke Zorg. Dit blijkt uit op papier vastgelegde samenwerkingsrelaties, deelnamelijsten of gezamenlijke subsidieaanvragen. |
8 |
|
|
De mate waarin de kwaliteit van de door de aanvrager uit te voeren activiteiten zijn geborgd. Dit kan door overleggen van een cliënt ervaringsonderzoek, certificering ed |
2 |
|
|
De mate waarin aanvrager blijk geeft rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen/ innovatie. |
2 |
|
|
|
42 |
|
|
Bijlage 2. Beoordelingsformulieren categorie B Nieuwe initiatieven
Naam |
|
Organisatie |
|
Datum bijeenkomst |
|
Eindscore |
|
Opmerkingen |
|
Beoordelingsonderdeel |
Maximaal te behalen |
score |
Toelichting |
|
|
|
|
De mate waarin de mate waarin sprake is dat de activiteiten bijdragen aan de doelstellingen uit het programmaplan |
10 |
|
|
De mate waarin sprake is van een innovatief karakter van de activiteit. Dit blijkt uit: het betreft aanbod dat momenteel nog niet aanwezig is in de Leidse regio, het betreft aanbod waar een ‘best practice’ uit een andere regio aan ten grondslag ligt en/of het betreft activiteiten waarbij de aanvrager gebruikt maakt van samenwerking met organisaties in de Leidse regio of heeft een maatschappelijk positief effect. |
8 |
|
|
De mate waarin de aanvrager beschikt over een relevant netwerk. Dit netwerk bestaat uit samenwerkingsrelaties met andere maatschappelijke organisaties en uit cliëntbelangenbehartigers, ervaringsdeskundigen of eventuele deelname aan landelijke overleggremia mbt de Maatschappelijke Zorg. Dit blijkt uit op papier vastgelegde samenwerkingsrelaties, deelnamelijsten of gezamenlijke subsidieaanvragen. |
6 |
|
|
De mate waarin de aanvrager zelf co financiert en/of middelen geneert bij derden. |
2 |
|
|
|
26 |
|
|
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl