Bomenverordening gemeente Zundert 2024

Geldend van 23-04-2024 t/m heden

Intitulé

Bomenverordening gemeente Zundert 2024

De raad van de gemeente Zundert;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20-02-2024;

gehoord het advies van de Ronde d.d. 12-03-2024;

gelet op de aangenomen amendementen tijdens Het Besluit van 02-04-2024;

gelet op de betreffende bepalingen in de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    Het programma bomen 2023-2033 vast te stellen;

  • 2.

    De bomenverordening 2024 vast te stellen onder intrekking van de Bomenverordening 2012 en in werking te laten treden op de dag na bekendmaking ervan, met inbegrip van de volgende wijzigingen:

    • Aan artikel 3.2 punt 2f wordt toegevoegd: “voor deze waardevolle bomen in het buitengebied geldt een meldplicht via gemeente@zundert.nl.”

    • De tweede volzin van artikel 2 lid 1 wordt gewijzigd in: “De Groene Kaart met bijbehorend register wordt minimaal één keer per jaar herzien.”

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • Bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een verleende omgevingsvergunning. Het college van burgemeester en wethouders wordt als bevoegd gezag aangemerkt tenzij op basis van andere wetgeving een ander bevoegd gezag wordt bedoeld;

  • Boom: een houtachtig overblijvend gewas, vitaal dan wel afgestorven met een omtrek van de stam van minimaal 32 cm op 1.30 m hoogte boven het maaiveld en een doorgaande spil. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam;

  • Beschermwaardige boomstructuur: een verzameling houtopstanden die samen een - al dan niet onderbroken - lijn of andere verbindingsstructuur vormen door een gebied en die vermeld staan op de Groene Kaart;

  • Boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen;

  • Beschermwaardig gebied: een begrensd gebied van houtopstanden in de openbare ruimte met een specifieke waarde of kwaliteit, dat een samenhangend geheel vormt en is vermeld op de Groene Kaart;

  • Beschermwaardige structuur: een verzameling houtopstanden die samen een - al dan niet onderbroken - lijn of andere verbindingsstructuur vormen door een gebied en is vermeld op de Groene Kaart;

  • Boomeffectanalyse (BEA): een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor houtopstand op basis van landelijke richtlijnen van het Handboek Bomen;

  • Bebouwde kom houtkap: de geometrische begrenzing van de bebouwde kommen (stedelijk gebied) zoals vastgesteld op 22 februari 2022, als bedoeld in artikel 4.1 lid aanhef en onder a, van de Wet Natuurbescherming;

  • Dunnen: kappen als verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van een houtopstand zonder dat de buitengrenzen van het plantvak in belangrijke mate worden verkleind en zodanig dat het kronendak van het plantvak nagenoeg gesloten blijft en niet onder de 70% bedekking komt;

  • Erfbeplanting: houtopstand, die in het kader van het "Convenant erfbeplanting" is aangelegd;

  • Groene Kaart: een kaart waarop waardevolle bomen, beschermwaardige gebieden en beschermwaardige structuren binnen de gemeente Zundert zijn vastgelegd;

  • Hakhout: een of meer bomen of boomvormers die, na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;

  • Herbeplanten: door aanplant, bezaaiing of natuurlijke verjonging of op andere wijze realiseren van een nieuwe houtopstand;

  • Houtopstand: één of meer bomen of boomvormers of andere vitale of dode houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van een beschermwaardig gebied of beschermwaardige structuur;

  • Kandelaberen: het terugsnoeien van de kroon tot een hoofdstam met takstompen waarbij meer dan 30% van het kroonvolume wordt verwijderd;

  • Kandelaren: het terugsnoeien van de kroon tot een hoofdstam met takstompen van 1 tot 2 meter;

  • Kappen: rooien, verplanten of meer dan 30% kandelaberen of snoeien van het kroonvolume of verrichten van andere handelingen die de dood of ernstige beschadiging van een boom tot gevolg kunnen hebben;

  • Knotten: het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij knotbomen, vormbomen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud;

  • Monumentale boom: een boom die op de landelijke lijst monumentale bomen van de bomenstichting is opgenomen;

  • Perceel: een perceel heeft een uniek kenmerk, bestaande uit kadastrale gemeente, sectie en een perceelnummer. Dit kenmerk wordt kadastrale aanduiding genoemd;

  • Snoeien: het verwijderen van maximaal 30% van het blijvende kroonvolume met als doel de boom te behouden;

  • Terreinbeherende organisatie: een organisatie (zoals Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer) die een terrein in bezit of beheer heeft waarbinnen zij verantwoordelijk is voor het beheer, ontwikkeling en onderhoud van de natuur en/of landschappen;

  • Waardevolle boom: een boom die is vermeld op de Groene Kaart.

Hoofdstuk 2 Groene Kaart

Artikel 2. Groene Kaart

  • 1. Het college stelt een Groene Kaart met beschermwaardige bomen vast. De Groene Kaart met bijbehorend register wordt minimaal één keer per jaar herzien.

  • 2. De Groene Kaart en het register bevatten een samenhangend geheel van de volgende beschermde houtopstanden:

    • a.

      waardevolle bomen;

    • b.

      beschermwaardige gebieden;

    • c.

      beschermwaardige structuren.

  • 3. Op de Groene Kaart worden waardevolle bomen geplaatst die aan de criteria voldoen zoals omschreven in de toelichting Groene Kaart.

  • 4. De Groene Kaart bevat minimaal de volgende gegevens, inzake de te beschermen waardevolle bomen:

    • a.

      redengevende beschrijving;

    • b.

      boomsoort;

    • c.

      locatie;

    • d.

      eigendomsgegevens;

    • e.

      foto.

  • 5. Het college maakt het besluit betreffende een verzoek tot, of van ambtshalve plaatsing op de Groene Kaart, bekend aan de eigenaar en andere zakelijk gerechtigden en doet, voor zover van toepassing, tevens mededeling daarvan aan degene die om plaatsing heeft verzocht.

  • 6. Van een besluit zoals genoemd in het vorige lid wordt door het college tevens algemene kennisgeving gedaan.

  • 7. De eigenaar van een boom of houtopstand die vermeld staat op de Groene Kaart, is verplicht het bevoegd gezag onmiddellijk mededeling te doen van het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand, anders dan door velling op grond van een verleende omgevingsvergunning.

Hoofdstuk 3 Activiteiten

Artikel 3.1 Specifieke zorgplicht

Degene die een activiteit verricht als bedoeld in dit hoofdstuk en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor:

  • -

    monumentale bomen;

  • -

    waardevolle bomen;

  • -

    bomen of houtopstanden in een beschermwaardige structuur;

  • -

    bomen of houtopstanden behorende bij een gemeentelijk- en/of rijksmonument;

  • -

    bomen of houtopstanden in een beschermwaardig gebied met een stamdiameter van 20 cm of meer, van de 1e of 2e grootte en minimaal 50% zichtbaar vanaf de openbare ruimte, of

  • -

    houtopstanden buiten de bebouwde kom met een stamdiameter van 60 cm of meer, is verplicht:

    • a.

      alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;

    • b.

      die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken voor zover de nadelige gevolgen niet kunnen worden voorkomen;

    • c.

      die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.

Artikel 3.2 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen en procedurele vereisten

  • 1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende bomen of houtopstanden te kappen of te doen kappen:

    • a.

      monumentale bomen;

    • b.

      waardevolle bomen;

    • c.

      bomen of houtopstanden in een beschermwaardige structuur;

    • d.

      bomen of houtopstanden behorende bij een gemeentelijk- en/of rijksmonument;

    • e.

      bomen of houtopstanden in een beschermwaardig gebied met een stamdiameter van 20 cm of meer, van de 1e of 2e grootte en minimaal 50% zichtbaar vanaf de openbare ruimte;

    • f.

      houtopstanden buiten de bebouwde kom met een stamdiameter van 60 cm of meer.

  • 2. Het verbod geldt niet voor:

    • a.

      het snoeien van bomen als onderhoudsmaatregel;

    • b.

      het periodiek knotten of kandelaberen van reeds geknotte of gekandelaberde bomen;

    • c.

      het periodiek kappen van hakhout ten behoeve van periodiek onderhoud;

    • d.

      het dunnen van houtopstanden als onderhoudsmaatregel;

    • e.

      houtopstanden die moeten worden gekapt krachtens een aanschrijving op last van de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders;

    • f.

      individuele bomen in een beschermwaardige structuur die in mindere mate waardevol zijn voor de algehele structuur, waardoor kap niet leidt tot aantasting van de structuur als geheel. Voor deze waardevolle bomen geldt een meldplicht via gemeente@zundert.nl;

    • g.

      in geval een boom of houtopstand door een calamiteit een acuut gevaar vormt voor de omgeving waarbij direct moet worden ingegrepen, kan de boom door de gemeente, een erkend boomverzorgingsbedrijf of door hulpdiensten zonder omgevingsvergunning worden verwijderd, mits uiterlijk 2 weken na het verwijderen het college op de hoogte wordt gesteld van de kap met bewijs dat de calamiteit aantoont;

    • h.

      het kappen van houtopstanden of bomen om verspreiding van plantziekten tegen te gaan, conform het bepaalde in de Plantgezondheidswet;

    • i.

      terreinbeherende organisaties die werken volgens een (meerjarig) onderhoudsplan dat is goedgekeurd door een ander en daartoe bevoegd bestuursorgaan, mits het college van burgemeester en wethouders dit goedgekeurde onderhoudsplan jaarlijks ontvangt voor 1 maart van het desbetreffende jaar;

    • j.

      in aanvulling op het bepaalde in lid 2 i geldt dat; indien een terreinbeherende organisatie werkt met een meerjarig onderhoudsplan en een jaarlijks werkplan, het college van burgemeester en wethouders het jaarlijkse werkplan voor 1 maart van het desbetreffende jaar ontvangt;

    • k.

      de uitzonderingen zoals bepaald in lid 2 i en 2 j gelden niet voor bomen die niet opgenomen zijn in het onderhoudsplan dan wel werkplan.

Artikel 3.3 Bijzondere aanvraagvereisten omgevingsvergunning

  • 1. Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt:

    • a.

      iedere te kappen boom op een kaart, foto of tekening geïdentificeerd met een nummer en de locatie;

    • b.

      de reden voor het kappen van iedere boom opgenomen;

    • c.

      de stamomtrek in centimeters van iedere boom aangegeven.

  • De indieningsvereisten voor een aanvraag omgevingsvergunning zijn genoemd in artikel 22.299 van de “Bruidsschat”.

Artikel 3.4 Beoordelingsregels omgevingsvergunning

  • 1. De omgevingsvergunning voor het kappen van vergunningplichtige bomen of houtopstanden, niet zijnde een monumentale boom of een op de Groene Kaart voorkomende waardevolle boom dan wel beschermde houtopstand, kan worden geweigerd indien het belang tot verlening niet opweegt tegen het belang van behoud van de boom of de houtopstand op basis van een of meer van de volgende waarden:

    • a.

      natuur- en milieuwaarden;

    • b.

      landschappelijke- en ecologische waarden;

    • c.

      cultuurhistorische waarden;

    • d.

      waarden voor stads- en dorpsschoon;

    • e.

      waarden voor de leefbaarheid;

    • f.

      beeldbepalende waarden;

    • g.

      monumentale waarden.

  • 2. De omgevingsvergunning voor het kappen van een monumentale of waardevolle boom kan, na nauwgezet onderzoek naar alternatieven voor behoud, slechts worden verleend:

    • a.

      indien de boom een gevaar vormt voor de omgeving of ernstige hinder veroorzaakt en naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade;

    • b.

      vanwege een zwaarwegend maatschappelijk belang;

    • c.

      voor situaties waarin de boom ernstige schade aan bouwwerken of civiele werken aanricht, aangetoond door een civiele/ bouwkundige rapportage;

    • d.

      indien de boom niet meer voldoet aan de criteria voor waardevolle bomen.

Artikel 3.5 Voorschriften aan de omgevingsvergunning

  • 1. Aan de omgevingsvergunning voor het kappen kunnen door het bevoegd gezag in het belang van de bescherming en het behoud van de houtopstanden voorschriften worden verbonden.

  • 2. Het bevoegd gezag zal in alle gevallen waarin een omgevingsvergunning wordt verleend een herplantplicht en instandhoudingsplicht opleggen en daarvoor aanwijzingen in de beschikking opnemen. Voorts zal, indien overeenkomstig het aan de omgevingsvergunning verbonden voorschrift is herplant maar die herplant niet is aangeslagen, worden opgenomen binnen welke termijn en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 3. Als een herplantplicht en een instandhoudingsplicht wordt opgelegd, moet de trapsgewijze herplantplicht zoals omschreven in de Toelichting Groene Kaart in acht worden genomen.

  • 4. Bij de omgevingsvergunning kan worden voorgeschreven dat pas tot kappen van houtopstanden mag worden overgegaan als andere vergunningen of ruimtelijke besluiten onherroepelijk geworden zijn.

Hoofdstuk 4 Overige

Artikel 4.1 Tot wie richt zich de verplichting

Aan de artikelen in deze verordening wordt voldaan door degene die de activiteit verricht dan wel laat verrichten, tenzij anders bepaald. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.

Artikel 4.2 Vervallen omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning verliest haar werking, indien daarvan binnen één jaar na het onherroepelijk worden geen of slechts gedeeltelijk gebruik is gemaakt. Als aan de omgevingsvergunning een voorschrift als bedoeld in artikel 3.5 lid 4 is verbonden, verliest de omgevingsvergunning haar werking indien binnen één jaar na het onherroepelijk worden van de andere vergunningen of ruimtelijke besluiten, zoals vermeld in het voorschrift, geen of slechts gedeeltelijk gebruik van de omgevingsvergunning is gemaakt.

Artikel 4.3 Bijzondere bepalingen over de omgevingsvergunning

  • 1. De omgevingsvergunning wordt aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de boom te beschikken.

  • 2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 4.4 Andere verbodsbepalingen ter bescherming houtopstanden

  • 1. Het is verboden om houtopstanden, die zich in openbaar gebied en op gemeentelijk eigendom bevinden:

    • a.

      te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

    • b.

      te snoeien, behoudens door medewerkers van de gemeente ter uitoefening van de aan hen opgedragen boomverzorgende taak, daaronder begrepen personen of bedrijven aan wie door de gemeente opdracht tot snoeiwerk is gegeven.

  • 2. Het is verboden zonder toestemming van de rechthebbende één of meer voorwerpen in of aan een houtopstand, die zichtbaar is vanaf de openbare weg of staande op een openbaar toegankelijke plaats, aan te brengen of anderszins te bevestigen.

  • 3. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet wanneer wordt gehandeld krachtens wettelijk voorschrift.

Artikel 4.5 Afstand tot de erfgrens

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters.

Artikel 4.6 Spoedeisendheid

Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in artikel 3.2 toestemming geven tot het direct vellen, indien er sprake is van grote gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang.

Artikel 4.7 Illegale kap

  • 1. Indien een boom of houtopstand, waarop het verbod tot kappen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag is gekapt, kan het bevoegd gezag aan de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel, waarop de houtopstand zich bevond, dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen binnen een door hem te stellen termijn. De procedure voor herplant bij illegale kap zoals omschreven in de Toelichting Groene Kaart, moet hierbij in acht worden genomen.

  • 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Degene aan wie de verplichting als bedoeld in het eerste en tweede lid is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 4.8 Strafbaarstelling

  • 1. Degene, die handelt in strijd met artikel 3.2 eerste lid, of een verplichting opgelegd krachtens artikel 3.1, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening gehouden worden met de boomwaarde.

Artikel 4.9 Opsporingsambtenaren

Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering belast.

Artikel 4.10 Overgangsbepaling

Indien vóór de inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag tot vellen is ingediend en op de datum van de inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist, blijft de "Bomenverordening gemeente Zundert 2012" van toepassing.

Artikel 4.11 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Bomenverordening gemeente Zundert 2024”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3. Op de dag dat deze verordening in werking treedt wordt de “Bomenverordening gemeente Zundert 2012” ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

van 02-04-2024,

de raad voornoemd,

de griffier,

J.J.M. de Groot

de voorzitter,

J.G.P. Vermue