Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende openstelling en vaststelling subsidieplafond Toekomstbestendige bedrijventerreinen – planvorming 2024

Geldend van 01-05-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende openstelling en vaststelling subsidieplafond Toekomstbestendige bedrijventerreinen – planvorming 2024

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 16 april 2024, kenmerk 416496, aangaande het openstellen van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor subsidie en het vaststellen van een subsidieplafond in het kader van hoofdstuk 24 'Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie bij planvorming ten behoeve van toekomstbestendige bedrijventerreinen (Toekomstbestendige bedrijventerreinen – planvorming)' van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023.

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies in het kader van hoofdstuk 24 ‘Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie bij planvorming ten behoeve van toekomstbestendige bedrijventerreinen (Toekomstbestendige bedrijventerreinen – planvorming)’ van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 een openstellingsperiode en een subsidieplafond dient te worden vastgesteld;

  • gelet op artikel 24.6, eerste lid, van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023;

besluiten:

Artikel I

Aanvragen voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in artikel 24.2 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023, kunnen worden ingediend met ingang van 1 mei 2024 tot en met 30 september 2024.

Artikel II

Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in artikel 24.2 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 voor de openstellingsperiode, bedoeld in artikel I, bedraagt € 200.000.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 16 april 2024.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

Drs. M.C.J. Franken, secretaris