Beleidsnota Participatie bij ruimtelijke plannen Land van Cuijk 2024

Geldend van 23-04-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Beleidsnota Participatie bij ruimtelijke plannen Land van Cuijk 2024

De raad van de gemeente Land van Cuijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 februari 2024;

gelet op de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit;

besluit:

vast te stellen de beleidsnota Participatie bij ruimtelijke plannen Land van Cuijk 2024, met inachtneming van de volgende wijzigingen:

op pagina 5 de tekst ‘Waarover men wordt betrokken’ vermeld onder paragraaf Omgevingsplan onder de tweede bullet te wijzigen in ‘Waarover men heeft gesproken en hoe de initiatiefnemer de inbreng van de omgeving heeft meegenomen en duidelijk aan te geven waar en waarom welke keuzes gemaakt zijn’.

Het beleid geldt specifiek voor participatieprocessen binnen de reikwijdte van de Omgevingswet vooruitlopend op het algemene participatiebeleid/participatie-verordening.

1. Aanleiding

Omgevingswet

Door de komst van Omgevingswet verandert de samenwerking tussen gemeente en inwoners. Bij ruimtelijke plannen moet de omgeving in een vroegtijdig stadium worden betrokken in het proces. Daarnaast zorgt de Omgevingswet ervoor dat de raad gevallen kan aanwijzen waarvoor geldt dat participatie verplicht wordt.

Dit beleidsstuk behandelt het onderwerp participatie vanuit zowel de overheid als vanuit initiatiefnemers met betrekking tot ruimtelijke initiatieven onder de Omgevingswet. Door participatiebeleid op te stellen biedt de gemeente aan initiatiefnemers en ambtenaren handvatten voor de inrichting van het participatieproces. Dit geeft verduidelijking in wat er van elkaar wordt verwacht. Op basis van evaluatie kan dit beleid in de toekomst worden bijgesteld.

Motie Nooren

Begin 2020 is in de Eerste Kamer de motie Nooren c.s. aangenomen. Hiermee is de motiveringsplicht voor participatie uitgebreid. De gemeente moet voor het Omgevingsplan, Omgevingsvisie en het Omgevingsprogramma aangeven hoe de inwoners worden betrokken én op welke wijze invulling is gegeven aan het eigen participatiebeleid. Gemeenten moeten hiervoor participatiebeleid opstellen.

De motie Nooren is opgenomen in het Omgevingsbesluit.

Wet versterking participatie op decentraal niveau

Daarnaast voorziet de Wet versterking participatie op decentraal niveau erin dat gemeenten de bestaande inspraakverordening uitbreiden tot een participatieverordening. Dit betreft participatie in brede zin voor al het gemeentelijk beleid. Deze wetswijziging is nog niet in werking getreden. Het beleid Participatie bij ruimtelijke ontwikkelingen kan als input dienen voor participatiebeleid in brede zin.

2. Ambitie gemeente Land van Cuijk

In het hoofdstuk Samenspel en Kernendemocratie van het raadsprogramma heeft de raad aangegeven te willen sturen op een goed democratisch proces vanuit heldere criteria. De volgende democratische waarden vindt de gemeenteraad in elk geval belangrijk:

Erbij horen

  • Groepen die zich niet vanzelf melden of zich laten horen, zoeken we actief op als raad en als gemeente.

  • We houden rekening met de belangen van de minderheid als we met de meerderheid een besluit nemen.

  • We willen eenvoudige manieren van werken in duidelijke taal.

Transparant en open

  • We willen dat er openheid is over spelregels voor hoe je tot besluiten komt rond een opgave.

  • Waar mogelijk willen we de spelregels bepalen met de mensen die willen deelnemen aan een samenwerkingsproces.

De moeite waard

  • Meedoen moet uiteindelijk zichtbaar de moeite waard zijn voor bewoners en andere betrokkenen. Het moet ergens over gaan, en het moet gaan over wat bewoners echt belangrijk vinden.

  • We willen werken aan verschillende soorten van meedenken, meedoen en meebeslissen, die recht doen aan verantwoordelijkheden en belang.

Ter plekke contact

  • We kiezen vormen en manieren van werken die passen bij mensen en hun omgeving.

3. Doel van het participatiebeleid

Het betrekken van de omgeving speelt een grote rol bij de besluit- en planvorming. De wet schrijft echter niet voor hoe dit vorm moet krijgen. Participatie is maatwerk gemeenten moeten zelf aangeven hoe zij tegen participatie aankijken. Gemeente Land van Cuijk vindt participatie belangrijk. Zij wil de initiatiefnemers stimuleren de omgeving te betrekken bij hun plannen. In de praktijk wordt hier op veel verschillende manieren invulling aan gegeven. Met dit participatiebeleid kunnen meerdere doelen worden bereikt:

De betrokkenheid van inwoners bij ruimtelijke besluiten vergroten;

  • Transparant en duidelijk te zijn over de manier waarop participatie verloopt;

  • Stimuleren van en richting geven aan initiatiefnemers bij het organiseren van participatie;

  • De inhoudelijke kwaliteit van besluiten te verbeteren;

  • Formaliseren en uniformeren van de huidige werkwijzen.

4. Evaluatie

Dit document helpt de gemeente en initiatiefnemers om aan de slag te gaan met participatie. Het is belangrijk om jaarlijks het participatiebeleid en de uitvoering daarvan te evalueren. Waar nodig kunnen tips en tools worden verbeterd en aangevuld. Evalueren en bijstellen is belangrijk om de kwaliteit van het beleid te waarborgen en verbeteren.

5. Hoe is participatie geregeld in de Omgevingswet

Regels voor participatie per instrument

De verantwoordelijkheid voor het toepassen van participatie ligt volgens de Omgevingswet meestal bij de overheid, bij het bevoegd gezag. Een uitzondering is de omgevingsvergunning. Daar ligt de verantwoordelijkheid bij initiatiefnemer.

De raad stelt de omgevingsvisie, het omgevingsplan of een programma vast en het college van burgemeester en wethouders verlenen een omgevingsvergunning. Voor elk van deze instrumenten zijn regels voor participatie vastgelegd. Die regels hebben betrekking op de kennisgeving aan de voorkant en de motiveringsplicht aan de achterkant. Bij de omgevingsvergunning is sprake van een aanvraagvereiste.

afbeelding binnen de regeling

Kennisgeving

Bij de kennisgeving van een (wijziging van het) omgevingsplan geeft de gemeente aan hoe de participatie wordt vormgegeven. In deze kennisgeving staat hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de verkenning worden betrokken. In de kennisgeving participatie wordt in ieder geval ingegaan op de volgende vragen:

  • Wie worden betrokken?

  • Waarover wordt iemand betrokken?

  • Wanneer wordt iemand betrokken in het proces?

  • Wat is de rol van het bevoegd gezag en van de initiatiefnemer?

  • Waar is aanvullende informatie te vinden of beschikbaar?

Deze kennisgeving participatie kan gelijktijdig plaatsvinden met de kennisgeving voornemen, maar dat hoeft niet. Misschien is er behoefte aan meer tijd om het participatietraject in te richten.

Motivering

De motiveringsplicht geldt voor de omgevingsvisie, het omgevingsprogramma en het omgevingsplan.

Als er sprake is van een motiveringsplicht dan geeft het bevoegd gezag achteraf aan:

  • Hoe zij burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen heeft betrokken bij de voorbereidingen.

  • Wat de resultaten van het participatietraject zijn.

Aanvraagvereiste

Bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning is participatie in bepaalde door de gemeenteraad aangewezen gevallen een aanvraagvereiste. Als een initiatiefnemer hieraan niet of onvoldoende voldoet, kan een aanvraag omgevingsvergunning buiten behandeling worden gelaten.

6. Rol van de gemeente

De gemeente heeft verschillende rollen. Aan de voorkant geeft de gemeente informatie, stelt kaders vast en bevordert participatie. Soms is de gemeente zelf initiatiefnemer. De gemeente is voor de genoemde Omgevingswetinstrumenten het bevoegd gezag. De gemeente beoordeelt, weegt alle belangen af en neemt een besluit.

Participatie is bij de besluitvorming onderdeel van de totale belangenafweging. Een goed doorlopen participatieproces is niet altijd een garantie voor toestemming. Andersom hoeft het ontbreken van draagvlak niet altijd te leiden tot een negatief besluit.

7. Werkwijze

Participatieladder

De participatieladder is een hulpmiddel om te bepalen op welk niveau de omgeving wordt betrokken.

Er zijn verschillenden niveaus van participatie. Van informeren tot coproduceren. Aan de hand van het gekozen niveau kan er een gepaste participatie werkvorm worden gekozen.

afbeelding binnen de regeling

  • Omgevingsvisie: coproduceren

  • Omgevingsprogramma: raadplegen

  • Omgevingsplan: raadplegen

  • Omgevingsvergunning (binnenplans): informeren

  • Omgevingsvergunning (buitenplans): raadplegen

Deze participatieniveaus zijn indicatief; waar noodzakelijk vanuit het maatschappelijk belang zijn afwijkende participatieniveaus mogelijk.

Omgevingsvisie

Voor het opstellen van de Omgevingsvisie (of het wijzigen van de Omgevingsvisie) is gekozen voor het niveau van coproduceren. Partijen worden actief betrokken bij het opstellen van de omgevingsvisie. Dit gebeurt aan de hand van een vooraf opgesteld communicatieplan.

Hierin wordt tenminste aangegeven:

  • Hoe inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties worden betrokken;

  • Op welke momenten zij worden betrokken in het proces;

  • Op welke wijze deze groepen worden geïnformeerd.

In het verslag van het participatietraject wordt aangegeven wat er met de resultaten is gedaan.

Het verslag is onderdeel van de Omgevingsvisie.

Omgevingsprogramma

Voor omgevingsprogramma’s is gekozen voor het niveau raadplegen. Dit betekent dat stakeholders worden geraadpleegd over een al (grotendeels) ingevuld beleidsprogramma. Ketenpartners worden indien nodig om advies gevraagd.

Dit gebeurt aan de hand van een vooraf opgesteld participatieplan.

Hierin wordt tenminste aangegeven:

  • Wie (welke inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties) worden betrokken;

  • Waarover zij worden geraadpleegd

  • Op welk moment of momenten zij worden betrokken in het proces;

  • Op welke wijze worden zij worden geïnformeerd.

In het verslag van het participatietraject wordt aangegeven wat er met de resultaten is gedaan. Het verslag is onderdeel van de motivering van het besluit.

Omgevingsplan

Voor het wijzigen van het omgevingsplan is gekozen voor het niveau raadplegen. Ketenpartners worden indien nodig om advies gevraagd.

Voor de wijziging van het omgevingsplan is een kennisgeving verplicht. In de kennisgeving wordt aangegeven:

  • Wie worden betrokken

  • Waarover men heeft gesproken en hoe de initiatiefnemer de inbreng van de omgeving heeft meegenomen en duidelijk aan te geven waar en waarom welke keuzes gemaakt zijn

  • Wanneer men wordt betrokken in het proces

  • Wat de rol is van het bevoegd gezag en van de initiatiefnemer

  • Waar aanvullende informatie te vinden of beschikbaar is

Dit betekent dat vooraf moet worden nagedacht over participatie. Initiatiefnemer stelt een participatieplan op. In het verslag van het participatietraject wordt aangegeven wat er met de resultaten is gedaan. Het verslag is onderdeel van de toelichting van het omgevingsplan of wordt opgenomen als bijlage bij de toelichting.

Omgevingsvergunning

Concrete initiatieven die niet rechtstreeks passen in het omgevingsplan kunnen, behalve door een wijziging van het omgevingsplan, soms planologisch worden geregeld middels een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa).

Op 2 mei 2023 heeft de raad besloten in welke gevallen participatie bij een Bopa verplicht is. Het besluit is te vinden op de website Officiële bekendmakingen onder de volgende link Gemeenteblad 2023, 308063 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

Bij deze categorieën van verplichte participatie geldt dat de aanvrager bij de aanvraag van de vergunning moet laten zien welke belanghebbende zijn betrokken en wat de resultaten zijn van de participatie. Een verslag van de omgevingsdialoog is onderdeel van de aanvraag.

Als de aanvrager bij deze categorieën niet of onvoldoende aan participatie heeft gedaan, kan het college de aanvraag buiten behandeling laten. Eerst moet het college de aanvrager de gelegenheid geven het gebrek te herstellen (artikel 4:5, Algemene wet bestuursrecht). Of er sprake is van onvoldoende of voldoende participatie hangt af van de specifieke kenmerken van het project of activiteit en de omgeving. De participatie-inspanning van de aanvrager moet in verhouding zijn met de impact op de omgeving van de aangevraagde activiteit.

Bij concrete initiatieven is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor de participatie. De rol van initiatiefnemer kan vervuld worden door inwoners, bedrijven, organisaties, commerciële ontwikkelaars of de gemeente zelf.

De gemeente schrijft niet voor hoe participatie moet, maar doet suggesties over welke werkvormen gebruikt kunnen worden voor een optimaal resultaat.

Hiervoor zijn verschillende participatiewijzers en andere tools opgesteld. Deze zijn beschikbaar op de website en/of kunnen door de behandelaar worden meegegeven.

8. Gegevensbescherming

Als overheid vinden we privacy van onze inwoners belangrijk en houden we ons aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dit betekent dat we in de verslagen omgevingsdialoog of participatie en in de toelichting of motivering van een besluit in beginsel geen persoonsgegevens (zoals bijvoorbeeld een adreslijst) opnemen. Meestal is het voldoende om een groep te benoemen of een kring van belanghebbenden.

Mocht het in bijzondere gevallen, in het belang van een zorgvuldige besluitvorming, toch nodig zijn om specifieker te zijn, dan wordt een geanonimiseerde versie gemaakt. Bij twijfel worden de Privacy Officer (PO) en de Functionaris gegevensbescherming (FG) geraadpleegd.

9. Afwijken van het beleid

Participatie is en blijft maatwerk. De voorgeschreven werkwijze en handreikingen zijn dan ook niet bedoeld als harde blauwdruk, maar als een hulpmiddel voor een goed resultaat. Als door andere werkvormen tot hetzelfde resultaat kan worden gekomen, kan hiervan worden afgeweken. Uiteindelijk bepaalt het bevoegd gezag of alle belangen voldoende in beeld zijn gekomen om een zorgvuldig besluit te kunnen nemen.

10. Inwerkingtreding

Het beleid ‘Participatie bij ruimtelijke plannen Land van Cuijk 2024’ treedt in werking na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2024.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk in zijn openbare vergadering van 4 april 2024.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Marieke Moorman