Verordening Rekenkamer Land van Cuijk 2024

1. Er is een Rekenkamer, zoals beschreven in hoofdstuk IVa van de Gemeentewet.

2. De Rekenkamer bestaat uit vier leden, waaronder een voorzitter.

1. De auditcommissie gemeente Land van Cuijk fungeert als klankbordgroep voor de Rekenkamer.

2. De klankbordgroep heeft de volgende taken:

• a.

  het onderhouden van de contacten van de raad met de Rekenkamer;

• b.

  het aanbevelen aan de raad van een kandidaat voor de benoeming of herbenoeming tot lid van de Rekenkamer, zoals beschreven in artikel 81c van de Gemeentewet, en

• c.

  het berichten en adviseren van de raad over het ontslaan of op non-actief stellen van een lid van de Rekenkamer, zoals beschreven in artikel 81d van de Gemeentewet.

1. De raad benoemt de leden, waaronder de voorzitter van de Rekenkamer voor een periode van zes jaar, zoals beschreven in artikel 81c van de Gemeentewet.

2. De Rekenkamer benoemt een plaatsvervangend voorzitter uit haar midden die bij afwezigheid van de voorzitter diens taken overneemt.

3. De klankbordgroep voegt bij de aanbeveling voor de benoeming van een lid van de Rekenkamer:

• a.

  de mededeling dat het lid de benoeming zal aanvaarden, en

• b.

  een overzicht van de openbare betrekkingen die het lid bekleedt.

4. De leden en de voorzitter kunnen maximaal één keer herbenoemd worden voor een periode van zes jaar.

1. De Rekenkamer is bevoegd om voor haar taken uitgaven te doen die passen binnen haar begroting.

2. De voorzitter doet jaarlijks een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor het komende begrotingsjaar voor een goede uitoefening van de taken, zoals bedoeld in artikel 81j lid 1 van de Gemeentewet.

3. De Rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van zijn taken. Ten laste van dit bedrag worden de totale kosten gebracht van de Rekenkamer en alle overige kosten nodig voor de uitvoering van de taken.

1. De leden van de Rekenkamer ontvangen vanaf de dag waarop zij zijn beëdigd voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding.

2. De vergoeding bedraagt voor de voorzitter 80% en voor het lid 70% van de raadsvergoeding (inwonersklasse 6, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers).

3. De voorzitter en de leden hebben daarnaast aanspraak op vergoeding van reiskosten, in overeenstemming met fiscale regelgeving.

4. De vergoeding onder 2 is opgebouwd uit een vaste component en een onderzoekscomponent. Een lid van de Rekenkamer wordt geacht op jaarbasis 180 uren onderzoek te verrichten.

5. De vergoedingen genoemd in voorgaande leden komen ten laste van het budget voor de Rekenkamer.

1. De Rekenkamer voert haar werkzaamheden uit, zoals beschreven in hoofdstuk XIa van de Gemeentewet.

2. De Rekenkamer bepaalt zelf naar welke onderwerpen onderzoek wordt verricht.

3. De raad kan de Rekenkamer bij motie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek, zoals beschreven in artikel 182 lid 2van de Gemeentewet. De Rekenkamer bericht de raad binnen twee maanden of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan.

4. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de Rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, derden inschakelen. De Rekenkamer kan hen de bevoegdheid toekennen informatie te verzamelen in het belang van een onderzoek. Deze derden hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamer.

5. De Rekenkamer informeert de klankbordgroep tussentijds over de voortgang van werkzaamheden en over huidig en nieuw voorgenomen onderzoek wanneer daartoe aanleiding is.

6. De Rekenkamer vergadert in beslotenheid. Haar rapporten zijn openbaar.

7. Het college verstrekt de raad jaarlijks vóór 1 januari een overzicht van de aan het college gedane voorstellen van de Rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven, zoals beschreven in artikel 185a van de Gemeentewet.

8. De griffie verstrekt de gemeenteraad jaarlijks vóór 1 januari een overzicht van de aan de raad gedane voorstellen van de Rekenkamer welke door de raad zijn overgenomen, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

1. De Rekenkamer stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast, zoals beschreven in artikel 81i van de Gemeentewet.

2. Vóór 1 april stelt de Rekenkamer een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar, zoals beschreven in artikel 185 lid 4 van de Gemeentewet.

3. De Rekenkamer zendt het reglement van orde en het verslag ter kennisneming aan de gemeenteraad en het college, zoals beschreven in artikel 185 lid 4 en artikel 81i van de Gemeentewet.

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na datum bekendmaking.

2. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Rekenkamer Land van Cuijk 2024’.