Verordening burgerinitiatief Land van Cuijk 2024

Geldend van 19-04-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerinitiatief Land van Cuijk 2024

De raad van de gemeente Land van Cuijk;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. ;

gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    in te trekken de Verordening burgerinitiatief gemeente Land van Cuijk 2022;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende verordening overeenkomstig de volgende bepalingen:

Verordening burgerinitiatief Land van Cuijk 2024

Artikel 1. Definitie

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen van de gemeente aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel over een maatschappelijk initiatief;

  • -

    presidium: het presidium zoals bedoeld in artikel 2 van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Land van Cuijk 2024;

  • -

    raadscommissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet;

  • -

    voorzitter: de voorzitter van de gemeenteraad.

Artikel 2. Doelgroep

Ingezetenen van zestien jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 3. Onderwerp burgerinitiatief

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:

  • a.

    aangelegenheden die niet onder de competentie van de raad vallen;

  • b.

    uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • c.

    gemeentelijke procedures;

  • d.

    gemeentelijke organisatie;

  • e.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

  • f.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • g.

    besluiten over rechtspositionele regelingen;

  • h.

    benoeming en ontslag van personen en functioneren van personen

  • i.

    voorstellen of beleidsvoorbereiding door het college;

  • j.

    handelingen en gedragingen van de burgemeester, de wethouders of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van artikel 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • k.

    aangelegenheden waartegen bezwaar kan worden aangetekend op grond van artikel 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • l.

    aangelegenheden waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

  • m.

    een onderwerp waarover in de twee jaar voorafgaand aan het indienen van het initiatief door de raad een besluit is genomen;

  • n.

    onderwerpen waarover de raad in diezelfde raadsperiode al een burgerinitiatief heeft behandeld of afgewezen;

  • o.

    een uitsluitend individueel belang;

  • p.

    een voorstel dat expliciet nadeel of schade oplevert voor specifieke bewonersgroepen.

Artikel 4. Ondersteuningsverklaringen

  • 1. Een burgerinitiatief moet, om in behandeling te kunnen worden genomen, worden ondersteund door:

    • -

      ten minste 150 ingezetenen van zestien jaar en ouder, indien het initiatief betrekking heeft op de hele gemeente;

    • -

      ten minste 100 ingezetenen van zestien jaar en ouder, indien het initiatief betrekking heeft meerdere wijken en/of kernen;

    • -

      ten minste 75 ingezetenen van zestien jaar en ouder, indien het initiatief betrekking heeft op één wijk en/of kern.

  • 2. De ondersteuning als bedoeld in het vorige lid blijkt uit de plaatsing van een handtekening met vermelding van naam, adres en geboortedatum op een aan het burgerinitiatief gehecht vastgesteld formulier.

  • 3. Ingezetenen dienen hun steunbetuigingen schriftelijk in.

Artikel 5. Vorm en inhoud

  • 1. Het burgerinitiatief moet een voorstel aan de raad bevatten voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.

  • 2. Indien uit realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 3. Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van ten minste één en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 6. Wijze van indiening en agendering

  • 1. Een burgerinitiatief wordt schriftelijk bij de voorzitter ingediend.

  • 2. De voorzitter bevestigt de ontvangst van het verzoek schriftelijk aan de initiatiefnemers.

  • 3. De voorzitter brengt het initiatief onverwijld ter kennis van de raad en het college.

  • 4. De voorzitter legt het burgerinitiatief voor aan het presidium ter toetsing van de geldigheid aan de in artikelen 3, 4 en 5 gestelde eisen.

  • 5. Een geldig verzoek leidt tot agendering van het burgerinitiatief voor de eerstvolgende gewone raadsvergadering of op de agenda voor de daaropvolgende gewone vergadering als de agenda voor die vergadering reeds is verzonden.

  • 6. Een burgerinitiatief over een onderwerp dat behoort tot de bevoegdheid van het college of de burgemeester, wordt doorgezonden naar het college of naar de burgemeester.

  • 7. Indien het burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in lid 4 stelt het presidium de initiatiefnemers gedurende een termijn van ten hoogste twee weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 8. Als naar het oordeel van het presidium het initiatief, ook na verstrijken van de in het zevende lid bedoelde hersteltermijn, niet voldoet aan de in de artikel 3, 4 en 5 gestelde eisen, wordt het burgerinitiatief afgewezen. De afwijzing wordt onverwijld ter kennis gebracht van de initiatiefnemers, de raad en het college.

  • 9. Indien initiatiefnemer geen gehoor geeft aan de uitnodiging als bedoeld in artikel 8 wordt het burgerinitiatief aangehouden. Indien indiener aan een tweede uitnodiging als bedoeld in artikel 8 eveneens geen gehoor geeft, wordt het burgerinitiatief van de agenda gehaald.

Artikel 7. Intrekken van een burgerinitiatief

Een burgerinitiatief kan ten allen tijde door de indieners worden ingetrokken tot dat de raad heeft besloten over het in behandeling nemen van het initiatief, zoals bedoeld in artikel 6, lid 6.

Artikel 8. Behandeling

  • 1. Het burgerinitiatief wordt behandeld in de adviescommissie tot wiens werkterrein de inhoud van het burgerinitiatief behoort.

  • 2. De initiatiefnemer wordt uitgenodigd om de vergadering van de commissie bij te wonen.

  • 3. Indien de initiatiefnemer geen gehoor geeft aan de uitnodiging als bedoeld in lid 2, wordt het initiatief niet behandeld en stuurt de voorzitter van de commissie een tweede uitnodiging aan de initiatiefnemer.

  • 4. De initiatiefnemer geeft tijdens de vergadering een korte toelichting op het voorstel en beantwoordt de vragen van de commissie.

  • 5. Het burgerinitiatief wordt op gebruikelijke wijze in de commissie besproken en leidt tot een advies van de commissie aan de raad over het voorstel. De initiatiefnemer mag deelnemen aan de discussie over het voorstel in de commissie.

  • 6. Indien de commissiebehandeling daartoe aanleiding geeft, wordt de initiatiefnemer in de gelegenheid gesteld om het voorstel voorafgaande aan de raadsbehandeling aan te passen. De aanpassing wordt door de initiatiefnemer voorzien van een toelichting.

  • 7. De raad kan een gewijzigd voorstel terugverwijzen naar de commissie voor nadere bespreking.

Artikel 9. Communicatie

  • 1. De raad stelt de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 5, lid 3, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin de besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de reden daarvoor aan.

  • 2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van de gemeente Land van Cuijk de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan, beslist de raad, op voorstel van het presidium, in overleg met de voorzitter van de raad en de griffier.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na datum bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening burgerinitiatief Land van Cuijk 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk in zijn openbare vergadering van 4 april 2024.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Marieke Moorman