Subsidieregeling peuteropvang en VE gemeente Kampen

Geldend van 17-04-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang en VE gemeente Kampen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

gelezen het voorstel met kenmerk 17215-2024,

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Kampen en de Subsidieregeling peuteropvang en VVE gemeente Kampen, vastgesteld op 10 oktober 2017,

overwegende dat het wenselijk is om genoemde subsidieregeling te vervangen door een nieuwe regeling,

besluit vast te stellen de volgende

Subsidieregeling peuteropvang en VE gemeente Kampen

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Kampen;

  • -

    BSN: het Burgerservicenummer is een uniek persoonsnummer dat iedereen krijgt die staat ingeschreven in de Basis Registratie Personen (BRP);

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen;

  • -

    doelgroeppeuter: kind tussen 2,5 jaar oud en het moment dat de het kind naar de basisschool uitstroomt, die in aanmerking komt voor extra uren VE in de peuteropvang, op indicatie van het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg;

  • -

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en met die onderneming een peuteropvang of kinderdagverblijf exploiteert die met VE-registratie staat vermeld in het LRK;

  • -

    inkomensverklaring: een recente officiële verklaring (voorheen IB60) van de Belastingdienst met daarop de inkomensgegevens van de ouder(s)/verzorger(s) in een bepaald belastingjaar;

  • -

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • -

    kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het Rijk, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders, bedoeld als bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang;

  • -

    landelijk maximum uurtarief: het landelijk maximum uurtarief voor het betreffende jaar voor de kinderopvangtoeslag voor de dagopvang;

  • -

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang; het register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • -

    ouderbijdrage: inkomensafhankelijke vergoeding die de ouders betalen aan de aanbieder;

  • -

    ouders: ouder(s) of verzorger(s) van de peuter;

  • -

    peuter: kind tussen 2 jaar oud en het moment dat de het kind naar de basisschool uitstroomt.

  • -

    peuteropvang: voorschoolse voorziening met een aanbod van peuterplaatsen en VE-peuterplaatsen;

  • -

    peuterplaats: een plaats van minimaal 280 en maximaal 320 uur per jaar, verdeeld over 2 verschillende dagen in de week, gedurende minimaal 40 weken per jaar voor peuters vanaf 2 jaar tot het moment dat de peuter naar de basisschool uitstroomt;

  • -

    voorschoolse voorziening: peuteropvang en kinderdagverblijven, die zijn geregistreerd in het LRK als VE-gecertificeerd binnen de gemeente Kampen;

  • -

    VE: Voorschoolse Educatie;

  • -

    VE-jaarbedrag: een subsidie in de vorm van een jaarbedrag aan de houder voor de extra werkzaamheden voor een doelgroeppeuter;

  • -

    VE-peuterplaats: een aanbod peuteropvang van 640 uur per jaar, maximaal 6 uur per dag, gedurende minimaal 40 weken voor een doelgroeppeuter.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze regeling is enkel van toepassing op verstrekking van subsidies door het college voor de in de artikel 3 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    De Asv is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling nadrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor de volgende activiteiten:

  • a.

    het bezetten van een peuterplaats in de peuteropvang;

  • b.

    het bezetten van een VE-peuterplaats door een doelgroeppeuter in de peuteropvang.

Artikel 4 Doelgroep

Een subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3 wordt uitsluitend verstrekt aan een houder van een voorschoolse voorziening met een VE-registratie in het Landelijk Register Kinderopvang.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het bezetten van een peuterplaats in de peuteropvang bedraagt per bezette peuterplaats voor peuters van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag: het aantal afgenomen uren, met een maximum van 320 uur per jaar, maal het landelijk maximum uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage;

  • 2.

    De subsidie voor het bezetten van een VE-peuterplaats door een doelgroeppeuter in de peuteropvang bedraagt:

    • a.

      per bezette VE-peuterplaats door een doelgroeppeuter van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag: het daadwerkelijk aantal afgenomen uren, met een maximum van 640 uur per jaar, maal het landelijk maximum uurtarief. Minus de daadwerkelijk in rekening gebrachte ouderbijdrage over de helft van het aantal afgenomen uren per jaar;

    • b.

      per bezette VE-peuterplaats door een doelgroeppeuter van ouders met recht op kinderopvangtoeslag: het daadwerkelijk aantal afgenomen uren, met een maximum van 320 uur per jaar, maal het landelijk maximum uurtarief. Ouders nemen naast deze uren tenminste een gelijk aantal uren per jaar af, waarover zij kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen;

    • c.

      per bezette VE-peuterplaats door een doelgroeppeuter: een VE-jaarbedrag (€ 998 in 2024), waarbij het bedrag naar rato (in maanden) wordt verstrekt indien een doelgroeppeuter een gedeelte van het jaar deelneemt;

    • d.

      per bezette VE-peuterplaats door een doelgroeppeuter, met als peildatum 1 januari van het subsidiejaar: een subsidie voor de inzet van de wettelijk verplichte pedagogisch beleidsmedewerker VE (€ 474 in 2024).

  • 3.

    De subsidies als bedoeld in het tweede lid, onder c en d, worden jaarlijks geïndexeerd met de index die wordt gebruikt door het Rijk, tenzij er gegronde redenen voor het college zijn om hiervan af te wijken.

Artikel 6 Subsidieplafond

Het college kan besluiten om een subsidieplafond vast te stellen voor de subsidie voor peuterplaatsen en VE-peuterplaatsen tezamen.

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld volgens de in dit artikel opgenomen rangschikking.

  • 2.

    Eerst komen de VE-peuterplaatsen in aanmerking voor subsidie, met binnen deze categorie de volgende rangschikking (subcategorieën):

    • a.

      reeds geplaatste doelgroeppeuters op 1 november voorafgaand aan de subsidieperiode; daarna

    • b.

      doelgroeppeuters die op 1 november voorafgaand aan de subsidieperiode staan ingeschreven en gedurende de subsidieperiode plaatsbaar zijn in een peuteropvanglocatie in de gemeente Kampen; ten slotte

    • c.

      potentiële doelgroeppeuters die op 1 november voorafgaand aan de subsidieperiode nog niet staan ingeschreven, maar bij inschrijving gedurende de subsidieperiode plaatsbaar zijn in een peuteropvanglocatie in de gemeente Kampen.

  • 3.

    Daarna komen peuterplaatsen in aanmerking voor subsidie, met binnen deze categorie de volgende rangschikking (subcategorieën):

    • a.

      reeds geplaatste peuters van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag op 1 november van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode; daarna

    • b.

      peuters die op 1 november voorafgaand aan de subsidieperiode staan ingeschreven en gedurende de subsidieperiode plaatsbaar zijn in een peuteropvanglocatie in de gemeente Kampen; tenslotte

    • c.

      potentiële peuters die op 1 november voorafgaand aan de subsidieperiode nog niet staan ingeschreven, maar bij inschrijving gedurende de subsidieperiode plaatsbaar zijn in een peuteropvanglocatie in de gemeente Kampen.

  • 4.

    Voor zover door verstrekking van de subsidie voor een subcategorie het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het nog beschikbare bedrag evenredig verdeeld naar rato van het aantal aangevraagde (VE-)peuterplaatsen voor de betreffende subcategorie.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend via een door het college vastgesteld digitaal aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag bevat, in afwijking van artikel 6, eerste lid van de Asv:

    • a.

      de naam van de houder van de voorschoolse voorziening, de naam van de locatie en het LRK-nummer, het aantal dagdelen peuteropvang en VE-peuteropvang per week met bijbehorende capaciteit;

    • b.

      een reële inschatting van het gemiddeld aantal bezette peuterplaatsen, uitgesplitst naar ouders van peuters die wel en geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      de gemiddelde ouderbijdrage per peuterplaats en VE-peuterplaats per jaar van ouders van peuters die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • d.

      een reële inschatting van het gemiddeld aantal bezette VE-peuterplaatsen voor maximaal twee dagdelen per week, uitgesplitst naar ouders van peuters die wel en geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • e.

      een reële inschatting van het totaal aantal bezette VE-peuterplaatsen op 1 januari van het subsidiejaar.

  • 3.

    Het college kan nadere gegevens opvragen indien dit nodig is voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Subsidie wordt per kalenderjaar aangevraagd.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, eerste lid, van de Asv, uiterlijk ingediend op 15 november van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 10 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Asv kan de subsidie worden geweigerd indien voor één van de Kampense vestigingen van de houder vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening een bestuursrechtelijke handhavingsprocedure voor het kinderopvangaanbod in voorbereiding of van kracht is.

Artikel 11 Bijzondere verplichtingen betreffende de houder

Na de subsidieverlening dient de houder te voldoen aan de navolgende verplichtingen:

  • a.

    houder werkt mee aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de ontwikkeling van jonge kinderen;

  • b.

    houder verleent doelgroeppeuters voorrang bij de plaatsing van peuters;

  • c.

    houder geeft peuters die woonachtig zijn in de gemeente Kampen voorrang bij plaatsing;

  • d.

    houder heeft een inspanningsverplichting om doelgroeppeuters vanaf 2,5 jaar tenminste gemiddeld 640 uur per jaar gebruik te laten maken van de peuteropvang;

  • e.

    houder hanteert voor de ouderbijdrage de VNG adviestabel ouderbijdragen peuteropvang, zoals deze elk jaar wordt gepubliceerd (vng.nl);

  • f.

    houder int zelf de ouderbijdragen en is verantwoordelijk voor het risico van niet-betalers;

  • g.

    voor het bepalen van de hoogte van het inkomen worden de Inkomensverklaringen van beide ouders of bij een eenoudergezin van de betreffende ouder gebruikt of een kopie van de definitieve aanslag van de inkomstenbelasting van het meest recent beschikbare belastingjaar. Bij sterke afwijking van het inkomen of wanneer ouders geen Inkomensverklaringen kunnen overleggen, kan gebruik worden gemaakt van aanvullende documenten zoals een salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is, en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing;

  • h.

    houder verschaft op verzoek informatie aan de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs, het Rijk of aan andere door het college aangewezen instanties;

  • i.

    onverminderd de bepalingen in de Asv beschikt de houder over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst, binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan het college. Het gaat daarbij onder meer om:

    • -

      een door de ouders ondertekend contract met daarin de namen, adres(sen) en BSN van ouders;

    • -

      naam, geboortedatum en BSN van de kinderen waarop de subsidie betrekking heeft;

    • -

      het aantal uren opvang per kind per week, het tarief per uur, de aanvangsdatum en de (verwachte) einddatum van de opvang;

    • -

      een ‘Verklaring geen recht op Kinderopvangtoeslag’;

    • -

      inkomensgegevens van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • -

      indien het gaat om een VE-peuterplaats: een bewijs van indicatiestelling voor VE van het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg.

Artikel 12 Bijzondere bepalingen en verplichtingen betreffende de inhoud

Na de subsidieverlening dient de houder te voldoen aan de navolgende inhoudelijke bepalingen en verlichtingen:

  • a.

    houder zorgt voor een warme overdracht bij uitstroom van een doelgroeppeuter naar de basisschool of een andere vervolgvoorziening;

  • b.

    houder zorgt voor een aantoonbare samenwerking met tenminste één basisschool middels een jaarplan, waarin de doorgaande lijn voor (doelgroep)peuters is geborgd. Het jaarplan is ondertekend door beide partijen en bevat minimaal afspraken over de samenwerking op het gebied van:

    • -

      de inhoudelijke thema’s waarmee in de groepen wordt gewerkt;

    • -

      ouderbetrokkenheid;

    • -

      de overdracht van peuters naar de basisschool;

    • -

      de warme overdracht van doelgroeppeuters;

    • -

      borging van de doorgaande lijn voor (doelgroep)peuters;

  • c.

    houder zorgt voor een aantoonbare samenwerking binnen de bestaande jeugdhulp- en zorgstructuur in gemeente Kampen;

  • d.

    houder zoekt proactief samenwerking met logische partners binnen gemeente Kampen, zoals gemeente, onderwijs, kinderopvang en welzijn.

Artikel 13 Verantwoording

  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt, in afwijking van de artikelen 13, eerste lid en 14, eerste lid, van de Asv, uiterlijk op 1 april van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar ingediend.

  • 2.

    De aanvraag om vaststelling wordt ingediend via een door het college vastgesteld digitaal aanvraagformulier.

  • 3.

    Een aanvraag bevat, in afwijking van artikel 13, tweede lid, artikel 14, tweede lid en artikel 15, tweede lid, van de Asv:

    • a.

      de naam van de houder van de voorschoolse voorziening, de naam van de locatie en het LRK-nummer, het aantal dagdelen peuteropvang en VE-peuteropvang per week met bijbehorende capaciteit;

    • b.

      het gemiddeld aantal bezette peuterplaatsen, uitgesplitst per maand en uitgesplitst naar ouders van peuters die wel en geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      de gemiddelde ouderbijdrage per peuterplaats en VE-peuterplaats, uitgesplitst per maand, van ouders van peuters die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • d.

      het gemiddeld aantal bezette VE-peuterplaatsen voor maximaal twee dagdelen per week, uitgesplitst per maand en uitgesplitst naar ouders van peuters die wel en geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • e.

      het totaal aantal bezette VE-peuterplaatsen op 1 januari van het subsidiejaar.

Artikel 14 Bevoorschotting

  • 1.

    De betaling van de subsidie vindt plaats middels bevoorschotting van 100% van de verleende subsidie.

  • 2.

    Voor subsidies tot € 300.000 wordt het voorschot in een keer verstrekt binnen een maand na het nemen van de verleningsbeschikking.

  • 3.

    Voor subsidies boven de €300.000 wordt het voorschot in gelijke delen verstrekt in de maanden januari, april, juni en oktober.

Artikel 15 Intrekking bestaande regeling

  • 1.

    De Subsidieregeling peuteropvang en VVE gemeente Kampen, vastgesteld op 10 oktober 2017, wordt ingetrokken.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde regeling blijft van kracht op subsidies die voor de kalenderjaren voorafgaand aan 2024 zijn aangevraagd.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2.

    Subsidieaanvragen die zijn ingediend op grond van de Subsidieregeling peuteropvang en VVE gemeente Kampen voor het kalenderjaar 2024, worden behandeld op basis van de subsidieregeling peuteropvang en VE gemeente Kampen.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang en VE gemeente Kampen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 9 april 2024.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

N.J. Middelbos,

secretaris

S. de Rouwe,

burgemeester