Financieel Besluit Wmo gemeente Smallingerland per 2024-2

Geldend van 13-04-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2024

Intitulé

Financieel Besluit Wmo gemeente Smallingerland per 2024-2

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op de Verordening Wmo van de gemeente Smallingerland 2024;

b e s l u i t vast te stellen:

Financieel Besluit Wmo gemeente Smallingerland per 2024-2

Dit Financieel Besluit is vastgesteld op 26 maart 2024 en treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 maart 2024

HOOFDSTUK 1 Bedragen Zorg in Natura (ZIN) en Persoonsgebonden budget (Pgb) voor maatwerkvoorzieningen Wmo

Artikel 1 Bedragen Individuele Begeleiding, Begeleiding Groep, Kortdurend verblijf, Vervoer bij Begeleiding Groep en Kortdurend verblijf en Hulp bij Huishouden,.

De hoogte van de tarieven van Individuele Begeleiding, Begeleiding Groep, Kortdurend verblijf, Vervoer bij Begeleiding Groep, Vervoer bij Kortdurend verblijf en Hulp bij Huishouden zijn als volgt:

Naam product Wmo

Productcode

ZIN 2024

Pgb Formeel

Pgb Informeel

Eenheid

Individuele begeleiding basis

02B01 (t/m 27jr.)

02B02 (28jr.+)

€ 65,06

Є 58,55

€24,42

Gebaseerd op de CAO VVT FWG 30 periodiek 10. Het bedrag dat geldt vanaf oktober 2024 na komende loonsverhogingen.

Uur

Dagbesteding variant A

07D01

€ 37,29

€ 33,56

N.v.t. 

Dagdeel

Dagbesteding variant B

07D03

€ 64,50

€ 58,05

N.v.t. 

Dagdeel

Arbeidsmatige dagbesteding variant A

07D11

€ 37,94

€ 34,15

N.v.t.

Dagdeel

Arbeidsmatige dagbesteding variant B

07D13

€ 65,80

€ 59,22

N.v.t.

Dagdeel

Huishoudelijke hulp

01H01

€ 35,43

€ 31,89

€ 20,99

Gebaseerd op de CAO VVT HBH 5. Het bedrag dat geldt vanaf oktober 2024 na komende loonsverhogingen.

Uur

Artikel 2 Bedragen Woonvoorzieningen

  • 1. Het primaat van verhuizen wordt niet toegepast als het bedrag van een woningaanpassing minder bedraagt dan € 7.500,-.

  • 2. Woonwagen, woonschip, binnenschip

  • Een voorziening voor woonwagens of woonschepen of binnenschepen die niet voldoen aan de voorwaarden, zoals genoemd in Artikel 21 (lid 4.b) van de Beleidsregels Wmo gemeente Smallingerland 2024, bedraagt maximaal € 1.047,-.

  • 3. Hoogte Pgb bij bouwkundige woonvoorzieningen

  • De hoogte van het Pgb voor bouwkundige woonvoorzieningen wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de door het college goedgekeurde offerte. Hierbij mogen de volgende kosten worden meegenomen:

    • a.

      De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening.

    • b.

      Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en komen alleen de materiaalkosten voor een Pgb in aanmerking;

    • c.

      De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risico Regeling Woning- en utiliteitsbouw 1991.

    • d.

      Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen;

    • e.

      De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is (bijv. bij nieuwbouw of uitbreiding), tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

    • f.

      De leges voor de bouwvergunning, voor zover de bouwvergunning betrekking heeft op het treffen van de voorzieningen;

    • g.

      Renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

    • h.

      De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen de oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden.

    • i.

      De door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

    • j.

      De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

    • k.

      De kosten van (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening;

    • l.

      De administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor cliënt.

  • 4. Financiële maatwerkvoorziening

    • a.

      Een gemaximeerde financiële maatwerkvoorziening kan verstrekt worden voor:

  • Soort woonvoorziening

    Maximaal bedrag

    Duur

    Bezoekbaar maken van een woning

    € 3.134,-

     

    Vergoeding bij 'ontruiming' aangepaste

    woonruimte

    € 5.000,-

     

    Verhuis- en herinrichtingskostenvergoeding

    € 3.134,-

     

    Vergoeding tijdelijke huisvesting

    Wordt vastgesteld op basis van de maximale huur in de

    sociale sector, de Wet op de huurtoeslag

    Max. 6 maanden

    Huurderving

    Wordt vastgesteld op basis van de maximale huur in de

    sociale sector, de Wet op de huurtoeslag

    Max. 6 maanden

    Kosten voor niet ingrijpende

    woningaanpassingen

    Wordt berekend a.d.h.v. het programma Ergocalc van

    Casadata. Een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening ofwel een niet bouwkundige of niet-woontechnische woonvoorziening bedraagt 100% van

    de in aanmerking komende kosten.

     

    Kosten voor niet ingrijpende

    woningaanpassingen aan

    gemeenschappelijke ruimtes

    Wordt berekend a.d.h.v. het programma Ergocalc van

    Casadata. De hoogte van de vast te stellen

    woonvoorziening aan een gemeenschappelijke ruimte

    bedraagt 50% van de voor vergoeding in aanmerking

    komende kosten, de overige 50% wordt vergoed door

    de verhuurder/ woningcorporatie.

     

    Noodzakelijke aanpassingen aan de

    openbare ruimte ten behoeve van

    toegankelijkheid woning.

    € 5.000,-

     
    • b.

      Een financiële maatwerkvoorziening kan verstrekt worden voor:

      • Onderhoud, keuring en reparatie: Alleen de werkelijk gemaakte kosten van onderhoud, keuring en reparatie aan de hieronder genoemde producten of onderdelen komen in aanmerking voor een eenmalige financiële maatwerkvoorziening:

        • trapliften;

        • rolstoel- of plateauliften;

        • woonhuisliften;

        • hefplateauliften;

        • de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar

        • keukenblok, blad of wastafel;

        • elektromechanisch openings- en sluitingsmechanisme van deuren.

      • Verwijdering van woonvoorzieningen: Een gehele of gedeeltelijke vergoeding voor de kosten van verwijdering van een bouwtechnische of woon technische woonvoorziening kan worden verstrekt, indien de woonruimte in de huidige staat niet opnieuw verhuurbaar is.

      • Woningsanering Een vergoeding voor woningsanering betreft uitsluitend kosten die noodzakelijk zijn voor vervanging van vloerbedekking in verband met een aanwijsbaar medische noodzaak. De hoogte van de vergoeding wordt op vastgesteld basis van het bedrag van de kosten volgens de door het college geaccepteerde offerte indien de gemeente voor de betreffende zaak geen overeenkomst heeft gesloten.

Artikel 3 Bedragen Hulpmiddelen

  • 1. Een rolstoelvoorziening kan in natura of in de vorm van een Pgb worden verstrekt.

    • a.

      De maximum hoogte van het Pgb voor een rolstoelvoorziening (behalve de sportrolstoel) wordt vastgesteld:

      • Op basis van de prijs van de goedkoopst compenserende voorziening in natura bij de leverancier waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, zo nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering.

      • Op basis van het bedrag van de kosten volgens de door het college geaccepteerde offerte indien de gemeente voor de betreffende zaak geen overeenkomst heeft gesloten.

    • b.

      Indien het hulpmiddel van de door de cliënt gekozen zorgaanbieder hoger is dan de prijs van de goedkoopst compenserende voorziening in natura bij de leverancier waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, betaalt de cliënt het meerdere zelf.

    • c.

      Cliënt is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden. In geval van een scootmobiel of elektrische rolstoel is het daarnaast verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van het hulpmiddel.

  • 2. Een traplift kan in natura of in de vorm van een Pgb worden verstrekt. De maximum hoogte van het Pgb voor een traplift wordt vastgesteld:

    • a.

      Op basis van de prijs van de goedkoopst compenserende voorziening in natura bij de leverancier waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, zo nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering.

    • b.

      Op basis van het bedrag van de kosten volgens de door het college geaccepteerde offerte indien de gemeente voor de betreffende zaak geen overeenkomst heeft gesloten.

Artikel 4 Bedragen Sportvoorzieningen

Een sportvoorziening wordt uitsluitend als financiële maatwerkvoorziening verstrekt, ten hoogte van de kosten van een rolstoel voor een recreatieve of breedte sport. Indien de cliënt een duurdere sportvoorziening voor sportbeoefening nodig heeft, komen de meerkosten voor rekening van de cliënt zelf.

Maximaal bedrag

 

3 jaar

€ 2.540,-

6 jaar

€ 5.080,-

Artikel 5 Bedragen Vervoersvoorzieningen

  • 1. Hoogte Pgb vervoersvoorziening

  • De hoogte van het Pgb voor aanschaf van een vervoersvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst adequate voorziening.

    • a.

      De goedkoopst adequate vervoersvoorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst.

    • b.

      Indien een Pgb voor aanschaf van een vervoersvoorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een Pgb voor onderhoud, service en verzekering worden toegekend.

    • c.

      Het Pgb voor onderhoud, service en verzekering wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de vervoersvoorziening.

  • 2. Verantwoording Pgb vervoersvoorziening

    • a.

      De cliënt dient binnen drie maanden na de datum van de toekenningsbeschikking een kopie van het aanschafbewijs (kopie factuur) in te leveren.

    • b.

      Daarnaast dient hij jaarlijks opgave te doen van het onderhoud, door indiening van een kopie onderhoudsfactuur.

  • 3. Lokaal vervoer

    • a.

      Opstaptarief en tarief per kilometer

      Personen die een maatwerkvoorziening ontvangen in de vorm van het CVV moeten een vervoersbijdrage betalen in de vorm van een opstaptarief en een tarief per kilometer. Het opstaptarief per rit is € 1,- en de bijdrage per kilometer € 0,10.

    • b.

      Vervoersvergoeding gebruik eigen auto of auto uit sociaal netwerk.

      Een vervoersvergoeding wordt alleen verstrekt indien de gebruikskosten van een (eigen) auto voor de cliënt als persoon niet algemeen gebruikelijk zijn.

      De hoogte van een vervoersvergoeding voor het gebruik van een eigen auto of auto uit sociaal netwerk bedraagt € 0,23 per kilometer (conform belastingsystematiek).

      De totale hoogte van de vervoersvergoeding wordt mede gebaseerd op de omvang van het vervoer. De omvang (vervoersbundel) wordt op maat vastgesteld op basis van de aard van de beperking, de vervoersbehoefte en het gebruik van andere vervoersvoorzieningen, met een maximum omvang van 1500 km per jaar. De vervoersvergoeding is daarmee maximaal € 345,- op jaarbasis.

    • c.

      Pgb formeel vervoer

      De hoogte van een Pgb formeel vervoer, in plaats van collectief vervoer via de door de gemeente gecontracteerde aanbieder, wordt gebaseerd op basis van de werkelijke kosten van het vervoer met een maximum van €1,95 per kilometer (het marktconform tarief van de vervoersaanbieder).

      De totale hoogte van het Pgb wordt mede gebaseerd op de omvang van het vervoer. De omvang (vervoersbundel) wordt op maat vastgesteld op basis van de aard van de beperking, de vervoersbehoefte en het gebruik van andere vervoersvoorzieningen, met een maximum omvang van 1500 km per jaar. Het Pgb formeel vervoer is daarmee maximaal € 2925,- op jaarbasis.

    • d.

      Voor cliënt die naast een vervoersvergoeding gebruik eigen auto of auto uit sociaal netwerk of een Pgb formeel vervoer ook een scootmobiel in gebruik hebben, wordt de omvang beperkt tot maximaal 750 kilometers per jaar.

    • e.

      Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor een vervoersvergoeding gebruik eigen auto of auto uit sociaal netwerk of een Pgb formeel vervoer en de vervoersbehoefte vrijwel geheel samenvalt, wordt de omvang beperkt tot maximaal 1500 km per jaar.

    • f.

      Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor een vervoersvergoeding gebruik eigen auto of auto uit sociaal netwerk of een Pgb vervoer en de vervoersbehoefte gedeeltelijk samenvalt, zal nader worden bepaald welk deel samenvalt en welk deel voor een persoonsgebonden budget in aanmerking kan komen.

HOOFDSTUK 2 Overige bepalingen

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Dit Besluit wordt aangehaald als: 'Financieel Besluit Wmo gemeente Smallingerland 2024-2’;

  • 2. Dit Financieel Besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 maart 2024;

  • 3. Met inwerkingtreding van dit Financieel besluit wordt het 'Financieel besluit Wmo gemeente Smallingerland 2024' ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 maart 2024.

Het College van burgemeester en wethouders,

de burgemeester,

de secretaris