Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR718437
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR718437/1
Beoordelingskader beschermd wonen Regio IJssel-Vecht
Geldend van 13-04-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2024
Intitulé
Beoordelingskader beschermd wonen Regio IJssel-VechtBeoordelingskader beschermd wonen
Burgemeesters en wethouders van de gemeente Zwolle
Besluiten 26 maart 2024
De beleidsregel Beoordelingskader beschermd wonen vast te stellen
Dit besluit treedt 1 april 2024 in werking
Toelichting:
Dit beoordelingskader is tot stand gekomen in gezamenlijke afstemming tussen de Toegangen van de lokale gemeenten in de regio IJssel-Vecht[1] en de Centrale Toegang van GGD IJsselland. Het kader gaat uit van de producten, voorwaarden en eisen zoals vanaf 01 juli 2023 voor de regionaal ingekochte beschermd wonen producten gelden.
[1] Gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Kampen, Ommen, Steenwijkerland, Staphorst, Zwartewaterland en Zwolle
Inhoud
1.1 Inleiding 3
1.2 Procedure van aanmelding voor een maatwerkvoorziening 3
1.3 Toepassen beoordelingskader algemeen 3
1.3.1 Beschermd wonen volgens de Wmo 2015 3
1.3.2 Doelgroep op grond van de wet 3
1.3.3 Afbakening met andere domeinen 4
1.3.4 Toepassing Woonplaatsbeginsel 4
1.4 Het onderzoek 5
1.4.1 Vaststelling aard van de problematiek 5
1.4.2 Vaststelling behoefte aan en de mate van toezicht 5
1.4.3 Afwijzen aanvraag beschermd wonen 6
1.5 Aard en omvang van de ondersteuning beschermd wonen 7
1.5.1 Resultaten en doelen 7
1.5.2 Producten beschermd wonen Regio IJssel-Vecht 8
1.5.3 Product en looptijd van de beschikking 8
1.5.4 Wachtlijst 8
1.5.5 Verstrekking vorm: Zorg in Natura of Persoonsgebonden Budget 9
1.5.6 Afgeven van de beschikking 9
Bijlage 1 Product en module omschrijving 10
Beschermd Wonen Basis en Plus 11
Begeleid Wonen 17
Module Nazorg 19
Module Dagbesteding 22
Module Verblijf kind bij ouder 24
1.1 Inleiding
Dit document beschrijft het beoordelingskader beschermd wonen voor de regio IJssel-Vecht [2] . Het beoordelingskader wordt toegepast door de wijkteams van de acht gemeenten in de regio IJssel-Vecht tijdens het vaststellen van de problematiek en de meest passende en noodzakelijke ondersteuningsvorm.
[2] Gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Kampen, Ommen, Steenwijkerland, Staphorst, Zwartewaterland en Zwolle
1.2 Procedure van aanmelding voor een maatwerkvoorziening
De aanmeldingsprocedure voor een Inwoner tot een maatwerkvoorziening staat beschreven in de Beleidsregel “Toelichting op procedure aanvragen Wmo voorziening bij verordening maatschappelijke ondersteuning DEEL 0”. Uitgangspunt vormt hierbij artikel 2.3.2. eerste lid van de Wmo 2015. De Inwoner kan met zijn hulpvraag terecht bij één van de wijkteams in Zwolle.
Tijdens deze aanmeldingsprocedure wordt voor beschermd wonen het volgende beoordelingskader toegepast.
1.3 Toepassen beoordelingskader algemeen
De gemeente gaat onderzoeken of op basis van de hulpvraag een Wmo-voorziening de meest passende oplossing is voor de Inwoner. Mogelijk is een voorziening op grond van een andere wetgeving voorliggend.
1.3.1 Beschermd wonen volgens de Wmo 2015
Beschermd wonen is het wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de Inwoner of anderen.
1.3.2 Doelgroep op grond van de wet
Met inachtneming van artikel 2.2 van de verordening kan een Inwoner in aanmerking komen voor beschermd wonen op grond van de wet als:
-
1. Hij psychische- of psychosociale problemen heeft en niet in staat is zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving en;
-
2. Hij de situatie van psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen gericht op het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid in de thuissituatie in voldoende mate kan verminderen of wegnemen en;
-
3. Beschermd wonen een passende en noodzakelijke bijdrage levert aan het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie, het psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, voorkomen van maatschappelijke overlast en/of het afwenden van gevaar voor de Inwoner of anderen en daarbij voorziet in het realiseren van een situatie waarin de Inwoner in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
1.3.3 Afbakening met andere domeinen
Naast de Wmo zijn andere financieringsvormen op het gebied van GGZ. Het gaat dan om verblijf gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet forensische zorg. Dat betekent dat de gemeente altijd onderzoekt of één van deze wetten mogelijk voorliggend is.
Zorgverzekeringswet
Er is sprake van zorg uit de Zorgverzekeringswet wanneer de aanwezigheid van een psychiater of arts in de directe nabijheid van de Inwoner noodzakelijk is. Het wonen maakt integraal onderdeel uit van de behandeling.
Wet forensische zorg
De Wet forensische zorg regelt en financiert de zorg voor Inwoners met een justitiële forensische zorgtitel.
Wet langdurige zorg
De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt en financiert onder andere de intramurale zorg voor Inwoners die blijvend zijn aangewezen op 24 uur per dag zorg in nabijheid of permanent toezicht vanwege hun psychische stoornis (al dan niet in combinatie met een verstandelijke beperking). Er is vastgesteld dat de Inwoner levenslange en levensbrede noodzaak heeft tot 24-uurs zorg in nabijheid. Er is geen uitzicht op verbetering of herstel.
1.3.4 Toepassing Woonplaatsbeginsel
Tot de invoering van het woonplaatsbeginsel is de Centrumgemeente financieel verantwoordelijk voor het verstrekken van beschermd wonen. De lokale gemeenten zijn inhoudelijk verantwoordelijk. De gemeente waar de Inwoner zich meldt gaat middels het toepassen van het woonplaatsbeginsel onderzoeken welke gemeente inhoudelijk en financieel verantwoordelijk is voor de Inwoner. Doorgaans is dit de gemeente waar de Inwoner het meest recente woonadres op basis van het BRP heeft. Het woonplaatsbeginsel beschermd wonen is alleen van toepassing op nieuwe instroom en op “klassiek” beschermd wonen. Het is niet van toepassing op tussenvormen, waarbij Inwoners ambulant geholpen worden en/of huur betalen. Nadere uitwerking van het woonplaatsbeginsel Beschermd wonen vindt landelijk plaats.
1.4 Het onderzoek
1.4.1 Vaststelling aard van de problematiek
De grondslag (ofwel de reden voor de aanvraag en een toekenning) voor een voorziening beschermd wonen is gebaseerd op de constatering dat het gaat om psychiatrische en/of ernstige psychosociale problematiek. Daarbij kan sprake zijn van verstandelijke -, lichamelijke - of zintuiglijke problematiek, echter de psychiatrische en/of ernstige psychosociale problemen staan op de voorgrond. Dit betekent dat beschermd wonen niet toegekend wordt, als andere problemen op de voorgrond staan.
Vaststelling psychiatrische en/of ernstige psychosociale problematiek
Het vaststellen van psychiatrische en/of ernstige psychosociale problematiek (op basis van diagnostiek of relevant onderzoek) gebeurt door of onder verantwoordelijkheid van een ter zake deskundig behandelaar. Verslaglegging hiervan wordt door de Inwoner overlegd op verzoek van het Sociaal Wijkteam. De doelgroep kenmerkt zich door het ontbreken van een bewuste ondersteuningsbehoefte en heeft onvoldoende maatschappelijke- en zelfredzaamheidsvaardigheden. Vaak is er sprake is van ernstige ontregeling op meerdere of alle leefgebieden in combinatie en de behoefte aan toezicht. Er moet dus sprake van psychiatrische en/of ernstige psychosociale problematiek, veelal komt dit voor in combinatie met tenminste twee en vaak meerdere van onderstaande problemen (meervoudige problematiek):
-
• Verslavingsproblematiek
-
• (Sterk vermoeden) van een verstandelijke beperking
-
• Trauma als gevolg van (langdurig) geweld
-
• Ernstige gedragsproblematiek
1.4.2 Vaststelling behoefte aan en de mate van toezicht
De toelating tot beschermd wonen kan alleen verstrekt worden indien 24/7 ondersteuning in de nabijheid noodzakelijk is. De mate waarin een Inwoner in staat is zich te handhaven op onderstaande gebieden is een leidraad voor het vaststellen het benodigde toezicht.
-
• Zelfverzorging; kan zichzelf verzorgen (persoonlijke verzorging, hygiëne, lichamelijke en geestelijke gezondheid (inclusief medicatie innemen).
-
• Financieel redzaam; kan weekbudget (laten) beheren, geld wordt besteed aan voeding of andere noodzakelijke kosten van bestaan.
-
• Kan een hulpvraag stellen indien hij/zij ondersteuning wenst. Staat open voor begeleiding en laat de begeleider toe in haar of zijn woning.
-
• Kan een hulpvraag (op eigen kracht of met hulp van zijn/haar omgeving) uitstellen; bijvoorbeeld naar de volgende dag of naar de volgende afspraak (zonder verergering van problemen).
-
• Heeft iemand in de omgeving die hem/haar duurzaam wil ondersteunen bij het (uit)stellen van de hulpvraag.
-
• Sociaal redzaam; is in staat sociale contacten aan te gaan en te begrenzen (niet vereenzamen en geen grensoverschrijdend gedrag en overlast, ook niet van personen uit het netwerk die in de woning komen)
-
• Veiligheid; staat in voor zijn/haar veiligheid en vormt geen risico voor de maatschappij (agressie, gevaar, verwaarlozing, overlast).
-
• Regievoering: is in staat om regie over het eigen leven te voeren (al of niet in samenspel met het eigen sociaal netwerk).
-
Het gaat om Inwoners die (nog) niet in staat zijn of nog onvoldoende regie hebben om alle organisatorische en financiële aspecten rondom het beheren van een eigen woning te verzorgen. Dit vanuit de persoonlijke problematiek en niet vanuit externe zaken zoals (belasting)schulden of zwarte lijst woningcorporatie en dergelijke. Voorgaande betekent dat geen toelating tot beschermd wonen wordt afgegeven indien de Inwoner in staat is om zelfstandig te blijven wonen, dan wel een uitdrukkelijke wens hiervoor heeft uitgesproken.
1.4.3 Afwijzen aanvraag beschermd wonen
De gemeente kan op basis van het onderzoek tot de conclusie komen dat beschermd wonen niet de meest passende of noodzakelijke ondersteuning is voor de Inwoner. De keuze voor een ondersteuningsvorm wordt door de gemeente gemotiveerd in het gespreksverslag. Hierbij wordt gebruik gemaakt van dit beoordelingskader.
Redenen voor afwijzing van een aanvraag beschermd wonen kunnen o.a. zijn:
-
• Deskundige heeft vastgesteld dat psychiatrische problematiek en-/of ernstige psychosociale problematiek niet op de voorgrond staan.
-
• Er is geen 24/7 toezicht en begeleiding noodzakelijk.
-
• De Inwoner is niet gemotiveerd (ondersteuning is vrijwillig en vrijblijvend).
-
De problematiek van de Inwoner kan voorliggend, door inzet van ambulante of andere (lokale) Wmo voorziening(en) of andere wetgeving aangepakt worden.
1.5 Aard en omvang van de ondersteuning beschermd wonen
Indien het onderzoek zoals beschreven in paragraaf 1.4 uitwijst dat beschermd wonen noodzakelijk is, dan dienen vervolgens de aard en omvang van de ondersteuning bepaald te worden. Hiervoor worden eerst de te behalen doelen en resultaten omschreven.
1.5.1 Resultaten en doelen
Het gaat bij beschermd wonen om het bieden van onderdak en begeleiding. Een beschermende woonvorm biedt géén behandeling [3] . Als een Inwoner behandeling nodig heeft, moet deze dat zelf regelen, eventueel met behulp van de begeleider.
Doelen van beschermd wonen:
-
• Het bevorderen en herstel van zelfredzaamheid en participatie.
-
• Het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren.
-
• Stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld.
-
• Het bieden van een veilige woonomgeving.
-
• Het voorkomen van verwaarlozing, maatschappelijke overlast en het afwenden van gevaar voor de Inwoner of voor anderen.
-
De gemeente en Inwoner bepalen gezamenlijk met behulp van de onderstaande leefgebieden de doelen waarvoor de ondersteuning wordt ingezet.
Leefgebieden
-
We onderscheiden de volgende leefgebieden:
-
• Huisvesting
-
• Gezondheid (Lichamelijk en geestelijk)
-
• Dag invulling en vrije tijd
-
• Financiën
-
• Sociale relaties/sociaal netwerk
-
• Maatschappelijk leven
-
• Justitie
-
• Verslaving
-
• ADL
[3] Behandeling: Er is sprake van behandeling wanneer de Inwoner vanwege een aandoening, beperking, stoornis of handicap geneeskundige zorg van specifieke medische, specifieke gedragswetenschappelijke of specifieke paramedische aard nodig heeft. De behandeling is gericht is op herstel, of voorkomen van verergering. Bron: www.zorginstituutnederland.nl
1.5.2 Producten beschermd wonen Regio IJssel-Vecht
We onderscheiden de volgende beschermd wonen producten*: |
||
1. |
2. |
3. |
Beschermd wonen - Basis Intensieve begeleiding, 24/7 toezicht |
Beschermd wonen - Plus Intensieve begeleiding, 24/7 toezicht en gedragsregulering |
Begeleid wonen Reguliere begeleiding 24/7 bereikbaarheid |
Deze Beschermd wonen producten kunnen worden uitgebreid met: |
||
Module: Dagbesteding |
||
Module: Verblijf kind bij ouder |
||
Module: Nazorg |
*In bijlage 1 zijn de producten nader omschreven en uitgewerkt.
1.5.3 Product en looptijd van de beschikking
De gemeente bepaalt op basis van het Inwonersprofiel (zie bijlage 1) en te halen doelen de meeste passende ondersteuning. Hierbij kan de consulent kiezen uit beschermd wonen basis, beschermd wonen plus of begeleid wonen. Het product kan worden aangevuld met de modules dagbesteding, verblijf kind bij ouder en nazorg.
De gemeente bepaalt op basis van de te behalen doelen de looptijd van de beschikking. De maximale looptijd van een beschikking is drie (3) jaar. De gemeente omschrijft in het gespreksverslag de resultaten van het onderzoek en de afgesproken doelen. Het gespreksverslag dient te worden getekend door zowel de Inwoner als de consulent van de gemeente.
1.5.4 Wachtlijst
Na beschikking wordt Inwoner op de wachtlijst beschermd wonen geplaatst. De Inwoner wordt geïnformeerd over de acceptatieplicht binnen beschermd wonen.
De wachtlijstbeheerders van GGD IJsselland zoeken een passende plek bij een gecontracteerde zorgaanbieder. Hierin worden huidige woonplaats, netwerk, eventueel geloofsovertuiging en andere maatschappelijke aspecten betrokken. De Inwoner heeft, eventueel samen met een consulent van de gemeente, een gesprek met de beoogde zorgaanbieder.” Indien zorgaanbieder en Inwoner tot overeenstemming komen stelt de zorgaanbieder op basis van het gespreksverslag en de gemaakte afspraken een ondersteuningsplan op. In het ondersteuningsplan wordt beschreven hoe de doelen uit het gespreksverslag bereikt moeten worden en welke ondersteuning wordt ingezet.
Wanneer Inwoner de voorgestelde plek niet passend vindt, dient de Inwoner de afwijzing gemotiveerd (schriftelijk of mondeling) kenbaar te maken bij de wachtlijstbeheerders. De wachtlijstbeheerders bepalen of het een geldige reden is om de voorgestelde plek te weigeren. Indien de reden geldig, dan blijven wachtlijstbeheerders actief op zoek naar een andere passende plek. Indien de reden niet voldoende is, dan worden de wachtdagen van de Inwoner op on-hold gezet. De Inwoner kan dit moment gebruiken om gezamenlijk met de Toegang een gesprek te voeren over welke ondersteuning als passend wordt geacht. Als beschermd wonen nog steeds passend is, wordt dit doorgegeven aan de wachtlijstbeheerders. Zij gaan dan weer actief zoeken naar een passende plek. Als Inwoner voor een tweede keer weigert zonder goede reden, dan is de consequentie dat de wachtdagen van de Inwoner naar nul worden gezet. Er volgt een gesprek met Toegang en Inwoner om naar alternatieven te gaan kijken, buiten het beschermd wonen aanbod om.
Als Inwoner nog wachtende is op een plek binnen beschermd wonen, wordt passende ambulante begeleiding ter overbrugging ingezet vanuit de gemeente.
1.5.5 Verstrekking vorm: Zorg in Natura of Persoonsgebonden Budget
Beschermd wonen kan worden verstrekt in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. De regio IJssel-Vecht gaat uit van voldoende passend aanbod in de vorm van zorg in natura bij de gecontracteerde beschermd wonen zorgaanbieders. Indien voor een Inwoner geen passend aanbod is in de vorm van zorg in natura is het onder voorwaarden mogelijk de ondersteuning bij een niet gecontracteerde zorgaanbieder af te nemen. De gemeente kan hiervoor een persoonsgebonden budget afgeven. De Inwoner dient zelf te motiveren waarom geen passend aanbod is in de vorm van zorg in natura. Tevens vindt een pgb-vaardigheidstoets plaats en moet een pgb-plan inclusief bewijsdocumenten worden aangeleverd. De voorwaarden voor het toekennen van een persoonsgebonden budget en de pgb-aanvraag procedure staan beschreven in ‘Beoordelingskader Persoonsgebonden Budget thuisondersteuning en beschermd wonen 2024’ van gemeente Zwolle.
1.5.6 Afgeven van de beschikking
De Inwoner ontvangt een beschikking van de lokale gemeente. Hierin is gemotiveerd opgenomen welke ondersteuning is toegekend, de duur van de beschikking en indien mogelijk door welke zorgaanbieder de ondersteuning wordt geleverd. Hierop is bezwaar mogelijk.
Indien de Inwoner kiest voor verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt de informatie met betrekking tot de ondersteuningsvorm en intensiteit vastgelegd in een gespreksverslag. Op het gespreksverslag is geen bezwaar mogelijk. De Inwoner kan deze informatie gebruiken bij het opstellen van het pgb-plan. In het beoordelingskader pgb wordt beschreven hoe een pgb-aanvraag wordt beoordeeld. Bij toekenning van het persoonsgebonden budget ontvangt de Inwoner een beschikking van de lokale gemeente. Hierop is bezwaar mogelijk.
Toelichting:
Dit beoordelingskader is tot stand gekomen in gezamenlijke afstemming tussen de Toegangen van de lokale gemeenten in de regio IJssel-Vecht en de Centrale Toegang van GGD IJsselland. Het kader gaat uit van de producten, voorwaarden en eisen zoals vanaf 01 juli 2023 voor de regionaal ingekochte beschermd wonen producten gelden.
Bijlage 1 Producten beschermd wonen
Product beschermd wonen basis en plus
Doel |
|
Beschrijving begeleiding |
|
Inwonerprofiel en product |
Beschermd wonen Basis Gemiddeld aantal uren begeleiding per week:
Grondslag: De problematiek varieert van passief tot actief. De psychiatrische symptomen zijn bij tijd en wijle lastig onder controle te krijgen; dan is intensivering van zorg gewenst (of bijstelling van medicatie). Sociale redzaamheid:
ADL
Gedragsproblematiek Er is sprake van enige gedragsproblematiek. Deze is beheersbaar binnen de context van de geboden structuur. Voortdurende begeleiding is niet nodig omdat er voldoende voorspelbaarheid wordt geboden. Er kan sprake zijn van beperkt probleembesef of een beperkt ziekte-inzicht. Begeleiding De Ondersteuning is aanvankelijk gericht op stabilisatie en voorkomen van achteruitgang. Vervolgens gericht op het toewerken naar uitstroom, zelfstandigheid en participatie door middel van ondersteunen, activeren en stabiliseren. Er is dagelijks meerdere malen geplande en ongeplande begeleiding nodig. De Ondersteuning is van kortere duur en de tijd tot mogelijke uitstroom naar zelfstandig wonen is naar verwachting relatief kort. |
Beschermd wonen Plus Gemiddeld aantal uren begeleiding per week:
Grondslag: De problematiek is actief van aard. De psychopathologie is floride en/of er is sprake van actieve middelen verslaving. De benodigde begeleiding is intensief tot zeer intensief. Sociale redzaamheid:
ADL
Gedragsproblematiek Er is sprake van ernstige gedragsproblematiek. Deze moet voortdurend gereguleerd worden door begeleiding. Er is een verhoogd risico op overlast en/of zorgen over veiligheid voor Inwoner of omgeving. Er kan sprake zijn van beperkt probleembesef of een beperkt ziekte-inzicht. Begeleiding De Ondersteuning is gericht op stabilisatie en de noodzaak om negatieve (externe) prikkels te verminderen en/of te vermijden. Vervolgens gericht op het toewerken naar redzaamheid en participatie door middel van stabiliseren, activeren, begeleiden, soms ook instructie en begeleiding op taakniveau. Er is dagelijks meerdere malen gepland en ongepland intensieve begeleiding nodig. Waarbij de veiligheid van Inwoner en omgeving van groot belang is. Soms is er noodzaak tot inzetten van sterk impulsgerichte interventies (gedragsregulatie). De tijd tot mogelijke uitstroom naar zelfstandig wonen zal langer zijn als gevolg van de aard en zwaarte van de problematiek. |
Begeleiding kwalificatie |
|
|
Accommodatie eisen |
|
|
Invulling toezicht |
Er is 24 uur, zeven (7) dagen per week toezicht in de nabijheid van de Inwoner; er wordt tussen 7.00 uur en 23.00 uur actief toezicht gehouden vanwege Inwoners die niet in staat zijn zelf Ondersteuning in te roepen. Verder is in de avond/nacht van 23.00 uur en 07.00 uur een slapende wacht op de locatie aanwezig op een groep van acht (8) Inwoners. De slapende wacht is minimaal een mbo-4 professional. |
Product Begeleid wonen
Doel |
|
Beschrijving begeleiding |
|
Product |
Gemiddeld aantal uren begeleiding per week:
|
Begeleiding kwalificatie |
Een ervaringsdeskundige die niet is opgeleid tot ervaringsdeskundige kan alleen ingezet worden als vrijwilliger.
|
Accommodatie eisen |
|
Invulling toezicht |
Er is 24/7 telefonische oproepbaar geborgd en waar nodig begeleiding binnen dertig (30) minuten ter plaatse. |
Module Dagbesteding
Doel |
Het bieden van een zinvolle dag invulling voor Inwoners die door omstandigheden (tijdelijk) niet kunnen participeren in reguliere vormen van werk, scholing en/of andere vormen van sociale participatie. Inwoners kunnen door middel van dagbesteding op een gestructureerde manier zinvolle activiteiten verrichten. De activiteiten ondersteunen de Inwoner in het bereiken van de gestelde doelen. Randvoorwaarden
|
Werkwijze |
Voordat de module dagbesteding wordt ingezet wordt eerst onderzocht of er sprake is van werk,beschut werk, vrijwilligerswerk, schoolen of de doelen behaald kunnen worden met de inzet van deze activiteiten. Indien gewenst kan dagbesteding naast werk, beschut werk, vrijwilligerswerk en/of school worden ingezet ter bevordering van het behalen van de doelenin het Gespreksverslag en Ondersteuningsplan. Participatie en maatwerk vormen het uitgangspunt voor de keuze van inzet van dagbesteding en de omvang hiervan. Uitgangspunt bij dagbesteding is dat de Toegang eerst gaan kijken naar het inzetten van een passend lokale voorziening in het voorveld (bijvoorbeeld een algemene voorziening) of een lokale maatwerkvoorziening dagbesteding. Indien voorliggende mogelijkheden zijn, als bijvoorbeeld door de Gemeente georganiseerde algemene voorzieningen, kan de Inwoner daarvan gebruik maken en wordt geen module dagbesteding afgegeven. Indien de lokale mogelijkheden niet passend zijn, is het mogelijk om de module dagbesteding als individuele maatwerkvoorziening toe te kennen aan de indicatie Beschermd- of Begeleid wonen. De betreffende zorgaanbieder dient de dagbesteding te organiseren. Als de aanbieder de geschikte dagbesteding niet zelf levert dan wordt met onderaannemerschap gewerkt. Indien betreffende onderaannemer ook een lokaal contract heeft, is het lokale contract voorliggend. Er wordt dan geen module dagbesteding afgegeven bij de Beschermd- of Begeleid wonen beschikking. De Inwoner krijgt dan een aparte lokale beschikking voor dagbesteding. Als de module nazorg is ingezet, kan de Inwoner alleen een lokale beschikking krijgen voor dagbesteding. Doelstelling en resultaten voor de dagbesteding worden beschreven in het Gespreksverslag en Ondersteuningsplan. Tijdens evaluatiemomenten worden de resultaten besproken door Inwoner, aanbieder en Gemeente. Indien de Inwoner een aparte beschikking heeft ontvangen voor dagbesteding blijft de Beschermd- of Begeleid wonen aanbieder verantwoordelijk voor het integraal bereiken van de gestelde doelen in het Gespreksverslag en Ondersteuningsplan. |
Doelgroep |
Inwoners met een indicatie voor Beschermd- of Begeleid wonen, die onvoldoende mogelijkheden hebben om zelfstandig maatschappelijk te participeren of door hun problematiek een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, en (nog) niet de competenties bezitten om arbeidsmatige activiteiten te verrichten, onderwijs te volgen of vrijwilligerswerk te doen. Dagbesteding kan ook worden ingezet naast een van bovengenoemde voorliggende activiteiten om meer structuur te bieden, bijvoorbeeld als voorbereiding op Wlz. |
Begeleiding aantal uren |
|
Begeleiding kwalificatie |
|
Accommodatie eisen |
De aanbieder geeft uitvoering aan relevante wet- en regelgeving en richtlijnen. Bijvoorbeeld met betrekking tot Arbowet en het Bouwbesluit. |
Looptijd beschikking |
De duur van de module Dagbesteding wordt op zichzelf geïndiceerd en kan een kortere looptijd hebben dan de duur van het product Beschermd wonen of Begeleid wonen |
Module Verblijf kind bij ouder
Verblijf kind bij ouder in Intramuraal Beschermd- of Begeleid wonen |
Het verblijf van (een) kind(eren) bij de ouder in Beschermd- of Begeleid wonen brengt voor de aanbieder meerkosten met zich mee. Deze kosten zijn niet meegenomen in de tarieven die voor de BW-producten zijn vastgesteld. Het gaat hierbij om meerkosten voor huisvesting, facilitaire verzorging en soms nog enige basale Ondersteuning (ADL) voor het kind. In deze gevallen kan de module Verblijf kind bij ouder in Beschermd- of Begeleid wonen ingezet worden. Voorwaarde is dat de accommodatie en fysieke en sociale omgeving veilig en kindvriendelijk is. Het uitgangspunt is om verblijf van kinderen bij een ouder in een Beschermd- of Begeleid wonen situatie zoveel mogelijk te vermijden en te voorkomen. Met deze module kan de aanbieder een tegemoetkoming krijgen in de meerkosten. Het tarief wordt gerekend per inwonend kind. Deze module kan alleen ingezet worden naast het product Intramuraal Beschermd- of Begeleid wonen. |
Module Nazorg
Doel |
Nazorg Om de kans van slagen vanuit Beschermd wonen en Begeleid wonen naar volledig zelfstandig wonen zo groot mogelijk en duurzaam te laten zijn, is goede nazorg belangrijk. Nazorg is achtervang om het vertrouwen te bieden aan de Inwoner om sneller de stap naar zelfredzaamheid weer te gaan zetten. Als een Inwoner nazorg in zijn nieuwe thuissituatie nodig heeft, wordt in eerste instantie door een lokale Wmo-aanbieder ambulante begeleiding geboden. Lokale ambulante begeleiding kan een zachte landing realiseren. De Inwoner wordt voldoende begeleid in de nieuwe situatie. Tussen de lokale Wmo-aanbieder en de aanbieder beschermd- of Begeleid wonen dient een goede overdracht plaats te vinden. Het kan zijn dat een Inwoner meer gebaat is bij het ontvangen van nazorg vanuit zijn huidige aanbieder Beschermd- of Begeleid wonen. Dit om bijvoorbeeld de stap naar zelfstandig wonen te versnellen of om een indicatie niet te verlengen of om terugval meer te voorkomen. Als dit ter sprake is, kan de module nazorg worden ingezet. Het product nazorg bestaat uit ambulante Ondersteuning in de thuissituatie. Indien nazorg nodig is, neemt de aanbieder contact op met de Toegang voor een indicatie ‘module nazorg’. De module nazorg kan voor maximaal 13 uur worden ingezet binnen een termijn van drie (3) maanden. De module nazorg is aansluitend op de afloop van een indicatie Beschermd- of Begeleid wonen. |
Doelgroep |
|
Begeleiding aantal uren |
Een indicatie bevat het maximale aantal uren dat benodigd is voor de Inwoner. Er kunnen maximaal 13 uur in maximaal drie (3) maanden worden toegekend. De geïndiceerde uren kunnen worden ingezet voor gesprekken met de Inwoner als voor gesprekken met het (sociaal) netwerk, waaronder bijvoorbeeld met naasten, woningbouwcoöperatie of politie. |
Begeleiding kwalificatie |
|
Accommodatie eisen |
De Inwoner woont volledig zelfstandig in een eigen woonruimte. |
Looptijd beschikking |
Maximaal drie (3) maand, aansluitend op afloop indicatie Beschermd- of Begeleid wonen. Tijdens deze module is de lage eigen bijdrage (het abonnementstarief) van toepassing. |
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 maart 2024,
P. Snijders, burgemeester
D. Emmer, secretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl