SUBSIDIEREGELING PROGRAMMA AGENDA JEUGD HILVERSUM 2024

Geldend van 01-04-2024 t/m heden

Intitulé

SUBSIDIEREGELING PROGRAMMA AGENDA JEUGD HILVERSUM 2024

B en W besluit

Burgemeester en wethouders van Hilversum,

Gelet op het voorstel Subsidieregeling programma agenda jeugd Hilversum 2024 met kenmerk 1371635,

Overwegende dat het wenselijk is over te gaan tot de vaststelling van nadere regels met betrekking tot het toekennen van subsidies die bijdragen aan de doelstellingen van de beleidsagenda jeugd 2024-2030;

- artikel 156 lid 3 Gemeentewet;

- gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Hilversum 2021, artikel 3 het tweede en derde lid;

- de beleidsvisie “Wij zijn Hilversum” (2023);

- gelet op de beleidsagenda Jeugd 2024-2030;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING PROGRAMMA AGENDA JEUGD HILVERSUM 2024

De gemeenteraad van Hilversum heeft met de visie 'Wij zijn Hilversum' de koers voor de komende 10 jaar vastgesteld voor het Sociaal Domein. Deze visie is door het college vertaald in de beleidsagenda jeugd d.d. 6 december 2023. Deze subsidieregeling is 1 van de uitwerkingen van deze koers en richt zich met name op de opgaven:

1. Hilversummers hebben een sociaal netwerk en vormen een gemeenschap

2. Hilversummers hebben passende en toegankelijke voorzieningen (in hun buurt)

3. Hilversumse gezinnen krijgen ondersteuning waar dat nodig is

Het hoofddoel van de Hilversumse beleidsagenda jeugd 2024-2030 is dat ieder kind in Hilversum gezond en veilig opgroeit. Als gemeente Hilversum zijn we vastberaden om de kansen en mogelijkheden voor onze jeugd in kwetsbare posities te vergroten, zodat zij gezond en veilig op kunnen groeien.

Om hieraan bij te kunnen dragen, bieden we met deze subsidieregeling organisaties de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor preventieve activiteiten voor jeugdigen en hun gezin. We willen hen ondersteunen in hun ontwikkeling. Daarnaast willen we bevorderen dat jeugdigen in kwetsbare posities kunnen opgroeien tot zelfredzame volwassenen die naar vermogen kunnen meedoen aan onze samenleving.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

a) college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum

b) jeugdigen: kinderen, jongeren en jong volwassenen;

c) jongeren: inwoners van Hilversum van 12 tot 23 jaar;

d) jong volwassenen: inwoners van Hilversum van 23 tot 27 jaar;

e) kinderen: inwoners van Hilversum tot 12 jaar;

f) kwetsbare positie: de positie van de jeugdige, ouder of opvoeder die door (complexe) problemen wordt beïnvloedt. Hierbij gaat het om jeugdigen en gezinnen die belemmerd worden in hun ontwikkeling door een combinatie van opvoedings- of gezinsproblematiek, psychische problemen, leerproblemen of een verstandelijke beperking.

g) instelling: een organisatie of groepering die een algemeen belang dient;

h) professionele (maatschappelijke) organisatie: organisaties die een sociaal of maatschappelijk doel hebben, zoals welzijnsorganisaties, jeugdhulpaanbieders, scholen etc.

i) mentale weerbaarheid: de cognitieve, emotionele en sociale vaardigheden die iemand in staat stellen een zinvol, lerend en productief leven te leiden;

j) professional: iemand die beroepsmatig een beroep beoefent, hieronder valt ook een stage;

k) psycho-educatie: voorlichting en advies met betrekking tot psychische klachten, leer- of gedragsproblematiek;

l) psychosociale problemen: problemen die te maken hebben met gevoelens, gedachten en andere mensen of instanties;

m) samenwerking: het richten van de inspanningen van twee of meer partijen op het bereiken van hetzelfde doel, waarbij de partijen interactief handelen, betrokkenheid ervaren en verantwoordelijkheidsgevoel dragen;

n) sociale vaardigheden: het vermogen om in sociale situaties het gedrag aan te passen. Onder sociale vaardigheden vallen bijvoorbeeld assertiviteit, samenwerken, communiceren, emotionele gevoeligheid, emotieregulatie en probleemoplossend vermogen in de context van relaties;

o) toegankelijkheid van de activiteiten: jeugdigen zijn bekend met de activiteiten en kunnen op een laagdrempelige manier deelnemen;

p) verordening: de Algemene Subsidieverordening Hilversum 2021;

q) vroegsignalering: het zo snel mogelijk signaleren van opgroei- en opvoedproblemen, zodat hulp, zo licht als mogelijk ingezet wordt, zodat escalatie van problematiek wordt voorkomen;

r) zelfredzaamheid: het vermogen om zelfstandig je leven te leiden en met tegenslagen om te kunnen gaan;

s) zelfregie: de ervaring dat iemand invloed en controle heeft over alle domeinen van het eigen leven en inzicht heeft om een gezond en veilig leven te leiden. Anders dan bij zelfredzaamheid (het zelf doen) gaat het bij eigen regie over het zelf kiezen en het zelf bepalen;

t) zelfregulatie: het vermogen om keuzes te maken in gedragingen, het beïnvloeden van emoties en cognitieve processen en hiermee af te stemmen op de omgeving;

u) wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1:2 Subsidiedoel

1. Het doel van de subsidieregeling is het versterken van jeugdigen in kwetsbare posities en hun gezin. Hierbij zetten we in op het versterken van de beschermende factoren zoals geformuleerd door het NJI.

2. Het hogere doel vanuit de Visie Sociaal Domein, waaraan wordt bijgedragen is dat Hilversumse jeugdigen gezond en veilig opgroeien.

Artikel 1:3 Activiteiten

Subsidies worden verstrekt voor de duur van een jaar. Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die aantoonbaar meehelpen onze speerpunten te behalen. Onze speerpunten zijn:

1. Versterken van contacten tussen ouders onderling en tussen jeugdigen onderling

Activiteiten gericht op laagdrempelige ontmoetingen in de buurt tussen ouders onderling en jeugdigen onderling om ervaringen uit te wisselen. Hierbij valt te denken aan lotgenotengroepen, oudernetwerken of andere peergroup-initiatieven.

2. Verstevigen laagdrempelige voorzieningen

Activiteiten gericht op kinder- en jongerenwerk en gezins- en opvoedcoaches, passend bij de behoefte van de inwoners in Hilversum of in een wijk.

3. Inzet op collectief aanbod waar het kan en individueel waar het moet

Activiteiten gericht op collectief en laagdrempelig aanbod. Denk hierbij aan:

a. activiteiten of cursussen over thema’s waar veel vraag naar is zoals opvoeden, (gevolgen van) scheiden, mentaal welbevinden of de digitale wereld (waaronder sociale media);

b. inzet van jeugdcoaches op drie scholen voor voortgezet onderwijs met een leerling populatie met de hoogste ondersteuningsbehoefte;

4. Bevorderen van het mentaal welbevinden van onze jeugdigen

Activiteiten gericht op het verbeteren van het mentaal welbevinden van jeugdigen.

Artikel 1:4 Doelgroep

Jeugdigen en gezinnen met (complexe) problemen. Het gaat om gezinnen met jeugdigen die (ernstig) belemmerd worden in hun ontwikkeling door een combinatie van opvoedings- of gezinsproblematiek, psychische problemen, leerproblemen of een verstandelijke beperking. We spreken hierbij van een kwetsbare positie van de jeugdige en/of het gezin.

Artikel 1:5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden:

a. Huisvestingskosten (mits uit de aanvraag blijkt dat deze kosten aannemelijk en noodzakelijk zijn);

b. Algemene kosten/organisatiekosten en activiteitenkosten;

c. Kosten en inzet van uitvoerend personeel en overige personele kosten (overhead). Deze kosten zijn op basis van marktconformiteit;

2. Voor subsidie in aanmerking komen de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

3. Niet voor subsidie in aanmerking komen:

a. Onvoorziene kosten;

b. Kosten voor overhead die meer bedragen dan 15% van de kosten van de subsidiabele activiteiten;

c. Kosten per uur per deelnemer die het gecontracteerde tarief voor 'Begeleiding individueel' per uur overstijgen;

d. De kosten voor activiteiten die eerder in dat betreffende jaar door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins aan de aanvrager zijn gesubsidieerd en/of ingekocht.

Artikel 1:6 Subsidieplafond

1. Deze regeling kent een subsidieplafond. De hoogte van het plafond is opgenomen in het

‘Overzicht Subsidieplafonds Hilversum’.

2. Het besluit voor de jaren 2024-2030 is onder voorbehoud van de jaarlijkse vaststelling van de

Gemeentebegroting door de gemeenteraad.

3. Onder artikel 4:28 van de Awb bestaat de mogelijkheid dat het subsidieplafond wordt aangepast. Een verlaging kan gevolgen hebben voor reeds verleende subsidies.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

1. Subsidie wordt aangevraagd per categorie 1 tot en met 4 (zie artikel 1.4).

2. Aanvragen kunnen ingediend worden wanneer het ‘Overzicht subsidieplafonds Hilversum' voor het betreffende jaar is gepubliceerd.

3. Aanvragen dienen minimaal 13 weken voorafgaand aan de activiteit ingediend te worden.

4. De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college vastgestelde digitale aanvraagformulier.

5. Het college besluit binnen 13 weken na de aanvraag of de aanvraag wordt toegekend.

Artikel 2:2 Eisen aan de aanvrager

1. De aanvrager is een professionele (maatschappelijke) organisatie die zich richt op inwoners van de gemeente Hilversum;

2. De aanvrager zorgt dat de medewerkers, als dit vereist is, een verklaring omtrent het gedrag (VOG) en/of een SKJ-registratie hebben.

Artikel 2:3 Eisen aan de subsidieaanvraag

1. De aanvraag voldoet aan de richtlijnen en verplichtingen van de Verordening.

2. De aanvraag bevat een activiteitenplan waarin de activiteiten of de te leveren prestaties worden omschreven en hoe het bijdraagt aan de doelstellingen uit artikel 1.4, ook in relatie tot de begroting. In het activiteitenplan is ook aangegeven welke doelgroep (leeftijd, sekse, ondersteuningsbehoefte) men voor ogen heeft te bereiken, aantallen individuele inwoners er op jaarbasis gebruik kunnen maken, welke resultaten op eigen regie en zelfredzaamheid worden behaald (aantallen EN verbeteringen) en (zo nodig) de verschillende partners, waarmee wordt samengewerkt.

3. De aanvraag bevat een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten voor deze activiteiten, gespecificeerd per activiteit. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan. Indien nog niet bekend is of fondsen, organisaties of andere donaties bijdragen, dient onderbouwd te worden wat het voor de activiteiten betekent als het fonds niet toekent.

4. Het college kan om aanvullende gegevens vragen indien dit noodzakelijk is voor het nemen van een besluit.

5. Het college beoordeelt of er een weigeringsgrond is door te beoordelen of de activiteiten geen kosten voor bonussen en afkoopsommen/transitievergoedingen, activiteiten met een partijpolitieke of godsdienstig karakter, activiteiten voor jubilea of vieringen en (alcoholische) consumpties betreffen.

Artikel 2:4 Beoordelingscriteria

Het college beoordeelt de aanvragen op orde van binnenkomst en neemt alleen volledig en tijdig ingediende aanvragen in behandeling. De aanvragen worden beoordeeld op basis van de Verordening en deze regeling.2. De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de beleidsagenda jeugd 2024-2030.

6. Bij beoordeling van subsidieaanvragen houdt het college rekening met:

a. De mate waarin wordt aangesloten bij de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in de beleidsagenda jeugd 2024-2030;

b. De mate waarin activiteiten in een collectieve/algemene voorziening worden aangeboden;

c. De mate waarin het aanbod concrete resultaten oplevert op het gebied van het doel van deze subsidieregeling;

d. De activiteiten sluiten aantoonbaar aan op en zijn niet concurrerend met de activiteiten/ initiatieven die al een bewezen gevestigde functie hebben;

e. De mate waarin waarborgen worden geschapen voor continuïteit en kwaliteit van de activiteiten;

f. De mate waarin het aanbod aantoonbaar aansluit bij de vraag van inwoners van Hilversum;

g. De mate waarin er sprake is van een aantoonbare samenwerkingsrelatie met relevante partners om samen vorm te geven aan een passend aanbod of deze verder door te ontwikkelen;

h. De mate waarin wordt gewerkt met gekwalificeerd personeel en (indien nodig) met bewezen effectieve methoden;

i. De mate waarin het aanbod aansluit bij de specifieke situatie van de doelgroep;

j. De mate waarin het aanbod aantoonbaar een aanvulling is op het reeds bestaande aanbod.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 3:1 Verplichtingen subsidiabele activiteiten

1. In de subsidiebeschikking wordt vermeld welke (meetbare) prestaties de aanvrager dient te leveren voor de verleende subsidie.

2. Indien voor de activiteit een (evenementen)vergunning nodig is, dient de aanvrager zich te houden aan de geldende wet- en regelgeving. De subsidie wordt verleend onder voorbehoud dat de aanvrager de vergunning ontvangt.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling subsidie

Artikel 4:1 verantwoording

De subsidie wordt jaarlijks verantwoord, tenzij anders wordt afgesproken. Hoofdstuk 4 van de Algemene subsidieverordening Hilversum is hier van toepassing.

1. Bij subsidies van € 50.000,- of meer dient de subsidieontvanger een vaststellingsaanvraag in door middel van een financiële en inhoudelijke verantwoording. In het geval dat een subsidie per kalenderjaar wordt verstrekt, dient uiterlijk vier maanden na afloop van het boekjaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar de vaststellingsaanvraag te zijn ingediend.

2. In de verantwoording wordt aangegeven hoe wordt bijgedragen aan de doelstelling(en) uit artikel 1.4 en worden de gevraagde meetbare resultaten uit de subsidiebeschikking overlegd.

3. Bij subsidies onder de € 50.000,-, dient de verantwoording uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht te zijn ingediend.

4. De verantwoording wordt schriftelijk ingediend bij het college met, indien van toepassing, gebruikmaking van het daarvoor bestemde aanvraagformulier voor vaststelling van de subsidie. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager:

a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

b. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

c. een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant, alleen bij € 50.000,- of meer én niet bij scholen.

5. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 4:2 Sanctie

Indien de ontvanger niet voldoet aan de verplichtingen, zoals genoemd in artikel 3 en 4.1, en in gebreke

blijft nadat schriftelijk de gelegenheid is geboden binnen twee weken alsnog aan haar verplichtingen te

voldoen, zal de subsidie ambtshalve worden vastgesteld en kan een terugvordering als gevolg hebben.

Artikel 4:3 Toezicht

1. De financiële administratie van de aanvrager moet zodanig ingericht zijn dat de exploitatieresultaten en de vermogenspositie daaruit op eenvoudige wijze duidelijk worden.

2. Het college kan bindende voorschriften geven voor de inrichting van de begroting, de financiële administratie en de jaarrekening.

3. De instelling kan worden verplicht aan door het college daartoe aangewezen ambtenaren: - inzage te geven in de financiële administratie, en - inlichtingen te geven over en controle toe te staan op de werkzaamheden en/of het financiële beheer.

4. De instelling kan worden verplicht de controle op het financiële beheer op te dragen aan een registeraccountant.

5. In geval een subsidie ontvangende instelling in financiële problemen verkeert of het vermoeden van financiële problemen bij een subsidie ontvangende instelling bestaat, kan het college besluiten dat de subsidie ontvangende instelling aan de gemeente tussentijdse financiële rapportages moet overleggen. De frequentie van het rapporteren aan de gemeente zal in het besluit van het college worden vastgesteld.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 5:1 Bijzondere gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze regeling treedt in werking op 1 april 2024.

2. Deze regeling kan worden aangehaald als Subsidieregeling programma agenda jeugd Hilversum 2024.

Hilversum, 26 maart 2024

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

mr. C.P. Torres Barrera dr. ir. G.M. van den Top

Ondertekening