Treasurystatuut Goeree-Overflakkee 2024

Geldend van 10-04-2024 t/m heden

Intitulé

Treasurystatuut Goeree-Overflakkee 2024

Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee;

gelet op het bepaalde in artikel 212 van de Gemeentewet, Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en de Financiële verordening van de gemeente Goeree-Overflakkee;

besluiten vast te stellen het navolgende Treasurystatuut Goeree-Overflakkee 2024.

Artikel 1 Definities

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • beleggen: het uitzetten van overtollige middelen voor korte of lange termijn;

  • derivaten: financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn;

  • deposito: niet verhandelbare belegging van tijdelijke liquiditeitsoverschotten bij een bank. Hierbij wordt een bedrag voor een vaste periode tegen een vast percentage uitgezet;

  • financiële instelling: kredietinstelling, beleggingsinstelling, effecteninstelling, verzekeraar of pensioenfonds, gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) en vallend onder Nederlands of anderszins EER-toezicht, zoals de Nederlandsche Bank;

  • financiering: het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • garantie: een borgstelling waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker verbindt een of meerdere vorderingen van een geldverstrekker op een debiteur te voldoen indien de debiteur niet aan zijn betalingsverplichting voldoet;

  • geldstromenbeheer: al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • integrale financiering: vorm van financiering waarbij de vermogensbehoefte van de organisatie als geheel wordt betrokken, in tegenstelling tot projectfinanciering;

  • intern liquiditeitsrisico: het risico van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren-investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • intradaglimiet: het maximale bedrag waarmee de Schatkistbankieren-rekening (SKB) gedurende een werkdag gedebiteerd kan worden. De intradaglimiet heeft alleen betrekking op schatkistbankieren en is een afspraak tussen de gemeente en het ministerie van Financiën;

  • kasgeldlening: opname of uitzetting van geldmiddelen voor korte termijn (van een week tot twaalf maanden);

  • kasgeldlimiet : als bedoeld in de Wet fido;

  • koersrisico: het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde vermindert door negatieve koersontwikkelingen;

  • kredietrisico: de risico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of tekort;

  • liquiditeitenplanning: een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;

  • liquiditeitsrisico: het risico waarbij de gemeente op enig moment niet in zijn liquide behoefte kan voorzien, doordat er geen aanbieder op de financiële markt beschikbaar is dan wel de gemeente wettelijk beperkt wordt bij het aantrekken van geld;

  • offerte: het op verzoek aanbieden van een leverantie. Dit kan op diverse manieren geschieden. Bijvoorbeeld schriftelijk, telefonisch, per e-mail, via internet en dergelijke;

  • projectfinanciering: een lening die extern is aangetrokken, in tegenstelling tot integrale financiering specifiek ten behoeve van de financiering van een specifiek project of activiteit;

  • rating: de inschatting door een ratinginstituut van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;

  • ratinginstituut: een bureau dat gespecialiseerd is in het analyseren van kredietwaardigheid en op basis daarvan een creditrating afgeven. De erkende bureaus zijn Standard&Poor’s, Moody’s en Fitch;

  • renterisico: het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente voortvloeiend uit rentewijzigingen;

  • renterisiconorm: het bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar (op basis van Wet fido) dat aangeeft welk deel van de vaste schuld maximaal in aanmerking komt voor aflossing en/of renteherziening;

  • rentetypische looptijd: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • rentevisie: toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

  • saldobeheer: het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • schatkistbankieren: het verplicht aanhouden van overtollige liquide middelen en beleggingen bij het ministerie van Financiën. Het is niet toegestaan om financiële middelen en vermogen bij private partijen buiten de schatkist aan te houden. De middelen die decentrale overheden in de schatkist aanhouden blijven beschikbaar voor de uitoefening van hun publieke taak;

  • treasuryfunctie: Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

  • uitzetting: het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van een jaar of langer;

  • Wet fido: Wet financiering decentrale overheden.

Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie

De doelstellingen van de treasuryfunctie zijn:

  • a. het verzekeren van permanente toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • b. het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's;

  • c. het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • d. het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut; en

  • e. het realiseren van de informatiestromen ter ondersteuning van de opstelling van het treasurybeleid, de uitvoering van het beleid en de verantwoording daarvan.

Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • a.

    bij de uitvoering van alle treasuryactiviteiten dienen de regels en bepalingen van dit treasurystatuut, de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden in acht te worden genomen;

  • b.

    een gemeentegarantie heeft altijd de voorkeur boven een gemeentelijke lening. Indien een garantie voldoende is wordt nimmer een lening door de gemeente verstrekt. De Beleidsregels garantieverlening publieke taak gemeente Goeree-Overflakkee dienen gevolgd te worden;

  • c.

    de gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;

  • d.

    het aantrekken van financieringen met het enkele doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten is niet toegestaan, zoals bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;

  • e.

    leningen aan woningmarktstarters mogen verstrekt worden onder de voorwaarden die zijn opgenomen in de Verordening starterslening Goeree-Overflakkee 2020. Daarnaast mogen leningen aan inwoners verstrekt worden onder de voorwaarden die zijn opgenomen in de Verordening Blijverslening Goeree-Overflakkee en de Verordening duurzaamheidslening Goeree-Overflakkee 2021;

  • f.

    het gebruik van derivaten is niet toegestaan;

  • g.

    aandeelhouderschap in deelnemingen is beschreven in een afzonderlijke nota Verbonden Partijen.

Artikel 4 Renterisicobeheer

  • 1. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden.

  • 2. De renterisiconorm wordt niet overschreden.

  • 3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.

  • 4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting worden zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

Artikel 5 Geldstroombeheer

Voor het geldstromenbeheer gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de huisbankier;

  • b.

    de gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij haar huisbankier;

  • c.

    het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd bij de huisbankier; en

  • d.

    contante geldstromen worden zoveel mogelijk beperkt.

Artikel 6 Risicobeheer bij uitzettingen

  • 1. Bij het uitzetten van overtollige liquide middelen wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de volgende mogelijkheden:

    • a.

      een rekening courant bij het agentschap van het ministerie van Financiën (schatkistbankieren) of de depositofaciliteit bij bovengenoemde agentschap;

    • b.

      een decentrale overheid niet zijnde de toezichthoudende provincie;

    • c.

      banken bij wie de gemeente een rekeningstructuur aanhoudt. De bij deze banken aangehouden tegoeden worden periodiek afgeroomd naar de onder a genoemde rekening, waarbij een wettelijk voorgeschreven drempel geldt.

  • 2. Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden die gelden voor de onder in het eerste lid onder a genoemde rekening o.a. de intradaglimiet.

  • 3. Aandelen worden alleen gekocht in het kader van de uitoefening van de publieke taak en in lijn met de nota Verbonden Partijen.

  • 4. De gemeente beperkt de koersrisico’s door de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

Artikel 7 Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico's door haar treasuryactiviteiten te baseren op een kortetermijnliquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van vier jaar.

Artikel 8 Valutarisicobeheer

Valutarisico's worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Artikel 9 Projectfinanciering

  • 1.

    Projectfinanciering wijkt af van de normale financieringswijze van de gemeente Goeree-Overflakkee. Als beleidslijn geldt dat de gemeente de methode van integrale financiering hanteert.

  • 2.

    Er kunnen redenen zijn om voor een specifiek investeringsproject een projectfinanciering aan te trekken om zo de projectrente te fixeren. In uitzonderingsgevallen kan een investeringsproject in aanmerking komen voor een ander rentepercentage dan het omslagpercentage. Dit kan het geval zijn als door externe partijen (bijvoorbeeld het Rijk) een rentetarief wordt opgelegd of als het project dusdanig grote financiële risico’s met zich meebrengt dat zekerheid van financieringslasten is gewenst (het omslagpercentage kan fluctueren per jaar).

  • 3.

    Voor het minimaliseren van renterisico mag projectfinanciering eerder aangetrokken worden dan de start van het project. De projectfinanciering mag niet langer doorlopen dan de afschrijvingstermijn van de investering. Het wordt als projectfinanciering beschouwd zolang zowel de investering als de lening nog op de balans staan.

  • 4.

    Projecten met een investering vanaf € 4 miljoen kunnen in aanmerking komen voor projectfinanciering.

Artikel 10 Langlopende opgenomen leningen

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • b.

    financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne liquiditeiten te gebruiken teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;

  • c.

    toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen;

  • d.

    alvorens een financiering wordt aangetrokken worden minimaal twee offertes opgevraagd, waaronder bij de Bank Nederlandse Gemeenten, welke schriftelijk of per e-mail worden vastgelegd; en

  • e.

    het aantrekken van leningen teneinde deze te beleggen is niet toegestaan.

Artikel 11Kortlopende opgenomen leningen

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode tot één jaar of korter gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij geldt de kasgeldlimiet.

  • b.

    toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld en kasgeldleningen; en het benutten van het kredietlimiet op rekening courant.

Artikel 12 Garantiebeleid

De uitgangspunten en criteria voor het garantiebeleid zijn opgenomen in de Beleidsregels garantieverlening publieke taak gemeente Goeree-Overflakkee.

Artikel 13 Relatiebeheer

De gemeente hanteert voor het aanhouden van bankrelaties de navolgende minimale uitgangspunten:

  • a.

    bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan ten minste een AA-rating, afgegeven door een erkend ratingbureau;

  • b.

    financiële instellingen dienen onder Nederlands of anderszins EU-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer en de Autoriteit Financiële Markten (AFM); en

  • c.

    tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben verkregen.

Artikel 14 Uitgangspunten AO/IC treasuryfunctie

  • 1. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn nader schriftelijk vastgelegd en uitgewerkt in de artikelen 15 en 16.

  • 2. Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

    • b.

      de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen; en

    • c.

      de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 3. Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 4. De transacties worden onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de functionaris die belast is met betalingsverkeer.

Artikel 15 Verantwoordelijkheden

De belangrijkste verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd:

Orgaan/Functie

Verantwoordelijkheden

gemeenteraad

  • Het vaststellen van de financiële verordening waarin verwezen wordt naar het treasurystatuut.

  • Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan aan de hand van de paragraaf financiering in de begroting en jaarverslag.

burgemeester en wethouders

  • Het vaststellen van de beleidskaders en limieten voor de treasuryfunctie in een treasurystatuut.

  • Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid).

  • Fiattering van de afgesloten langlopende transacties.

  • Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

  • Het aantrekken van (nieuwe) langlopende leningen.

  • Het verstrekken van leningen/garanties.

wethouder Financiën

  • Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid) en zorgdragen voor de taak zoals beschreven in de mandaatregeling.

Adviseur AO/IC / Medewerker IC

  • Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen.

  • Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan burgemeester en wethouders en directie.

  • Het opstellen van het treasurystatuut in samenwerking met de medewerker treasury.

budgethouders

  • Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen.

  • Het verstrekken van informatie over de uitgaven en inkomsten met betrekking tot de producten.

  • Het fiatteren van betalingen ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

medewerker treasury

  • Het zorgdragen voor de liquiditeit.

  • Het zorgdragen voor de (meerjarige)liquiditeitenplanning.

  • Het onderhouden van contacten met banken en financiële instellingen en geldmakelaars.

  • Het beheersen van risico’s op het gebied van de treasury.

  • Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van korte- en langlopende financiering op basis van de liquiditeitenplanning.

  • Het monitoren van ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt.

  • Het ondersteunen en adviseren van de afdelingen met betrekking tot treasury- en financieringsvraagtukken.

  • Het adviseren over en voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied.

  • Opstellen van het treasurystatuut in samenwerking met de adviseur AO/IC.

  • Overleg met wethouder Financiën inzake treasuryactiviteiten.

concerncontroller

  • Afstemmen (meerjarige)liquiditeitenplanning met medewerker treasury.

  • Instemmen met aantrekken kasgeldlening

  • Overleg met wethouder Financiën inzake treasuryactiviteiten.

medewerker Financieel Beheer

  • Schatkistbeheer bij afwezigheid medewerker treasury

  • Afstemmen (verfijnde) liquiditeitenplanning met medewerker Treasury

medewerker financiële administratie

  • Het controleren of afgesloten transacties overeenstemmen met werkelijk ontvangen/betaalde gelden.

  • Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen (saldobeheer) op verzoek van de medewerker treasury of medewerker financieel beheer.

  • Het uitvoeren van de regeling schatkistbankieren op verzoek van de medewerker treasury of medewerker financieel beheer.

  • Bankrelatie beheer.

externe accountant

  • In het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren inzake de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Artikel 16 Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan de belangrijkste bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

Bevoegde functionaris

Autorisatie door

1. Kortlopende uitzettingen (art. 5, lid 1)

(werkrekening schatkistbankieren)

medewerker treasury (vervanger medewerker financiën/financieel beheer)

medewerker financiële administratie

2. Langlopende uitzettingen (art. 5, lid 1)

(deposito schatkist of overige decentrale overheden)

medewerker treasury (vervanger medewerker financiën/financieel beheer)

medewerker financiële administratie

3. Betalingsopdrachten verrichten

medewerker betalingsverkeer / 1e betalingsfiatteur

2e betalingsfiatteur

Bankrelatiebeheer

4. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

senior medewerker financiële administratie / functioneel applicatiebeheerder BNG

burgemeester

5. Bankcondities

medewerker treasury

burgemeester

6. Aan- en afmelden van gemachtigden BNG

senior medewerker financiële administratie / functioneel applicatiebeheerder BNG

burgemeester

7. Aan- en afmelden van gemachtigden schatkistbankieren (e-herkenning)

medewerker treasury

senior medewerker financiële administratie

Financiering

8.Aantrekken kortlopende financiering (art. 11)

medewerker treasury (vervanger medewerker financiën/financieel beheer)

concerncontroller (vervanger senior medewerker financiële administratie)

9. Aantrekken langlopende leningen (art. 10)

medewerker treasury (vervanger medewerker financiën/financieel beheer)

wethouder Financiën mandaat voor afsluiten lening / burgemeester ondertekening contract

10. Het verstrekken van leningen en garanties (art. 3)

medewerker treasury / integraal advisering betreffende team

burgemeester en wethouders

11. Het aan- en verkopen van aandelen/obligaties

burgemeester en wethouders

gemeenteraad

12. Het vervroegd aflossen van leningen of uitzettingen

medewerker treasury

burgemeester en wethouders

13. Besluiten tot afwaarderen van een verstrekte lening of garantie

medewerker treasury / integraal advisering betreffende team

burgemeester en wethouders

Artikel 17 Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

Informatie

Frequentie

Informatie verstrekker

Informatie-ontvanger

1. Het opstellen en actualiseren van de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken

Jaarlijks

Medewerker treasury

Gemeente-raad

2. Voortgang en evaluatie van treasuryactiviteiten

Eventueel in tussentijdse rapportages

Medewerker treasury

Gemeente-raad

3. Gegevens toekomstige ontvangsten / uitgaven voor de liquiditeitenplanning

Dagelijks

Budget-houders

Medewerker treasury

Artikel 18 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin dit statuut niet voorziet besluiten burgemeester en wethouders.

Artikel 19 Intrekking oude regeling

Het Treasurystatuut 2017 gemeente Goeree-Overflakkee wordt ingetrokken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 21 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Treasurystatuut Goeree-Overflakkee 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 2 april 2024 door

burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

secretaris, burgemeester,

W.M. van Esch mr. A. Grootenboer-Dubbelman