Beleidsregels uitstroompremie gemeente Land van Cuijk 2024

Geldend van 09-04-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023

Intitulé

Beleidsregels uitstroompremie gemeente Land van Cuijk 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Land van Cuijk,

gelet op:

  • artikel 31, lid 2, onder j van de Participatiewet;

  • artikel 21 van de Re-integratieverordening Participatiewet Land van Cuijk 2023.

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende:

  • Dat het college op grond van artikel 7 van de Participatiewet haar inwoners ondersteunt bij arbeidsinschakeling;

  • Dat een uitstroompremie kan dienen als stimulans voor langdurig werklozen om uit te stromen naar (fulltime) werk;

  • Dat het college het eerlijk vindt om inwoners te belonen die na een langdurig beroep op een uitkering van het college hier niet langer van afhankelijk zijn door uitstroom naar werk;

  • Dat door de gemeenteraad van Land van Cuijk de uitstroompremie als re-integratievoorziening is opgenomen in de Re-integratieverordening Participatiewet Land van Cuijk 2023;

  • Dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering van de uitstroompremie als re-integratievoorziening;

  • Dat het college uitstroom naar werk blijvend wil stimuleren;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels uitstroompremie gemeente Land van Cuijk 2024

Artikel 1. Definities

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      algemeen geaccepteerde arbeid: alle maatschappelijk aanvaardbare arbeid;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Land van Cuijk;

    • c.

      inkomsten uit arbeid: inkomsten uit arbeid in loondienst (ook zijnde gesubsidieerde loondienst) of uit werkzaamheden uit eigen onderneming c.q. zelfstandige en/of bedrijfs- of beroepsmatige werkzaamheden op bescheiden schaal;

    • d.

      klant: een inwoner van de gemeente Land van Cuijk die jonger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd en die een uitkering levensonderhoud ontvangt ingevolge de Participatiewet, een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of een uitkering op grond van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • e.

      langdurig werkloze: een klant die gedurende minimaal 12 aaneengesloten maanden afhankelijk is geweest van een uitkering van het college;

    • f.

      uitstroompremie: een éénmalige premie die kan worden toegekend aan een langdurig werkloze die minstens 6 maanden niet langer afhankelijk is van een uitkering van het college;

    • g.

      verordening: de Re-integratieverordening Participatiewet Land van Cuijk 2023;

    • h.

      wet: de Participatiewet;

    • i.

      wettelijke vrijlatingsregelingen: de regelingen omtrent het vrijlaten van inkomsten zoals geregeld in de Participatiewet (artikel 31, lid 2, onder n, r, of y, lid 5).

  • 2. De overige begrippen in deze beleidsregels worden in dezelfde betekenis gehanteerd als in de wet en in de verordening.

Artikel 2. Voorwaarden uitstroompremie

  • 1. Het college kan een uitstroompremie toekennen aan een langdurig werkloze die uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid en daardoor niet langer afhankelijk is van een uitkering van het college. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      De klant heeft een aaneengesloten periode van 12 maanden of langer recht gehad op een uitkering van het college;

    • b.

      De klant heeft nog niet eerder een uitstroompremie ontvangen;

    • c.

      De klant stroomt uit naar algemeen geaccepteerde arbeid;

    • d.

      De klant vraagt de uitstroompremie aan na 7 maanden maar binnen 18 maanden na ingang van zijn dienstverband;

    • e.

      De uitstroompremie draagt bij aan arbeidsinschakeling van de klant.

  • 2. Aan een alleenstaande (ouder)/ echtpaar (of daarmee gelijk gestelde) kan maximaal één keer een uitstroompremie worden toegekend. Bij terugval in de bijstand kan de uitstroompremie niet een tweede keer worden toegekend als de klant opnieuw langdurig werkloos wordt en uitstroomt.

  • 3. Er is geen recht op een uitstroompremie binnen 12 maanden na het opleggen van een maatregel of een boete.

Artikel 3. Hoogte uitstroompremie

  • 1. De uitstroompremie bedraagt eenmalig € 1.500,-.

  • 2. Indien de klant een premie parttime werk, een premie vrijwilligerswerk en/of een premie onbetaalde arbeid ontvangt, kan de hoogte van de uitstroompremie worden verlaagd zodat het totaal aan ontvangen premies de maximale jaarlijkse vrijlating zoals bedoeld in artikel 31, lid 2, sub j, van de wet niet overschrijdt.

  • 3. Voor gehuwden geldt dat het bepaalde in het vorige lid voor hen tezamen geldt.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking een dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 juli 2023.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels uitstroompremie gemeente Land van Cuijk 2024’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 26 maart 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Johan Postma

de burgemeester,

Marieke Moorman

Artikelsgewijze toelichting

Inleiding

Het college heeft als wettelijke taak om klanten te ondersteunen bij arbeidsinschakeling. Werk maakt

dat men (naar vermogen) kan meedoen, verantwoordelijkheden heeft, sociale contacten legt en zichzelf ontwikkelt. Werk maakt ook dat men uitkeringsonafhankelijk wordt. Dit draagt bij aan daling van de bijstandslasten.

Om inwoners naar werk te begeleiden kent de gemeente Land van Cuijk verschillende voorzieningen. Deze voorzieningen zijn vastgelegd in de ‘Re-integratieverordening Participatiewet Land van Cuijk 2023’. Eén van de voorzieningen die de gemeente kan inzetten om uitstroom naar betaald werk mogelijk te maken is de uitstroompremie. Hierbij ontvangt een langdurig werkloze een eenmalig bedrag als beloning voor uitstroom naar (fulltime) werk.

De voorziening uitstroompremie maakt het mogelijk om te stimuleren dat uitkeringsgerechtigden uitstromen naar werk en kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud.

Het toekennen van een uitstroompremie kan een inwoner stimuleren om algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden. Bijvoorbeeld wanneer werk beschikbaar is dat niet voldoet aan de wensen van de werkzoekende, maar dat wel bijdraagt aan terugkeer op de arbeidsmarkt. De uitstroompremie kan tevens bijdragen aan het verminderen van armoedeval wanneer iemand uitkeringsonafhankelijk wordt. Inkomensafhankelijke toeslagen kunnen komen te vervallen wanneer iemand vanuit een uitkering uitstroomt naar werk. Een uitstroompremie kan inwoners met een uitkering ook stimuleren om de overstap van parttime werk (eventueel met een premie) naar fulltime werk te maken.

Artikel 1. Definities

De uitstroompremie wordt toegekend aan personen die minstens 12 maanden afhankelijk zijn geweest van een uitkering van het college. Bij deze personen is er sprake van een relatief lange afstand tot de arbeidsmarkt. Het is niet de bedoeling dat inwoners die relatief snel aan het werk kunnen worden gecompenseerd voor uitstroom; zij hebben immers een korte afstand tot de arbeidsmarkt.

Er is gekozen voor een uitstroompremie ter hoogte van € 1.500,-. Dit is onder voorbehoud van verrekening met overige (lokale) premies. In artikel 31, lid 2, sub j, van de wet is een maximale hoogte van een één- of tweemalige premie vastgesteld. Met een uitstroompremie van € 1.500,- is het mogelijk om gedurende 6 maanden de maximale premie parttime werk te ontvangen om vervolgens uit te stromen naar fulltime werk. Dit maakt dat parttime werken, eventueel als opstap naar fulltime werk, nog steeds zal lonen.

Op grond van de maximale vrijlating zoals deze op 1 januari 2023 in de wet is opgenomen illustreert een rekenvoorbeeld de samenloop van de premie parttimewerk en de uitstroompremie het best. Hierin is uitgegaan van de maximale vrijlating van € 2.934,- (1 juli 2023), € 3.151,00 (1 januari 2024).

Maximale premie parttime werk

Maximale uitstroompremie

Totaal aan premies

Per maand

€240,-

-

-

Per jaar

€1.440,-*

€1.500,-

€2.940,-**

* De premie parttime werk kan voor maximaal 6 maanden worden toegekend.

** Het totaal aan maximale premies uit parttime werk en uitstroompremies (2023) overschrijdt de maximale vrijlating met € 6,-. Op grond van artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels kunnen deze premies met elkaar verrekend worden om te komen tot een maximum vrijlating van € 2.934,- (geldig vanaf 1 januari 2023).

Bij het beoordelen van een aanvraag voor een uitstroompremie zal dus gekeken moeten worden of iemand in datzelfde kalenderjaar ook de volledige premie parttime werk (of een overige premie) heeft ontvangen. In de praktijk zal dit in een zeer enkel geval voorkomen (veelal zullen de premie parttime werk en de uitstroompremie niet volledig in hetzelfde kalenderjaar vallen).

Artikel 2. Voorwaarden uitstroompremie

In artikel 2, lid 1, sub c van deze beleidsregels is opgenomen dat de inwoner moet uitstromen naar algemeen geaccepteerde arbeid. Het gaat dan om werk dat algemeen maatschappelijk aanvaard is.

En dat altijd passend is, ook al voldoet het werk niet volledig aan alle wensen van de werkzoekende.

Onder sub d is opgenomen dat de uitstroompremie aangevraagd kan worden na 7 maanden maar binnen 18 maanden na ingang van het dienstverband. De termijn van 6 maanden is duurzaam genoeg om iemand te belonen.

De keuze voor een aanvraag is gemaakt omdat het college na 6 maanden niet langer over de informatie beschikt om te besluiten tot toekenning van de premie. De inwoner zal dus moeten aantonen dat hij minstens 6 maanden uitkeringsonafhankelijk is. Bijvoorbeeld door middel van het meesturen van een loonstrookje bij de aanvraag.

Onder sub e is opgenomen dat de uitstroompremie moet bijdragen aan arbeidsinschakeling van de klant. Het is immers bedoeld als re-integratievoorziening. Wel kan het college actief wijzen op de aanvraagmogelijkheid van de uitstroompremie. Informatie zal bij de beëindigingsbeschikking worden opgenomen.

In artikel 2, lid 2 is opgenomen dat een uitstroompremie één keer kan worden toegekend. Het moet immers lonen om duurzaam uit te stromen.

Onder lid 4 is opgenomen dat een uitstroompremie niet wordt toegekend als een klant zijn arbeids-, inlichtingen- of re-integratieverplichtingen niet nakomt en hierop een maatregel is opgelegd. Hiermee wordt voorkomen dat de uitstroompremie als betaalmiddel voor handhavingsmaatregelen kan worden ingezet. De uitstroompremie dient immers als beloning. Bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht gaat het bijvoorbeeld om het niet doorgeven van extra inkomsten, zoals een erfenis.

Artikel 3. Hoogte uitstroompremie

De keuze voor de hoogte van de uitstroompremie is nader uitgewerkt onder de toelichting van artikel 1. Voor lid 3 geldt dat gehuwden, of in het algemeen als partners geregistreerden, gezamenlijk een maximale jaarlijkse vrijlating kennen zoals in artikel 31, lid 2, sub j van de wet. Dit om terugvordering te voorkomen.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.