Subsidieregeling ondersteuning en participatie Nissewaard 2024

Geldend van 06-04-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling ondersteuning en participatie Nissewaard 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;

gelet op artikel 2, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Nissewaard 2022;

besluit de volgende nadere regels vast te stellen:

Subsidieregeling ondersteuning en participatie Nissewaard 2024.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1: Begripsbepaling

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    beperking: een lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke stoornis of conditie, die het maatschappelijk functioneren belemmert of nadelige sociale gevolgen met zich meebrengt;

  • b.

    kwetsbare inwoner: inwoner van Nissewaard die verminderd zelfredzaam is of dreigt te worden, waardoor deze moeite heeft of krijgt om zelfstandig te wonen, in het dagelijks leven te functioneren of om deel te nemen aan de samenleving.

Artikel 1.2: Toepassingsbereik

  • 1. Deze regeling is van toepassing op publieke taken van de gemeente Nissewaard die voortvloeien uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en het gemeentelijk armoedebeleid op het gebied van:

    • a.

      ondersteuning en toeleiding;

    • b.

      participatie;

    • c.

      preventie van armoede en schulden.

  • 2. De voorzieningen in deze regeling zijn vrij toegankelijk voor kwetsbare inwoners.

  • 3. Niet tot deze subsidieregeling behoren de volgende voorzieningen en/of activiteiten:

    • a.

      persoonsgebonden voorzieningen die kunnen worden verstrekt op grond van een beschikking;

    • b.

      activiteiten, evenementen, of tijdelijke projecten die niet zullen leiden tot activiteiten met een structureel of meerjarig karakter, zoals opgenomen in deze regeling;

    • c.

      activiteiten waarvoor in het kader van een andere subsidieregeling kan worden verkregen.

Artikel 1.3: Aanvragen van de subsidie

  • 1. Voor de digitale aanvraag tot verlening en vaststelling van subsidie, zoals bedoeld in artikel 4 eerste lid van de Algemene subsidieverordening Nissewaard 2022 (ASV), mogen de te maken kosten voor e-Herkenning tot een maximum van € 50 per jaar worden opgenomen in de begroting bij de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 2. Er kan op grond van deze regeling voor meerdere activiteiten in één aanvraag subsidie worden gevraagd, maar alleen als de activiteiten in hetzelfde tijdvak plaatsvinden. Daartoe worden de aangeleverde gegevens en de verschillende activiteiten afgebakend.

  • 3. Indien subsidie wordt aangevraagd voor een of meer activiteiten op grond van artikel 2.2, eerste tot en met zesde lid, of artikel 3.2, eerste tot en met derde lid, wordt aanvullende informatie verstrekt die noodzakelijk is voor een passende puntentelling op basis van het van toepassing zijnde afwegingskader als bedoeld in artikel 2.3 of 3.3. Informatie die niet is verstrekt, wordt niet betrokken bij het bepalen van het van toepassing zijnde aantal punten.

Artikel 1.4: Niet in aanmerking komende kosten of activiteiten

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 van de ASV wordt in elk geval geen subsidie verstrekt voor:

  • a.

    kosten voor de viering van feesten, jubilea en partijen;

  • b.

    kosten voor donatie- en sponsorverzoeken;

  • c.

    kosten voor verbouwing van panden;

  • d.

    kosten die een redelijke uitvoering van de activiteit te boven gaan;

  • e.

    kosten van maaltijden, koffie en thee en andere consumpties.

Artikel 1.5: Subsidieplafond

Per kalenderjaar is een subsidieplafond van toepassing. Het plafond en de wijze waarop het beschikbare bedrag wordt verdeeld, wordt in een apart besluit vastgesteld en voorafgaande aan het kalenderjaar in het gemeenteblad bekendgemaakt.

Artikel 1.6: Verantwoording

  • 1. Organisaties die in een kalenderjaar in totaal minimaal € 100.000 subsidie ontvangen, eventueel op basis van meerdere subsidieaanvragen, leveren bij de aanvraag tot subsidievaststelling tevens een door een accountant afgegeven controleverklaring in. Deze ondersteunt de verantwoording waaruit blijkt dat de middelen correct zijn ingezet.

  • 2. Bij subsidies tussen € 50.000 en € 100.000 wordt een door een accountant afgegeven controleverklaring alleen als verplichting bij de subsidieverlening opgelegd als:

    • a.

      de organisatie in de afgelopen drie jaar, een of meerdere jaren geen subsidie heeft ontvangen;

    • b.

      een subsidie in de afgelopen drie jaar een of meerdere keren anders is vastgesteld dan in de aanvraag tot vaststelling gevraagd;

    • c.

      een accountantsverklaring om een andere reden wenselijk wordt geacht.

Hoofdstuk 2. Subsidies ondersteuning en toeleiding

Artikel 2.1: Doel van de subsidie voor ondersteuning en toeleiding

Doel van de subsidie voor ondersteuning en toeleiding is:

  • a.

    de kwetsbare inwoner te helpen vaardigheden te ontwikkelen om zelfstandig te wonen waarbij de veiligheid of gezondheid geen ernstig gevaar loopt, in het dagelijks leven te functioneren en maatschappelijk te participeren;

  • b.

    het versterken van het sociale netwerk van de kwetsbare inwoner zodat dit netwerk praktische hulp of ondersteuning kan bieden op die onderdelen van het zelfstandig dagelijks leven waartoe de inwoner zelf niet of niet goed in staat is;

  • c.

    de instandhouding van een basaal voorzieningenniveau in Nissewaard met diensten uitgevoerd door derden die kwetsbare inwoners in staat stelt om, door van deze diensten gebruik te maken, zelfstandig te wonen, in het dagelijks leven te functioneren en maatschappelijk te participeren.

Artikel 2.2: Activiteiten die voor subsidie ondersteuning en toeleiding in aanmerking komen

  • 1. Activiteiten als bedoeld in het tweede tot en met zevende lid komen voor subsidie in aanmerking, mits deze worden uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van Nissewaard.

  • 2. Er wordt subsidie verleend voor het bieden van vraagverheldering in de integrale ingang Thuis in Nissewaard, op basis van de samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van de Integrale Ingang tussen gemeente Nissewaard, MEEPlus, Kwadraad en SWO;

  • 3. Er wordt subsidie verleend voor kortdurende hulp en begeleiding die groepsgewijs, of waar nodig individueel wordt geboden om problemen in het kader van zelfstandig leven of maatschappelijk functioneren hanteerbaar te maken en inwoners te helpen voldoende weerbaar en vaardig te worden om problemen in de toekomst zelf, of met behulp van een sociaal netwerk, aan te pakken;

  • 4. Er wordt subsidie verleend voor het ondersteunen van laaggeletterde inwoners, die buiten de leerplicht of kwalificatieplicht zoals bedoeld in de Leerplichtwet 1969 vallen, bij het leren van de Nederlandse taal, rekenen en digitale vaardigheden of omgaan met een computer, voor zover het geen onderdeel vormt van de voorzieningen binnen de Wet Educatie en Beroepsonderwijs;

  • 5. Er wordt subsidie verleend voor het ondersteunen van mantelzorgers, zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo, ter voorkoming van overbelasting en ter bevordering van hun mogelijkheid tot duurzame ondersteuning van de kwetsbare naaste;

  • 6. Er wordt subsidie verleend voor het ondersteunen bij of uitvoeren van gemaksdiensten die noodzakelijk zijn voor inwoners om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Gemaksdiensten zijn praktische diensten in en om de woning of inzake mobiliteit, ten behoeve van mensen die door een beperking of ouderdom deze activiteiten niet, niet geheel of niet voldoende kunnen uitvoeren, zoals maaltijdverzorging, was- en strijkservice, reparatie van gebruiksartikelen, ANWB-automaatje en boodschappenservice;

  • 7. Er wordt subsidie verleend voor hulp bij het invullen van papieren of digitale formulieren, schrijven van officiële brieven voor inwoners die hiertoe zelf, of met behulp van hun sociale netwerk niet in staat zijn, alsmede hulp bij praktische vragen over wonen of sociale zekerheid.

Artikel 2.3: afwegingskader subsidie ondersteuning en toeleiding

Bij het beoordelen van subsidieaanvragen op grond van artikel 2.2 wordt onderstaand afwegingskader met puntentelling gebruikt. De punten worden toegekend op basis van de subsidieaanvraag en bijbehorende aangeleverde gegevens. Per onderdeel wordt een puntenaantal toegekend dat varieert tussen 0% en 100% van het maximaal puntenaantal naarmate men meer voldoet aan het afwegingskader, waarbij in ieder geval geldt dat:

  • 100% van de punten wordt toegekend als geheel wordt voldaan aan alle genoemde onderdelen van het desbetreffende punt in het afwegingskader;

  • 60% van de punten wordt toegekend indien niet meer dan voldoende wordt voldaan aan onderdelen van het desbetreffende punt in het afwegingskader;

  • 0% van de punten wordt toegekend als in het geheel niet wordt voldaan aan de genoemde onderdelen van het desbetreffende punt in het afwegingskader.

Omschrijving

Maximaal aantal punten

Kwaliteit:

  • 1.

    De mate waarin met de activiteit vaardigheden en draagkracht van de inwoner wordt versterkt, dan wel het sociale netwerk wordt versterkt, om problematiek hanteerbaar te maken; hierbij gebruik makend van een bewezen effectieve methode waar deze beschikbaar is (maximaal 12 punten).

  • 2.

    De mate waarin een lacune binnen het Nissewaardse aanbod van vrij toegankelijke voorzieningen voor ondersteuning en participatie wordt ingevuld met deze activiteit, waardoor hogere kosten elders voor de gemeente Nissewaard worden vermeden (maximaal 10 punten).

  • 3.

    De wijze waarop belemmerende factoren en problematiek op andere leefgebieden in beeld wordt gebracht en hoe daarmee wordt omgegaan (maximaal 7 punten).

  • 4.

    De mate waarin agogisch opgeleide professionals daar worden ingezet waar dat noodzakelijk is en vrijwilligers worden ingezet waar dit mogelijk is (maximaal 6 punten).

  • 5.

    De mate waarin door kwalitatieve en kwantitatieve monitoring de resultaten en effecten van de activiteit zichtbaar zijn (maximaal 6 punten).

  • 6.

    De mate waarin wordt gewerkt met ervaringsdeskundigen en stageplaatsen of werkervaringsplaatsen worden geboden (maximaal 5 punten).

  • 7.

    De mate waarin de subsidieaanvrager aangeeft op welke wijze hij werkt aan verbetering van de effectiviteit van de activiteit (maximaal 4 punten).

50

Kosten:

  • 1.

    De mate waarin de kosten in verhouding staan tot de geleverde dienst, bijvoorbeeld door uit te gaan van realistische CAO-lonen, inzet van vrijwilligers waar dit kan, beperkte overheadkosten en door geen onnodige kosten op te voeren (maximaal 12 punten).

  • 2.

    De mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de kosten zo laag mogelijk worden gehouden en kostenstijging ten opzichte van het voorgaande jaar wordt beperkt (maximaal 10 punten).

  • 3.

    De mate waarin de kosten van de activiteit en de andere inkomsten dan gemeentelijke subsidie, zoals fondsen en eigen bijdragen, transparant zijn weergegeven in de aanvraag (maximaal 8 punten).

30

Borging in Nissewaardse samenleving:

  • 1.

    De mate waarin er aantoonbare samenwerking is met partner-organisaties in Nissewaard, mede ten behoeve van signalering, integraal werken en doorgeleiding van de inwoner naar de juiste plek voor ondersteuning of participatie (maximaal 10 punten). Indien de subsidieaanvrager nieuw is in Nissewaard, wordt aangegeven op welke wijze de samenwerking en borging binnen Nissewaardse netwerken wordt gerealiseerd. Hiervoor kunnen geen kosten in rekening worden gebracht.

  • 2.

    De activiteit is door de aanvrager of diens rechtsopvolger in het voorgaande jaar in Nissewaard uitgevoerd (0 punten bij ‘nee’ en 10 punten bij ‘ja’).

20

Maximale totaalscore

100

Artikel 2.4: Subsidie voor voorzieningen voor ondersteuning en toeleiding

  • 1. Subsidie voor activiteiten en voorzieningen als bedoeld in het tweede tot en met zesde lid, wordt aan zo min mogelijk organisaties verleend, zodat aan de verwachte behoefte kan worden voldaan waarbij de benodigde expertise is geborgd. De hoogte van de subsidie wordt afgestemd op de omvang van de begeleiding, waaronder in elk geval niet het indiceren van een individuele voorziening wordt verstaan. Daarnaast is de organisatie aantoonbaar in staat de activiteiten uit te voeren binnen de gemeentegrenzen van Nissewaard, tegen zo laag mogelijke kosten en met aantoonbaar relevant samenwerkingsnetwerk met andere organisaties voor ondersteuning in Nissewaard.

  • 2. Er wordt subsidie verleend voor een voorziening voor het ondersteunen van inwoners bij:

    • a.

      het aanvragen van voorzieningen op grond van een wettelijk kader dat bedoeld is ter ondersteuning van kwetsbare inwoners, zoals de Wet langdurige zorg (Wlz);

    • b.

      hulp bij het opstellen van een persoonlijk (familiegroeps)plan ten behoeve van een persoonsgebonden budget op grond van de Wmo of Jeugdwet;

    • c.

      hulp bij bezwaar- en beroepsprocedures op grond van een wettelijk kader dat bedoeld is ter ondersteuning van kwetsbare inwoners, zoals Wlz, Wmo of Jeugdwet.

  • 3. Er wordt subsidie verleend voor het screenen en zo nodig naar zorg toe leiden van inwoners die zorg mijden en waarbij er risico is op of signalen zijn van verwaarlozing of vervuiling, verward gedrag, agressie of overlast (bemoeizorg).

  • 4. Er wordt subsidie verleend voor het screenen en zo nodig naar zorg toe leiden van inwoners die slachtoffer lijken of zijn van huiselijk geweld, waaronder ondersteuning voor achterblijvers wanneer er een onderzoek loopt in het kader van de Wet tijdelijk huisverbod of een huisverbod is opgelegd.

  • 5. Er wordt subsidie verleend voor een toegankelijke laagdrempelige open inloopvoorziening die een veilige plek is waar iedere inwoner welkom is, maar die specifiek gericht is op psychisch kwetsbare inwoners (GGZ-inloop).

  • 6. Er wordt subsidie verleend voor een low-care palliatieve terminale zorg in of verbonden aan een hospice.

Hoofdstuk 3. Subsidies participatie

Artikel 3.1: Doel van de subsidie voor participatie

Doel van de subsidies voor participatie is het bevorderen van deelname aan de lokale samenleving door kwetsbare inwoners zodat deze inwoners actief blijven, een zinvolle daginvulling hebben, een sociaal netwerk kunnen behouden of uitbouwen, eenzaamheid wordt tegengegaan en mantelzorgers worden ontlast. Dit alles in een voor de deelnemer passende groep inwoners, waarbij de deelnemer zich op zijn plek voelt.

Artikel 3.2: Activiteiten die voor subsidie participatie in aanmerking komen

  • 1. Activiteiten als bedoeld in het tweede tot en met vierde lid komen voor subsidie in aanmerking, mits deze worden uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van Nissewaard.

  • 2. Er wordt subsidie verleend voor activiteiten voor Ontmoeting. Dit zijn activiteiten mede door en voor kwetsbare, maar nog redelijk zelfredzame inwoners, die over voldoende eigen regie beschikken om zelfstandig in een groep en binnen de activiteiten te functioneren. De activiteiten worden uitgevoerd door vrijwilligers.

  • 3. Er wordt subsidie verleend voor activiteiten voor Daginvulling. Dit zijn activiteiten in een gemengde groep van deelnemers waaronder inwoners met lichte tot matige cognitieve of lichamelijke beperkingen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten worden uitgevoerd door vrijwilligers, waarbij een gedeelte van de tijd een professional nabij is die in staat is om vrijwilligers te coachen, om te gaan met groepsdynamiek en psychosociale problematiek en pedagogische begeleiding kan bieden, en;

    • b.

      met inwoners die de wens hebben deel te nemen aan activiteiten voor daginvulling wordt bekeken welke soort activiteit voor participatie het meest passend is, en;

    • c.

      indien een inwoner die wil deelnemen aan daginvulling ondersteuning of zorg nodig heeft, die niet gegeven kan of mag worden door vrijwilligers, wordt deze doorgeleid naar Daginvulling met Zorg.

  • 4. Er wordt subsidie verleend voor activiteiten voor Daginvulling met Zorg. Dit zijn activiteiten voor inwoners met matige tot ernstige cognitieve of lichamelijke beperkingen, die eventueel hulp nodig hebben bij persoonlijke verzorging. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten worden deels uitgevoerd door vrijwilligers, waarbij gedurende 100% van de tijd een professional nabij is die in staat is om vrijwilligers te coachen, om te gaan met groepsdynamiek en psychosociale problematiek en pedagogische begeleiding kan bieden, alsmede noodzakelijke verzorgende handelingen kan verrichten, en;

    • b.

      indien in de praktijk blijkt dat een deelnemer waarschijnlijk in aanmerking komt voor een indicatie Wet langdurige zorg (Wlz), wordt het aanvragen hiervan geadviseerd en gestimuleerd.

Artikel 3.3: afwegingskader subsidie participatie

Bij het beoordelen van subsidieaanvragen op grond van artikel 3.2 wordt onderstaand afwegingskader met puntentelling gebruikt. De punten worden toegekend op basis van de subsidieaanvraag en bijbehorende aangeleverde gegevens. Per onderdeel wordt een puntenaantal toegekend dat varieert tussen 0% en 100% van het maximale puntenaantal naarmate men meer voldoet aan het afwegingskader, waarbij in ieder geval geldt dat:

  • 100% van de punten wordt toegekend als geheel wordt voldaan aan alle genoemde onderdelen van het desbetreffende punt in het afwegingskader;

  • 60% van de punten wordt toegekend indien niet meer dan voldoende wordt voldaan aan onderdelen van het desbetreffende punt in het afwegingskader;

  • 0% van de punten wordt toegekend als in het geheel niet wordt voldaan aan de genoemde onderdelen van het desbetreffende punt in het afwegingskader.

Bij de beoordeling welke activiteiten als bedoeld in artikel 3.2 worden gehonoreerd, wordt eveneens gekeken naar de geografische spreiding van locaties waar de activiteiten plaatsvinden binnen Nissewaard.

Omschrijving

Maximaal aantal punten

Kwaliteit:

  • 1.

    De mate waarin de activiteit is gericht op het bevorderen van intermenselijk contact en het op prettige wijze gezamenlijk doorbrengen van de tijd in een voor de deelnemer passende groep en locatie. Hierbij worden de mogelijkheden van deelnemers betrokken om zelf een actieve bijdrage te leveren aan de activiteit (maximaal 10 punten).

  • 2.

    De mate waarin binnen de activiteit aandacht is voor versterking van het sociale netwerk, ook buiten de activiteit, of het bevorderen van een gezonde leefstijl (maximaal 10 punten).

  • 3.

    De mate waarin een lacune binnen het Nissewaardse aanbod van vrij toegankelijke voorzieningen voor ondersteuning en participatie wordt ingevuld met deze activiteit, waardoor hogere kosten elders voor de gemeente Nissewaard worden vermeden (maximaal 10 punten).

  • 4.

    De mate waarin wordt gewerkt met ervaringsdeskundigen en stageplaatsen of werkervaringsplaatsen worden geboden (maximaal 6 punten).

  • 5.

    De mate waarin bij de activiteiten aandacht is voor de belasting van mantelzorgers en voor een dementievriendelijke sociale en fysieke omgeving (maximaal 5 punten).

  • 6.

    De mate waarin door kwalitatieve en kwantitatieve monitoring de resultaten en effecten van de activiteit zichtbaar zijn (maximaal 5 punten).

  • 7.

    De mate waarin de subsidieaanvrager aangeeft op welke wijze hij werkt aan verbetering van de effectiviteit van de activiteit (maximaal 4 punten).

50

Kosten:

  • 1.

    De mate waarin de kosten in verhouding staan tot de geleverde dienst, bijvoorbeeld door uit te gaan van realistische CAO-lonen, inzet van vrijwilligers waar dit kan, beperkte overheadkosten en door geen onnodige kosten op te voeren (maximaal 12 punten).

  • 2.

    De mate waarin uit de aanvraag blijkt dat de kosten zo laag mogelijk worden gehouden en kostenstijging ten opzichte van het voorgaande jaar wordt beperkt (maximaal 10 punten).

  • 3.

    De mate waarin de kosten van de activiteit en de andere inkomsten dan gemeentelijke subsidie, zoals fondsen en eigen bijdragen, transparant zijn weergegeven in de aanvraag (maximaal 8 punten).

30

Borging in Nissewaardse samenleving:

  • 1.

    De mate waarin er aantoonbare samenwerking is met partner-organisaties in Nissewaard, mede t.b.v. signalering, integraal werken en doorgeleiding van de inwoner naar de juiste plek voor participatie (maximaal 10 punten). Indien de subsidieaanvrager nieuw is in Nissewaard, wordt aangegeven op welke wijze de samenwerking en borging binnen Nissewaardse netwerken wordt gerealiseerd. Hiervoor kunnen geen kosten in rekening worden gebracht.

  • 2.

    De activiteit is door de aanvrager of diens rechtsopvolger in het voorgaande jaar in Nissewaard uitgevoerd (0 punten bij ‘nee’ en 10 punten bij ‘ja’).

20

Maximale totaalscore

100

Artikel 3.4: Subsidie voor vervoer naar Daginvulling en Daginvulling met Zorg

  • 1. Er wordt subsidie verleend voor een vervoersvoorziening van en naar de Daginvulling en Daginvulling met Zorg, als bedoeld in artikel 3.2, derde en vierde lid. De vervoersvoorziening wordt bij voorkeur aan een organisatie gesubsidieerd om deze zo efficiënt mogelijk te kunnen uitvoeren. Gekozen wordt voor de organisatie die aantoonbaar in staat is de activiteiten uit te voeren, tegen zo laag mogelijke kosten, waarbij het vervoer:

    • a.

      zoveel mogelijk uitgevoerd wordt door vrijwilligers;

    • b.

      dekkend is over geheel Nissewaard;

    • c.

      alle gesubsidieerde locaties voor Daginvulling en Daginvulling met Zorg bedient.

  • 2. Indien meer dan een organisatie noodzakelijk is om de vervoersvoorziening uit te voeren onder de genoemde voorwaarden, vindt subsidieverlening aan twee of meer organisaties plaats, tot het moment dat aan de voorwaarden onder b en c is voldaan. Organisaties die hierin een samenwerking hebben gevormd, hebben hierbij de voorkeur.

Artikel 3.5: Gevraagde aanvullende informatie subsidie participatie

  • 1. Indien subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten op grond van artikel 3.2 wordt bij de toelichting op de aanvraag, naast het gestelde in artikel 1.3, in ieder geval aangegeven:

    • a.

      voor welke vorm of vormen van participatie subsidie wordt aangevraagd, namelijk Ontmoeting, Daginvulling of Daginvulling met Zorg;

    • b.

      op welke wijze aan de criteria wordt voldaan voor Daginvulling of Daginvulling met Zorg zoals benoemd in artikel 3.2, tweede of derde lid, indien voor deze varianten subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      op welke dagen of dagdelen van de week de activiteiten plaatsvinden en of ze wekelijks plaatsvinden of in een andere te benoemen frequentie;

    • d.

      op welke locatie(s) in Nissewaard de activiteiten plaatsvinden.

  • 2. Het activiteitenverslag dat op grond van de ASV bij de aanvraag tot vaststelling ingediend wordt, bevat naast het benoemde in artikel 5.2, eerste lid, voor de Daginvulling met Zorg ook hoeveel deelnemers zijn geadviseerd een aanvraag in te dienen op grond van de Wet langdurige zorg.

Hoofdstuk 4. Subsidies tegengaan armoede en schulden

Artikel 4.1: Doel van de subsidie voor tegengaan armoede en schulden

Met de subsidies inzake het tegengaan van armoede en schulden worden de volgende doelen nagestreefd:

  • 1.

    het voorkomen van problematische schulden;

  • 2.

    het beperken van de negatieve effecten van armoede of problematische schulden, waaronder het tegengaan van uitsluiting van kinderen die in armoede leven.

Artikel 4.2: Activiteiten die voor subsidie tegengaan van armoede en schulden in aanmerking komen

  • 1. Er wordt subsidie verleend voor hulp aan inwoners die hiertoe zelf niet in staat zijn, bij het voeren van een inzichtelijke financiële administratie voor het huishouden, waaronder het ordenen van administratie, inkomsten en uitgaven, het helpen bij aanvragen van toeslagen en minimaregelingen en het inzichtelijk maken van eventuele schulden.

  • 2. Er wordt subsidie verleend voor het verstrekken van middelen of leergeld aan inwoners die tot de doelgroep behoren van het gemeentelijk armoedebeleid Nissewaard ten behoeve van deelname aan onderwijs, sport, cultuur of welzijn door het kind tot 18 jaar dat onder gezag van de inwoner valt. Hiervoor wordt aan maximaal twee organisaties subsidie verstrekt, waarbij geldt dat deze organisaties aangesloten moeten zijn bij een landelijk netwerk of landelijke stichting met hetzelfde doel, die in bezit is van het ANBI- of CBF-keurmerk als erkend goed doel.

  • 3. Er wordt subsidie verleend voor het verstrekken van voedselpakketten door een voedselbank aan inwoners die behoren tot de doelgroep van het gemeentelijk armoedebeleid Nissewaard of problematische schulden hebben. Hiervoor wordt slechts aan één organisatie subsidie verleend. Gekozen wordt voor de organisatie die aantoonbaar in staat is de activiteiten uit te voeren, op een locatie binnen de gemeentegrenzen van Nissewaard, tegen zo laag mogelijke kosten.

  • 4. Er wordt subsidie verleend voor het verstrekken van noodhulp als gift of lening aan inwoners indien er geen andere voorziening hierin voorziet. Hiervoor wordt slechts aan één organisatie subsidie verleend. Deze organisatie moet aangesloten zijn bij een landelijk netwerk of landelijke stichting met hetzelfde doel, die in bezit is van het ANBI- of CBF-keurmerk als erkend goed doel.

Hoofdstuk 5. Uitbetaling subsidie en verantwoording

Artikel 5.1: Uitbetaling van de subsidie

De verleende subsidie wordt in het betreffende kalenderjaar betaald in vier gelijke termijnen, tenzij:

  • a.

    de subsidie minder bedraagt dan € 30.000, in welk geval de subsidie ineens betaalbaar wordt gesteld;

  • b.

    de kosten voor de organisatie niet gelijk over het jaar zijn verdeeld, in welk geval het aantal termijnen en de hoogte ervan wordt afgestemd op de betalingsverplichtingen van de organisatie;

  • c.

    er andere redenen zijn de subsidie anders dan in vier gelijke termijnen uit te betalen.

Artikel 5.2: Vaststelling van de subsidie

  • 1. Het activiteitenverslag dat op grond van artikel 4:45, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht bij de aanvraag tot vaststelling ingediend wordt, bevat tenminste:

    • a.

      een verklaring in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd;

    • b.

      hoeveel deelnemers met de activiteiten zijn bereikt;

    • c.

      wat het doel of de toegevoegde waarde was van de activiteiten en of dat doel of de toegevoegde waarde is gerealiseerd en indien niet wat wel is bereikt en wat de reden is van het niet geheel bereiken van het doel.

  • 2. Het financieel verslag dat op grond van artikel 4:45, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij de aanvraag tot vaststelling ingediend wordt, bevat tenminste:

    • a.

      een overzicht van de gemaakte kosten en daadwerkelijk gerealiseerde inkomsten in relatie tot de begroting;

    • b.

      een toelichting op de afwijkingen ten opzichte van de begroting indien dit minimaal 10% bedraagt of meer dan € 5.000.

  • 3. In afwijking van artikel 11, eerste lid van de ASV, kunnen subsidies van meer dan € 5.000 ambtshalve worden vastgesteld, indien er geen twijfel bestaat dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn of worden uitgevoerd en de hoogte van de subsidie is bepaald op grond van feitelijke gegevens op een peildatum in het verleden.

  • 4. Indien een jaarsubsidie lager wordt vastgesteld dan verleend, wordt het teveel betaalde bedrag teruggevorderd.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 6.1: Intrekking subsidieregeling

De Subsidieregeling participatie en maatschappelijke ondersteuning Nissewaard 2022 vervalt zodra ze is uitgewerkt.

Artikel 6.2: Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na de bekendmaking. Ze zijn voor het eerst van toepassing op subsidies voor activiteiten die in het jaar 2025 worden uitgevoerd.

Artikel 6.3: Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling ondersteuning en participatie Nissewaard 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 26 maart 2024.

De secretaris,

M. Visscher

De burgemeester,

F. van Oosten

Toelichting op de subsidieregeling ondersteuning en participatie

In de Algemene Subsidieverordening Nissewaard (ASV) zijn algemene regels gesteld over subsidie. Daarin is eveneens, in artikel 2, aangegeven dat er een subsidieregeling kan worden opgesteld. In deze subsidieregeling worden nadere bepalingen aangegeven over de subsidies die voortvloeien uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en het gemeentelijk armoedebeleid. In de nu volgende artikelsgewijze toelichting wordt over artikelen en onderdelen daarvan alleen iets opgemerkt waar dat nodig leek.

Artikel 1.2: Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op algemene voorzieningen en activiteiten op grond van de Wmo en het gemeentelijk armoedebeleid.

Vele voorzieningen en activiteiten zijn uitgesloten van deze regeling. Het betreft dan met name activiteiten met een persoonsgebonden karakter. Ook evenementen en tijdelijke projecten die eindig zijn, vallen buiten deze regeling. Nieuwe activiteiten die passen binnen de in deze regeling genoemde activiteiten, al dan niet gestart als pilot, vallen wel onder deze regeling. Hierop zal de integrale afweging en het relevante afwegingskader worden toegepast.

Activiteiten waarvoor in het kader van een andere subsidieregeling subsidie kan worden verkregen, zijn ook uitgesloten. Deze subsidieregeling kan gezien worden als sluitstuk of vangnet. Activiteiten met een meer algemeen karakter, zoals voor sport, cultuur of wijkgroepen, staan open voor alle inwoners en daarmee ook voor kwetsbare inwoners. Van deze subsidies dient als eerste gebruik te worden gemaakt. Indien dan nog kosten resteren, of indien er specifiek voor kwetsbare groepen activiteiten worden georganiseerd en er zijn geen middelen meer beschikbaar, kan een beroep worden gedaan op deze subsidieregeling.

Artikel 1.3: Aanvragen van de subsidie

Aanvragen voor jaarsubsidie worden, conform artikel 5, eerste lid van de ASV, voor 1 juni ingediend voor het daaropvolgende kalenderjaar. Op grond van de ASV dient een aanvraag vergezeld te gaan van:

  • een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

  • een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten.

Daarnaast wordt in dit artikel aanvullende informatie gevraagd in bepaalde gevallen.

Artikel 1.4: Niet in aanmerking komende kosten of activiteiten

In dit artikel zijn kosten en activiteiten opgenomen die op grond van deze regeling niet in aanmerking komen voor subsidie. Het kan zijn dat voor bijvoorbeeld verbouwing van een pand wel subsidie mogelijk is. Dit zal echter apart moeten worden aangevraagd en is geen onderdeel van deze subsidieregeling.

Voor kosten van maaltijden en andere consumpties geldt dat hiervoor geen subsidie mogelijk is. De feitelijke kosten kunnen worden opgevangen door een eigen bijdrage van gebruikers van deze consumpties en maaltijden. Dat kan via een vast, minimaal kostendekkend, bedrag per activiteit of per periode, of door specifiek voor iedere consumptie een geldbedrag in rekening te brengen. In deze regeling is geen vast bedrag opgenomen, omdat dit afhangt van diverse factoren, zoals schaalgrootte van inkoop, sponsorafspraken met leveranciers en de soort maaltijd. Het staat organisaties die bijvoorbeeld activiteiten in het kader van participatie aanbieden, vrij om hierover onderling afspraken te maken. Als men zoekt naar richtlijnen voor de kosten van maaltijden kan bijvoorbeeld worden gekeken naar wat het Nibud of de Belastingdienst hierover zegt. Dit moet in ieder geval kostendekkend zijn, maar kan ook een hoger bedrag zijn, zodat deels andere kosten door de eigen bijdrage worden gefinancierd.

Artikel 1.5: Subsidieplafond

Het subsidieplafond moet worden vastgesteld voordat het jaar ingaat waarvoor het subsidieplafond geldt (artikel 4:27 Awb). Indien het subsidieplafond of een verlaging daarvan later wordt bekendgemaakt, heeft deze bekendmaking geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen. Dit laatste is niet van toepassing, indien (artikel 4:28 Awb):

  • de aanvragen voor het tijdvak waarvoor het subsidieplafond is vastgesteld ingevolge wettelijk voorschrift moeten worden ingediend op een tijdstip waarop de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd (dat geldt in Nissewaard);

  • het een verlaging betreft die voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begroting, en

  • bij de bekendmaking van het subsidieplafond is gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

Bij het vaststellen van het subsidieplafond zal ook nog moeten worden bepaald hoe het geld wordt verdeeld. Het afwegingskader in de regeling leidt tot een ordening van partijen die in aanmerking kunnen komen - per artikel. Bij de verdeling van het budget wordt wel rekening gehouden met deze ordening. Maar hoe de verdeling van de schaarste plaatsvindt, moet nog worden bepaald. Voorbeelden hiervan zijn:

  • de hoogst scorende partijen volledig verlenen wat wordt gevraagd, en de naastlagere ook, enz. tot het budget op is;

  • kiezen voor een bepaalde spreiding van partijen, bijv. dat het budget gaat naar de helft van alle partijen en dat dan een bepaalde verdeling (naar rato) wordt toegepast van het beschikbare budget.

Verder is van belang dat de regeling tussen de verschillende hoofdstukken c.q. artikelen geen rangorde aanbrengt. Hier zal nog aandacht aan moeten worden besteed, tenzij er per hoofdstuk een subsidieplafond wordt bepaald.

Bij het vaststellen van het subsidieplafond wordt voor zover mogelijk al rekening gehouden met eerder verleende meerjarige subsidies, die betrekking hebben op het desbetreffende subsidiejaar. Indien dat niet gebeurt, wordt hiermee wel rekening gehouden in de integrale afweging. Eerder verleende meerjarensubsidie kan pas worden herzien als hiertoe zwaarwegende redenen zijn, waardoor reeds verleende subsidies geen onderdeel uitmaken van de integrale afweging.

Artikel 2.2: Activiteiten die voor subsidie ondersteuning en toeleiding in aanmerking komen

Aan de integrale ingang Thuis in Nissewaard ligt een samenwerkingsovereenkomst ten grondslag. Hierin staat opgenomen hoeveel formatie er beschikbaar wordt gesteld vanuit welke organisatie ten behoeve van de werkzaamheden in de ingang. Dit biedt de basis voor subsidie op grond van artikel 2.2, tweede lid. Indien de deelname binnen de ingang wijzigt, dan zal die samenwerkings-overeenkomst worden aangepast en daarmee de basis voor de subsidieverlening.

Artikel 2.3: Afwegingskader subsidie ondersteuning en toeleiding

Het beoordelingsproces welke subsidieaanvragen geheel of gedeeltelijk worden gehonoreerd vindt intern binnen de gemeente plaats, via een integrale afweging. Van iedere individuele afweging is een checklist beschikbaar, waarin o.a. de rechtmatigheid en doelmatigheid van de aanvraag is getoetst.

Het afwegingskader is mede gebaseerd op het beleidskader van de gemeente Nissewaard. Zo is het op onderdeel kwaliteit sterk gericht op verbetering van de situatie van de inwoner, zodat deze in de toekomst een (nieuwe) situatie zelf kan hanteren of oplossen. Dit kan bijvoorbeeld door beïnvloeden van gedrag en oefenen van nieuw gedrag. Dat zal bij het bieden van gemaksdiensten niet of minder aan de orde zijn. Ook is het gericht op integraal kijken naar de situatie van de inwoner en hiernaar handelen. Ten derde is het gericht op inzet van vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en stagiairs waar dit mogelijk is. Dit mede om te zorgen dat we nu en in de toekomst voldoende professionals daar kunnen inzetten waar het absoluut noodzakelijk is. Tot slot wordt de nadruk gelegd op aantoonbaarheid van resultaten en effecten. Hierbij is zowel data van belang als kwalitatieve informatie van inwoners of ketenpartners.

Wat betreft kosten is de wens om de gemeentelijke financiële bijdrage zo laag mogelijk te houden ten opzichte van de maatschappelijke meerwaarde. In subsidieverlening worden geen kostprijsonderzoeken en marktonderzoeken gehouden. Wel kan gebruik worden gemaakt van vergelijkingen tussen subsidieaanvragers met dezelfde soort professionals en van informatie uit inkooptrajecten om te beoordelen of de kosten en overhead redelijk zijn. Ook wordt gekeken in hoeverre er bij gemaksdiensten wordt gevraagd om een eigen bijdrage van gebruikers.

Borging in de Nissewaardse samenleving is minder belangrijk dan de kwaliteit en kosten, maar een niet te onderschatten onderdeel van de afweging. Overigens blijkt uit artikel 2.2 dat de activiteit uitgevoerd moet worden binnen de gemeentegrenzen van Nissewaard.

Indien binnen één subsidieaanvraag subsidie wordt gevraagd voor meerdere activiteiten, kan gekozen worden de afweging als bedoeld in dit artikel toe te passen op de gehele aanvraag, of op specifieke onderdelen daarbinnen. Daarmee kunnen activiteiten binnen een aanvraag een andere score hebben, waardoor sommige activiteiten wel in aanmerking kunnen komen voor subsidie en andere niet.

Als onvoldoende punten worden behaald, zijnde 50 punten of minder, draagt de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet voldoende bij aan gemeentelijke beleidsdoelen (artikel 7 aanhef en onder f van de ASV). De onderdelen waarop de subsidieaanvrager beduidend lager scoort dan de maximale score, kan in de beschikking worden opgenomen als motivering voor de afwijzing.

Artikel 3.2: Activiteiten die voor subsidie participatie in aanmerking komen

Participatie is vaak een breed begrip, waar eenieder iets anders onder kan verstaan. Deze subsidieregeling gaat over de Wmo en gemeentelijk armoedebeleid. Participatie zoals in deze subsidieregeling wordt bedoeld, is onderdeel van de Wmo. De activiteiten moeten plaatsvinden binnen de gemeentegrenzen van Nissewaard. Uiteraard is er ruimte om participatie-activiteiten mede uit te voeren door het bieden van gezamenlijke uitstapjes buiten de gemeentegrenzen. Dit zal echter niet de norm, maar eerder een uitzondering zijn, waarbij ook een hogere bijdrage van de deelnemers zal worden gevraagd.

De vormen van participatie kunnen in drie categorieën worden verdeeld:

Ontmoeting: activiteiten mede door en voor kwetsbare, maar nog redelijk zelfredzame inwoners, die over voldoende eigen regie beschikken om zelfstandig in een groep en binnen de activiteiten te functioneren. De activiteiten worden uitgevoerd door vrijwilligers.

Daginvulling: activiteiten in een gemengde groep van deelnemers waaronder inwoners met lichte tot matige cognitieve of lichamelijke beperkingen, die onder begeleiding in de groep kunnen participeren en al dan niet gedeeltelijk aan de activiteiten kunnen deelnemen. Hierbij is een deel van de tijd een professional in de nabijheid. De groep bestaat gemiddeld, afhankelijk van de draagkracht van de groep, voor ongeveer twee derde uit redelijk zelfredzame inwoners en voor een derde uit inwoners met lichte tot matige cognitieve of lichamelijke beperkingen.

Daginvulling met Zorg: activiteiten voor inwoners met matige tot ernstige cognitieve of lichamelijke beperkingen, die eventueel hulp nodig hebben bij persoonlijke verzorging. Hier is te allen tijde een professional in de nabijheid, mede omdat hier handelingen moeten kunnen worden verricht die niet door vrijwilligers kunnen of mogen worden gedaan. Het betreft dan handelingen zoals:

  • a.

    inwoners helpen in het toilet;

  • b.

    inwoners helpen bij het innemen van medicatie (attenderen op inname van medicatie mag wel door vrijwilligers gebeuren);

  • c.

    inwoners uit en in een rolstoel helpen.

Organisaties die Daginvulling en Daginvulling met Zorg bieden, kunnen onderling afspraken maken om te zorgen dat inwoners met een participatie-behoefte zoals in dit artikel bedoeld, op een goede activiteit en locatie terecht komen. Vanwege kosteneffectiviteit is het wenselijk dat inwoners slechts gebruik maken van Daginvulling met Zorg indien de zorg-component voor hen ook meerwaarde heeft. Dit kan de organisatie van participatie-activiteiten zelfstandig bepalen, of hierbij kan gebruik worden gemaakt van de inschatting door professionals zoals vraagverhelderaars in de integrale Ingang Thuis in Nissewaard, casemanagers dementie, huisartsen of wijkverpleegkundigen. Het met de inwoner bepalen welke soort activiteit het meest passend is kan niet zover gaan dat het een onderzoek is naar iemands behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden als bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid van de Wmo. Het betreft hier immers een algemene voorziening. Wel zal er gekeken moeten worden of de inwoner hulp nodig heeft die niet door een vrijwilliger mag worden geboden. Hier hoeft niet standaard naar worden gevraagd. Het gedrag van de potentiële deelnemer kan hierin al veelzeggend zijn. Alleen bij twijfel kunnen hierover beperkt vragen worden gesteld of kan gekozen worden de potentiële deelnemer door te geleiden naar Daginvulling met Zorg.

Inwoners met ernstige cognitieve beperkingen, komen veelal in aanmerking voor een Wlz-indicatie. Het is voor de gemeente van belang dat wanneer dit aan de orde is, deze indicatie ook wordt aangevraagd. Iedere Wlz-indicatie betekent immers dat de kosten door het zorgkantoor worden gedekt en er weer mensen die onder de Wmo vallen gebruik kunnen maken van de participatie-activiteiten binnen deze regeling. Van dementie is bekend dat dit een progressieve ziekte is, die over het algemeen uiteindelijk tot een Wlz-indicatie leidt. Daarom wordt er groot belang gehecht aan het tijdig stimuleren van Wlz-aanvragen door organisaties die Daginvulling met Zorg bieden.

Artikel 3.3: afwegingskader subsidie participatie

Het beoordelingsproces welke subsidieaanvragen geheel of gedeeltelijk worden gehonoreerd vindt intern binnen de gemeente plaats, via een integrale afweging. Van iedere individuele afweging is een checklist beschikbaar, waarin o.a. de rechtmatigheid en doelmatigheid van de aanvraag is getoetst.

We willen inwoners zoveel mogelijk actief houden, ook als er cognitieve of lichamelijke beperkingen zijn. Het onderdeel kwaliteit binnen het afwegingskader is hierop gericht. We willen het samenkomen van en interactie tussen inwoners bevorderen, waarbij de wens is dat dit contact zich ook buiten de participatie-activiteit voortzet. Hiermee kan het sociale netwerk worden versterkt, waarmee ook de mogelijkheden om binnen het netwerk vraagstukken op te lossen, groter wordt. Verder is het wenselijk dat aandacht wordt besteed aan een gezonde leefstijl, bijvoorbeeld door gezonde maaltijden, beweegactiviteiten waaronder valpreventie, en activiteiten die het brein stimuleren.

Ook is bij deze activiteiten de geografische spreiding van belang. Met name voor ‘Ontmoeting’ en ‘Daginvulling’ is het wenselijk dat deze gespreid over Nissewaard plaatsvinden. Vaak zijn activiteiten geconcentreerd in Spijkenisse. We hechten er echter waarde aan dat ook in de kernen participatie-activiteiten plaatsvinden. Het kan dan voorkomen dat activiteiten met een lager puntenaantal toch voorrang krijgen, indien dit op een locatie plaatsvindt waar geen andere participatie-activiteit in de nabijheid is.

Ook hier zijn afwegingen aan de orde zoals al genoemd bij artikel 2.3; voor verdere informatie wordt dan ook naar de toelichting bij dat artikel verwezen.

Artikel 3.4: Subsidie voor vervoer naar Daginvulling en Daginvulling met Zorg

Voor vervoer geldt dat er een zo efficiënt mogelijke vervoersmogelijkheid moet zijn naar en vanuit de Daginvulling en Daginvulling met Zorg. Vele inwoners kunnen hun vervoer zelf regelen. Voor inwoners die hiertoe niet in staat zijn, of waarvoor het regelen van vervoer een extra drempel is om deel te nemen aan de activiteit, is de vervoersvoorziening bedoeld. Het betreft echter een algemene voorziening, waardoor deze ook open staat voor inwoners die wel zelf de mogelijkheid hebben om vervoer te regelen, maar ervoor kiezen van de vervoersvoorziening gebruik te maken. Voor participatie-activiteiten ‘Ontmoeting’ wordt geacht dat inwoners zelf vervoer regelen, omdat het hier over het algemeen om meer zelfredzame inwoners gaat.

Artikel 3.5: Gevraagde aanvullende informatie subsidie participatie

Deze informatie wordt van belang geacht om te zorgen voor voldoende activiteiten en voldoende spreiding hiervan in dagen en locaties. De informatie als genoemd onder a, c en d zal gebundeld ter beschikking worden gesteld aan de integrale Ingang Thuis in Nissewaard en aan de subsidieontvangers Daginvulling en Daginvulling met Zorg. Dit om te kunnen komen tot een goede doorgeleiding van potentiële deelnemers naar een passende vorm van participatie en locatie.

Artikel 4.2: Activiteiten die voor subsidie tegengaan van armoede en schulden in aanmerking komen

In dit artikel wordt onder meer subsidie beschikbaar gesteld voor (lokale afdelingen van) landelijke organisaties die op grond van hun eigen afwegingen middelen in geld of in natura aan individuele inwoners beschikbaar stellen. Het betreft hier organisaties als bedoeld in het tweede en vierde lid. Omdat deze organisaties een subsidie ontvangen die ze naar eigen inzicht kunnen uitgeven, is de voorwaarde opgelegd dat deze organisaties onderdeel moeten zijn van een landelijke organisatie of een landelijk netwerk, waarbij de landelijke organisatie een erkend goed doel moeten zijn, namelijk ANBI- of CBF-erkend. Dit biedt voldoende waarborgen dat zorgvuldig wordt omgaan met verkregen middelen, men verantwoording aflegt, zich onafhankelijk laat controleren en de middelen worden uitgegeven waarvoor het is bedoeld.

Artikel 5.2: Vaststelling van de subsidie

In het derde lid wordt aangegeven dat, in afwijking van de ASV, ook subsidies boven € 5000 in bepaalde gevallen bij verlening kunnen worden vastgesteld. Een voorbeeld hiervan is subsidieverlening aan een landelijke organisatie, waarvoor subsidie wordt verleend op basis van een vast bedrag per inwoner, op grond van een peildatum in het verleden. Landelijk legt deze organisatie verantwoording af. De hoogte van het bedrag zal niet meer wijzigen, omdat de peildatum van aantal inwoners in het verleden ligt. Van terugvordering kan geen sprake zijn, omdat eventuele onderbesteding nooit aan een specifieke gemeente kan worden toegerekend. Om bureaucratie te beperken, wordt ervoor gekozen dergelijke subsidie bij verlening gelijk te kunnen vaststellen.

Er is geen mogelijkheid een egalisatiereserve te vormen zoals benoemd in artikel 9 van de ASV. Wel kan er reden zijn het teveel ontvangen bedrag in het daaropvolgende jaar in te zetten. Dit vraagt om herziening van de beschikking tot subsidieverlening voor dat jaar.