Regeling vervalt per 31-12-2025

Subsidieregeling bedrijfsruimte maakindustrie 2024

Geldend van 04-04-2024 t/m 30-12-2025

Intitulé

Subsidieregeling bedrijfsruimte maakindustrie 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van 27 februari 2024 van directeur Stadsontwikkeling, registratienummer M2402-2136;

gelet op de artikelen 3, derde lid, 4 en 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende, dat het wenselijk is een Subsidieregeling bedrijfsruimte maakindustrie met ingang van het jaar 2024 vast te stellen;

besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    grootbedrijf: onderneming met ten minste 250 voltijds werknemers op het moment van indienen van de subsidieaanvraag of met een omzet van meer dan € 50 miljoen in ten minste één van de twee meest recente afgesloten boekjaren;

  • -

    handelsregister: handelsregister als bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007;

  • -

    maakindustrie: deel van de economie dat fysieke materialen, grondstoffen of halffabricaten verwerkt tot nieuwe producten;

  • -

    ontwikkelingswerkzaamheden: nieuwbouw of sloop-nieuwbouw van bedrijfsruimte;

  • -

    SBI-code: code van de Standaard Bedrijfsindeling die staat geregistreerd in het handelsregister;

  • -

    stedelijk bedrijventerrein: gebied als bedoeld in bijlage 2;

  • -

    transformatiewerkzaamheden: omvormen van leegstaand vastgoed naar bedrijfsruimte voor de maakindustrie;

  • -

    verbouwing: aanpassing van vastgoed zodat het voldoet aan de eisen van ondernemers en gebruikt kan worden voor bedrijfsactiviteiten van de maakindustrie.

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies voor de in artikel 2.1 en 3.1 bedoelde activiteiten.

Artikel 1.3 Doelgroep

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt aan een onderneming die:

    • a.

      behoort tot de maakindustrie;

    • b.

      op het moment van aanvragen staat ingeschreven in het handelsregister met een SBI-code die in bijlage 1 is opgenomen;

    • c.

      op het moment van aanvragen ten minste twee jaar staat ingeschreven in het handelsregister;

    • d.

      ten minste twee en ten hoogste 249 voltijds werknemers heeft op het moment van aanvraag;

    • e.

      een jaaromzet van ten hoogste € 50 miljoen in de twee meest recente afgesloten boekjaren noteerde;

    • f.

      een verdienmodel heeft dat toekomstbestendig is in termen van klimaatimpact en het waardebehoud van grondstoffen en producten;

    • g.

      financieel gezond is; en

    • h.

      niet is opgericht door en in vol eigendom is van een onderneming uit het grootbedrijf of van een holding waartoe eveneens een onderneming uit het grootbedrijf hoort.

  • 2. Aanvullend op het eerste lid, kan subsidie voor de stedelijke bedrijventerreinen M4H en RDM uitsluitend worden verstrekt aan een onderneming die:

    • a.

      behoort tot de innovatieve maakindustrie op het gebied van mobiliteit, circulaire verdienmodellen of de energietransitie, van wie de bedrijfsactiviteiten geheel of gedeeltelijk zijn gericht op het ontwikkelen of vernieuwen van fysieke producten; of

    • b.

      behoort tot de creatieve industrie, gericht op de exploitatie van kunstzinnigheid en intellectueel eigendom.

Artikel 1.4 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 3.360.000 voor de looptijd van deze regeling.

Artikel 1.5 Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 1.6 Aanvraag

  • 1. De subsidie wordt digitaal aangevraagd onder gebruikmaking van de formulieren die op de website www.rotterdam.nl/subsidies beschikbaar zijn gesteld.

  • 2. De aanvrager legt in ieder geval de volgende gegevens over:

    • a.

      een volledig ingevuld formulier inhoudelijke motivering, onderbouwd met bewijsstukken;

    • b.

      een getekende verklaring de-minimissteun;

    • c.

      een digitaal gewaarmerkt uittreksel uit het handelsregister dat actueel en in lijn met de praktijk is op het moment van aanvragen;

    • d.

      jaarrekeningen over de twee meest recente afgesloten boekjaren, waarbij tevens de accountantsverklaringen worden toegevoegd indien de jaarrekeningen controleplichtig zijn.

Artikel 1.7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor een subsidie wordt uiterlijk op 30 september 2025 ingediend.

Hoofdstuk 2. Subsidie voor bouwwerkzaamheden

Artikel 2.1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Het college kan eenmalig subsidie verstrekken voor het uitvoeren van verbouwingen, ontwikkelingswerkzaamheden of transformatiewerkzaamheden die:

    • a.

      uitgevoerd worden aan of in een bedrijfsruimte op een stedelijk bedrijventerrein die hoofdzakelijk gebruikt wordt, of in gebruik genomen zal worden, door aanvrager voor bedrijfsactiviteiten van de maakindustrie;

    • b.

      de geschiktheid van de bedrijfsruimte voor deze bedrijfsactiviteiten aantoonbaar vergroten;

    • c.

      in opdracht van aanvrager worden uitgevoerd door een professionele partij; en

    • d.

      voor een marktconform tarief worden uitgevoerd.

  • 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen verbouwingen, ontwikkelingswerkzaamheden en transformatiewerkzaamheden die uitsluitend gericht zijn op het verfraaien of verduurzamen van de bedrijfsruimte of het uitvoeren van energiebesparende of klimaatadaptieve maatregelen aan de bedrijfsruimte.

Artikel 2.2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1.

  • 2. Onder kosten voor verbouwingen, ontwikkelingswerkzaamheden en transformatiewerkzaamheden worden verstaan kosten voor sloopwerken, bouwkundige werken en installaties, vaste keukenvoorzieningen, vaste sanitairvoorzieningen, vaste onderhoudsvoorzieningen, vaste opslagvoorzieningen en algemene uitvoeringskosten als bedoeld in NEN 2699:2017.

  • 3. De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten die door aanvrager zijn gemaakt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag;

    • b.

      btw over de gesubsidieerde kosten;

    • c.

      kosten voor het terrein en inrichtingskosten als bedoeld in NEN 2699:2017; en

    • d.

      kosten voor regulier onderhoud, advieskosten en interne voorbereidingskosten.

Artikel 2.3 Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie bedraagt 30% van de subsidiabele kosten, met een maximumbedrag van € 200.000.

  • 2. Geen subsidie wordt verleend voor aanvragen die leiden tot een subsidiebedrag van minder dan € 5.000.

Artikel 2.4 Aanvraag

Onverminderd de in artikel 1.6 genoemde gegevens wordt een aanvraag voorzien van:

  • a.

    een volledig ingevuld formulier projectplan bouw, voorzien van foto’s van de huidige situatie, technische omschrijvingen of bestek met tekeningen en een uitwerking van de bouwplannen;

  • b.

    een realistische en gedetailleerde begroting waaruit blijkt wat de totale omvang van de kosten is, uit welke onderdelen deze zijn opgebouwd en wat de herkomst van de financiering is;

  • c.

    een door een bouwbedrijf opgestelde, marktconforme en op naam van aanvrager gestelde offerte voor elk van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met een specificatie van de werkzaamheden waarbij een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen kosten voor benodigde materialen en arbeid.

Artikel 2.5 Verplichtingen

  • 1. De aanvrager verleent medewerking aan een locatiebezoek door een bouwkostendeskundige aan de bedrijfsruimte waar de bouwwerkzaamheden zullen plaatsvinden. Dit locatiebezoek vindt plaats voorafgaand aan de subsidieverlening.

  • 2. De verbouwingen, ontwikkelingswerkzaamheden en transformatiewerkzaamheden waarvoor subsidie wordt ontvangen, worden uiterlijk 24 maanden na de datum van subsidieverlening afgerond.

  • 3. Indien sprake is van omstandigheden op grond waarvan het aannemelijk is dat niet aan deze termijn kan worden voldaan, kan het college op verzoek de termijn met ten hoogste twaalf maanden verlengen.

Hoofdstuk 3. Subsidie voor huurkosten

Artikel 3.1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Het college kan eenmalig subsidie verstrekken aan een onderneming voor een tegemoetkoming in de huurkosten van een bedrijfsruimte voor de duur van ten hoogste twaalf maanden, indien:

  • a.

    de bedrijfsruimte gelegen is op een stedelijk bedrijventerrein;

  • b.

    de bedrijfsruimte hoofdzakelijk gebruikt wordt of in gebruik genomen zal worden door aanvrager voor bedrijfsactiviteiten van de maakindustrie;

  • c.

    de huurovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van tenminste een jaar;

  • d.

    de aanvrager zich als een nieuwe huurder in de bedrijfsruimte vestigt;

  • e.

    een marktconforme huurprijs wordt gerekend.

Artikel 3.2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Bij de berekening van het subsidiabele bedrag wordt uitgegaan van de huurkosten in de eerste twaalf maanden, met aftrek van eventuele verleende huurkortingen, servicekosten en kosten voor nutsvoorzieningen en internet.

  • 2. De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten die door aanvrager zijn gemaakt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag;

    • b.

      btw over de gesubsidieerde kosten.

Artikel 3.3 Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie bedraagt 30% van de huurkosten, met een maximumbedrag van € 75.000.

  • 2. Geen subsidie wordt verleend voor aanvragen die leiden tot een subsidiebedrag van minder dan € 2.000.

Artikel 3.4 Aanvraag

Onverminderd de in artikel 1.6 genoemde gegevens wordt een aanvraag voor een bijdrage in de huurkosten voorzien van een getekende huurovereenkomst met een looptijd van ten minste een jaar.

Artikel 3.5 Verplichting

De huurperiode waarvoor subsidie wordt verstrekt, begint niet later dan op 1 september 2026.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 4.1 Weigeringsgronden

Onverminderd de in artikel 8 van de SVR 2014 genoemde weigeringsgronden kan subsidie geweigerd worden indien er voor dezelfde activiteiten, op hetzelfde adres, door de gemeente Rotterdam of ander overheidsorgaan al subsidie is verleend.

Artikel 4.2 Verantwoording en vaststelling

Bij vaststelling van verleende subsidies van minder dan € 50.000 levert aanvrager op naam gestelde betaalbewijzen en op naam gestelde gespecificeerde facturen aan waaruit blijkt dat de kosten van de gesubsidieerde activiteiten daadwerkelijk door de subsidieontvanger zijn gemaakt en betaald.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1 Intrekking en overgangsrecht

De Subsidieregeling bedrijfsruimte maakindustrie wordt ingetrokken, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond hiervan zijn verstrekt.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 december 2025, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 5.3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling bedrijfsruimte maakindustrie 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 maart 2024.

De secretaris,

G.J.D. Wigmans, l.s.

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Bijlage 1. SBI-codes als bedoeld in artikel 1.3

Omschrijving activiteit

SBI-code

Vervaardiging van voedingsmiddelen

10

Vervaardiging van dranken

11

Vervaardiging van textiel

13

Vervaardiging van kleding

14

Vervaardiging van leer, lederwaren en schoenen

15

Primaire houtbewerking en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk (geen meubels)

16

Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren

17

Drukkerijen, reproductie van opgenomen media

18

Vervaardiging van producten van rubber en kunststof

22

Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten

23

Vervaardiging van producten van metaal

25

Vervaardiging van computers en van elektronische en optische apparatuur

26

Vervaardiging van elektrische apparatuur

27

Vervaardiging van overige machines en apparaten

28

Vervaardiging van auto’s, aanhangwagens en opleggers

29

Vervaardiging van overige transportmiddelen

30

Vervaardiging van meubels

31

Vervaardiging van overige goederen

32

Reparatie en installatie van machines en apparaten

33

Afvalinzameling en -behandeling; voorbereiding tot recycling

38

Op de stedelijke bedrijventerreinen M4H en RDM komen bovendien ook ondernemingen in aanmerking die staan ingeschreven onder de volgende SBI-codes.

Omschrijving activiteit

SBI-code

Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie

62

Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie

63

Ingenieurs en overig technisch ontwerp en advies

71.12

Speur- en ontwikkelingswerk

72

Industrieel ontwerp en vormgeving

74.1

Bijlage 2. Stedelijke bedrijventerreinen

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Toelichting

Algemeen

Gemeente Rotterdam wil de vernieuwing van de economie bevorderen. De ambities hiervoor zijn vastgelegd in het Coalitieakkoord 2022-2026 ‘Eén Stad’, waarin het Rotterdamse college inzet op een economie die schoon, circulair en innovatief is. Het goed faciliteren van onze maakindustrie is randvoorwaardelijk voor veel urgente stedelijke opgaven. Juist de maakindustrie is een bron van banen in de nabijheid van de stad voor de praktisch geschoolde beroepsbevolking van Rotterdam. De energietransitie in de haven kan alleen werkelijkheid worden als er nieuwe producten worden ontwikkeld. En om Rotterdam circulair te maken zijn lokale partijen nodig die efficiënt produceren, producten repareren en reststromen lokaal opnieuw kunnen gebruiken. Om deze reden is de maakindustrie in de Herstel- en Vernieuwingsagenda van de Rotterdamse Economie (2020) benoemd als één van de motoren voor herstel en vernieuwing van de economie.

Probleemstelling

Ruimte voor bedrijvigheid in Rotterdam staat onder druk. Om deze reden heeft het Rotterdamse college in oktober 2023 het Actieplan Bedrijfsruimte gepubliceerd. Doel van het plan is om de jarenlange trend van afname van de voorraad bedrijfsruimte te stoppen en daarnaast te stimuleren dat het juiste bedrijf op de juiste plek kan ondernemen. Ook veel maakbedrijven ondervinden moeilijkheden bij het vinden van passende bedrijfsruimte. Dit heeft te maken met een krapte in het aanbod, hoge prijzen, grote concurrentie om ruimte en het feit dat er soms een mismatch is tussen het aanbod en de specifieke behoeften van de sector. Deze situatie doet zich zowel voor in de huur- als de koopmarkt. Op dit moment loopt Rotterdam veel marktinitiatieven mis die juist kunnen helpen bij het verwezenlijken van de economische en werkgelegenheidsdoelen van de gemeente. Terwijl er veel bedrijfsvastgoed is dat, met een kwaliteitsimpuls, geschikt en beschikbaar kan worden gemaakt voor de maakindustrie.

Uitgangspunten

Gemeente Rotterdam kent een lange traditie waar het gaat om het inzetten van subsidies aan ondernemers voor de fysieke en economische structuurversterking van gebieden. Er wordt voortgebouwd op deze ervaringen, doordat deze regeling:

  • -

    bijdraagt aan economische beleidsdoelen van de gemeente;

  • -

    ondernemers uitdaagt om bij te dragen aan de ontwikkeling van bedrijventerreinen en de lokale economie;

  • -

    afgebakend is in tijd, en;

  • -

    focust op ondernemingen die maatschappelijk relevant zijn.

Doelstelling

Doel van de regeling is bedrijven uit de maakindustrie te helpen in Rotterdam te groeien of te vestigen en daarmee bij te dragen aan behoud en groei van werkgelegenheid en aan de transitie naar de schone en circulaire samenleving. Een tweede doel is bijdragen aan de fysieke en economische doorontwikkeling van de stedelijke bedrijventerreinen in Rotterdam. Hieraan draagt de regeling bij door ondernemers te stimuleren te investeren in kwaliteitsimpulsen in bedrijfsvastgoed en door stedelijke bedrijventerreinen aantrekkelijker te maken voor maakbedrijven die bedrijfsruimte willen huren. Deze subsidieregeling draagt bij aan de doelstelling van het Actieplan Bedrijfsruimte (2023) om de vestiging van maakindustrie op stedelijke bedrijventerreinen te stimuleren.

Doelgroep

De regeling staat open voor verschillende segmenten binnen de maakindustrie, zoals fabrikanten van metaalproducten, voedingsmiddelen en hightech systemen en materialen. De regeling bedient de innovatieve koplopers, maar beoogt daarnaast juist ook de brede middengroep van maakbedrijven te faciliteren in hun beweging richting een schoon en circulair bedrijfsproces.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Transformatiewerkzaamheden

Hieronder wordt verstaan het omvormen van leegstaand vastgoed, zoals opslagen, kantoren of winkels, naar bedrijfsruimte voor de maakindustrie.

Artikel 1.3 Doelgroep

Eerste lid, onderdeel d

Onderstaande personen tellen mee bij het bepalen van het aantal werknemers van een onderneming:

  • loontrekkenden;

  • personen die voor de onderneming werken, daarmee een ondergeschikte verhouding hebben en voor het nationale recht gelijkgesteld zijn met loontrekkenden;

  • eigenaren-bedrijfsleiders;

  • vennoten die regelmatig actief zijn in de onderneming en er financiële voordelen van genieten.

De berekening van het aantal werknemers gaat op basis van arbeidsjareneenheden (AJE's). Een werknemer die het hele jaar voltijds in dienst is geweest, telt als één AJE. Deeltijdwerknemers of werknemers die niet het volledige jaar in dienst zijn, tellen naar rato mee als fractie van een AJE.

Eerste lid, onderdeel f

Onder een toekomstbestendig verdienmodel in termen van klimaatimpact en waardebehoud van grondstoffen en producten wordt verstaan dat aanvrager aannemelijk kan maken dat de onderneming ook in de klimaatneutrale en circulaire economie anno 2050 bestaansrecht heeft. Dat betekent niet dat de betreffende onderneming ten tijde van de aanvraag al volledig klimaatneutraal en circulair moet zijn, maar wel dat er stappen in die richting worden gezet of daar concrete ambities voor zijn.

Onder klimaatneutraliteit wordt verstaan energiebesparing, het verminderen van de CO2-uitstoot, verduurzaming van de toeleveringsketen en een positieve impact van de geproduceerde producten op het klimaat. Dit begint uiteraard bij inzicht in de kansen voor en uitdagingen bij het verduurzamen van de onderneming. Het ontbreken van dit inzicht, het ontbreken van ambities en acties op dit terrein of een uitgesproken negatieve impact van het geproduceerde op het klimaat zullen de beoordeling negatief beïnvloeden.

Onder waardebehoud van grondstoffen en producten wordt verstaan ondernemen op een manier die gericht is op het terugdringen van het grondstoffenverbruik, het hergebruiken van producten en het minimaliseren van waardeverlies. Dit kan een onderneming doen door bijvoorbeeld;

  • -

    de levensduur van producten te verlengen, bijvoorbeeld door middel van reparatie, remanufacturing of product-as-a-service verdienmodellen;

  • -

    door middel van innovatie het materiaalgebruik in bedrijfsproces te verminderen;

  • -

    circulaire waardeketens op te zetten met nabijgelegen bedrijven;

  • -

    reststromen als grondstof behandelen in plaats van deze op een laagwaardige manier te recyclen of zelfs te verbranden, en;

  • -

    circulair te ontwerpen.

Als het verdienmodel op deze punten niet toekomstbestendig is, zal de aanvraag worden afgewezen.

Eerste lid, onderdeel g

Op basis van de aangeleverde jaarrekeningen wordt bepaald of de onderneming financieel gezond is.

Tweede lid, onderdeel a

Onder innovatie op het gebied van circulaire verdienmodellen wordt verstaan vernieuwende benaderingen van waardebehoud van grondstoffen en producten en het minimaliseren van grondstoffenverbruik en waardeverlies of het organiseren van vernieuwende samenwerkingsvormen die op deze doelen gericht zijn. Onder innovatie op het gebied van nieuwe mobiliteit wordt verstaan vernieuwende benaderingen van weg-, spoor, water- of luchtmobiliteit. Onder innovatie op het gebied van de energietransitie wordt verstaan het ontwikkelen en toepassen van nieuwe technologie gericht op de overgang van een energiesysteem gebaseerd op fossiele energiebronnen naar een energiesysteem gebaseerd op duurzame en CO2-neutrale energiebronnen.

Artikel 2.1 Activiteiten

Eerste lid, onderdeel b

Bouwwerkzaamheden vergroten de geschiktheid van de bedrijfsruimte voor de bedrijfsactiviteiten van de maakindustrie wanneer zij een duidelijke link hebben met het productieproces. Dat betekent dat aanvrager duidelijk moet maken waarom de werkzaamheden ertoe leiden dat het pand meer geschikt is voor het verwerken van fysieke materialen, grondstoffen of halffabricaten verwerkt tot nieuwe producten.

Eerste lid, onderdeel c

Onder een professionele partij wordt verstaan een onderneming die gespecialiseerd is in het uitvoeren van de werkzaamheden waarvoor zij offerte uitbrengen, omdat zij over de benodigde kennis, ervaring, middelen en organisatie beschikken om deze uit te voeren.

Artikel 2.2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Derde lid, onderdeel c

Inrichtingskosten komen niet voor subsidie in aanmerking. Denk daarbij aan de kosten voor aanschaf van bedrijfsmiddelen zoals machines, opslagtanks, kranen, inventaris, meubilair en kantoorinrichting.

Derde lid, onderdeel d

Regulier onderhoud komt niet voor subsidie in aanmerking. Hieronder wordt verstaan werkzaamheden die periodiek uitgevoerd dienen te worden om de kwaliteit van een pand op peil te houden. Ook advieskosten zoals kosten voor het inhuren van een architect, jurist of financieel adviseur komen niet in aanmerking voor subsidie. Dit geldt ook voor interne kosten die gemaakt worden ter voorbereiding op de verbouwing of de subsidieaanvraag. Denk daarbij aan bestede uren of loonkosten voor medewerkers van aanvrager.

Artikel 2.4 Aanvraag

Onderdeel c

Een technische omschrijving of bestek geeft de technische eisen weer die gesteld worden aan het bouwwerk waaraan de bouwwerkzaamheden worden verricht. Daaruit blijkt onder andere hoe het bouwwerk zal worden opgebouwd, uit welke materialen en welke technische en kwaliteitseisen daaraan worden gesteld. De tekeningen zijn een visuele uitwerking van de technische omschrijving of bestek. Een uitwerking van de bouwplannen betreft een verwoording van de werkzaamheden die uitgevoerd dienen te worden om de technische eisen te realiseren.