Regeling vervallen per 27-04-2024

Mandaatbesluit gemeente Maassluis voor de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond 2024

Geldend van 05-04-2024 t/m 26-04-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente Maassluis voor de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond 2024

Burgemeester en wethouders van Maassluis;

overwegende dat het uit het oogpunt van doelmatigheid, efficiency en dienstverlening aan de burgers en bedrijven wenselijk is de uitoefening van daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden behorende tot de bij de DCMR Milieudienst Rijnmond ondergebrachte taken op te dragen aan de directeur van de DCMR;

overwegende dat de directeur en het dagelijks bestuur van de DCMR Milieudienst Rijnmond instemmen met dit mandaatbesluit;

gelet op de kaders voor mandaatverlening in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond 2015;

gelet op de kaders ten aanzien van bevoegdheden en taken in de Omgevingswet, de Wet milieubeheer, de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur en de hierop gebaseerde regelgeving, en voorts de Algemene Plaatselijke Verordening Maassluis 2022;

b e s l u i t e n :

vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit gemeente Maassluis voor de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond 2024

Artikel 1

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen mandaat aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond en diens plaatsvervanger om de in bijlage 1 genoemde bevoegdheden uit te oefenen, voor zover deze bevoegdheden vallen binnen het takenpakket van de DCMR Milieudienst Rijnmond. Het mandaat houdt zowel een beslissings- als een ondertekeningsmandaat in.

  • 2. Waar in dit besluit sprake is van mandaat of mandateren, zijn volmacht en machtiging daaronder mede begrepen.

Artikel 2

Het mandaat omvat mede het nemen van alle (procedurele) besluiten en het verrichten van alle overige handelingen die volgens de Algemene wet bestuursrecht of de van toepassing zijnde bijzondere regelgeving bij de voorbereiding en uitvoering zijn voorgeschreven of daarvoor redelijkerwijs nodig of wenselijk zijn, behalve voor zover deze uitdrukkelijk zijn uitgezonderd in bijlage 1.

Artikel 3

Indien een mandaat, zoals omschreven in bijlage 1, de bevoegdheid verstrekt tot het nemen van een besluit behelst dit mandaat tevens de bevoegdheid om dit besluit geheel of gedeeltelijk in te trekken of te wijzigen, tenzij in bijlage 1 anders is vermeld.

Artikel 4

De directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond kan de bevoegdheden waarvoor hem in dit besluit mandaat verleend is, ondermandateren aan medewerkers van zijn dienst, behalve voor zover dit uitdrukkelijk uitgesloten is.

Artikel 5

De directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt gemachtigd om namens het college feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Deze machtiging strekt ter uitvoering en voorbereiding van de aan het college toekomende bevoegdheden voor zover de uitvoering en voorbereiding daarvan is opgedragen aan de DCMR. De directeur kan medewerkers van de DCMR Milieudienst Rijnmond ondermachtigen.

Artikel 6

  • 1. Bij de schriftelijke uitoefening van de bevoegdheden waarvoor in dit besluit mandaat verleend is, wordt aangegeven dat het besluit namens het college van burgemeester en wethouders van Maassluis is genomen, alsmede de functie van de functionaris die in mandaat handelt of besluit.

  • 2. Besluiten worden ondertekend door de functionaris die het besluit in (onder)mandaat genomen heeft.

  • 3. In geval van digitale vaststelling van een besluit of brief kan een handtekening achterwege worden gelaten. Het besluit of de brief wordt dan voorzien van de mededeling dat het besluit of de brief digitaal vastgesteld en om die reden niet ondertekend is.

Artikel 7

  • 1. Het mandaat wordt in beleidsgevoelige zaken slechts gebruikt met instemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. Een zaak is beleidsgevoelig, indien:

    • a.

      door de uitoefening van de bevoegdheid strijd met een beleidslijn ontstaat;

    • b.

      wordt afgeweken van een verplicht voorgeschreven advies; of

    • c.

      de zaak als zodanig is aangewezen door de gemeente.

Artikel 8

  • 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheden waarvoor in dit besluit mandaat verleend is, worden de volgende kaders in acht genomen:

    • a.

      algemene instructies en instructies per geval van burgemeester en wethouders, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; en

    • b.

      de relevante beleidskaders die door het gemeentebestuur zijn vastgesteld.

  • 2. Voorafgaand aan de uitoefening van een bevoegdheid waarvoor in dit besluit mandaat verleend is, wordt overlegd met de gemeente, indien:

    • a.

      de uitoefening in afwijking zou zijn van het bepaalde in het eerste lid;

    • b.

      de uitoefening naar verwachting politieke of maatschappelijke gevolgen kan hebben; of

    • c.

      voorzien wordt dat zij tot aansprakelijkstelling of anderszins aanspreken van de gemeente zal leiden.

Artikel 9

De directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond zendt burgemeester en wethouders afschriften van de besluiten die krachtens het in dit besluit verleende mandaat genomen zijn.

Artikel 10

Het tot het moment van inwerkingtreding van dit besluit geldende mandaat blijft van toepassing voor zover het mandaat c.q. machtiging verleent tot het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen, voor zover daartoe krachtens enig overgangsrecht een verplichting of bevoegdheid bestaat op grond van een wettelijke bepaling, die als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de daarmee verband houdende wet- en regelgeving is ingetrokken.

Artikel 11

  • 1. Dit besluit treedt in werking een dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2024.

  • 2. Op de dag van inwerkingtreding van dit mandaatbesluit worden alle door burgemeester en wethouders vastgestelde besluiten waarbij bevoegdheden aan de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond zijn gemandateerd, ingetrokken, onverminderd het bepaalde in artikel 10.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 19 maart 2024.

het college van burgemeester en wethouders van Maassluis,

de secretaris,

ing. P.D. Verstoep

de burgemeester,

drs. G.G.J. Rensen