BESLUIT VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE VEENENDAAL TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING NADEELCOMPENSATIE GEMEENTE VEENENDAAL

Geldend van 29-03-2024 t/m heden

Intitulé

BESLUIT VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE VEENENDAAL TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING NADEELCOMPENSATIE GEMEENTE VEENENDAAL

De raad van de gemeente Veenendaal gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 januari 2024, nummer 2138099;

Overwegende dat

- Per 1 januari de Omgevingswet in werking treedt en de Wet ruimtelijke ordening vervalt.

- De Omgevingswet een grondslag geeft voor het aanvragen van nadeelschade naar aanleiding van rechtmatig overheidshandelen.

Gelet op

de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

Besluit

vast te stellen de Verordening nadeelcompensatie gemeente Veenendaal (verordening nadeelcompensatie Veenendaal)

Artikel 1 Toepassingsbereik

1. Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

2. Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is.

Artikel 2 Heffen recht

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,00 geheven.

Artikel 3 Aanvraag

1. De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door burgemeester en wethouders vastgesteld elektronisch formulier.

2. In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

a. als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

b. als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

Artikel 4 Adviescommissie

1. Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie als dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

2. Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

a. de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

b. de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

c. de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

d. de schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 1000,-; of

e. naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

3. Een adviescommissie bestaat uit een of meer deskundigen.

4. Een adviescommissie kan worden benoemd als:

a. vaste commissie, waarbij de leden door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar; of,

b. tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.

5. De adviescommissie wijst uit haar midden een rapporteur aan.

Artikel 5 Procedure

1. Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

2. Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

a. degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten; en

b. als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

1°. de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan; of

2° de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

3. Het bestuursorgaan wijst uit de ambtelijke organisatie één of meer personen aan die de adviseur of de adviescommissie bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.

4. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen, waar de aanvrager en de ambtelijke vertegenwoordiger(s) in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van het bestuursorgaan over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken.

5. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop de adviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt de aanvrager voor de plaatsopneming uit.

6. Ten behoeve van een taxatie van een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak, wordt door de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.

7. Van de in het derde lid bedoelde hoorzitting en van de in het vierde lid bedoelde bezichtiging wordt door, dan wel onder verantwoordelijkheid van, de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie een verslag gemaakt, dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.

8. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan het bestuursorgaan, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden zoals bedoeld in artikelen 13.3c en 13.3d van de Omgevingswet.

9. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na de toezending van het concept advies schriftelijk hierop te reageren.

10. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken

11. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan.

12. Het besluit wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Het bestuursorgaan zendt een kennisgeving aan belanghebbenden die hebben deelgenomen in de procedure en aan de adviseur of de adviescommissie als het besluit afwijkt van het advies.

Artikel 6 Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

Artikel 7 Aanvraag voorschot

1. Het bestuursorgaan kan op een daartoe strekkende aanvraag beslissen een voorschot te verlenen op een uit te betalen geldsom.

2. Het voorschot bedraagt maximaal 50% van de in het conceptadvies opgenomen geldsom.

3. De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

Artikel 8 Intrekking oude regeling

De Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade Gemeente Veenendaal 2009 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 9 Overgangsrechtelijke bepalingen

Op aanvragen om schadevergoeding die zijn ingediend binnen 5 jaar na het onherroepelijk worden van een schadeveroorzakend besluit, dat is vastgesteld of een handeling die is verricht voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, blijft Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade Gemeente Veenendaal 2009, als bedoeld in artikel 8 van toepassing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Veenendaal

Vastgesteld in de openbare vergadering van 21 maart 2024,

de heer P. van Vugt - griffier

de heer K.J.G. Kats - voorzitter