Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Overbetuwe 2024

Geldend van 28-03-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Overbetuwe 2024

Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Overbetuwe 2016;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de

Subsidieregeling tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Overbetuwe 2024

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    Kinderopvangorganisatie: een voorschoolse voorziening als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en gevestigd in de gemeente Overbetuwe.

  • b.

    Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.

  • c.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang.

  • d.

    LRK (Landelijk Register Kinderopvang): in het LRK staan de geregistreerde kinderopvangvoorzieningen weergegeven. Geregistreerd betekent dat de kinderopvangvoorzieningen zijn goedgekeurd door de gemeente en GGD en daarmee voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.

  • e.

    Niet-toeslagouder(s): ouder(s) die geen recht heeft/hebben op de kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid.

  • f.

    Ouder(s)/verzorger(s): de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder van een kind.

  • g.

    Ouderbijdrage: de financiële eigen bijdrage die de ouder(s)/verzorger(s) betaalt/betalen bij afname van kinderopvang.

  • h.

    Peuteropvang: een plaats voor peuters tussen de 2 en 4 jaar dat gericht is op het stimuleren van de ontwikkeling van een peuter als voorbereiding op de basisschool.

  • i.

    Sociaal Medische Indicatie: een indicatie afgegeven door een medewerker van het sociaal team (Jeugdwet) die recht geeft op een tijdelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op basis van sociale of medische situatie die kinderopvang noodzakelijk maakt.

  • j.

    Toeslagouder(s): ouder(s) die recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid.

  • k.

    Vve: Voor- en vroegschoolse educatie.

  • l.

    Vve aanbod: aanbod van een voorschools vve-programma van maximaal 16 uur verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week, gedurende 42 weken per jaar voor de vve doelgroep.

  • m.

    Vve programma: Integraal programma voorschoolse educatie, dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut, waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters van 2,5 tot 4 jaar wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal emotionele ontwikkeling. Vve is onderdeel van het Onderwijskansenbeleid.

Hoofdstuk 1 Reguliere peuteropvang en voorschoolse educatie

Artikel 2. Doelstelling

Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren van deelname aan reguliere peuteropvang voor peuters van niet-toeslag ouders en peuters met een vve-indicatie, binnen de gemeente Overbetuwe. De aanpak is gericht op preventie en vroeg signalering en draagt ertoe bij dat:

  • a.

    het sociaal emotionele, - culturele en cognitieve vermogen van peuters wordt vergroot;

  • b.

    minder kinderen met een ontwikkelingsachterstand instromen op de basisschool;

  • c.

    ieder kind een kansrijke start wordt geboden.

Artikel 3. Toepassingsbereik

Deze regeling heeft tot doel het financieel toegankelijk maken van:

  • a.

    Reguliere peuteropvang voor peuters van niet-toeslagouders;

  • b.

    Peuteropvang op grond van vve.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten die een bijdrage leveren aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling.

  • 2. De activiteiten zijn onderverdeeld in meerdere categorieën.

    • a.

      Categorie peuteropvang:

      • -

        Peuters van niet-toeslag ouder(s): een aanbod aan peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag op grond van afdeling 2 van de Wet Kinderopvang, waarbij de gemeente maximaal 320 uur per kalenderjaar subsidieert.

      • -

        Peuters van ouders met een vve indicatie: een aanbod aan peuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag op grond van afdeling 2 van de Wet Kinderopvang, waarbij de gemeente maximaal 320 uur per kalenderjaar subsidieert.

    • b.

      Categorie kwaliteitsimpuls: Subsidie ten behoeve van een kwaliteitsimpuls als extra ondersteuning voor de uitvoering van vve-activiteiten.

    • c.

      Categorie pedagogisch coach op de vve-groep: Subsidie ten behoeve van de inzet van de HBO coach/pedagogisch beleidsmedewerker op de vve-groep, in overeenstemming met het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Voor deze categorie gelden de volgende uitgangspunten:

      • -

        Doel: verhogen van kwaliteit van het aanbod van voorschoolse educatie;

      • -

        Norm: inzet pedagogisch beleidsmedewerker voor 10 uur per vve-peuter per locatie per jaar;

      • -

        Profiel: HBO werk- en denkniveau, gelijk aan de eisen zoals gesteld in de Wet kinderopvang en zoals deze zijn uitgewerkt in de CAO kinderopvang en de CAO sociaal werk;

      • -

        Opleiding: HBO-, WO- en associate degree-opleidingen gericht op de ontwikkeling van kinderen en de manier waarop die ontwikkeling zo optimaal mogelijk kan worden ondersteund;

Artikel 5. Indicatie

Voor een aanvraag in een tegemoetkoming peuteropvang op grond van vve, zoals genoemd onder onderdeel b in artikel 2, is een vve-indicatie noodzakelijk. De vve-indicatie wordt door de jeugdgezondheidszorg aan verstrekt aan de ouder.

Artikel 6. Aanvraag tegemoetkoming

  • 1. De aanvraag in een tegemoetkoming voor reguliere peuteropvang voor peuters van niet-toeslagouders, zoals genoemd onder onderdeel a in artikel 2, én peuteropvang op grond van vve, zoals genoemd onder onderdeel b in artikel 2, wordt ingediend door de kinderopvangorganisatie waar de ouders het kind hebben aangemeld.

  • 2. De aanvraag moet door middel van een aanvraagformulier worden ingediend, samen met het meest recent vastgestelde activiteitenplan.

  • 3. De aanvraag moet jaarlijks voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar ingediend worden.

  • 4. De tegemoetkoming wordt een keer per kalenderjaar versterkt.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslistermijn met ten hoogste vier weken verdagen.

  • 3. De ouders ontvangen van burgemeester en wethouders een afschrift van de beschikking.

Artikel 8. Hoogte tegemoetkoming en betaling

  • 1. Burgemeester en wethouders verlenen een tegemoetkoming in de kosten van peuteropvang voor peuters van niet-toeslagouders, zoals genoemd onder onderdeel a in artikel 2, van maximaal 320 uur per kalenderjaar, verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week tot een maximum van 8 uur per week gedurende maximaal 40 weken per jaar per peuter.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen een tegemoetkoming in de kosten van peuteropvang op grond van vve, van maximaal 320 uur per kalenderjaar, verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week tot een maximum van 8 uur per week, gedurende maximaal 40 weken per jaar per peuter.

  • 3. Burgemeester en wethouders gaan bij de berekening van de tegemoetkoming uit van de maximale uur-prijs voor kinderopvangtoeslag, zoals die door het Rijk is vastgesteld, met de daarbij in mindering gebracht ouderbijdrage.

  • 4. De hoogte van de tegemoetkoming voor kinderopvang is op de Adviestabel ouderbijdrage peuterwerk van de VNG gebaseerd. Deze tabel is afgeleid van de tabel voor kinderopvangtoeslag van het betreffende jaar van de belastingdienst.

  • 5. De tegemoetkoming wordt aan de kinderopvangorganisatie betaald.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat het subsidiebedrag of een deel ervan wordt betaald op basis van de werkelijk genoten kinderopvang.

Artikel 9. Geen tegemoetkoming

  • 1. Er wordt geen tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van reguliere peuteropvang verstrekt indien:

    • a.

      de voorschoolse voorziening niet geregistreerd is in het LRKP;

    • b.

      de voorschoolse voorziening niet is gevestigd in gemeente Overbetuwe;

    • c.

      de ouder(s)/verzorger(s) en/of het betreffend kind niet woonachtig is/zijn in de gemeente Overbetuwe;

    • d.

      voor het kind bij een andere voorschoolse voorziening in de gemeente Overbetuwe al een tegemoetkoming verstrekt wordt.

  • 2. Er wordt geen tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van vve verstrekt indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd in lid 1;

    • b.

      de voorschoolse voorziening niet aan de wettelijke eisen voor voorschoolse educatie voldoet.

Artikel 10. Subsidievaststelling

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie reguliere peuteropvang en voorschoolse educatie moet worden ingediend voor 1 mei volgend op het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De aanvraag moet worden in gediend met een aanvraagformulier.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast op basis van het gedurende het kalenderjaar daadwerkelijk bezette aantal peuterplaatsen peuteropvang en/of voorschoolse educatie (startdatum en einddatum).

  • 4. Het niet tijdig indienen van de subsidievaststelling kan leiden tot een lagere vaststelling.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen na een besluit tot wijziging of intrekking van een tegemoetkoming de ten onrechte of het teveel aan verstrekte tegemoetkoming terugvorderen.

Hoofdstuk 2 Tegemoetkoming Sociaal Medische Indicatie

Artikel. 11. Toepassingsbereik SMI

Deze regeling heeft tot doel het financieel toegankelijk maken van kinderopvang op grond van SMI.

Artikel 12. Indicatie SMI

Voor een aanvraag om een tegemoetkoming zoals genoemd in artikel 11, is een indicatie SMI noodzakelijk. De indicatie SMI wordt afgegeven door burgemeester en wethouders en verstrekt aan de ouder met:

  • a.

    een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking van wie is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen opvang van hun kind of kinderen noodzakelijk maken, of;

  • b.

    een kind ten aanzien van wie is vastgesteld dat kinderopvang noodzakelijk is in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind.

Artikel 13. Hoogte tegemoetkoming en betaling SMI

Burgemeester en wethouders verlenen een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang voor SMI van maximaal 12 uur per week met een maximum van vier dagdelen per week, met de voorwaarden zoals genoemd in artikel 8 lid 3, 4 en 5.

Artikel 14. Geen tegemoetkoming SMI

Er wordt geen tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van SMI verstrekt indien:

  • a.

    de voorschoolse voorziening niet geregistreerd is in het LRKP;

  • b.

    de voorschoolse voorziening niet is gevestigd in gemeente Overbetuwe;

  • c.

    de ouder(s)/verzorger(s) en/of het betreffend kind niet woonachtig is/zijn in de gemeente Overbetuwe;

  • d.

    voor het kind bij een andere voorschoolse voorziening in de gemeente Overbetuwe al een tegemoetkoming verstrekt wordt.

  • e.

    voldoende opvang geboden kan worden vanuit het eigen sociale netwerk;

  • f.

    er recht is op een tegemoetkoming vanwege een voorliggende voorziening.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 19 maart 2024 en werkt terug tot 1 januari 2024.

De Subsidieregeling tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Overbetuwe 2017, zoals vastgesteld op 11 april 2017 wordt ingetrokken.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Overbetuwe 2024.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 19 maart 2024.

Burgemeester en wethouders,

de gemeentesecretaris

P.J.E. Breukers

de burgemeester,

R.P. Hoytink-Roubos