Beleidsregel huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder

1. Specifiek voor categorie 1 en voor de uitzondering in het glastuinbouwgebied voor categorie 2, moet een aanvrager met een bedrijfsplan aannemelijk maken dat de huisvesting nodig is voor het bedrijf dat gevestigd is op die huisvestingslocatie;

2. In het bedrijfsplan wordt minimaal aangetoond:

• a.

  hoeveel arbeidsmigranten nodig zijn voor de bedrijfsvoering gedurende een jaar, waarbij ook wordt ingegaan op de voorziene toekomstige ontwikkeling van het bedrijf;

• b.

  hoe het aantal voor de bedrijfsvoering benodigde arbeidsmigranten zich verhoudt tot de gemiddelde landelijke cijfers. In geval van een agrarisch bedrijf dient dit gespecificeerd te worden naar teelt en uitgedrukt in arbeidsjaareenheden (aje);

• c.

  hoe de organisatie van de huisvesting eruitziet. Bijvoorbeeld de contractsituatie voor de arbeidsmigranten ten aanzien van arbeids- en huurcontracten, en of er een samenwerking met een gespecialiseerd en gecertificeerd uitzendbureau wordt aangegaan;

• d.

  hoe de bezetting van de huisvesting buiten een eventuele seizoenpiek in de bedrijfsvoering wordt ingevuld.

3. Meer huisvesting dan noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van het bedrijf is niet toegestaan, waarbij werknemers die geen arbeidsmigrant zijn niet meetellen voor de noodzakelijke omvang van de huisvesting.

4. Het is toegestaan om buiten een eventuele seizoenpiek in de bedrijfsvoering tijdelijk huisvesting te bieden aan arbeidsmigranten van andere ondernemers, maar tenminste 60% van de arbeidsmigranten moet bij het eigen bedrijf werkzaam zijn. De overige 40% moet vooral in het in de directe omgeving werken.

1. Zolang er meer dan twee mogelijkheden voor huisvestingscategorie 2 beschikbaar zijn, staat deze categorie doorlopend voor aanvragen open.

2. Zodra er slechts één of twee mogelijkheden voor huisvestingscategorie 2 beschikbaar zijn, zal de gemeente een openbare inschrijvingsronde openen zodra geïnteresseerden hierom verzoeken. Op deze manier zijn de kansen van alle geïnteresseerden even groot.

1. Indien er een openbare inschrijvingsronde geopend wordt, zal de gemeente hiervan tijdig openbaar kennisgeven;

2. Deze kennisgeving gebeurt in ieder geval op de gemeentewebsite en in het elektronisch Gemeenteblad;

3. Hierbij zal minimaal vermeld worden:

• a.

  de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend (aanvraagtijdvak);

• b.

  de eisen waaraan aanvragen moeten voldoen, of een verwijzing naar de locatie op de gemeentewebsite waar deze eisen geraadpleegd kunnen worden;

• c.

  de wijze waarop aanvragen behoren te worden ingediend;

• d.

  het maximumaantal beschikbare huisvestingslocaties;

• e.

  de methode aan de hand waarvan de beschikbare huisvestingslocatie(s) zal of zullen worden verdeeld;

• f.

  de wijze waarop potentieel gegadigden vragen kunnen stellen ter verduidelijking van (specifieke onderdelen van) de verdelingsprocedure en de daarbij toe te passen criteria.

4. Na de kennisgeving hebben potentieel gegadigden vier weken de gelegenheid om vragen te stellen ter verduidelijking van (specifieke onderdelen van) de verdelingsprocedure en de daarbij toe te passen criteria. Deze vragen kunnen schriftelijk dan wel digitaal ingediend worden. De ingekomen vragen worden van een reactie voorzien en bij wijze van een ‘Nota van Inlichtingen’ voor ommekomst van de indieningstermijn via de gemeentelijke website voor een ieder digitaal raadpleegbaar gesteld.

1. Indiener dient een aanvraag in binnen zes maanden na de dag van openbare kennisgeving. Indien een deel van de aanvraag ontbreekt, wordt de indiener hierop gewezen. Vervolgens dient de indiener de ontbrekende zaken binnen twee weken na de aanvraag alsnog aan te leveren, om deel te nemen aan de beoordelingsprocedure.

2. Initiatiefnemers mogen per kadastraal adres slechts één aanvraag doen. Indien een tweede aanvraag ingediend wordt, vervalt de eerste;

3. Hierbij dient de aanvraag in ieder geval vergezeld te gaan met:

• a.

  een ruimtelijke onderbouwing waaruit de planologische aanvaardbaarheid van de locatie blijkt;

• b.

  een document waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over de locatie te beschikken;

• c.

  een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

1. De aanvragen voor huisvestingscategorie 2 die aan de algemene criteria uit paragraaf “III Algemene Toetsingscriteria” en de aanvullende criteria uit artikel 14 voldoen worden vervolgens beoordeeld door middel van een vergelijkende inhoudelijke toets.

2. Deze vindt plaats op basis van de volgende criteria:

• a.

  Het initiatief omvat huisvesting voor 21 tot maximaal 150 arbeidsmigranten;

• b.

  Het initiatief voldoet aan alle eisen in artikel 5 en artikel 14.

• c.

  Initiatiefnemer onderbouwt dat de huisvestingslocatie primair dient voor de huisvesting van arbeidsmigranten die in gemeente Noordoostpolder werken;

• d.

  De initiatiefnemer toont op basis van een advies van een landschapsarchitect of stedenbouwkundige aan dat het initiatief passend is in een (landelijke) omgeving;

• e.

  De initiatiefnemer moet aannemelijk maken dat de huisvesting van arbeidsmigranten geen onevenredige (sociale) overlast voor de omgeving oplevert. Onderdeel hiervan kan zijn het opstellen van een beheersplan dat voorziet in:

  • i

    het wegwijs maken van arbeidsmigranten;

  • ii

    het creëren van een veilige leefsituatie;

  • iii

    het aanstellen van een benaderbare beheerder die zorg draagt voor de locatie en als contactpersoon op kan treden voor bewoners, omgeving en instanties.

  • iv

    het bijhouden van een nachtregister.

• f.

  Op de locatie zijn faciliteiten aanwezig afhankelijk van en passend bij de aard en omvang van de locatie. Daarbij valt te denken aan:

  • i

    voldoende capaciteit voor opslag en verwerking van afval;

  • ii

    ontspanningsruimte (binnen en buiten): op de locatie moet voldoende gelegenheid zijn voor ontspanningen sport en spel passend bij de aard en omvang van de locatie. Te denken valt aan: fitness, trapveldje, tafeltennis, tafelvoetbal, internet, TV;

  • iii

    was-voorzieningen: op de locatie bestaat een adequate voorziening voor het wassen en drogen van kleding en beddengoed.

• g.

  Een vervoersplan voor verkeersbewegingen van arbeidsmigranten en een passend parkeerplan.

• h.

  Het initiatief voorziet in kwalitatief hoogwaardige huisvesting, waarbij minimaal voldaan wordt aan de actuele criteria voor huisvesting van Stichting Normering Flexwonen (SNF) of daaraan gelijk te stellen;

• i.

  De initiatiefnemer toont aan in welke mate bestaande huisvesting van arbeidsmigranten door het initiatief vrij komt op de reguliere woningmarkt;

• j.

  Het initiatief voorziet indien dit op de locatie nodig is, in een specifiek plan voor de participatie en compensatie van omwonenden bij de aanleg van riolering;

• k.

  De initiatiefnemer toont aan op welke manier de omgeving, eventuele andere bewoners en betrokken instanties bij de ontwikkeling van het initiatief betrokken zullen worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het handboek participatie van de gemeente Noordoostpolder;

• l.

  Het opstellen van, en toezien op naleving van, een huis- en gedragsreglement dat is afgestemd op de specifieke situatie in zowel in het Nederlands als in de taal van de aanwezige bewoners wordt aangeboden. Onderdelen hiervan kunnen gaan over:

  • i

    het voorkomen van geluid- en muziekoverlast, onder meer met het oog op nachtrust;

  • ii

    het gedrag bij het gebruik en beheer van de buitenruimte met betrekking tot onder meer opslag van afval, fietsen, scooters en tuinmeubilair, gebruik van barbecue, vuur en parkeren;

  • iii

    brandveiligheid, inclusief vluchtplan en gebruik van blusmiddelen;

  • iv

    het gedrag ten opzichte van andere bewoners en omgeving;

  • v

    de consequenties van het niet naleven van het huis- en gedragsreglement.

1. Voor alle aanvragen zullen aan alle beoordelingscriteria, genoemd in artikel 15 punten worden toegekend. Op deze manier kan de kwaliteit van ingediende voorstellen beoordeeld worden;

2. Bij de beoordeling van elke afzonderlijke aanvraag wordt een waarderingssystematiek toegepast met de volgende onderverdeling:

3. Het aantal verkregen punten op de verschillende beoordelingscriteria leidt tot een totaalscore van de aanvraag per initiatiefnemer.

4. In geval van een openbare inschrijvingsronde stelt het bevoegd gezag aan de hand van de totaalscore van de beoordeling van de aanvragen een rangorde op. De aanvraag met het hoogste puntenaantal (hoogste totaalscore) staat daarbij op de eerste plaats, de overige aanvragen naargelang het aantal punten op de plaatsen daaropvolgend. Aanvragen eindigen bij een gelijke puntenscore op dezelfde rang. In die situatie wordt bij wijze van loting de uiteindelijke rangorde bepaald. De loting gebeurt namens het bevoegd gezag, niet zijnde door de behandelend ambtenaar. De loting is openbaar voor de aanvragers.

5. Bij beoordelingscriteria artikel 15, lid 2 onder b kan alleen 0 of 3 punten worden toegekend;

6. Initiatieven die op beoordelingscriteria artikel 15, lid 2 onder a tot en met h met een ‘0’ of ‘1’ beoordeeld worden, worden geweigerd;

7. Voor beoordelingscriteria artikel 15, lid 2 onder i en k worden dubbele punten toegekend (0, 2, 4, 6, 8);

8. Voor beoordelingscriterium artikel 15, lid 2 onder a worden meer punten toegekend aan initiatieven voor een grotere locatie. Bij overschrijding van het maximale aantal van 150 arbeidsmigranten wordt dit criterium echter met 0 punten beoordeeld;

9. Voor beoordelingscriterium artikel 15, lid 2 onder k (communicatie en draagvlak) wordt het voorstel getoetst aan het participatieplan van Noordoostpolder. Initiatieven die met een 0 of 2 beoordeeld worden, worden geweigerd.

10. Aanvragen die minder dan 31 punten behalen, worden geweigerd.

11. Indien op het moment van sluiting van inschrijving meerdere initiatieven ingediend zijn, is het volgende van toepassing. Indien het hoogst scorende initiatief voorziet in het volledig toegestane aantal arbeidsmigranten, wordt dit initiatief voorgedragen aan het bevoegd gezag om vergunning te krijgen, de overige ingediende initiatieven (aanvragen) worden geweigerd.

1. Een beoordelingscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente die in ieder geval bestaat uit de disciplines sociaal domein en fysieke leefomgeving maakt een integrale beoordeling en weging van de aanvragen en brengt advies uit aan het college van burgemeester en wethouders.

2. Het bevoegd gezag kan zich in het kader van de vergelijkende toets voor één of meerdere criteria laten adviseren door één of meer (externe) deskundigen.

3. Het bevoegd gezag beslist op voorstel van het ambtelijk advies.

4. De beoordeling van de aanvragen wordt na de beoordeling bekendgemaakt aan de initiatiefnemers.

5. Het advies van de beoordelingscommissie kan, mits deugdelijk gemotiveerd, afwijken van een eventueel ingewonnen (extern) deskundigenadvies.

6. Elk uitgebracht extern advies of advies van de beoordelingscommissie laat de discretionaire bevoegdheid van het bevoegd gezag onverlet.

1. Het college van burgemeester en wethouders neemt, op basis van het advies van de beoordelingscommissie, het definitieve besluit.

2. Na de onherroepelijke toewijzing van een huisvestingslocatie voor arbeidsmigranten moet binnen twaalf maanden gestart worden met de realisatie van betreffende locatie.

1. De gemeente zal tijdig openbaar kennisgeven van het beschikbaar komen van nieuwe of vrijgekomen mogelijkheid tot huisvesting van arbeidsmigranten;

2. Deze kennisgeving gebeurt in ieder geval op de gemeentewebsite en in het elektronisch Gemeenteblad;

3. Hierbij zal minimaal vermeld worden:

• a.

  de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend (aanvraagtijdvak);

• b.

  de globale locatie(s) binnen de gemeente Noordoostpolder waarbinnen de nieuwe huisvestingslocatie(s) mogen komen;

• c.

  de eisen waaraan aanvragen moeten voldoen, of een verwijzing naar de locatie op de gemeentewebsite waar deze eisen geraadpleegd kunnen worden;

• d.

  de wijze waarop aanvragen behoren te worden ingediend;

• e.

  het maximumaantal beschikbare huisvestingslocaties;

• f.

  de methode aan de hand waarvan de beschikbare huisvestingslocatie(s) zal of zullen worden verdeeld;

• g.

  de wijze waarop potentieel gegadigden vragen kunnen stellen ter verduidelijking van (specifieke onderdelen van) de verdelingsprocedure en de daarbij toe te passen criteria.

4. Na de kennisgeving hebben potentieel gegadigden vier weken de gelegenheid om vragen te stellen ter verduidelijking van (specifieke onderdelen van) de verdelingsprocedure en de daarbij toe te passen criteria. Deze vragen kunnen schriftelijk dan wel digitaal ingediend worden. De ingekomen vragen worden van een reactie voorzien en bij wijze van een ‘Nota van Inlichtingen’ voor ommekomst van de indieningstermijn via de gemeentelijke website voor een ieder digitaal raadpleegbaar gesteld.

1. Indiener dient een aanvraag voor een vergunning in binnen zes maanden na de dag van openbare kennisgeving. Indien een deel van de aanvraag ontbreekt, wordt de indiener hierop gewezen. Vervolgens dient de indiener de ontbrekende zaken binnen twee weken na de aanvraag alsnog aan te leveren, om deel te nemen aan de beoordelingsprocedure.

2. Initiatiefnemers mogen per kadastraal adres slechts 1 aanvraag doen. Indien een tweede aanvraag ingediend wordt, vervalt de eerste;

3. Hierbij dient de aanvraag in ieder geval vergezeld te gaan met:

• a.

  een ruimtelijke onderbouwing waaruit de planologische aanvaardbaarheid van de locatie blijkt;

• b.

  een document waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over de locatie te beschikken;

• c.

  een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

1. De aanvragen voor huisvestingscategorie 3 die aan de algemene criteria uit paragraaf “III Algemene Criteria” en de aanvullende criteria uit artikel 21 voldoen worden vervolgens beoordeeld doormiddel van een vergelijkende inhoudelijke toets.

2. Deze vindt plaats op basis van de volgende criteria:

• a.

  Het initiatief omvat huisvesting voor 300 arbeidsmigranten;

• b.

  Het initiatief voldoet aan alle eisen in artikel 5 en artikel 21;

• c.

  De huisvesting vindt plaats in de nabijheid van werkgelegenheid in Noordoostpolder;

• d.

  Initiatiefnemer onderbouwd dat de huisvestingslocatie primair zal dienen voor de huisvesting van arbeidsmigranten die in gemeente Noordoostpolder werken;

• e.

  De initiatiefnemer toont op basis van een advies van een landschapsarchitect of stedenbouwkundige aan dat het initiatief passend is in een (landelijke) omgeving;

• f.

  Het initiatief toont met een (schets)ontwerp aan op welke wijze binnen het plan rekening gehouden wordt met zaken als voldoende groen, wateropvang en een aantrekkelijke leefomgeving;

• g.

  De initiatiefnemer moet aannemelijk maken dat de huisvesting van arbeidsmigranten geen onevenredige (sociale) overlast voor de omgeving oplevert. Onderdeel hiervan kan zijn het opstellen van een beheersplan dat voorziet in:

  • i

    het wegwijs maken van arbeidsmigranten;

  • ii.

    het creëren van een veilige leefsituatie;

  • iii

    ihet aanstellen van een benaderbare beheerder die zorg draagt voor de locatie en als contactpersoon op kan treden voor bewoners, omgeving en instanties

  • iv

    ;het bijhouden van een nachtregister.

• h.

  Op de locatie zijn faciliteiten aanwezig afhankelijk van en passend bij de aard en omvang van de locatie. Daarbij valt te denken aan:

  • i.

    voldoende capaciteit voor opslag en verwerking van afval;

  • ii.

    ontspanningsruimte (binnen en buiten): op de locatie moet voldoende gelegenheid zijn voor ontspanningen sport en spel passend bij de aard en omvang van de locatie. Te denken valt aan: fitness, trapveldje, tafeltennis, tafelvoetbal, internet, TV;

  • iii.

    was-voorzieningen: op de locatie bestaat een adequate voorziening voor het wassen en drogen van kleding en beddengoed.

• i.

  Een vervoersplan voor verkeersbewegingen van arbeidsmigranten en een passend parkeerplan;

• j.

  Het initiatief voorziet in kwalitatief hoogwaardige huisvesting, waarbij minimaal voldaan wordt aan de actuele criteria voor huisvesting van Stichting Normering Flexwonen (SNF) of daaraan gelijk te stellen;

• k.

  De initiatiefnemer toont aan in welke mate bestaande huisvesting van arbeidsmigranten door het initiatief vrij komt op de reguliere woningmarkt.

• l.

  Het initiatief voorziet indien dit op de locatie nodig is, in een specifiek plan voor de participatie en compensatie van omwonenden bij de aanleg van riolering;

• m.

  Communicatie en draagvlak: de initiatiefnemer toont aan op welke manier de omgeving, eventuele andere bewoners en betrokken instanties bij de ontwikkeling van het initiatief betrokken zullen worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het handboek participatie van de gemeente Noordoostpolder.

• n.

  Het opstellen van en toezien op naleving van een huis- en gedragsreglement dat is afgestemd op de specifieke situatie in zowel in het Nederlands als in de taal van de aanwezige bewoners wordt aangeboden. Onderdelen hiervan kunnen gaan over:

  • i.

    het voorkomen van geluid- en muziekoverlast, onder meer met het oog op nachtrust;

  • ii.

    het gedrag bij het gebruik en beheer van de buitenruimte met betrekking tot onder meer opslag van afval, fietsen, scooters en tuinmeubilair, gebruik van barbecue, vuur en parkeren;

  • iii.

    brandveiligheid, inclusief vluchtplan en gebruik van blusmiddelen;

  • iv.

    het gedrag ten opzichte van andere bewoners en omgeving;

  • v.

    de consequenties van het niet naleven van het huis- en gedragsreglement.

1. Om de wenselijke spreiding van nieuwe huisvestingslocaties te realiseren worden de ingediende aanvragen eerst opgedeeld per globale locatie(s) binnen de gemeente Noordoostpolder waarbinnen de nieuwe huisvestingslocatie(s) mogen komen.

2. Vervolgens wordt onderstaande procedure voor elke globale locatie afzonderlijk doorlopen;

• a.

  Om de vergunningsaanvragen te kunnen vergelijken worden aan alle beoordelingscriteria, genoemd in artikel 22 punten toegekend;

• b.

  Bij de beoordeling van elke afzonderlijke aanvraag wordt een waarderingssystematiek toegepast met de volgende onderverdeling:

  Uitleg	Punten
  Een beoordelingscriterium komt naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aan bod of is niet uitgewerkt.	0
  Een beoordelingscriterium is niet volledig uitgewerkt (voldoet niet aan de inhoud van het desbetreffende criterium).	1
  Een beoordelingscriterium komt aan bod en is naar het oordeel van het bevoegd gezag als voldoende beoordeeld.	2
  Een beoordelingscriterium komt aan bod en wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag als goed beoordeeld.	3
  Een beoordelingscriterium komt aan bod en wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag als uitstekend beoordeeld.	4

• c.

  Het aantal verkregen punten op de verschillende beoordelingscriteria leidt tot een totaalscore van de vergunningsaanvraag per initiatiefnemer.

• d.

  Aan de hand van de totaalscore van de beoordeling van de vergunningsaanvraag per initiatiefnemer stelt het bevoegd gezag een rangorde op. De aanvraag met het hoogste puntenaantal (hoogste totaalscore) staat daarbij op de eerste plaats, de overige aanvragen naargelang het aantal punten op de plaatsen daaropvolgend. Aanvragen eindigen bij een gelijke puntenscore op dezelfde rang. In die situatie vindt bij wijze van loting de uiteindelijke rangorde bepaald. De loting gebeurt namens het bevoegde gezag, niet zijnde door de behandelend ambtenaar. De loting is openbaar voor de vergunningaanvragers;

• e.

  Bij beoordelingscriteria artikel 22, lid 2 onder a, b en c kunnen alleen 0 of 3 punten worden toegekend;

• f.

  Initiatieven die op beoordelingscriteria artikel 22, lid 2 onder a tot en met j met een ‘0’ of ‘1’ beoordeeld worden, worden geweigerd;

• g.

  Voor beoordelingscriteria artikel 22, lid 2 onder k en m worden dubbele punten toegekend (0, 2, 4, 6, 8);

• h.

  Voor beoordelingscriterium artikel 22, lid 2 onder m (communicatie en draagvlak) wordt het voorstel getoetst aan het participatieplan van Noordoostpolder. Initiatieven die met een 0 of 2 beoordeeld worden, worden geweigerd.

• i.

  Aanvragen die minder dan 36 punten behalen, worden geweigerd;

• j.

  Indien op het moment van sluiting van inschrijving meerdere initiatieven ingediend zijn, is het volgende van toepassing. Indien het hoogst scorende initiatief voorziet in het volledig toegestane aantal arbeidsmigranten, wordt dit initiatief voorgedragen aan het bevoegd gezag om vergunning te krijgen, de overige ingediende initiatieven (aanvragen) worden geweigerd.

1. Een beoordelingscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente die in ieder geval bestaat uit de disciplines sociaal domein en fysieke leefomgeving maakt een integrale beoordeling en weging van de aanvragen en brengt advies uit aan het college van burgemeester en wethouders.

2. Het bevoegd gezag kan zich in het kader van de vergelijkende toets voor één of meerdere criteria laten adviseren door één of meer (externe) deskundigen.

3. Het bevoegd gezag beslist op voorstel van het ambtelijk advies.

4. De beoordeling van de aanvragen wordt na de beoordeling bekendgemaakt aan de initiatiefnemers.

5. Het advies van de beoordelingscommissie kan, mits deugdelijk gemotiveerd, afwijken van een eventueel ingewonnen (extern) deskundigenadvies.

6. Elk uitgebracht extern advies of advies van de beoordelingscommissie laat de discretionaire bevoegdheid van het bevoegd gezag onverlet.

1. Het college van burgemeester en wethouders neemt, op basis van het advies van de beoordelingscommissie, het definitieve besluit.

2. Na de onherroepelijke toewijzing van een huisvestingslocatie voor arbeidsmigranten moet binnen twaalf maanden gestart worden met de realisatie van betreffende locatie.