Verordening Adviesraad Sociaal Domein Leidschendam-Voorburg

Geldend van 27-03-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Leidschendam-Voorburg

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

gezien het voorstel van het college d.d. 23 januari 2024 (raadsvoorstel 3485);

gelet op artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), artikel 47 Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), artikel 2.10 Jeugdwet, artikel 15.6 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Leidschendam-Voorburg 2016 en artikel 156, derde lid van de Gemeentewet;

overwegende dat de gemeente verplicht is zorg te dragen voor het betrekken van ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers bij de voorbereiding van beleid op het gebied van het sociaal domein;

overwegende dat de huidige verordening geactualiseerd dient te worden;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening Adviesraad Sociaal Domein Leidschendam-Voorburg.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviesraad: een onafhankelijk orgaan bestaande uit personen die vanuit de belangen en ervaringen vanuit de inwoners en de verschillende doelgroepen het College adviseert over de voorbereiding en uitvoering van het beleid op het sociaal domein.

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • c.

    Contactambtenaar: ambtenaar die fungeert als aanspreekpunt voor de Adviesraad.

  • d.

    Raad: raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • e.

    Sociaal domein: de beleidsvelden die voortvloeien uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet, de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet inburgering 2021.

Artikel 2. Doel

De raad en het college beogen met het instellen van de Adviesraad ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij het beleid betreffende het sociaal domein te betrekken.

Artikel 3. Bevoegdheid

  • 1.

    De Adviesraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het college over onderwerpen betreffende het sociaal domein, die van belang zijn voor inwoners.

  • 2.

    De Adviesraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele gevallen betrekking hebben. Evenmin is de Adviesraad bevoegd te adviseren over personeels- en organisatiebeleid en uitvoering van de contracten ten behoeve van de individuele voorzieningen.

  • 3.

    Het college stelt de Adviesraad tijdig in de gelegenheid advies uit te brengen zodat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. Het college kan in spoedeisende zaken in goed voorafgaand overleg een spoedadvies vragen bij de Adviesraad.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1.

    De Adviesraad bestaat uit tenminste veertien en ten hoogste zeventien leden en wordt samengesteld uit ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers en in de gemeente woonachtige belanghebbende burgers.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de Adviesraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, van het college, van een raadscommissie of enig ander onderdeel van de bestuurlijke organisatie van de gemeente. Tevens zijn personen die in dienst van de gemeente of in opdracht van de gemeente betrokken zijn bij de onderwerpen waarover de Adviesraad adviseert uitgesloten van lidmaatschap.

  • 3.

    De werving en selectie van de leden van de Adviesraad geschiedt aan de hand van een door de Adviesraad vastgesteld functieprofiel.

Artikel 5. Zittingsduur

  • 1.

    De zittingsduur van de leden bedraagt ten hoogste vier jaar. Leden kunnen ten hoogste eenmaal opnieuw benoemd worden.

  • 2.

    Bij tussentijds aftreden van een lid van de Adviesraad, draagt de Adviesraad een nieuwe kandidaat voor aan het college.

Artikel 6. Voorzitter

  • 1.

    De Adviesraad heeft een onafhankelijk voorzitter. Artikel 4, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De voorzitter wordt voor een periode van ten hoogste vier jaar benoemd. De voorzitter kan ten hoogste eenmaal opnieuw benoemd worden.

Artikel 7. Benoeming en ontslag

  • 1.

    Het college benoemt de leden op voordracht van de Adviesraad. Het college benoemt, de leden van de Adviesraad gehoord hebbende, de voorzitter van de Adviesraad.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de leden eindigt:

    • a.

      door het verstrijken van de periode waarvoor het lid is benoemd, behoudens herbenoeming;

    • b.

      door schriftelijke opzegging van het lid;

    • c.

      door het van toepassing worden van artikel 4, tweede lid;

    • d.

      door overlijden;

    • e.

      door ontslag.

  • 3.

    Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op het beëindigen van het voorzitterschap.

  • 4.

    Bij disfunctioneren van een van de leden kan de voorzitter in overleg treden met het betreffende lid om het functioneren te verbeteren. Indien dit overleg niet tot resultaat leidt, verzoekt de voorzitter, na raadpleging van de overige leden, schriftelijk en met redenen omkleed, het college om het lidmaatschap van dat lid te beëindigen. Artikel 5, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 5, derde lid, is niet van toepassing.

Artikel 8. Huishoudelijke zaken

De Adviesraad kan een huishoudelijk reglement opstellen. In ieder geval stelt de Adviesraad een rooster van aftreden van de leden op. De Adviesraad stelt een lid aan als penningmeester voor het financiële beheer. Voor ondersteuning huurt de Adviesraad een externe secretaris in.

Artikel 9. Vergaderingen en adviezen

  • 1.

    De Adviesraad bepaalt de vergaderfrequentie welke nodig is ter uitvoering van zijn taken.

  • 2.

    Alle leden van de Adviesraad kunnen onderwerpen voor de agenda van de vergaderingen bij de secretaris aandragen.

  • 3.

    Met inachtneming van artikel 84, derde lid van de Gemeentewet zijn de vergaderingen van de Adviesraad in beginsel niet openbaar.

  • 4.

    De adviezen van de Adviesraad worden schriftelijk gegeven en zijn openbaar.

  • 5.

    De adviezen worden afhankelijk van de spoedeisendheid tussen vier en tien weken na de adviesaanvraag van het college gegeven.

Artikel 10. Reactie college

  • 1.

    Het advies van de Adviesraad wordt door het college uitdrukkelijk bij de besluitvorming meegewogen.

  • 2.

    Het college reageert binnen tien weken schriftelijk op een advies van de Adviesraad. In diens reactie geeft het college gemotiveerd aan welke onderdelen uit het advies al dan niet zijn overgenomen.

  • 3.

    Indien de raad het bevoegde orgaan tot besluitvorming is, stuurt het college het advies van de Adviesraad samen met de reactie van het college op het advies en het raadsvoorstel aan de raad.

Artikel 11. Periodiek overleg college

De Adviesraad heeft periodiek overleg met het college. Het college kan nadere regels stellen over de invulling van dit overleg en de frequentie daarvan.

Artikel 12. Informatie

Het college draagt, al dan niet via de contactambtenaar, zorg voor het adequaat en tijdig verstrekken van alle informatie die nodig is voor het uitoefenen van de taken van de Adviesraad en deelname aan periodieke overleggen.

Artikel 13. Vertrouwelijkheid

De Adviesraad gaat vertrouwelijk om met alle aan de Adviesraad verstrekte mondelinge dan wel schriftelijke informatie, welke nog niet openbaar is.

Artikel 14. Vergoedingen

  • 1.

    De Adviesraad ontvangt voor de uitvoering van zijn taken periodiek een budget voor de organisatiekosten, zoals de kosten van;

    • a.

      huisvesting;

    • b.

      secretariële ondersteuning;

    • c.

      kantoormiddelen;

    • d.

      deskundigheidsbevordering;

    • e.

      achterbanraadpleging;

    • f.

      inhuur van inhoudelijke deskundigheid.

  • 2.

    Jaarlijks voor 1 mei brengt de Adviesraad aan het college verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het budget.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de verwachte inspanning van en/of de resultaatafspraken met de Adviesraad

  • 4.

    De leden en de voorzitter van de Adviesraad ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen in overeenstemming met artikel 5, eerste lid, onder d van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Leidschendam-Voorburg 2019.

Artikel 15. Wijziging andere regelgeving

In de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Leidschendam-Voorburg 2019 wordt ”Participatieraad werk, inkomen, jeugd en zorg Leidschendam-Voorburg” telkens vervangen door “Adviesraad Sociaal Domein Leidschendam-Voorburg”.

Artikel 16. Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na daartoe advies te hebben gevraagd aan de voorzitter van de Adviesraad.

Artikel 17. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Adviesraad Sociaal Domein Leidschendam-Voorburg” en treedt in werking de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De Verordening Participatieraad werk, inkomen, jeugd en zorg Leidschendam-Voorburg wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 maart 2024.

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg,

de griffier, de voorzitter,

R.G.R. Jeene, M.W. Vroom

bijlage

Toelichting

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan de verplichting van de gemeente om te komen tot participatie op grond van:

  • artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) dat voorschrijft dat bij verordening wordt bepaald op welke wijze ingezetenen van de gemeente (in ieder geval cliënten en hun vertegenwoordigers) worden betrokken bij de uitvoering van de Wmo 2015;

  • artikel 47 Participatiewet, dat voorschrijft dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de manier waarop personen, die onder de reikwijdte van de Participatiewet vallen, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;

  • artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en;

  • artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) die beide een algemene verplichting voor het college bevatten om zorg te dragen voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van deze wetten;

  • artikel 2.10 Jeugdwet, dat verwijst naar de hierboven genoemde bepaling in de Wmo 2015 en daarmee eveneens een verplichting bevat tot het regelen van cliëntenparticipatie;

  • artikel 15.6 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Leidschendam-Voorburg 2016 dat verwijst naar de verplichtingen uit de Wmo 2015 en het voor het college mogelijk maakt nadere regels te stellen ter uitvoering;

Ingezetenen (in ieder geval cliënten en hun vertegenwoordigers) moeten in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor beleid te doen, gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over verordeningen en beleidsvoorstellen, worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen, deel kunnen nemen aan periodiek overleg en onderwerpen voor de agenda daarvan kunnen aanmelden, én worden voorzien van de informatie die nodig is om goed deel te kunnen nemen aan dat overleg.

Het doel van de inspraak en participatie is om vanuit verschillende invalshoeken tot breed gedragen voorstellen en adviezen te komen ter bevordering van een integraal en evenwichtig gemeentelijk beleid op genoemde beleidsterreinen. De Adviesraad, voorheen Participatieraad, bestaat vanaf 2008 en is vanaf 2010 het orgaan voor participatie binnen het sociaal domein in Leidschendam- Voorburg. Bij de werving en selectie van leden van de Adviesraad wordt gestreefd naar een voor onze inwoners zo representatief mogelijke samenstelling.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Aan de definitie van ‘Sociaal domein’ zijn nu ook de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet inburgering 2021 toegevoegd.

Artikel 2

Met deze verordening wil de raad voldoen aan de wettelijke verplichtingen tot het inrichten van adequate cliëntenparticipatie op grond van de Wmo 2015, Participatiewet, Ioaz en Ioaw en de Jeugdwet evenals aan artikel 15.6 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Leidschendam-Voorburg 2016.

Artikel 3

In dit artikel is voor alle duidelijkheid opgenomen dat de bevoegdheid van de Adviesraad niet geldt voor individuele gevallen.

Artikel 4

Deze formulering heeft als doel om ervoor te zorgen dat de Adviesraad, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig is samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de Wmo 2015, Participatiewet, Ioaz en Ioaw en de Jeugdwet betrokken personen.

Verder is in dit artikel opgenomen dat het lidmaatschap van de Adviesraad niet verenigd kan worden met het lidmaatschap van een organisatieonderdeel van de gemeente of met het zijn van werknemer of opdrachtnemer van de gemeente.

Artikel 5, 6 en 7

Deze artikelen betreffen de benoeming van leden en voorzitter van de Adviesraad. Beide kunnen voor een periode van vier jaar benoemd worden en voor een zelfde periode worden herbenoemd.

Er is een bepaling opgenomen ten aanzien van disfunctioneren van een lid. In een dergelijk geval is het na een zorgvuldige procedure van een gesprek tussen voorzitter en het betreffende lid mogelijk het lid voor te dragen voor ontslag. Het spreekt voor zich dat hiermee niet lichtvaardig zal worden omgegaan.

Ten aanzien van de voorzitter is opgenomen dat deze onafhankelijk dient te zijn, daarmee wordt bedoeld dat de voorzitter niet uit het midden van de Adviesraad wordt benoemd. Het bepaalde ten aanzien van de onverenigbaarheid van het lidmaatschap met bepaalde functies geldt ook voor de voorzitter. Van de voorzitter wordt verder verwacht dat deze zoveel mogelijk een integrale benadering bij de advisering bevordert.

Artikel 8

De Adviesraad kan een huishoudelijk reglement opstellen met daar in haar werkwijze en vergaderorde

De Adviesraad kent naast de voorzitter een secretaris en penningmeester. Veel vormen van cliëntenparticipatie maken gebruik van een ambtelijk secretaris in dienst van de gemeente, zo niet de Adviesraad. De secretaris, die zorg draagt voor agenda, verslaglegging, ondersteuning voorzitter et cetera, wordt door de Adviesraad ingehuurd. Hiervoor wordt het budget als bedoeld in artikel 13 gebruikt.

Artikel 14

De Adviesraad krijgt van de gemeente de benodigde middelen om adequaat functioneren mogelijk te maken. Dat ziet niet alleen op de inhuur van secretariële ondersteuning, maar ook op huisvesting, deskundigheidsbevordering en overleg met de “achterban”.