Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR717523
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR717523/1
Nota Dierenwelzijn 2023-2026
Geldend van 28-03-2024 t/m heden
Intitulé
Nota Dierenwelzijn 2023-2026De Raad van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2023
(raadsvoorstel nr. 23bb008373/23bo008426); 24bb001404;
gelet op artikel 147, lid 2 van de Gemeentewet;
besluit:
tot vaststelling van de nota Dierenwelzijn 2023-2026 en besluit daarmee o.a. tot:
- -
Het voortzetten van de chip-je-katacties;
- -
Het blijven inzetten op samenwerking met externe partners;
- -
De ondersteuning van Stichting Zwerfkatten Rijnmond, de Vogelklas Karel Schot en de Houtsnip;
- -
Het realiseren van educatieve rattenverblijven bij een aantal kinderboerderijen;
- -
Intensivering van de seizoensgebonden communicatie over zowel huisdieren als dieren in de stadsnatuur;
- -
Een onderzoek naar het tegengaan van het dumpen van kleine huisdieren;
- -
Samen met de Dierenbescherming een oplossing zoeken voor het dumpen en opvangen van pluimvee;
- -
Het gericht aanbrengen van faunatrappen bij beschoeiingen;
- -
Het in kaart brengen van plekken met veel dierlijke verkeersslachtoffers en het treffen van maatregelen daartegen.
Voorwoord
In Rotterdam wonen meer dan 650.000 mensen. Ongeveer de helft van de huishoudens in Rotterdam hebben een of meer huisdieren. Daarnaast leven er ook veel dieren vrij buiten, zoals meeuwen, halsbandparkieten, konijnen, egels en ganzen. Om er maar een paar te noemen. Volop leven dus in de stad!
Veel mensen beleven plezier aan het contact met deze (stads)dieren, thuis of op een openbare plek. Ze voelen zich verantwoordelijk en betrokken bij het welzijn van dieren en willen dat er goed voor hen gezorgd wordt. Tegelijkertijd hebben we in de stad van sommige dieren last, overlast zelfs. Ook hier moeten we aandacht en oog voor hebben.
Zorgzaamheid en respect voor dieren, kenmerkt een beschaafde samenleving. Als verantwoordelijk wethouder vind ik het daarom belangrijk dat mensen en dieren gezond, veilig en prettig samenleven in deze stad. Dierenwelzijn is een onderwerp dat een integraal onderdeel vormt van ons beleid. Samenwerken is dus nodig om onze doelen te bereiken. Op terreinen als biodiversiteit, klimaat en Wijk aan Zet liggen de belangen vaak in elkaars verlengde. Daar sluiten we dus zeker bij aan.
In deze nota Dierenwelzijn leest u hoe wij dat in Rotterdam doen.
Vincent Karremans
Wethouder Handhaving, Buitenruimte en Mobiliteit
1. Hoe werkt deze nota
In deze nota Dierenwelzijn staat de volgende vraag centraal:
Mensen en dieren leven gezond, veilig en samenin de stad. Hoe doen we dat?
Om deze vraag te beantwoorden, gebruiken we als uitgangspunt het beleid dat is vastgelegd in de nota Dierenwelzijn 2019-2022, hierna genoemd de vorige nota. In deze nota Dierenwelzijn 2023-2026 passen we het beleid en de actiepunten uit de vorige nota aan en voegen we nieuwe concrete doelen toe. Bij de aanpak houden we rekening met een looptijd van vier jaar. In de eerste helft van 2026 werken we de nota bij.
De nota heeft de volgende hoofdstukindeling: Dieren met een eigenaar (hoofdstuk 2), In het wild levende dieren, waaronder ook plaagdieren (hoofdstuk 3), Dieren onder bijzondere omstandigheden (hoofdstuk 4) en Communicatie-instrumenten en kennisuitwisseling (hoofdstuk 5). Daarna staan de actiepunten die bijdragen aan het doel mensen en dieren gezond en veilig te laten samenleven in de stad.
Daarnaast is communicatie belangrijk bij het behalen van onze doelen. Zo zorgen we dat Rotterdammers weten wat ze zelf kunnen doen en wat ze kunnen verwachten van de gemeente op het gebied van dierenwelzijn en plaagdierbeheersing.
Communicatie zetten we in vanuit de volgende drie sporen:
- ■
Basis op orde: Rotterdammers weten wat mensen en dieren nodig hebben om samen veilig en gezond te leven in de stad. Hiervoor maken we de juiste informatie over dierenwelzijn en plaagdierbeheersing beschikbaar, met daarin beschreven wat Rotterdammers zelf kunnen doen en wat de gemeente doet. Deze informatie stemmen we ook af op de nota’s en uitvoeringsagenda’s van andere beleidsvelden, zie kader. In de opmaak van de informatie sluiten we aan bij het gemiddelde kennis- en taalniveau van Rotterdammers: tekst op B1-niveau en uitleg in beeld.
- ■
Motiveren en leren: Rotterdammers willen bijdragen aan een stad waar mensen en dieren gezond en veilig samen kunnen leven. Experts zoals een boswachter of plaagdierbeheerser leren Rotterdammers over het gedrag van dieren en wat ze nodig hebben. Hiermee willen we hen vertrouwd maken met het idee dat dieren bij de stad horen.
- ■
Mogelijk maken: we geven simpele tips en/of bieden mogelijkheden waardoor Rotterdammers kunnen bijdragen aan een gezonde en veilige leefomgeving voor dieren en henzelf, met behulp van onze simpele tips of door ons geboden mogelijkheden.
Dierenwelzijn is een breed begrip maar een relatief klein beleidsveld in de gemeente. Daarom is het belangrijk dat we verbanden leggen met andere beleidsvelden en de aanpak op elkaar afstemmen. De volgende Rotterdamse beleidsdocumenten zijn voor deze nota van belang:
- ■
Nota Dierenwelzijn 2019-2022
- ■
Programma Biodiversiteit
- ■
Hondenbeleid 2016-2021
- ■
Actieplan rattenoverlast 2017, 2022
- ■
Plan van aanpak agressieve honden
- ■
Beleidsregel handhavingsarrangement gevaarlijke en hinderlijke honden
- ■
Rotterdams Weerwoord – Uitvoeringsagenda 2023-2026
- ■
Rotterdam gaat voor groen: de groenagenda 2023-2026
- ■
Nota Samen SchoonR
Om aan te geven aan welke wet- en regelgeving we ons moeten houden is een wettelijk kader toegevoegd als Bijlage 1.
2. Dieren met eigenaar
In Rotterdam zijn er meer huisdieren dan inwoners. Dat zijn honden en katten, en ook vissen, vogels, reptielen en knaagdieren. En ook leven in de stad de zogenaamde landbouw- en hobbydieren. Meestal zorgen de eigenaren goed voor deze dieren. Toch gaat niet altijd alles goed: huisdieren raken zoek, mensen komen in de problemen waardoor ze niet meer goed voor hun huisdier kunnen zorgen of mensen hebben onvoldoende kennis om goed voor hun dier te kunnen zorgen. Ook komt het voor dat mensen last hebben van de dieren van de buren, of maken ze zich zorgen om een loslopende hond in de speeltuin. De gemeente kan in deze situaties zorgen dat huisdiereigenaren en andere bewoners weten waar ze terecht kunnen met vragen of voor hulp. Ook kunnen we uitleggen wat een dier nodig heeft om gezond en veilig te leven.
Onze missie
Mensen, huis-, landbouw- en hobbydieren leven in goede harmonie samen in de stad, dat is onze missie. Hiervoor is nodig dat mensen bewust kiezen voor de aanschaf van een dier. Dat ze zich realiseren wat het dier kost aan tijd, geld, aandacht en leefruimte. Als het door omstandigheden echt niet meer lukt om voor een dier te zorgen, moet er een vangnet zijn zodat het dier hier niet de dupe van wordt. Ook is het nodig om regels te stellen die ervoor zorgen dat we de ruimte buiten samen zo kunnen gebruiken dat iedereen zich veilig voelt en er zo min mogelijk overlast is.
Relevante ontwikkelingen
Vanaf maart 2020 werden we in Nederland geconfronteerd met de uitbraak van het coronavirus en verschillende lockdowns waarbij thuiswerken de norm werd. Landelijk gezien nam het huisdierbezit flink toe, veel mensen namen een zogenaamde ‘coronahond’ om mee te gaan wandelen in de vrije natuur. Hoewel we geen precieze cijfers hebben voor Rotterdam is de indruk dat ook hier het huisdierbezit is toegenomen. Inmiddels verwachten werkgevers weer dat hun personeel vaker aanwezig is op de werkvloer en gaan kinderen weer naar school. De kosten voor het levensonderhoud zijn ondertussen behoorlijk gestegen. Ook de tarieven bij de dierenartsen zijn omhooggegaan.
Deze ontwikkelingen dragen er vermoedelijk aan bij dat de druk op de dierenopvangcentra toeneemt. Ook Dierenvoedselbank Rijnmond ziet het aantal mensen dat aanspraak maakt op hun hulp toenemen.
De coronamaatregelen hebben ervoor gezorgd dat we veel meer gebruik zijn gaan maken van digitale middelen. Zo ook bij de zorg voor dieren. Denk aan het online vinden van een hulp bij verzorging of een oppas in de vakantie, of zelfs voor adoptie van een huisdier via speciaal daarvoor ingerichte websites. Dit verlicht de druk op de dierenhulporganisaties enigszins en maakt dat we samen zorgen dat het goed gaat met onze huisdieren. Daarnaast heeft het vogelgriepvirus invloed op onze dieren in de stad. Waar het virus eerder als griepgolf in de winter toesloeg onder in het wild levende en gehouden vogels, heerst het virus nu het jaarrond. Dit heeft gevolgen voor vogels die buiten worden gehouden, zowel door particulieren als door professionele dierhouderijen.
2.1 Huisdieren
Mensen houden al eeuwenlang dieren en waar die vroeger vooral een taak moesten vervullen – denk aan jacht- en waakhonden of een kat om de muizen te vangen – houden we dieren nu vooral voor het plezier. Dieren zijn tegenwoordig onderdeel van het gezin. Het is natuurlijk belangrijk dat het dier daar zelf ook plezier aan beleeft. Met de volgende acties willen we daaraan bijdragen.
Doorlopende acties
Basis op orde - communicatie
Op de gemeentelijke website delen we de juiste relevante informatie, bijgewerkt naar de laatste wetswijzigingen, over:
- ■
chip-uw-katactie en de mogelijke invoering van de chipplicht van katten;
- ■
de hondenuitlaatgebieden;
- ■
meldpunt gevaarlijke honden;
- ■
actuele informatie rondom situaties waar huisdieren mogelijk risico lopen bij contact met in het wild levende dieren of omgekeerd;
- ■
tips voor huisdiereigenaren over hulp bij de zorg voor het huisdier of wat te doen in bepaalde situaties zoals bij overlijden of crisis.
Dode dieren op straat
Voor dode dieren die op straat worden gevonden, is er tot april 2024 een contract met Dierenambulance Rotterdam (DAR). De DAR haalt de dode dieren op en krijgt een vergoeding per rit. Het dier wordt opgeslagen in de gemeentelijke koelcel en na twee weken door Rendac afgevoerd als zich voor die tijd geen eigenaar meldt.
Vraagwijzer
Huisdiereigenaren worden via de Vraagwijzer doorverwezen naar instanties die hulp kunnen bieden bij de zorg voor huisdieren, zoals de Dierenvoedselbank en de Dierenbescherming. Hiervoor is een factsheet met relevante informatie voor medewerkers van de Vraagwijzer en huisdiereigenaren. Deze factsheet werken we regelmatig bij.
Opvang dieren met een mogelijke eigenaar
De opvang van dieren met een (mogelijke) eigenaar is een wettelijke taak van de gemeente. Hiervoor is per 1 juli 2022 een overeenkomst gesloten met de Dierenbescherming. Deze verzorgt opvang van dieren, maar ook de bemensing van de meldkamer en de vervoerstaken in de regio. Ook kunnen mensen bij de Dierenbescherming afstand van hun dier doen.
Chip-uw-katactie
Met de Dierenbescherming organiseren we jaarlijks een Chip-uw-katactie, waarbij Rotterdamse katteneigenaren hun kat gratis kunnen laten chippen en registeren bij deelnemende dierenartsen. Dit blijven we doen zolang de chip nog niet wettelijk verplicht is voor katten. De actie helpt aan Rotterdammers uit te leggen waarom chippen en registeren belangrijk zijn: het draagt bij aan het herenigen van katten met hun eigenaars en het verminderen van het aantal zwerfkatten in de stad.
Zwerfkatten
Stichting Zwerfkatten Rijnmond krijgt jaarlijks € 40.000 subsidie. Deze stichting zet zich in om de groei van het aantal zwerfkatten te voorkomen en dat aantal zelfs terug te dringen. Dit doen ze met een beproefde methode. Hierbij wordt de zwerfkat gevangen en gesteriliseerd. Daarna wordt beoordeeld of de kat is te socialiseren. Is dat zo dan wordt een nieuw huis voor de kat gezocht. Is de kat niet te socialiseren, dan wordt deze teruggeplaatst. De gevonden kittens worden gesocialiseerd en bij huishoudens geplaatst.
Dierenvoedselbank
De afgelopen jaren heeft de dierenvoedselbank jaarlijks een bijdrage gekregen via de subsidieregeling ‘armoede en schulden’. De Dierenvoedselbank kan ook komende jaren weer een aanvraag indienen. Zo helpen we Rotterdammers die minder te besteden hebben ook goed voor hun huisdier te zorgen.
Acties vanaf 2024
Seizoensgebonden communicatie
Via de socialmediakanalen, stedelijk en in de wijk, geven we tips over hoe om te gaan met huisdieren bij extreme weersomstandigheden en seizoensgebonden situaties. Denk hierbij in de zomer bijvoorbeeld aan koelelementen plaatsen bij het hok van je konijn of cavia. In de winter geven we tips tegen de invloed van strooizout op de pootjes van de hond en dat het bijvoeren van eenden en ganzen niet nodig is.
Gevaarlijke en hinderlijke honden
Sinds 2017 heeft de gemeente Rotterdam het meldpunt overlastgevende honden. Na beoordeling van een melding kan een aanlijnplicht of muilkorfgebod worden opgelegd. Dit geldt alleen op Rotterdams grondgebied. Vanaf eind 2023 bespreken we met vaste contactpersonen in omliggende gemeenten of we deze plicht of dit gebod ook in hun gemeente kunnen opleggen. Zo bereiken we dat voor deze honden de aanlijnplicht of het muilkorfgebod blijft gelden, ook als ze de gemeentegrens oversteken. Hierbij wordt rekening gehouden met de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG).
De boswachters hebben een belangrijke signalerende rol in uitlaatgebieden; zij gaan nauwer samenwerken met het meldpunt.
Melden gevonden dode dieren
Om te voorkomen dat mensen tevergeefs blijven zoeken naar hun huisdier terwijl het dier is overleden, vragen we extra aandacht voor de registratie van het huisdier. Dit doen we binnen de eigen organisatie, bij de politie en bij betrokken partners. Het gaat om het registreren van het chipnummer en het doorgeven van gegevens aan de juiste databanken én aan Amivedi. Op onze website geven we ook informatie over Amivedi voor bewoners die een dier vinden of juist zijn kwijtgeraakt.
Dierenmishandeling
Met de wijkteams gaan we in gesprek om in kaart te brengen of er in Rotterdam concrete gevallen zijn waar een samenhang is tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld. Hierbij wordt gekeken naar hoe vaak dieren betrokken zijn bij huiselijk geweld en of er behoefte is aan speciale opvangcapaciteit. Hiervoor moeten we extra aandacht hebben, omdat blijkt dat geweld tegen mensen en dieren vaak samengaat. Voor zowel mens als dier kan het dus lonen om de kennis hierover binnen wijkteams te vergroten.
Contract Dierenambulance Rotterdam
Het contract met Dierenambulance Rotterdam (DAR) loopt tot april 2024. Voor die datum evalueren we de huidige werkwijze. Voor de periode vanaf april 2024 zullen nieuwe overeenkomsten moeten worden gesloten. Hierbij moeten we rekening houden met:
- ■
de opening van het nieuwe dierenasiel aan de Abraham van Stolkweg;
- ■
het hanteren van dieren die besmet zijn met vogelgriep.
Dierenasiel
In de loop van 2024 is het nieuwe dierenasiel aan de Abraham van Stolkweg gereed. Voor het eerst sinds lange tijd hebben we dan de opvang van huisdieren weer op ons eigen grondgebied geregeld. Zodra de nieuwbouw af is, wordt deze verhuurd aan de Dierenbescherming. Rotterdammers die op zoek zijn naar een nieuwe hond of kat wordt aangeraden om eerst een kijkje te gaan nemen in ons eigen dierenasiel.
De jaarbijdrage aan de Dierenbescherming voor de opvangtaak is € 900.000. Zodra het nieuwe dierenasiel klaar is, verhogen we deze bijdrage, zodat de Dierenbescherming het nieuwe dierenasiel kan gaan beheren.
Chipplicht
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) doet onderzoek naar het invoeren van een landelijke chipplicht voor katten. In Rotterdam is er de Chip uw kat actie, waarin mensen een maand lang hun kat gratis kunnen laten chippen. Zolang de chipplicht nog niet geldt is het onze wens om het chippen van katten voor Rotterdammers het hele jaar gratis mogelijk te maken. De dierenbescherming wordt om advies gevraagd hoe we dit kunnen organiseren. In de loop van 2024 willen we weten hoe dit praktisch vorm kan krijgen en hoeveel dit gaat kosten.
Oproep verhuizing doorgeven mensen én huisdieren
Huisdiereigenaren vergeten bij een verhuizing vaak het adres te wijzigen bij de databank waar hun gechipte hond of kat staat geregistreerd. Dit maakt het lastig om een eigenaar van een gevonden dier te vinden. Rotterdammers kunnen we eraan herinneren om dit te doen door op de webpagina ‘verhuizen’ door te linken naar de website registratie huisdieren. Samen met Burgerzaken zoeken we uit hoe we hier nog meer aandacht voor kunnen vragen.
2.2 Landbouw en hobbydieren
Waar mensen zijn, zijn boerderijdieren. Zelfs in een stad als Rotterdam. Denk aan de dieren op de kinderboerderijen en in de hertenkampen, maar ook onze grote grazers op het Eiland van Brienenoord.
Doorlopende acties
Natuurstad Rotterdam
Stichting Natuurstad Rotterdam exploiteert kinderboerderijen en tuinen verspreid over de stad. Deze zijn gratis toegankelijk en bieden een plek om te recreëren en te leren over dieren, natuur en milieu.
Kennisuitwisseling
Uitwisselen van kennis en de laatste wetgeving over vogelgriep, met de GGD, kinderboerderijen, vogelopvangen, dierenambulances en Diergaarde Blijdorp.
Motiveren en leren
Onze (grote) grazers krijgen doorlopend aandacht in de (social) media zodat Rotterdammers oog krijgen voor deze mooie dieren en hun rol in natuurbeheer.
Denk aan de imposante Schotse hooglanders en ook de schapen die helpen bij het groenbeheer. Uitgangspunt bij de communicatie is dat de Rotterdammer met respect met de dieren omgaat, zodat we veiligheid van mens en dier kunnen garanderen. De boswachters ondersteunen in het vertellen van dit verhaal.
Diergaarde Blijdorp
Voor educatie in zowel basis als voortgezet onderwijs verleent de gemeente een subsidie aan Diergaarde Blijdorp. Diergaarde Blijdorp richt zich steeds meer op natuurbehoud. Dit vraagt een geleidelijke verandering van een klassieke dierentuin met amusementswaarde naar een kennisinstituut waar natuurbehoud en -herstel centraal staan.
Diergaarde Blijdorp wil sterker de nadruk leggen op deze gebieden en heeft de ambitie om nationaal en internationaal hierin een toonaangevende positie op te bouwen.
Het waarborgen van het dierenwelzijn voor de dieren van Diergaarde Blijdorp is een absolute voorwaarde om de inspanningen op natuurbehoud en -herstel te kunnen rechtvaardigen en succesvol te laten zijn. Bovendien werken educatie, onderzoek en soortbehoud alleen goed als de dieren gezond en tevreden zijn. Diergaarde Blijdorp zet zich vanuit diverse vakgebieden in om het welzijn van haar dieren te garanderen en continu te verbeteren.
Dit vertaalt zich onder meer in:
- ■
dagelijkse (veterinaire) zorg geleverd door alle dierverzorgers en dierenartsen,
- ■
ontwerp en bouw van nieuwe dierenverblijven en aanpassingen van bestaande verblijven,
- ■
keuzes voor gezond populatiemanagement en onderzoek naar dierenwelzijn.
Dierenwelzijn wordt in Diergaarde Blijdorp continu onderzocht en de resultaten geven een inschatting hoe het over het algemeen met het welzijn van de dieren is. Daarnaast wordt ook uitgebreider onderzoek gedaan naar specifieke onderwerpen binnen dierenwelzijn.
Acties vanaf 2024
Tegengaan van dumpen van kleine huisdieren
Samen met Natuurstad start in 2024 een onderzoek naar de mogelijkheid om de educatieve rol van kinderboerderijen te versterken als het gaat om het tegengaan van het dumpen van kleine huisdieren zoals konijnen, cavia’s en kippen. Hiervoor zoeken we ook de samenwerking met de Dierenbescherming.
Onze handhavers en andere medewerkers in de uitvoering krijgen instructies om gevonden gedumpte dieren te melden bij de politie. Dumpen van dieren is namelijk strafbaar.
Mogelijk kan de samenwerking tussen Natuurstad en de Dierenbescherming een oplossing zijn voor het gebrek aan opvangcapaciteit.
Aansluiten educatieaanbod Schone Stad
De excursies van basisscholen aan kinderboerderijen worden opgenomen in het educatieaanbod van Schone Stad en toegevoegd aan www.onderwijs010.nl. Op die site kan ook naar het andere aanbod van Natuurstad worden doorgelinkt.
Zo ontstaat voor scholen en docenten een compleet overzicht van de lessen die in Rotterdam worden aangeboden.
Opvang pluimvee
Regelmatig ontvangen onze boswachters meldingen over loslopend pluimvee, vaak hanen. Vervoer en opvang van deze vogels blijken in de praktijk lastig, zeker nu er vogelgriep heerst. Samen met de Dierenbescherming willen we hier graag een duurzame oplossing voor vinden.
Samenwerken met imkers
Met onze stadsimkers, de Nederlandse Bijenhoudersvereniging en Imkers Nederland onderhouden we intensiever contact. Met hun hulp kunnen we een beter beeld krijgen van de voedselvoorziening van alle bijen in de stad. Ook willen we in kaart brengen waar bijenkasten staan, zodat we kunnen werken aan het vergroten van het voedselaanbod voor honing- én wilde bijen. Mensen in de wijken moeten er bewuster van worden dat bloeiende bloemen en planten belangrijk zijn voor bijen. Hiervoor rekenen we op hulp van de imkers. Door samen te werken aan meer biodiversiteit willen we voorkomen dat de wilde bij in het gedrang komt door de honingbij.
3. In het wild levende dieren
In onze stad leven dieren die ‘in het wild’ voor zichzelf moeten zorgen. Dat we de beschikbare ruimte moeten delen en niet altijd zomaar kunnen opeisen ten koste van dieren, is een opvatting die langzaam terrein wint. Toch levert dat samenleven in de dagelijkse praktijk nog wel eens een uitdaging op. Rotterdammers verwachten veel van de gemeente als er overlast ontstaat door de in het wild levende dieren. In dit hoofdstuk staat wat de gemeente doet en waar zij beperkt wordt door wet- en regelgeving. Ook benoemen we waar we niet ingrijpen om de ruimte te geven aan biodiversiteit. Daarnaast is er een paragraaf over plaagdieren opgenomen. Organisatorisch is dit beleidsveld in de gemeente ondergebracht bij Dierenwelzijn. En hoewel plaagdierbeheersing in eerste instantie niet doet denken aan dierenwelzijn, is deze link er toch wel. Doordat de nadruk steeds meer op preventie komt te liggen in plaats van bestrijding, blijft de rattenpopulatie kleiner en hoeft er minder met klemmen en gif gewerkt te worden.
Onze missie
In het wild levende dieren maken onderdeel uit van het leven in de stad, dat is het uitgangspunt. Voor verschillende soorten zorgen we voor een veilige leefomgeving. Op grond van de Wet Dieren hebben we een verantwoordelijkheid op dit gebied. Bij overlast van dieren wordt altijd gezocht naar de meest diervriendelijke oplossing. Als we toch ingrijpen, wordt gekozen voor de optie die het meest bijdraagt aan de toename van biodiversiteit. Denk bijvoorbeeld aan het minder maaien van gazons, om zo ganzenoverlast te voorkomen.
Recente ontwikkelingen
Ook in de stad hebben steeds meer diersoorten het moeilijk. Het aantal inwoners en de bebouwing in de stad nemen nog steeds toe en daarmee de druk op de ruimte buiten. Het leefgebied van veel soorten wordt daardoor kleiner, waardoor het voor een soort lastig wordt om een gezonde populatie te blijven vormen. De klimaatverandering zorgt daarnaast voor extremere omstandigheden voor dieren. Denk aan droogte in de zomerperiode, maar ook langdurige natte perioden kunnen tot problemen leiden. Exotische soorten, zoals de halsbandparkiet, profiteren juist van de minder strenge winters maar beconcurreren dan weer de soorten die het minder makkelijk hebben.
Positief is dat veel mensen mede door corona meer waardering hebben gekregen voor de natuur om ons heen. Ook wijzen steeds meer onderzoeken op de positieve effecten van een groene leefomgeving voor de gezondheid en het welbevinden van de mens. En een groene leefomgeving zorgt ook weer voor meer mogelijkheden voor in het wild levende dieren. Het besef dat de mens de natuur de ruimte moeten geven, neemt toe. Dat vertaalt zich ook in de aandacht voor natuurinclusief bouwen. Hierbij wordt op, aan of in een gebouw of in de omgeving ervan bewust ruimte voor biodiversiteit gecreëerd, zodat er meer diverse planten- en diersoorten kunnen leven.
De Raad voor Dierenaangelegenheden heeft een advies uitgebracht aan minister Adema over de vraag of, hoe en door wie een wild dier geholpen zou moeten worden. In dit advies is te lezen dat in het wild levende dieren inderdaad geholpen moeten worden want daarvoor bestaat een (wettelijke) zorgplicht. Hierbij wordt heel treffend opgemerkt dat iedereen een zorgplicht heeft, maar niet iedereen een even grote verantwoordelijkheid. Rotterdam neemt haar verantwoordelijkheid door bij te dragen aan twee opvangcentra in de stad. Als gevolg van de stijgende kosten hebben opvangcentra in het gehele land maar ook in Rotterdam moeite om hun bedrijfsvoering sluitend te krijgen. Vogelopvang Karel Schot ziet een forse toename van het aanbod van dieren doordat de centra in de regiogemeenten hun deuren moesten sluiten. Deze ontwikkeling toont aan dat wildopvang een regionale opgave is die op zijn minst om een samenwerking tussen gemeenten vraagt.
In 2021 zijn we de campagne de 10 van 010 gestart om aandacht te vragen voor biodiversiteit. De diersoorten uit de 10 van 010 staan symbool voor de in het wild levende dieren in de stad en vertegenwoordigen ieder een kenmerkend leefgebied. Rotterdammers kunnen hier zelfs in hun eigen tuin mee aan de slag.
3.1 Bescherming
Het programma Biodiversiteit raakt aan de actiepunten uit deze nota. Biodiversiteit gaat niet zozeer over individuele dieren maar over populaties en hoe we kunnen zorgen voor omstandigheden waarin deze zichzelf kunnen handhaven, in principe zonder hulp van mensen.
Door menselijk handelen komen individuele dieren soms in de problemen. Ook klimaatverandering zorgt soms voor omstandigheden waarbij het in de menselijke natuur ligt om de dieren een handje te helpen. Daarop zijn de volgende actiepunten van toepassing.
Doorlopende acties
Opvang in het wild levende dieren
Voor in het wild levende dieren die gewond of ziek worden aangetroffen, bestaat een zorgplicht. Met een jaarlijkse subsidie van €153.000 aan vogelopvang Karel Schot vullen we een deel van onze zorgplicht in.
Vogelopvang De Houtsnip in Hoek van Holland verstrekken we een jaarlijkse bijdrage van € 4.676. Ook De Houtsnip vangt behalve vogels kleine zoogdieren op.
Educatie door Natuurstad
In het lesprogramma van Natuurstad voor basisscholen is aandacht voor in het wild levende dieren.
Ook organiseert Natuurstad activiteiten voor Rotterdammers zoals vleermuisexcursies.
Acties vanaf 2024
Vervoer in het wild levende dieren
Eind 2023 onderzoeken we of en hoe we kunnen bijdragen aan het vervoer van zieke en gewonde in het wild levende dieren. Dit onderwerp betrekken we ook in het verzoek aan de provincie over een bijdrage aan vogelopvang Karel Schot naar aanleiding van de aangenomen motie op 11 mei 2023.
Natuurinclusief Rotterdam
In de uitvoeringsagenda Biodiversiteit is opgenomen dat er een toolbox Natuurinclusief Rotterdam wordt gemaakt. Ook komt er een (korte) lijst met makkelijke verbeteringen die aan Rotterdammers meegegeven kan worden bij kleine verbouwingen. Bijvoorbeeld het inbouwen van een vleermuisverblijf, of het aanbrengen van een mussenvilla. Vanuit de nota Dierenwelzijn versterken we graag deze verbeteringen door bij te dragen aan (ludieke) acties of het organiseren van een kennistafel voor onder andere architecten en/of Rotterdammers. Dit gebeurt in samenwerking met het programma Biodiversiteit.
Hoogbouw en vogelslachtoffers
In Rotterdam is zeker voor Nederlandse begrippen veel hoogbouw. Die hoogbouw heeft vaak een groot glazen geveloppervlak waar veel vogels tegen aan vliegen. Bij nieuwe projecten moeten we voortaan bij de architecten aandacht vragen hiervoor, zodat ze vogelvriendelijkere gebouwen kunnen ontwerpen. De Vogelbescherming doet onderzoek naar producten om ook bij bestaande bebouwing raamslachtoffers tegen te gaan. Dit onderzoek volgen we op de voet. Als hier bruikbare oplossingen uit komen, kijken we verder naar de mogelijkheden voor Rotterdam.
Educatie
Over de gevolgen voor dieren van zwerfafval en etensresten kunnen we kinderen van alles leren. Hiervoor sluiten we aan bij het educatieprogramma van Schone Stad. Dit doen we met bijvoorbeeld een workshop van de boswachter of een andere expert, die kan uitleggen en laten zien hoe mensen en dieren goed kunnen samenleven in de stad en hoe jonge Rotterdammers hieraan kunnen bijdragen.
Faunatrappen
Bij knelpunten bij beschoeide sloten en singels leggen we extra fauna-uittreedplaatsen aan. Faunatrappen of -uittreedplaatsen vergroten het leefgebied van kleinere watervogels die bij steile oevers niet uit het water kunnen komen. Ook zorgen de trappen ervoor dat kleine zoogdieren zoals egels in droge periodes bij drinkwater kunnen komen, zonder het risico op verdrinking. En ze helpen dieren om sloten en singels veiliger over te steken. Hierbij kunnen we gebruik maken van de kennis en ervaring van onze boswachters.
Natuurlijk inrichten tuin
Voor het diervriendelijk inrichten van tuinen geven we Rotterdammers allerlei tips. Dit sluit aan bij de inhoud van de het programma Biodiversiteit en Rotterdams WeerWoord en we vragen advies aan de Vogelbescherming. Daarnaast adviseren we de projectadviseur klimaatopgave Water&Groen die als tuincoach tuineigenaren adviseert wat ze met hun tuin kunnen doen bij een rioolonderhoudsproject. De tuincoach legt de Rotterdammers ook uit wat dieren nodig hebben en wat Rotterdammers hieraan kunnen bijdragen. De uitleg en tips worden gedeeld via de gemeentelijke en wijkkanalen.
Veiligheid van dieren op straat
De meldingen en gegevens van de dierenambulances gebruiken we om in kaart te brengen waar in Rotterdam veel dierlijke verkeersslachtoffers gevonden worden. Samen met de gemeentelijke teams in de wijken en de afdeling Verkeer kijken we of we met eenvoudige maatregelen de veiligheid voor de dieren kunnen verbeteren.
Seizoensgebonden voorlichting
Rotterdammers kunnen veel doen om stadsdieren een veilige plek te geven in de stad. Om ze hierbij te helpen, beginnen we met seizoensgebonden communicatie met tips en uitleg. Denk aan het binnenhouden van katten tijdens het broedseizoen, het helpen van vogels en egels tijdens droogte in de zomer en het al dan niet voeren van stadsdieren tijdens strenge vorst. Waar mogelijk sluiten we aan bij maatregelen uit de programma’s Rotterdams WeerWoord en Biodiversiteit.
3.2 Overlast
Rotterdammers weten de gemeente goed te vinden wanneer zij overlast van dieren ervaren en verwachten vaak meer dan mogelijk is. Denk aan een verzoek om een boom te kappen waar vogels die overlast geven in rusten, het doden of verjagen van beschermde dieren of het zonder ontheffing verwijderen van eieren op particuliere daken. Behalve invasieve exoten, zoals de rode Amerikaanse rivierkreeft of de beverrat, genieten de meeste dieren een beschermde status. Vaak kunnen we niet meer doen dan uitleggen en begrip vragen voor het feit dat we de ruimte met zijn allen moeten delen. Diersoorten waarvan de populaties onder druk staan, zoals bepaalde meeuwensoorten, kunnen niet zomaar verjaagd of beperkt worden. De provincie geeft hiervoor dan ook niet snel een ontheffing. Het is van belang dat Rotterdammers weten wat we wel kunnen doen en wat zij zelf kunnen doen.
Doorlopende acties
Nestbeheer ganzen
Ieder jaar voeren onze boswachters nestbeheer uit bij de ganzen in de stad. Dit doen zij alleen op openbaar terrein en de gemeente heeft hier ontheffing voor. Bij nestbeheer sporen boswachters nesten op en halen ze op ééntje na de eieren uit het nest. Dit ene ei broedt de gans uit. Op deze manier komen er jaarlijks een stuk minder ganzen bij.
Verkleinen van het graasgebied van ganzen
Het verkleinen van het oppervlak aan strak gemaaide gazons in onze parken, helpt om ganzen in aantal terug te dringen. Dit is een lopend proces, waarbij we per park of plantsoen moeten kijken wat mogelijk is. Onze groene openbare ruimte kent vele gebruikers en het is puzzelen om alle wensen op hetzelfde aantal vierkante meters mogelijk te maken. Waar de mogelijkheden er zijn en er ook een redelijke kans is op een goed resultaat, passen we maatregelen toe als minder maaien en het aanbrengen van hogere beplanting. Hierbij sluiten we aan bij maatregelen uit de agenda Biodiversiteit, zoals het aanleggen van het bijenlandschap.
Duiventillen
Er staan twee duiventillen in het stadscentrum, waar de duiven gezond eten krijgen en aan nestbeheer wordt gedaan. Dit vermindert overlast.
In onze communicatie nemen we Rotterdammers mee via het verhaal van de plaagdierbeheersers die de duiventillen beheren. Die vertellen waarom de stad deze tillen heeft en waarom deze nodig zijn. Daarbij geven we Rotterdammers tips hoe ze zelf overlast van duiven tegen kunnen gaan, bijvoorbeeld door ze niet te voeren.
Acties vanaf 2024
Seizoensgebonden voorlichting
Per seizoen bereiden we informatiecampagnes voor, bedoeld om Rotterdammers te informeren en te laten leren over de dieren in de stad en hun gedrag. Als mensen weten waarom dieren zich op een bepaalde manier gedragen, is de kans groter dat ze willen bijdragen aan een gezonde en veilige leefomgeving van dieren. Het gedrag van dieren bestempelen mensen dan minder als ‘overlast’. Vervolgens krijgen Rotterdammers tips over wat ze zelf kunnen doen om de ervaring van overlast te verminderen en we laten zien wat de gemeente doet. Naast de basisinformatie op de gemeentelijke kanalen, kunnen de gebiedsteams zelf kiezen welke informatiecampagne voor hun wijk geldt. De dieren waar we stedelijk aandacht aan geven zijn:
- ■
kauwen/kraaien (lente);
- ■
meeuwen (vanaf mei);
- ■
ganzen (lente en zomer);
- ■
voederverbod in relatie tot ratten (herfst, winter).
Leren over ganzen
De boswachters leggen aan Rotterdammers uit hoe nestbeheer van ganzen werkt en wat ze zelf kunnen doen om overlast van ganzen tegen te gaan. Bijvoorbeeld door de dieren niet te voeren en een melding te maken als ze een nest in de openbare ruimte zien. Ieder voorjaar besteden we hier aandacht aan, denk aan een interview met de boswachter voor de wijknieuwsbrieven en social media.
Verbinden groene gebieden
Door parken en ander groen in de stad zo veel mogelijk via groenstroken te verbinden met andere groene gebieden, zowel binnen als buiten Rotterdam, vergroot het leefgebied voor de in het wild leven de dieren. Samen met het programma Biodiversiteit blijven we hiervoor aandacht vragen bij het beheer, herinrichting en ontwikkeling van (groene) gebieden. In onze communicatie laten we experts aan Rotterdammers uitleggen waarom we kiezen voor deze aanpak.
Nijlganzen
Onder alle ganzensoorten neemt de nijlgans een bijzondere plek in. Eigenlijk is de nijlgans geen gans maar een eend. De nijlgans komt oorspronkelijk uit Afrika en is hier terechtgekomen als siervogel. Vanaf 1990 zijn ze sterk in aantal toegenomen, inmiddels stabiliseert dit weer een klein beetje.
Nestbeheer is bij deze soort niet eenvoudig: ze hebben een langer broedseizoen en broeden op lastig bereikbare plekken zoals in boomholtes en zelfs in oude nesten van roofvogels. Onderzoek is nodig naar hoe we de stad voor deze soort minder aantrekkelijk kunnen maken als leefgebied. Allereerst brengen we de kennis en ervaring die onze eigen boswachters met nijlganzen hebben in kaart. Hiermee gaan we beginnen in het voorjaar van 2024, en we verwachten in 2025 resultaat.
Toekomst duiventillen
In de loop van 2024 gaan we op zoek naar alternatieve daken voor duiventillen in het centrum van de stad. Hiermee lopen we vooruit op het moment dat de eigenaars van de panden waar nu de tillen staan, aangeven hun pand te gaan verbouwen of verkopen.
3.3 Plaagdieren
De aanpak van rattenoverlast is belangrijk om de rattenpopulatie te beheersen. De uitgangspunten van het Actieplan Rattenoverlast (2017) zijn nog steeds actueel: De wettelijk voorgeschreven Integrated Pest Management methode (IPM) bepaalt onze werkwijze. Dit bepleit een integrale aanpak van het probleem. Dat pakken we gebiedsgericht aan. Op onze website, via flyers, andere media en publieksvoorlichting communiceren we over het voederverbod en andere manieren om overlast zoveel mogelijk te voorkomen. De nadruk ligt steeds meer op preventie, dat is de gemeente wettelijk verplicht. Door overlast van ratten te voorkomen kunnen we ook dierenleed voorkomen. Bestrijden doen we nog steeds, daar waar het moet.
Doorlopende acties
Voederverbod - leren en motiveren
Boswachters, handhaving en collega’s uit de wijk leggen Rotterdammers uit waarom het voederverbod nodig is. Rotterdammers krijgen tips over wat ze zelf kunnen doen om overlast van plaagdieren te verminderen en te zorgen voor een gezonde leefomgeving voor dieren en mensen. De tips delen we in beeld en taal. Denk aan:
- ■
lever in deze broodbak oud brood in;
- ■
gooi etensresten weg in de gfe-containers;
- ■
bezoek de kinderboerderij als je dieren wilt voeren met voer dat gezond voor ze is.
Aansluiten thema Voedselverspilling
Bij bestaande campagnes om voedselverspilling terug te dringen, zorgen we dat er ook aandacht is voor ratten. Plaagdierbeheersers leggen uit hoe weinig voedsel een rat nodig heeft om in leven te blijven en zich voort te planten. Daarmee leggen we het verband tussen voedsel op straat en een rat in huis. Een mooi voorbeeld is het lopende project Brooderhood in Bospolder-Tussendijken.
Team plaagdierbeheersing
Iedere wijk heeft zijn eigen plaagdierbeheerser, een vast aanspreekpunt. Deze wordt ook betrokken bij voorlichting en wijkactieplannen. Dat versterkt het werken volgens de IPM-methode: alleen als deze plaagdierbeheersers kunnen aantonen dat niet-chemische maatregelen niet werken over een langere periode, mogen ze kortdurend gif inzetten.
Wijkactieplan
De gebieden krijgen het advies om een wijkactieplan plaagdierbeheersing op te stellen wanneer er in een wijk plotseling meer overlast van ratten is. Dit is een integrale aanpak waarbij in een wijk tegelijkertijd wordt ingezet op:
- ■
gedragsverandering van Rotterdammers;
- ■
handhaving op voederen en verkeerd aanbieden van afval;
- ■
aanspreken van huiseigenaren (waaronder corporaties) om gebouwen ontoegankelijk te maken voor plaagdieren;
- ■
onderhoud van groen;
- ■
bestrijding met klemmen waar nodig.
- ■
Ook hier ligt de nadruk weer op maatregelen die ratten niet doden.
Mediterraan draaigatje
De bestrijding van het mediterraan draaigatje, een exotische mierensoort, gaat onverminderd door. Deze mier kan in planten zitten die afkomstig zijn uit het gebied rond de Middellandse Zee. Mensen schaffen die planten aan bij tuincentra of online. Door klimaatverandering kan deze soort inmiddels ook goed leven in Nederlandse tuinen. In de wijken waar het dier voorkomt, informeren de gebiedsteams Rotterdammers over wat zij zelf kunnen doen en wat ze kunnen verwachten van de gemeente.
Acties vanaf 2024
Feitcode boete voederverbod
Het Openbaar Ministerie wordt verzocht om een feitcode uit te geven voor het overtreden van het voederverbod. Zo’n feitcode maakt het voor handhavers administratief eenvoudiger een boete op te leggen aan mensen die na meerdere waarschuwingen op heterdaad worden betrapt bij het voeren van dieren. Als de bereidheid er is, doen we dit in overleg samen met andere gemeenten.
Wijkaanpak voederverbod
In het voorjaar 2024 start een voorlichtingscampagne om ‘onverbeterlijke’ voederaars en probleemlocaties aan te pakken. Daarvoor werken we samen met de gemeentelijke teams in de wijken, handhaving en experts. Bijvoorbeeld gaan we ervoor zorgen dat winkeliers, die brood ‘voor de eendjes’ verkopen, weten dat ze bijdragen aan een gezonde en veilige leefomgeving voor zowel dieren als mensen als ze hiermee stoppen.
‘Legaal’ rattenverblijf
Samen met Natuurstad richten we een ‘legaal’ rattenverblijf in bij ten minste één van de kinderboerderijen. Een ruimte waar ratten met plezier wonen en Rotterdammers, jong en oud, de dieren kunnen bekijken en er meer over kunnen leren. Bezoekers van de kinderboerderij leren zo dat ratten bij de stad horen, hoe ze leven en wat ze nodig hebben om veilig en gezond te blijven. Tegelijkertijd willen we dat Rotterdammers weten en leren hoe ze met hun eigen gedrag kunnen bijdragen aan minder overlast van ratten. Met simpele tips en een nieuwe kijk op de rat, gaan de Rotterdammers weer naar huis. Is het een succes, dan willen we dit uitbreiden naar meer kinderboerderijen.
Vernieuwingen in plaagdierbeheersing
Rattenlade: Begin 2024 organiseren we een proef met een speciale rattenval; een la voor onder in de afvalbak met een rattenval erin (zonder gif), de zogenaamde rattenlade. Deze wordt aangebracht onder in afvalbakken in het Lijnbaankwartier en op de Wilhelminakade. Als dit succesvol is wordt dit uitgebreid in de stad. De proef is reeds in voorbereiding; de eerste ratten zijn tijdens een test al gevangen.
Warmtebeeldcamera’s: plaagdierbeheersers gaan vaker warmtebeeldcamera’s gebruiken. Zo kan ook op lastige plekken, zoals in dichte begroeiing, met zekerheid worden bepaald of er wel of geen ratten zijn en welke maatregelen nodig zijn om overlast tegen te gaan.
Bestrijdingsmethoden: daarnaast blijven we vernieuwingen rond bestrijdingsmethoden volgen. Zodra deze gebruik maken van middelen die wettelijk zijn toegestaan, overwegen we een eigen proef.
Informeren over mediterraan draaigatje
Tuincentra krijgen informatie over deze problematiek door gesprekken en/of een factsheet waarin ook duidelijk wordt wat zij kunnen bijdragen aan de vermindering van de verspreiding van deze mierensoort.
Ook gaan we Rotterdammers actiever betrekken bij het bestrijden van deze mieren op eigen terrein. Verder zetten we in op preventie door in lente en herfst Rotterdammers te wijzen op de risico’s als zij mediterrane planten aanschaffen.
4. Bijzondere omstandigheden
4.1 Evenementen
De gemeente verleent vergunningen voor grotere evenementen. Kleine evenementen met een meldingsplicht worden beoordeeld door de gebiedsorganisatie. Evenementen hebben effect op de dieren die eventueel bij het evenement worden gebruikt en/of op in het wild levende dieren. Hierbij valt te denken aan effecten als geluids- en lichthinder, trillingen en bodemverdichting. Het is onze verantwoordelijkheid dat organisatoren weten waar ze rekening mee moeten houden om te zorgen voor een veilige en gezonde leefomgeving van dieren.
Doorlopende acties
Factsheet Dieren bij evenementen
Organisatoren van evenementen waar dieren bij betrokken zijn, ontvangen een factsheet Dieren bij evenementen. De factsheet bevat informatie over wettelijke regels (Wet dieren) en een checklist die een organisator kan gebruiken in de omgang met dieren op het evenement. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert op het welzijn van dieren tijdens een evenement.
Wet Natuurbescherming
Via de parapluherziening evenementen en de locatieprofielen wijst de gemeente organisatoren op de natuurwaarden, eventuele preventieve maatregelen en ontheffing van de Wet Natuurbescherming. In januari 2024 gaat deze wetgeving op in de Omgevingswet. De organisator van het evenement is zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van ecologisch onderzoek, het treffen van maatregelen en het eventueel verkrijgen van de benodigde ontheffing.
Acties vanaf 2024
Straatartiesten en venten met dieren
Nog altijd zijn er in Rotterdam mensen die optreden met behulp van levende dieren. Dit kan uit oogpunt van dierenwelzijn en volksgezondheid niet gewenst zijn. Daarom zullen we aan de GGD advies vragen of het nodig is om het verbod om op te treden samen met dieren, in de Algemene Plaatselijke Verordening op te nemen.
4.2 Rampen
Als er een ramp gebeurt, is dat ingrijpend voor mensen én dieren. Daarom is het belangrijk dat we bij het opstellen van draaiboeken en protocollen aandacht besteden aan dieren. Bij calamiteiten waarbij (huis)dier(en) aanwezig zijn, schakelt de politie of brandweer hulp in van de dierenambulance. Dit kan bij een brand zijn, maar ook bij een uithuisplaatsing of arrestatie waarbij huisdieren in huis achterblijven. Is bij een calamiteit loslopend vee betrokken, dan worden onze boswachters ingeschakeld.
Doorlopende acties
Evacuatie
Waar nodig passen we de protocollen aan voor evacuatie en noodopvang van huisdieren na een calamiteit.
Opvang
In het wild levende kleine zoogdieren en vogels kunnen na een rampsituatie terecht bij vogelopvang Karel Schot en De Houtsnip. Voor landbouwdieren zoals paarden of schapen, mogen we een beroep doen op de kinderboerderijen van Natuurstad. Is daar geen capaciteit genoeg kunnen we vervolgens Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) Nederland inschakelen. Die kan ook helpen of bemiddelen bij de opvang en verzorging van grote dieren. Voor de opvang van huis- en gezelschapsdieren is er in de loop van 2024 het dierenasiel aan de Abraham van Stolkweg.
Calamiteiten
Boswachters zijn calamiteitenschutters. Bij uitbraken en rampen met loslopend vee in de stad schakelt de politie de boswachters in om de veiligheid te herstellen voor de samenleving. De boswachters worden jaarlijks geschoold zodat ze op een verantwoorde wijze inzetbaar blijven.
Acties vanaf 2024
Sticker 'huisdier aanwezig'
In 2024 zorgen we voor een tweede druk van de sticker ‘attentie huisdier(en) aanwezig’ die Rotterdammers op hun voordeur kunnen plakken. De sticker wijst hulpdiensten erop dat er in de woning huisdieren aanwezig zijn die ook hulpverlening nodig hebben. Deze sticker verspreiden we bij publiekslocaties van de gemeente. Voor de oproep om de sticker te gebruiken en uitleg waarom deze nodig is, schakelen we een expert in.
Rijkswaterstaat
Nog in 2023 zullen we Rijkswaterstaat verzoeken om een regionaal werkproces rond rampen in de havens en kustwateren. De gemeente wil daar een bijdrage aan leveren, maar is niet de trekker van een dergelijk werkproces.
4.3 Dierziekten
Dode en zieke dieren kunnen allerlei ziekteverwekkers met zich meedragen. Bij aanraking kunnen mensen en dieren besmet raken. Een infectieziekte die specifiek van dieren op mensen wordt overgedragen – of andersom – heet een zoönose. Een zoönose heeft een nadelig effect op het welzijn van dieren, de populatie van beschermde soorten én de volksgezondheid. Uit oogpunt van volksgezondheid en de zorgplicht voor dieren heeft de gemeente een (wettelijke) taak om dit risico en lijden in te perken.
Een bekende zoönose is vogelgriep, een virus dat eerder alleen in de wintermaanden heerste, is nu jaarrond aanwezig onder vogels die in het wild leven. Dat vraagt constante alertheid van onze uitvoeringsorganisaties. Door klimaatverandering moeten we in de toekomst rekening houden met meer dierziekten en dieren waarvan het risico is dat zij ziekten kunnen overbrengen en verspreiden, zoals de tijgermug.
Doorlopende acties
Basis op orde - communicatie
In afstemming met de GGD communiceren we over eventuele gezondheidsrisico’s voor mensen en dieren en wat Rotterdammers kunnen doen om dieren én mensen te beschermen. Al onze informatie, met verwijzingen naar landelijke sites zoals die van het RIVM, maken we beschikbaar op de gemeentelijke website.
Vogelgriep
Onze boswachters krijgen via 14 010 en MeldR meldingen binnen over zieke en dode vogels. De kadavers worden zo snel mogelijk opgeruimd. De meldingen van de boswachters wisselen we uit met de informatie van de vogelopvangcentra. Zij beschikken over actuele informatie over zieke vogels. Ook geven zij advies over wanneer dieren te testen of welke organisaties verder in te schakelen.
Schiet het landelijke aanbod beschermingsmiddelen voor dierenambulances en vogelopvang te kort, dan vult de gemeente dit aan.
Acties vanaf 2024
Bewustwording stimuleren
Om ervoor te zorgen dat Rotterdammers weten waar ze op moeten letten en wat ze zelf kunnen doen om verspreiding van vogelgriep of andere dierziekten onder mensen en dieren te voorkomen, organiseren we samen met de gemeentelijke teams in de wijken en de GGD publieksvoorlichtingsacties.
Dode vogels melden
Via de (social)mediakanalen roepen we Rotterdammers op om dode vogels in de openbare ruimte niet zelf aan te raken, maar ze zo snel mogelijk te melden via MeldR of door 14 010 te bellen.
5. Communicatie-instrumenten en kennisuitwisseling
‘Mensen en dieren leven gezond, veilig en samen in de stad’. Hoe doen we dat? Met communicatie dragen we bij aan deze kernboodschap, door te zorgen dat Rotterdammers weten wat ze kunnen verwachten van de gemeente op het gebied van dierenwelzijn en plaagdierbeheersing. Dit vullen we aan met wat Rotterdammers zelf kunnen doen om te zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving voor mensen en dieren.
5.1 Communicatie-instrumenten
Hierna vindt u voorbeelden van onze communicatie-instrumenten, en hoe we deze stedelijk en wijkgericht inzetten.
Communicatie-instrumenten
Webpaginawww.rotterdam.nl/dieren
Doorlopend
Op de gemeentelijke website staat alle basisinformatie. Deze wordt steeds bijgewerkt naar de laatste ontwikkelingen en Rotterdammers en collega’s vinden er informatie over dieren, wat ze zelf kunnen doen en wat de gemeente doet.
Vanaf 2024
De hoofdpagina www.rotterdam.nl/dieren herinrichten zodat Rotterdammers en collega’s op één plek alle verwijzingen naar de overige pagina’s over dieren vinden.
Inzet
Stedelijk: www.rotterdam.nl/dieren toevoegen aan berichten op gemeentelijke (socialmedia)kanalen.
Wijkgericht: wijkteams halen van de website de informatie om bewoners te informeren bij wijkbijeenkomsten en publieksvoorlichting. Zij kunnen Rotterdammers ook verwijzen naar de webpagina’s.
Seizoensgebonden voorlichting
Vanaf 2024
Hoe zorgen we goed voor dieren en mensen bij extreem warm of koud weer, wat kunnen Rotterdammers doen voor de dieren, wat doet de gemeente. Informatie is te vinden op www.rotterdam.nl/dieren en is vervolgens op maat multimediaal te gebruiken voor nieuwe communicatiemiddelen om stedelijk en/of wijkgericht te gebruiken.
Inzet
Stedelijk: gemeentelijke (socialmedia)kanalen, mediabenadering, aansluiten bij Rotterdams WeerWoord.
Wijkgericht: op maat gemaakte verhalen, tips, voorbeelden voor socialmediakanalen, nieuwsbrieven, publieksvoorlichting.
Multimediale aanpak voederverbod
Vanaf 2024
Met de elementen uit de flyer van het voederverbod (2023) bouwen we steeds een op maat gemaakt verhaal op. Denk aan: een stripverhaal, gifjes, losse verhalen, vlogs/filmpjes.
Inzet
Stedelijk: gemeentelijke (socialmedia)kanalen, mediabenadering, aansluiten op de nota Samen SchoonR, Grondstoffennota, Biodiversiteit, Voedselverspilling en educatieprogramma Schone Stad.
Wijkgericht: via (socialmedia)kanalen in de wijk, nieuwsbrieven, focusgroepen, bewonersbrieven, wijkacties, milkpaints; dit zijn krijttekeningen op straat.
Multimediale aanpak rattenoverlast
Vanaf 2024
Wanneer de huidige flyer/poster bijna op is, ontwikkelen we een nieuwe. Net zoals in de flyer Voederverbod (2023) zullen we het verhaal met beelden vertellen. Met de losse elementen uit de flyer maken we steeds een nieuw verhaal: stripverhaal, gifjes, losse verhalen, vlogs/filmpjes. Mogelijk aangevuld met uitleg van experts.
Inzet
Stedelijk: gemeentelijke (socialmedia)kanalen, mediabenadering, aansluiten op de nota Samen SchoonR, Grondstoffennota en educatieprogramma Schone Stad.
Wijkgericht: (socialmedia)kanalen in de wijk, nieuwsbrieven, focusgroepen (bakkers), bewonersbrieven, wijkacties, milkpaints.
Informatie bijzondere omstandigheden
Doorlopend
Wanneer nodig: multimediale voorlichtingscampagne over welke gezondheidsrisico Rotterdammers lopen door contact met dieren, en andersom. Denk aan vogelgriep, ziektes die ratten verspreiden, olieramp in de haven.
Inzet
Stedelijk: need-to-know informatie voor Rotterdammers en woordvoering beschikbaar op gemeentelijke (socialmedia)kanalen.
Wijkgericht: need-to-know met tips op maat per situatie in de wijk om te delen via (socialmedia)kanalen in de wijk, nieuwsbrieven, wijkacties.
5.2 Kennisuitwisseling
Om ons kennisniveau over dierenwelzijn en plaagdierbeheersing actueel te houden, nemen we deel aan de volgende netwerken en houden we contact en vragen advies aan onder andere deze organisaties:
- ■
Diervizier: een intergemeentelijk netwerk om kennis uit te wisselen en wetswijzigingen op de voet te volgen;
- ■
G4: een netwerk met Den Haag, Utrecht, Amsterdam en Rotterdam voor overleg over aanpak dierenwelzijn en plaagdierbeheersing;
- ■
Commissie voor Dierenwelzijn en Stadsnatuur: geeft ons gevraagd- en ongevraagd advies en kan ook worden ingezet bij het behandelen van specifieke vragen;
- ■
Natuurstad Rotterdam
- ■
Vogelopvang Karel Schot: met vragen over vogelopvang en vogelgriep;
- ■
Stichting Zwerfkatten Rijnmond;
- ■
GGD: voor afstemmen aanpak vogelgriep, rattenoverlast en de gevolgen voor de volksgezondheid;
- ■
Diergaarde Blijdorp;
- ■
Dierenbescherming;
- ■
Dierenlot;
- ■
Vogelbescherming;
- ■
Dierenvoedselbank Rijnmond;
- ■
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA);
- ■
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO);
- ■
Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) Nederland;
- ■
Ambrosiusgilde (Nederlandse Bijenhouders Vereniging);
- ■
Imkers Nederland;
- ■
Hengel Sport Vereniging (HSV) Groot Rotterdam.
Voor grotere vraagstukken kan het gewenst zijn verschillende organisaties bij elkaar te vragen om in kennistafels mee te denken over een bepaald vraagstuk. Thema’s waar de komende jaren aan gedacht wordt zijn opvang van in het wild levende dieren in de regio, het opstellen van een werkproces voor het helpen van dieren bij rampen in de Haven en de omgang met vogelgriep.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 maart 2024.
De griffier,
I.C.M. Broeders
De voorzitter,
A. Aboutaleb
Bijlage 1 - Relevante wetgeving
Europa
Europese Verordening bestrijding van invasieve exoten
Om de komst en verspreiding van een aantal schadelijke exotische planten en dieren via bezit, handel, kweek, transport en import door verschillende lidstaten tegen te gaan, is in deze verordening een Europese aanpak opgenomen. Het uitgangspunt is preventie en bestrijding1.
Dierentuinrichtlijn
De EU wil met deze richtlijn wilde dieren beschermen en de rol van dierentuinen in het behoud van biodiversiteit bevorderen. Er zijn normen voor beschermingsmaatregelen voor dierenverblijven in opgenomen2.
Vogelrichtlijn
De Vogelrichtlijn3 is gericht op de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten in Europa. De bescherming van soorten en de aanwijzing van beschermde gebieden voor specifieke soorten van Bijlage I van de richtlijn, en voor trekvogels zijn voor Nederland verwerkt in de Wet natuurbescherming.
Habitatrichtlijn
De Habitatrichtlijn4 is gericht op het waarborgen van de biologische diversiteit in de lidstaten door bescherming van leefgebieden en soorten die van Europees belang zijn. De bescherming van soorten uit bijlage IV en V van de Habitatrichtlijn en de aanwijzing van beschermde gebieden voor soorten uit bijlage II van de Habitatrichtlijn zijn voor Nederland verwerkt in de Wet natuurbescherming.
Nederland
Wet Dieren
De Wet dieren definieert dieren als wezens met gevoel en een eigen waarde. In de wet staan regels die het welzijn en de gezondheid van dieren beschermen. Dieren dienen gevrijwaard te zijn van5:
- a.
dorst, honger en onjuiste voeding;
- b.
fysiek en fysiologisch ongerief;
- c.
pijn, verwonding en ziektes;
- d.
angst en chronische stress;
- e.
beperking van hun natuurlijk gedrag.
Wet Natuurbescherming
In deze wet zijn alle regels rondom de bescherming van dier- en plantensoorten en natuurgebieden opgenomen. Alle verplichtingen uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn hierin opgenomen.
Uit deze wet volgt de zorgplicht6 voor in t wild levende dieren. Deze zorgplicht geldt voor iedereen en houdt in dat nadelige gevolgen voor dieren (maar ook planten) zo veel mogelijk voorkomen moeten worden. Lukt dat niet dan moeten de gevolgen zo veel mogelijk ongedaan gemaakt worden. De opvangcentra in Rotterdam die helpen bij het uitvoeren van deze zorgplicht zijn vogelopvang Karel Schot en de Houtsnip in Hoek van Holland. Zij hebben ook de benodigde ontheffing van de Wet natuurbescherming om deze in het wild levende dieren daadwerkelijk op te vangen en te verzorgen. De regels voor het verkrijgen van zo’n ontheffing zijn opgenomen in de Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten. Vanaf januari 2024 wordt deze wet opgenomen in de Omgevingswet7.
De Visserijwet8
De wet bevat de regels voor het verpachten van viswater. De wet houdt rekening met belangen van natuurbescherming en het welzijn van vissen.
Burgerlijk Wetboek
In het Burgerlijk Wetboek is een artikel over de opvang en het vervoer gevonden dieren9. Dit gaat dan om huisdieren, waaronder alle gehouden dieren worden gerekend. De dieren moeten 14 dagen worden opgevangen zodat de eigenaar in de gelegenheid is het dier op te halen, daarna wordt het dier formeel eigendom van de gemeente.
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Ook bij arrestaties en huisontruimingen is de gemeente verantwoordelijkheid voor de in beslag genomen gezelschapsdieren10.
In deze gevallen geldt een opvangtermijn van 13 weken.
Wet veiligheidsregio’s
Artikel 2; Het college van Burgemeester en Wethouders is belast met het organiseren van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulp. De burgemeester heeft het opperbevel over de brandweer.
Artikel 3 lid 1, onderdeel b; de brandweer moet bij haar taken zorgen voor veiligheid van mens èn dier.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO)
In deze wet11 is de afgifte van de omgevingsvergunning geregeld. Dit is een vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, natuur en milieu en is bijvoorbeeld belangrijk bij bouwprojecten. Vanaf januari 2024 wordt deze wet vervangen door de Omgevingswet.
Zuid Holland
Faunabeheerplannen Zuid-Holland
In deze plannen staan de bestaande en de gewenste hoeveelheden van diersoorten, bedoeld om populaties in balans te houden en schade te voorkomen. De faunabeheereenheid voert het plan uit. De gemeente heeft hier geen rol in. Dit zijn de vigerende plannen ten tijde van het opstellen van de nota Dierenwelzijn 2023-2026:
- ■
Faunabeheerplan Damherten Duingebieden Noord- en Zuid-Holland 2020-2026
- ■
Faunabeheerplan Ganzen Zuid-Holland 2022-2027
- ■
Faunabeheerplan Konijn Zuid- Holland (geldig van juli 2023 tot en met juli 2029)
- ■
Faunabeheerplan Knobbelzwaan Zuid-Holland 2018-2024
- ■
Faunabeheerplan Meeuwen Havengebieden van Rotterdam, Dordrecht en Alblasserdam 2022 tot en met 2027
- ■
Faunabeheerplan Ree Zuid-Holland (geldig van 1 oktober 2020 tot en met 30 september 2026)
Rotterdam
Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
De APV is een gemeentelijke verordening die gaat over openbare orde en veiligheid.
De meest relevante artikelen voor dieren zijn:
- ■
Artikel 2:57 Loslopende honden
- ■
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
- ■
Artikel 2:59 Gevaarlijke en hinderlijke honden
- ■
Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren
- ■
Artikel 2:60a Verbod voeren van dieren op openbare plaats of openbaar water
- ■
Artikel 5:33 Rij- en trekdieren op het strand
Voor dode huisdieren en hoe we daar mee om gaan is er de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl) belangrijkste artikel is Artikel 21a. Aangeven, afgeven en bewaren dode gezelschapsdieren.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Noot
1Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (europa.eu)
Noot
4Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 over de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna
Noot
7wetten.nl - Regeling - Wijzigingswet Wet natuurbescherming en Omgevingswet (stikstofreductie en natuurverbetering) - BWBR0044970 (overheid.nl)
Noot
11wetten.nl - Regeling - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht - BWBR0024779 (overheid.nl) EUR-Lex - Official Journal of the European Union
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl