Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR717513
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR717513/1
REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE POLITIEKE AVOND VAN DE GEMEENTE ARNHEM 2024
Geldend van 26-03-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 05-03-2024
Intitulé
REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE POLITIEKE AVOND VAN DE GEMEENTE ARNHEM 2024In verband met een technische aanpassing, is deze bekendmaking opnieuw gedaan. De oorspronkelijke bekendmaking heeft plaatsgevonden op 28 februarie 2024, Gemeenteblad 2024, 98803.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Politieke Avond: aanduiding voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de raadskamers van de gemeente Arnhem
Raadskamer: een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet
Agendacommissie: de commissie belast met de voorbereiding en agendering van de Politieke Avond
Presidium: de vergadering van voorzitter, vicevoorzitter en fractievoorzitters belast met het bestuur van de raad
Voorzitter: de voorzitter van de raad of diens vervanger
Vicevoorzitter: de vervanger van de voorzitter van de raad, tevens voorzitter van de Agendacommissie
Kamervoorzitter: de voorzitter van een raadskamer of diens vervanger
College: het college van burgemeester en wethouders van Arnhem
Fractie: De leden van de raad die tot dezelfde politieke groepering behoren
Initiatiefvoorstel: Een door een raadslid ingediend voorstel voor een verordening of voor een ander besluit ter behandeling in de raad
Amendement:voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen
Subamendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen
Motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens, verzoek of opdracht wordt uitgesproken
Politieke groepering: groep mensen die zich organiseert en afspraken maakt op basis van gemeenschappelijke politieke uitgangspunten, met als doel deel te nemen aan het politiek bestuur
Persoonlijke Beleidsopvattingen: Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan ambtelijke adviezen, visies, standpunten en overwegingen ten behoeve van intern beraad, niet zijnde feiten, prognoses, beleidsalternatieven, de gevolgen van een bepaald beleidsalternatief of andere onderdelen met een overwegend objectief karakter
Artikel 2 De Politieke Avond; tijd, plaats en inhoud
-
1. De vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de raadskamers vinden plaats op woensdag, beginnen om 18.45 uur, eindigen om 23.15 uur en worden gehouden in het stadhuis.
-
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 17 en 18 van de Gemeentewet kan de Agendacommissie in bijzondere gevallen een andere dag en/of een ander aanvangsuur en eindtijdstip bepalen of een andere locatie aanwijzen.
-
3. Een Politieke Avond kan bestaan uit:
- a.
het inspreekrecht voor burgers, organisaties en instellingen;
- b.
de rondvraag voor raadsleden en fractievolgers;
- c.
de mededelingen van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester;
- d.
de informatieve raadskamervergadering;
- e.
de meningsvormende raadskamervergadering;
- f.
de besluitvormende raadsvergadering;
- g.
overige (informatieve) raadsactiviteiten.
- a.
Artikel 3 De onderdelen van besluitvorming
-
1. Het besluitvormingsproces bestaat uit vier onderdelen: de informatieve bespreking, de meningsvormende bespreking, de bespreking van amendementen en/of moties en de besluitvormende bespreking.
-
2. De raadskamers bereiden de besluitvorming van de raad voor in de informatieve en meningsvormende bespreking en in de bespreking van de amendementen en/of moties.
-
3. Het inspreken op geagendeerde onderwerpen vindt plaats in de informatieve bespreking.
-
4. De Agendacommissie kan bepalen dat ten aanzien van een voorstel of onderwerp geen of minder voorbereidende besprekingen nodig zijn.
-
5. De raad kan een direct in de besluitvormende bespreking gebracht voorstel op verzoek van een of meer leden terugverwijzen voor bespreking in een raadskamer.
Artikel 4 Het Presidium
-
1. Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter, de vicevoorzitter en de fractievoorzitters.
-
2. Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.
-
3. Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan de vergaderingen van het Presidium.
-
4. Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie.
-
5. Het presidium regelt de werkzaamheden in een reglement voor het Presidium.
Artikel 5 De Agendacommissie
-
1. Er is een commissie als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet, genaamd Agendacommissie die bestaat uit de vicevoorzitter van de raad en de voorzitters van de raadskamers (maximaal een per fractie); overige fracties kunnen een fractielid afvaardigen.
-
2. Ze heeft in ieder geval de volgende taken:
- a.
het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen en raadskamervergaderingen;
- b.
het vaststellen van de vergadercyclus van de Politieke Avond;
- c.
het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Gemeentewet.
- a.
-
3. De vicevoorzitter van de raad is voorzitter van de Agendacommissie
-
4. De agendacommissie regelt de werkzaamheden in een reglement voor de Agendacommissie
Artikel 6 Oproep en Agenda Politieke Avond
-
1. De voorzitter van de Agendacommissie roept ten minste vijf dagen voor een Politieke Avond de leden van de raad, de fractievolgers, de burgemeester, de wethouders, de gemeentesecretaris en de fracties op door middel van het plaatsen van de agenda in het raadsinformatiesysteem onder vermelding van dag, plaats en tijdstip van de Politieke Avond.
-
2. Ingeval de Politieke Avond bestaat uit een besluitvormende raadsvergadering wordt de oproep door de voorzitter van de raad gedaan.
-
3. In spoedeisende gevallen kan na het oproepen tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een Politieke Avond een aanvullende agenda worden opgesteld en in het raadsinformatiesysteem worden geplaatst.
-
4. De Agendacommissie plaatst een complex raadsvoorstel ter voorbereiding van de besluitvorming zo spoedig mogelijk op de agenda van een raadskamer, doch niet eerder dan nadat tien dagen zijn verstreken na de plaatsing van het raadsvoorstel in het raadsinformatiesysteem.
-
5. Indien voor informatie van de raad of aan de raad verstrekte informatie op grond van hoofdstuk Va van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, wordt deze informatie in het besloten deel van het raadsinformatiesysteem geplaatst.
Artikel 7 Aanwezigheid burgemeester, wethouders en gemeentesecretaris
-
1. De Burgemeester, de wethouders en de gemeentesecretaris worden uitgenodigd aanwezig te zijn op de Politieke Avond, tenzij de Agendacommissie anders beslist.
-
2. Burgemeester en wethouders kunnen deelnemen aan de beraadslagingen.
-
3. De burgemeester en de wethouders kunnen zich op de Politieke Avond laten bijstaan door ambtenaren die zij aanwijzen.
Hoofdstuk 2 Het vrije inspreekrecht voor burgers, organisaties en instellingen
Artikel 8
-
1. Burgers, organisaties of instellingen die de raad over een onderwerp willen toespreken kunnen een verzoek daartoe richten aan de voorzitter van de Agendacommissie.
-
2. Het woord kan niet worden gevoerd:
- a.
over onderwerpen betreffende het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- b.
indien reeds eerder over hetzelfde onderwerp van het spreekrecht gebruik werd gemaakt en de besluitvorming over het onderwerp nog niet is afgerond;
- c.
over een besluit van een bestuursorgaan van de gemeente waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;
- d.
over een gedraging waarover een klacht ex artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- e.
voor het uitdragen van boodschappen of aanprijzingen van commerciële aard;
- f.
over een onderwerp dat primair behoort tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders en dat nog niet aan het college of een lid daarvan is voorgelegd;
- g.
door een politieke groepering;
- h.
als over het onderwerp onlangs inspraak mogelijk is geweest of op korte termijn inspraak mogelijk is.
- a.
-
3. Na beoordeling van het verzoek kunnen betrokkenen worden uitgenodigd om tijdens een Politieke Avond aanwezig te zijn om het woord te voeren.
-
4. Naar aanleiding van het inspreken kan iedere fractie één vraag aan de inspreker stellen
-
5. De voorzitter stelt de spreektijden vast.
-
6. De voorzitter kan in het belang van een goede vergaderorde of vanwege het ontbreken van voldoende belang besluiten om van uitnodiging van betrokkenen af te zien.
Hoofdstuk 3 De Rondvraag voor raadsleden en fractievolgers en de mededelingen van het college en de burgemeester
Artikel 9 Rondvraag
-
1. Ieder raadslid of fractievolger kan tijdens een Politieke Avond een mondelinge vraag stellen aan het college of de burgemeester.
-
2. De vraag moet kort en duidelijk geformuleerd zijn, één onderwerp betreffen, mag uit maximaal drie deelvragen bestaan, mag geen technische vragen bevatten en moet schriftelijk worden ingediend bij de griffie, uiterlijk om 12.00 uur op de dag die ligt twee dagen voor de dag van de Politieke Avond.
-
3. De griffie brengt de vragen zo spoedig mogelijk na indiening ter kennis van de leden van de raad, de fractievolgers, het college en de gemeentesecretaris door plaatsing in het raadsinformatiesysteem.
-
4. De vragen worden met een maximum van zes (bij een rondvraag van 45 minuten) dan wel acht (bij een rondvraag van 60 minuten), in dezelfde vergadering behandeld en beantwoord, op basis van een selectie op basis van actualiteit, maatschappelijke en politieke urgentie. De selectie wordt uitgevoerd door de vicevoorzitter, op advies van de griffie.
-
5. Vragen die niet tot de selectie behoren, vervallen.
-
6. Vragen die betrekking hebben op een onderwerp dat in behandeling is of komt in een raadskamer of in de raad, worden niet in behandeling genomen. Deze vragen dienen te worden gesteld in de raadskamer die het onderwerp behandelt of in de raad
-
7. De vragensteller wordt tijdens de rondvraag het woord verleend om de vraag te stellen en een toelichting te geven (1,5 minuut). Het college en/of de burgemeester wordt het woord verleend om de vraag te beantwoorden (1,5 minuut).
-
8. Na de beantwoording wordt de vragensteller desgewenst het woord verleend om één aanvullende vraag te stellen.
-
9. In de tweede termijn mogen alle leden en fractievolgers vervolgvragen stellen (maximaal 2 per fractie per rondvraag).
-
10. Indien leden of fractievolgers naar aanleiding van het stellen van een vraag een debat willen voeren, dan richten zij daartoe een gemotiveerd agenderingsverzoek aan de voorzitter van de Agendacommissie.
Artikel 10 Mededelingen van het college en de burgemeester
-
1. De wethouders en de burgemeester kunnen tijdens een Politieke Avond mondelinge mededelingen doen.
-
2. Het verzoek om een mededeling te doen moet onder vermelding van het onderwerp worden ingediend bij de vicevoorzitter.
-
3. De griffie brengt de onderwerpen waarover mededelingen worden gedaan zo spoedig mogelijk na de indiening ter kennis van de leden van de raad en de fractievolgers door plaatsing in het raadsinformatiesysteem.
Artikel 11 Overige bepalingen
-
1. De rondvraag/mededelingen wordt voorgezeten door de voorzitter dan wel de vicevoorzitter van de raad.
-
2. De maximale tijd voor de rondvraag/mededelingen bedraagt 45 minuten dan wel 60 minuten (1e rondvraag na mei-, zomer- en kerstreces en na behandeling Perspectiefnota en Begroting)
-
3. Tijdens de rondvraag en mededelingen gedane toezeggingen en gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd door de griffie.
Hoofdstuk 4 De raadskamers
Artikel 12 Taak en samenstelling raadskamers
-
1. Er zijn raadskamers. Deze zijn bestemd voor discussie tussen de fracties, de uitoefening van het inspreekrecht, overleg met het college en de voorbereiding van de besluitvorming in de raad.
-
2. Iedere raadskamer bestaat uit een raadskamervoorzitter en door de fracties aan te wijzen raadsleden en/of fractievolgers.
-
3. Per onderwerp dat in een raadskamer aan de orde is wijzen de fracties één lid als woordvoerder aan.
-
4. Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de fractievolgers in handen van de voorzitter van de raad de eed of belofte af.
-
5. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van een raadskamer die geen raadslid zijn (fractievolgers).
-
6. Gedurende een zittingsperiode van de raad kan een fractie maximaal drie personen tegelijkertijd als fractievolger aanwijzen.
-
7. Gedurende een zittingsperiode van de raad kan een fractie maximaal vijf personen voor beëdiging als fractievolger voordragen.
-
8. Op gemotiveerd verzoek van een fractie kan de Agendacommissie, indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, een afwijking toestaan van het gestelde in het zesde en zevende lid.
-
9. De fracties doen van een aanwijzing of het ontslag als fractievolger schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de Agendacommissie.
Artikel 13 De raadskamervoorzitter
-
1. De voorzitters van de raadskamers worden door de Agendacommissie aangewezen.
-
2. De raadskamervoorzitter is belast met:
- a.
het leiden van de vergadering;
- b.
het handhaven van de orde in de vergadering;
- c.
het doen naleven van deze verordening;
- d.
hetgeen deze verordening de raadskamervoorzitter verder opdraagt.
- a.
-
3. Bij verhindering van de raadskamervoorzitter voorziet de Agendacommissie in vervanging.
Artikel 14 Raadsadviseur
De raadskamer wordt ondersteund door een raadsadviseur.
Hoofdstuk 5 De Raad
Artikel 15 Leden van de Raad; toelating en beëdiging; benoeming wethouders
-
1. Bij benoeming van een nieuw lid van de raad onderzoekt de Vaste commissie van onderzoek van geloofsbrieven de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van het nieuwbenoemde lid en het proces-verbaal van het centrale stembureau.
-
2. De commissie brengt na het onderzoek van de geloofsbrieven verslag uit aan de raad. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt; de raad beraadslaagt over het verslag van de commissie.
-
3. Na een verkiezing voor de leden van de raad roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
-
4. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuwbenoemd lid van de raad op voor de vergadering van de raad waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
-
5. Bij de benoeming van een wethouder onderzoekt de commissie of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van de commissie is overeenkomstig het tweede lid.
Artikel 16 Fracties
-
1. De leden van de raad, die door het centrale stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.
-
2. Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie voor de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
-
3. De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.
- a.
indien:
- a.
-
1° één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;
-
2° twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;
-
3° één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;
-
wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.
- b.
Met de onder a beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende Politieke Avond na de mededeling daarvan.
- b.
-
4. Een nieuwgevormde fractie als bedoeld in het derde lid onder 1 wordt aangeduid als ‘groep’ gecombineerd met de naam van de fractievoorzitter en behoudt deze aanduiding gedurende de resterende zittingsperiode van de raad
-
5. Een nieuwe naam van een fractie die voldoet aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid, van de Kieswet wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging
Artikel 17 Voorzitter van de Raad
-
1. De voorzitter is belast met:
- a.
het leiden van de vergadering;
- b.
het handhaven van de orde in de vergadering;
- c.
het doen naleven van het reglement van orde;
- d.
hetgeen de wet of dit reglement de voorzitter verder opdraagt.
- a.
-
2. De voorzitter wordt vervangen door de vicevoorzitter
-
Artikel 18 Vicevoorzitter van de Raad
-
1. De raad benoemt een van de leden tot vicevoorzitter.
-
2. De vicevoorzitter is belast met de waarneming van het voorzitterschap van de raad.
-
3. De vicevoorzitter wordt benoemd voor een periode van twee jaar en kan worden herbenoemd.
-
4. De raad kan de vicevoorzitter ontslaan.
-
5. De vicevoorzitter kan ontslag nemen. Deze doet daarvan schriftelijk mededeling van de voorzitter van de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in, of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.
-
6. De vicevoorzitter is tevens voorzitter van de Agendacommissie.
Artikel 19 Griffier
-
1. De griffier is in elke vergadering van de raad aanwezig.
-
2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad daartoe aangewezen ambtenaar.
-
3. De griffier kan, indien daartoe door de voorzitter van de raad om wordt verzocht, aan de beraadslagingen in de raadsvergadering deelnemen.
Hoofdstuk 6 HET VERLOOP VAN HET BESLUITVORMINNGSPROCES
PARAGRAAF 1 BEELDVORMING: DE INFORMATIEVE BESPREKING
Artikel 20 Doel en vorm
-
1. De informatieve bespreking is bestemd voor het vergaren van informatie over voorstellen aan de raad en andere onderwerpen.
-
2. De informatieve bespreking kan onder meer bestaan uit het inspreken, (technisch) overleg, hoorzittingen, ambtelijke presentaties en uitwisseling en/of overdracht van informatie.
Artikel 21 Spreekrecht tijdens de informatieve bespreking
-
1. Eenieder kan een verzoek doen om met betrekking tot een onderwerp dat op de agenda staat het woord te voeren.
-
2. Het woord kan niet gevoerd worden:
- a.
over de agendapunten betreffende het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- b.
indien reeds eerder over hetzelfde onderwerp van het spreekrecht gebruik werd gemaakt en de besluitvorming over het onderwerp nog niet is afgerond;
- c.
over een besluit van een bestuursorgaan van de gemeente waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;
- d.
over een gedraging waarover een klacht ex artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- e.
voor boodschappen of aanprijzingen van commerciële aard;
- f.
door een politieke groepering;
- g.
indien de kamervoorzitter in het belang van een goede vergaderorde of bij het ontbreken van voldoende belang het verzoek in te spreken afwijst. Hiervan doet de kamervoorzitter bij het begin van de vergadering mededeling.
- a.
-
3. Het inspreken vindt plaats in de vorm van een rondetafelgesprek indien het aantal insprekers en/of het onderwerp hiertoe aanleiding geeft.
-
4. De kamervoorzitter kan besluiten spreektijden te hanteren.
Artikel 22 Beëindiging informatieve bespreking
-
1. Wanneer over een onderwerp alle relevante informatie is uitgewisseld, sluit de raadskamer de informatieve bespreking. Bij een eventuele stemming over het sluiten van de informatieve bespreking heeft iedere aanwezige woordvoerder een gelijke stem. Voor het sluiten van de bespreking is een meerderheid van de stemmen benodigd.
-
2. Nadat de informatieve bespreking is afgesloten, wordt een raadsvoorstel door de Agendacommissie, gehoord de opvatting van de raadskamer, naar een volgende bespreking doorgeleid.
-
3. De Agendacommissie kan besluiten een onderwerp als hamerstuk door te geleiden naar de besluitvormende bespreking.
-
4. Een besluit als bedoeld in het derde lid komt alleen tot stand als alle in de vergadering aanwezige woordvoerders van de fracties hiermee instemmen.
Artikel 23 Behandelresultaat
Van een informatieve bespreking vergadering wordt een behandelresultaat opgesteld.
PARAGRAAF 2 MENINGSVORMING
PARAGRAAF 2.1 ALGEMEEN
Artikel 24 Spreekregels
-
1. Per onderwerp wordt het woord gevoerd door één vertegenwoordiger per fractie.
-
2. De agendacommissie kan besluiten spreektijden toe te passen tijdens meningsvormende besprekingen en tijdens de bespreking van amendementen en moties.
-
3. Op voorstel van de voorzitter of een of meerdere woordvoerders kan de raadskamer besluiten tijdens de vergadering over te gaan tot het toepassen van spreektijden
Artikel 25 Vergaderquorum
-
1. Een meningsvormende bespreking of een bespreking van amendementen en moties wordt niet geopend zolang niet minstens de helft van het aantal in de raad vertegenwoordigde fracties aanwezig is.
-
2. Indien op grond van het eerste lid een vergadering niet kan worden geopend, agendeert de Agendacommissie het onderwerp in een vergadering op een volgende Politieke Avond.
-
3. Voor het openen van de vergadering, bedoeld in het tweede lid, behoeft niet minstens de helft van de in de raad vertegenwoordigde fracties aanwezig te zijn.
Artikel 26 Verslag
Van een meningsvormende vergadering wordt een beeld- en geluidsverslag gemaakt. Tevens wordt een raadskameradvies opgesteld.
PARAGRAAF 2.2 DE MENINGSVORMENDE BESPREKING
Artikel 27 Orde
-
1. De meningsvormende bespreking is een raadskamervergadering en bestemd voor het uitwisselen van fractiestandpunten, het stellen van vragen en het voeren van discussie over voorstellen aan de raad en overige onderwerpen.
-
2. Tijdens de meningsvormende bespreking worden in maximaal twee termijnen de vragen gesteld en de standpunten besproken. Na beëindiging van de tweede termijn is de meningsvormende bespreking afgesloten
-
3. Nadat de meningsvormende bespreking is afgesloten, besluit de raadskamer of het voorstel wordt doorgeleid. Doorgeleiding kan plaatsvinden naar de bespreking van amendementen en moties of naar de besluitvormende bespreking. Als de raadskamer besluit een voorstel niet door te geleiden eindigt de bespreking van het voorstel en wordt het terugverwezen naar de indiener.
-
4. Indien het aantal in te dienen amendementen en/of moties gering is, kan worden besloten deze direct in de besluitvormende vergadering te bespreken.
-
5. Een besluit als bedoeld in het derde lid komt tot stand als de fracties waarvan de woordvoerders zich daarachter hebben geschaard, in de raad een meerderheid opleveren (20 zetels of meer).
-
6. De raadskamer kan besluiten een onderwerp als hamerstuk door te geleiden naar de besluitvormende bespreking.
-
7. Een besluit als bedoeld in het zesde lid komt alleen tot stand als alle in de raadskamer aanwezige woordvoerders van de fracties hiermee instemmen
PARAGRAAF 2.3 DE BESPREKING VAN AMENDEMENTEN EN MOTIES
Artikel 28 Orde
-
1. De bespreking van amendementen en/of moties vindt plaats indien men wil overgaan tot het indienen van amendementen en/of moties.
-
2. Alvorens de bespreking plaatsvindt, dienen de fracties die dat wensen uiterlijk op de maandagochtend 12.00 uur de concept amendementen en/of moties in.
-
3. Tijdens de bespreking wordt ieder amendement of motie in maximaal twee termijnen besproken.
-
4. Nadat de bespreking is afgesloten, besluit de raadskamer of het voorstel wordt doorgeleid naar de besluitvormende vergadering.
-
5. Een besluit als bedoeld in het vierde lid komt tot stand als de fracties waarvan de woordvoerders zich daarachter hebben geschaard, in de raad een meerderheid opleveren (20 zetels of meer).
PARAGRAAF 3 BESLUITVORMING: DE RAADSVERGADERING
Paragraaf 3.1 Algemeen
Artikel 29 Doel en vorm
-
1. De besluitvormende vergadering is een raadsvergadering en is bestemd voor het beslissen over raadsvoorstellen en het controleren van het gevoerde bestuur.
-
2. De raadsvergadering vindt plaats in de raadzaal. De Agendacommissie kan beslissen een andere locatie aan te wijzen.
-
3. De voorzitter, de leden van het college van burgemeester en wethouders en de griffier hebben een vaste zitplaats. De zitplaats van de leden van de raad wordt, door de voorzitter van de raad na overleg in het Presidium, bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen.
-
4. De aanwijzing kan, na bespreking in het Presidium, door de voorzitter worden herzien.
Artikel 30 Agenda
-
1. Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
-
2. Het aan de agenda toevoegen van onderwerpen vindt slechts plaats in spoedeisende gevallen.
-
3. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.
Artikel 31 Presentielijst
Ieder ter vergadering komend lid tekent na aankomst in de vergaderzaal de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening afgesloten.
Artikel 32 Spreekregels
-
1. De leden van de raad en de leden van het college en de burgemeester spreken ieder vanaf het voor hen bestemde spreekgestoelte, tenzij de voorzitter toestaat dat van een andere plaats wordt gesproken. Zij richten zich tot de voorzitter.
-
2. Een lid van de raad voert slechts het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van deze gekregen te hebben.
-
3. De voorzitter verleent het woord als eerste aan de fracties die een of meerdere amendementen en/of moties indienen.
-
4. De beraadslaging over een voorstel of onderwerp geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
-
5. Elke spreektermijn is afgesloten nadat het college of de burgemeester op het door de leden gesprokene heeft geantwoord.
-
6. Een lid mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel, tenzij de raad anders beslist.
-
7. Iedere fractie heeft een basisspreektijd van tien minuten voor de eerste raadszetel. Deze spreektijd wordt verhoogd met één minuut voor iedere volgende zetel.
-
De spreektijd van een afgesplitste fractie bedraagt vijf minuten.
-
8. De spreektijd van het college en de burgemeester tezamen bedraagt 45 minuten.
-
9. Op voorstel van de voorzitter of een of meer van de leden kan de raad de spreektijdverdeling wijzigen
Artikel 33 Sluiting beraadslaging en beslissing
-
1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit deze de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.
-
2. Nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na stemming over eventuele amendementen en moties, de stemming plaats over het voorstel zoals het dan luidt.
-
3. Voordat de stemming over het voorstel in het geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.
Artikel 34 Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht door middel van een korte verklaring diens uit te brengen stem te motiveren binnen de aan diens fractie toegekende spreektijd. Een stemverklaring mag geen (nieuwe) tegenspraak uitlokken.
Artikel 35 Stemming over zaken
-
1. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van een wettelijke verplichting van stemming moet onthouden, is verplicht een stem uit te brengen.
-
2. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van de stem vergist, dan kan het lid, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, aantekening in de besluitenlijst vragen dat deze zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit geen verandering.
-
3. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. De voorzitter doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.
Artikel 36 Stemming over amendementen en moties
-
1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.
-
2. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.
-
3. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op hetzelfde onderdeel van een aanhangig voorstel zijn ingediend wordt het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming gebracht. Bij verschil van gevoelen over de strekking beslist de raad.
-
4. Indien tijdens de beraadslagingen over een voorstel een of meer amendementen of moties worden ingediend, dan wordt als eerste over de amendementen gestemd, vervolgens over de moties en tot slot over het voorstel.
Artikel 37 Stemming over personen
-
1. In geval van stemming over personen, vinden zoveel stemmingen plaats als er personen benoemd, voorgedragen of aanbevolen moeten worden.
-
2. De stemmingen over personen zijn geheim en kunnen elektronisch of per stembriefje geschieden.
-
3. Indien schriftelijk wordt gestemd, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau, waarvan het eerst benoemde lid als voorzitter van het stembureau optreedt.
-
4. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van een wettelijke verplichting van stemming moet onthouden, is verplicht een daartoe aangereikt stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen qua vorm en kleur identiek te zijn.
-
5. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Is dit niet het geval dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt een nieuwe stemming gehouden.
-
6. Indien meer personen de volstrekte meerderheid hebben verkregen dan er plaatsen te vervullen zijn, dan zijn diegenen, die de meeste stemmen op zich verenigden, verkozen.
-
Komen meer personen in aanmerking, die een gelijk aantal stemmen verkregen, dan heeft tussen hen herstemming plaats, waarbij het lid dat de meeste stemmen verkregen heeft, verkozen is.
-
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
- •
een ondertekend stembriefje;
- •
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;
- •
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;
- •
een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
- •
-
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de voorzitter van de raad op voorstel van de voorzitter van het stembureau.
-
7. Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag en sluiting van de vergadering vernietigd.
Artikel 38 Herstemming over personen
-
1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
-
2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, vindt een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatsvinden.
-
3. Als ook hierdoor geen volstrekte meerderheid van stemmen wordt verkregen vindt, zo nodig na tussenstemming over hen, die een gelijk aantal stemmen hebben, een vierde stemming plaats over de twee personen, die nu de meeste stemmen hebben verkregen.
-
4. Indien bij tussenstemming of bij de derde en vierde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.
Artikel 39 Beslissing door het lot
-
1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van degenen tussen wie de beslissing moet plaatsvinden, door de voorzitter van de raad op afzonderlijke, geheel gelijke briefjes geschreven, welke briefjes na controle door de voorzitter van het stembureau door deze in een stembus worden geworpen.
-
2. Vervolgens neemt de voorzitter van de raad een van de briefjes uit de stembus. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
Artikel 40 Besluitenlijst en verslag
-
1. De ontwerpbesluitenlijst van de laatstgehouden raadsvergadering wordt zo spoedig mogelijk in het Raadsinformatiesysteem geplaatst.
-
2. Tijdens de vergadering wordt de besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.
-
3. De raadsleden, de burgemeester, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering dient vóór het vaststellen van de besluitenlijst bij de griffier te worden ingediend.
-
4. De besluitenlijst moet inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de griffier, de aanwezige wethouders, de ter vergadering aanwezige leden evenals van de leden die afwezig waren en overige personen die het woord hebben gevoerd;
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- c.
een overzicht van het verloop van elke stemming, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden;
- d.
een bijlage waarin alle stembladen zijn opgenomen.
- a.
-
5. De besluitenlijst wordt opgesteld onder de zorg van de griffier en na vaststelling door de voorzitter en de griffier ondertekend.
-
6. Het besprokene wordt vastgelegd in een beeld- en geluidsverslag.
Paragraaf 3.2 Rechten van de leden van de raad
Artikel 41 Interpellatie
-
1. Ieder lid van de raad kan de raad toestemming vragen voor het houden van een interpellatie.
-
2. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen en dient schriftelijk en uiterlijk om 12.00 uur op de dag die ligt twee dagen voorafgaand aan de besluitvormende vergadering bij de griffie te worden ingediend.
-
3. De griffier brengt de inhoud van het verzoek onmiddellijk ter kennis van de leden van de raad, de leden van het college en de fractievolgers en draagt zorg voor onverwijlde plaatsing in het raadsinformatiesysteem.
-
4. Bij aanvang van de eerstvolgende besluitvormende vergadering na indiening van het verzoek, wordt het verzoek in stemming gebracht. Indien de raad toestemming verleent voor het houden van de interpellatie wordt deze als eerste onderwerp van debat op de agenda geplaatst.
-
5. De voorzitter geeft de interpellant als eerste het woord. Daarna krijgt de geïnterpelleerde de gelegenheid de gestelde vragen te beantwoorden. Vervolgens starten de beraadslagingen in ten hoogste twee termijnen, waarbij de interpellant als het eerste het woord krijgt en interrupties zijn toegestaan.
-
6. In een vergadering waarin een interpellatie plaatsvindt worden de spreektijden voor de fracties met 2 minuten verhoogd en de spreektijd van het college met 8 minuten
Artikel 42 Debatverzoek
-
1. Ieder lid van de raad kan de raad verzoeken een onderwerp op de agenda van een besluitvormende vergadering te plaatsen;
-
2. het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover een debat wordt verzocht, dient te worden voorzien van een motivatie en dient te worden gesteund door ten minste 8 raadsleden;
-
3. Agendering van het onderwerp waarop het debatverzoek betrekking heeft vindt niet eerder plaats dan 10 dagen nadat het verzoek is ingediend;
-
4. De beraadslaging geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 43 Agenderingsverzoek
-
1. Ieder lid van de raad en iedere fractievolger kan verzoeken een onderwerp op de agenda van een raadskamervergadering te plaatsen.
-
2. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het doel van de bespreking.
-
3. De bespreking in de raadskamer kent twee fases: een informatieve fase en een fase voor debat tussen raadsleden en/of tussen raadsleden en college. Als een debat onderdeel van het agenderingsverzoek is, vindt het plaats in maximaal twee termijnen
-
4. De Agendacommissie kan na een verzoek van het college een onderwerp op de agenda van een raadskamervergadering plaatsen. Het verzoek wordt gemotiveerd in een gespreksnotitie.
Artikel 44 Schriftelijke vragen door raadsleden
-
1. Ieder raadslid kan aan de burgemeester of aan het college schriftelijk vragen stellen over onderwerpen, behorend tot het dagelijks bestuur van de gemeente.
-
2. De vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien.
-
3. De vragen worden bij de griffie ingediend. Deze draagt er zorg voor, dat de vragen terstond in afschrift aan de raadsleden, de fractievolgers, de burgemeester en de wethouders worden toegezonden.
-
4. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen vier weken nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd schriftelijk bericht van de burgemeester dan wel het college, waarbij aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaats vinden.
-
5. De antwoorden met de daarbij behorende vragen worden door het college toegezonden aan het betreffende raadslid en door de griffie door middel van plaatsing in het raadsinformatiesysteem ter kennis gebracht van alle raadsleden en fractievolgers.
Artikel 45 Moties
-
1. a. Ieder lid van de raad kan tijdens de vergadering naar aanleiding van een aanhangig voorstel of onderwerp een motie indienen;
-
b. Een motie die is ingediend in een raadskamer waarin besluitvorming is voorbereid, wordt ook als ingediend beschouwd;
-
c. Moties worden digitaal ingediend.
-
2. a. De behandeling van een motie naar aanleiding van een aanhangig voorstel of onderwerp vindt tegelijk met de beraadslaging over het betreffende voorstel of onderwerp
-
b. Indien er tussen de inhoud van de motie en het voorstel of het onderwerp dat aan de orde is geen verband bestaat kan de motie worden aangehouden.
-
c. Een voorstel een motie aan te houden kan gedaan worden door hetzij de voorzitter, hetzij een van de leden van de raad;
-
d. Indien de raad beslist tot het aanhouden van een motie, dan wordt deze vervolgens in procedure gebracht als motie vreemd aan de agenda.
-
3. a. Een motie over een onderwerp dat vreemd is aan de agenda dient uiterlijk om 12.00 uur op de dag die ligt twee dagen voorafgaande aan de dag van de Politieke Avond te worden ingediend.
-
b. Als het onderwerp van een motie vreemd aan de agenda een onderwerp is dat binnenkort op de agenda komt of waarover de raad binnenkort wordt geïnformeerd, dan kan de motie tot het moment van agendering van het onderwerp worden aangehouden, mits de indiener daarmee instemt.
-
4. De wijze en het tijdstip waarop moties vreemd aan de agenda worden geagendeerd wordt bepaald door de Agendacommissie.
-
5. Een motie kan worden ingetrokken door de indiener(s) tot het moment waarop de besluitvorming over de motie door de raad plaatsvindt.
Artikel 46 Amendementen
-
1. Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen een wijziging (amendement) voorstellen op het voorgestelde besluit of op een amendement dat door een lid is ingediend (subamendement). Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad die in de vergadering aanwezig zijn. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.
-
2. Elk amendement of subamendement moet om in behandeling genomen te worden, schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend en dient zodanig geformuleerd te zijn dat het geschikt is om in het voorgestelde besluit te worden verwerkt. De voorzitter kan toestaan dat, met het oog op het eenvoudige karakter van het amendement of subamendement, met een mondelinge indiening wordt volstaan.
-
3. Een amendement of subamendement is ontoelaatbaar, indien het een strekking heeft, tegengesteld aan die van het voorstel, of indien er tussen de materie van het amendement en die van het voorstel geen rechtstreeks verband bestaat.
-
4. Een amendement of subamendement wordt geacht toelaatbaar te zijn zolang de raad het niet ontoelaatbaar heeft verklaard. Een voorstel daartoe kan worden gedaan door hetzij de voorzitter, hetzij een van de leden van de raad.
-
5. Een amendement of subamendement kan worden ingetrokken door de indiener(s) tot het moment waarop de besluitvorming over het (sub-) amendement door de raad plaatsvindt.
Artikel 47 Initiatiefvoorstellen
-
1. Ieder lid van de raad kan over enig onderwerp een voorstel aan de raad doen.
-
2. Een initiatiefvoorstel moet schriftelijk bij de voorzitter van de Agendacommissie worden ingediend.
-
3. De raad neemt het initiatiefvoorstel niet in behandeling indien het voorstel in strijd is met een wet, een algemene maatregel van bestuur of een verordening.
-
4. De Agendacommissie plaatst een initiatiefvoorstel ter voorbereiding van de besluitvorming zo spoedig mogelijk, doch niet eerder dan vier weken nadat het voorstel is ingediend, op de agenda van een raadskamer.
-
5. Ten behoeve van de behandeling van het initiatiefvoorstel in de raadskamer krijgt het college dan wel de burgemeester de gelegenheid wensen en bedenkingen schriftelijk dan wel mondeling ter kennis van de raad te brengen.
-
6. De beraadslagingen in de raad over het initiatiefvoorstel vinden op de gebruikelijke wijze plaats, met dien verstande dat de indiener in beide termijnen in kan gaan op de beschouwingen van de leden, alvorens het college of de burgemeester ingaat op het betoogde.
-
7. Een initiatiefvoorstel kan worden ingetrokken door de indiener(s) tot het moment waarop de besluitvorming over het initiatiefvoorstel door de raad plaatsvindt.
Artikel 48 Informatievoorziening
-
1. Als de gemeenteraad schriftelijk wordt geïnformeerd door het college dan gebeurt dit door middel van een raadsbrief.
-
2. Moties kunnen door het college worden afgedaan door middel van een raadsbrief of een door de raad aangenomen raadsvoorstel;
-
3. Toezeggingen kunnen door het college worden afgedaan door middel van een raadsbrief, via een mondelinge mededeling of door een raadsmemo. Een raadsmemo wordt door of namens de wethouder per mail verzonden aan de raad.
-
4. Een raadsmemo kan naast een toezegging ook (en alleen dan) gebruikt worden om de raad te informeren over een onderwerp dat op dat moment in behandeling is door de raad. De reden daarvoor is dat een raadsbrief dan te lang op zich moet wachten.
-
5. Antwoorden op technische vragen worden door de betrokken ambtenaar alleen naar het raadslid of fractievolger gestuurd die de vragen heeft gesteld, tenzij het een onderwerp betreft dat op dat moment in behandeling is bij de raad of is aangeboden aan de raad.
Artikel 49 Informatierecht/ persoonlijke beleidsopvattingen
-
1. Indien in een inlichtingenverzoek, zoals bedoeld in artikel 169 lid 3 Gemeentewet, om persoonlijke beleidsopvattingen wordt gevraagd, worden die persoonlijke beleidsopvattingen altijd gedeeld, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
-
2. Omwille van de privacy en de onmogelijkheid voor ambtenaren om zich in het openbaar te verdedigen worden persoonlijke beleidsopvattingen verstrekt op een wijze die niet herleidbaar is tot personen.
PARAGRAAF 4 ALGEMENE BEPALINGEN OVER DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD EN DE RAADSKAMERS
Artikel 50 Handhaving orde; schorsing
-
1. Een spreker mag in diens betoog niet worden gestoord, tenzij:
- a.
de voorzitter van de vergadering het nodig oordeelt.
- b.
De voorzitter toestaat dat een lid de spreker interrumpeert. Interrupties moeten bestaan uit korte opmerkingen of vragen, zonder inleiding. De voorzitter van de vergadering kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties diens betoog zal afronden.
- a.
-
2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt deze door de voorzitter van de vergadering tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter van de vergadering de spreker gedurende de vergadering, waarin dat plaats vindt, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
-
3. De voorzitter van de vergadering kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door de voorzitter te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
-
4. De kamervoorzitter kan een raadskamer voorstellen aan een lid of fractievolger dat door diens gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid of de fractievolger de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de kamervoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van diens gedrag kan de raad diegene bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen
Artikel 51 Voorstellen van orde
-
1. De voorzitter van de vergadering en ieder lid of fractievolger kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
-
2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen; over een voorstel van orde wordt terstond beslist.
-
3. Een voorstel van orde gedaan in een vergadering van een raadskamer is aangenomen als een meerderheid van de aanwezige woordvoerders van de fracties zich daarachter hebben geschaard.
Artikel 52 Schorsing
-
1. Op verzoek van een lid, het college of op voorstel van de voorzitter van de vergadering kan de raad(skamer) besluiten de beraadslagingen te schorsen teneinde de leden of het college gelegenheid te geven tot onderling nader beraad.
-
2. Indien de beraadslagingen worden geschorst wordt vooraf de tijdsduur van de schorsing door de voorzitter bepaald.
-
3. Na verloop van de schorsingsperiode wordt de vergadering onverwijld voortgezet.
Artikel 53 Deelname aan de vergadering door anderen
-
1. De raad(skamer) kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden, de voorzitter van de vergadering, de wethouder(s), de griffier of de raadsadviseur deelnemen aan de beraadslaging.
-
2. Een besluit daartoe wordt op voorstel van de voorzitter van de vergadering of één der leden genomen, zo mogelijk alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.
-
3. Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing.
Artikel 54 Ingekomen stukken
-
1. Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt periodiek aan de raad ter beschikking gesteld en op de agenda geplaatst.
-
2. De raad beslist over de wijze waarop een ingekomen stuk wordt behandeld.
Artikel 55 Besloten vergadering
-
1. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
-
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 23 en 82, vijfde lid, van de Gemeentewet, kunnen het college of de burgemeester de voorzitter van de vergadering verzoeken een vergadering in beslotenheid te houden dan wel een vergadering in beslotenheid voort te zetten.
-
3. De vergadering besluit of in beslotenheid wordt vergaderd.
-
4. In geval er sprake is van een besloten vergadering wordt de procedure gevolgd die hieromtrent is vastgelegd in het 'Protocol geheimhouding gemeente Arnhem 2023'.
Artikel 56 Besluitenlijst besloten vergadering
-
1. De besluitenlijst van een besloten vergadering worden in het besloten deel van het raadsinformatiesysteem gepubliceerd; het geluids- en beeldverslag ligt voor de leden ter inzage.
-
2. Deze besluitenlijst en/of het verslag worden in een volgende vergadering vastgesteld. Tijdens deze vergadering neemt de raad of de raadskamer een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding van deze stukken. Indien de besluitenlijst en/of het verslag aanleiding geven tot bespreking, vindt deze bespreking plaats in beslotenheid.
Artikel 57 Geheimhouding
In geval er sprake is van geheimhouding wordt de procedure gevolgd die hieromtrent is vastgelegd in het 'Protocol geheimhouding gemeente Arnhem'.
Artikel 58 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van gestelde hoofdstuk Va, van de Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het betreffende orgaan overleg gevoerd.
Artikel 59 Gebruik mobiele communicatieapparatuur
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen toegestaan mits het gebruik ervan geen inbreuk maakt op de orde van de vergadering. Indien een vergadering besloten is, kan de voorzitter bepalen dat het gebruik van deze middelen niet is toegestaan.
Artikel 60 Toehoorders en pers
-
1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
-
2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.
-
3. De voorzitter van de vergadering is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde in de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kunnen door de voorzitter voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzegd worden.
Artikel 61 Geluid- en beeldregistraties
Het is toegestaan tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties te maken. De griffier kan aanwijzingen geven waarnaar men zich dient te gedragen.
Artikel 62 Maatregelen van orde
Indien de voorzitter van de vergadering dit nodig oordeelt, kan deze de vergadering voor een door de voorzitter te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.
Hoofdstuk 7 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 63 Verslag; verantwoording
-
1. Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester, de griffier of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemene bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen doet verslag met een minimum van 1 keer per jaar, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn.
-
2. Ieder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, mondelinge en/of schriftelijke vragen stellen. De regels voor het stellen van mondelinge respectievelijk schriftelijke vragen, vastgelegd in artikel 8 respectievelijk 44, zijn van overeenkomstige toepassing.
-
3. Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over diens wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. Hierbij zijn de regels voor het houden van een interpellatie, vastgelegd in artikel 41, van toepassing.
-
4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één of meer van zijn leden heeft benoemd.
Hoofdstuk 8 Slotbepalingen
Artikel 64 Uitleg reglement
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van het reglement, beslist de raad of raadskamer op voorstel van de voorzitter van de vergadering.
Artikel 65 Afwijking van het reglement
De raad(skamer) kan besluiten van de bepalingen van dit reglement af te wijken indien de afwijking niet in strijd is met een wettelijk voorschrift.
Artikel 66 Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking nadat het op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
Ondertekening
Het reglement van orde voor de Politieke Avond van de gemeente Arnhem 2018, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 maart 2018, zaaknummer 224620, en sindsdien gewijzigd wordt op dat tijdstip ingetrokken.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl