Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Cranendonck

Geldend van 26-03-2024 t/m heden

Intitulé

Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de gemeente Cranendonck

1. Algemeen

1.1 Inleiding

Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole op de jaarrekening moet de gemeenteraad een aantal zaken nader regelen, hetgeen op hoofdlijnen plaatsvindt in dit controleprotocol.

Object van controle in dit protocol zijn de jaarcijfers van de gemeente en daarmee tevens het financieel beheer zoals uitgeoefend door of namens de gemeenteraad.

1.2 Doelstelling

Dit controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings-en rapporteringstoleranties voor de controle van de jaarrekening van de gemeente.

1.3 Wettelijk kader

In artikel 213 lid 2 van de Gemeentewet wordt voorgeschreven dat de gemeenteraad één of meer accountants aanwijst als bedoeld in artikel 393 eerste lid Boek 2 Burgerlijk Wetboek voor de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een controleverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.

In het kader van de opdrachtverstrekking aan de accountant kan de gemeenteraad nadere aanwijzingen geven voor te hanteren goedkeuringstoleranties en (afwijkende) rapporteringstoleranties. Tevens wordt in de opdrachtverstrekking duidelijk aangegeven welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van rechtmatigheidscontrole is. De voor de toetsing door de accountant relevante wet- en regelgeving is in dit controleprotocol opgenomen.

1.4 Procedure

Dit controleprotocol is in opdracht van het College van B&W opgesteld en is afgestemd met de controlerend accountant.

1.5 Rechtmatigheidsverantwoording

Vanaf de jaarrekening 2023 moet het bestuur zelf een rechtmatigheidsverantwoording opstellen. Deze verantwoording wordt opgenomen in de jaarrekening. Hiermee legt het college zelfstandig verantwoording af over de naleving van onder andere geldende wet- en regelgeving bij de totstandkoming van de baten en lasten en balansmutaties in de jaarrekening. Deze verantwoording is onderdeel van de accountantscontrole naar het ‘getrouw beeld’.

De afwijkingen in deze verantwoording hebben betrekking op fouten en onduidelijkheden. Een onduidelijkheid heeft hierbij een andere strekking dan het begrip onzekerheid bij de accountantscontrole. Een fout in de rechtmatigheidsverantwoording kan ontstaan doordat bijvoorbeeld financiële wet- en regelgeving niet is nageleefd. Een onduidelijkheid in de verantwoording kan ontstaan doordat bijvoorbeeld financiële wet- en regelgeving voor meerdere uitleg vatbaar is.

2. Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid)

De in artikel 213 Gemeentewet voorgeschreven accountantscontrole van de jaarrekening richt zich op het afgeven van een oordeel over:

  • De getrouwe weergave van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva;

  • De inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

  • Het in overeenstemming zijn van de door de directieraad opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten);

  • De verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening.

Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6 Gemeentewet (Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten) en het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO) evenals de voor accountants geldende controle- en overige standaarden bepalend zijn voor de door de accountant uit te voeren werkzaamheden.

2.1 Interne beheersing in de organisatie

De interne beheersing is een verantwoordelijkheid van de organisatie zelf. Binnen deze organisatie is elke lijnmanager zelf verantwoordelijk voor de processen binnen de eigen afdeling. De coördinatie en uitvoering van de interne controle is binnen de GRSA2 belegd. Op basis van risicoanalyse zijn processen1 aangewezen die specifiek onder de aandacht zijn binnen de gemeente en de GRSA2. De accountant neemt de uitkomsten mee in de verdere controle.

3. Te hanteren goedkeurings-en rapporteringstoleranties

3.1 Algemeen

De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en financiële beheershandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie. De accountant richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij op risicoanalyse, vastgestelde toleranties en statistische deelwaarnemingen en extrapolaties.

3.2 Goedkeuringstoleranties

In het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO) zijn minimumeisen voor de te hanteren goedkeuringstoleranties bij de controle van de jaarrekening voorgeschreven. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming en de strekking van de controleverklaring.

De definitie van de goedkeuringstolerantie is:

De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers wordt beïnvloed. In het hierna opgenomen schema zijn de goedkeuringstoleranties opgenomen zoals vast te stellen voor de te controleren jaren. Deze komen overeen met het wettelijk minimum.

 

Strekking controleverklaring

Goedkeuringstoleranties

Goedkeurend

Met beperking

Oordeel-onthouding

Afkeurend

Fouten in de jaarrekening (% van totale lasten)

≤ 1 %

> 1 % < 3 %

-

≥ 3%

Onzekerheden in de controle (% van totale lasten)

≤ 3 %

> 3 % < 10 %

≥ 10 %

-

De percentages worden steeds genomen van de totale begrote programmalasten na laatste begrotingswijziging. Onder de totale lasten wordt ook verstaan de donaties (niet gesaldeerd met onttrekkingen) die aan reserves worden gedaan.

Op basis van de begroting 2023 van de gemeente betekenen bovengenoemde percentages dat een totaalbedrag aan fouten in de jaarrekening van circa € 619.000,- – zijnde het totaal aan begrote lasten en de mutaties aan lastenzijde op de reserves – en een totaal van onzekerheden van circa € 1.857.000,- de goedkeurende strekking van de controleverklaring niet zullen aantasten.

Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht en gespecificeerd naar de aard van het criterium (begrotingscriterium, voorwaardencriterium, etc.).

Fouten of onzekerheden die de rapporteringstolerantie van dit controleprotocol overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het verslag van bevindingen. De accountant rapporteert ook over eventuele bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en de continuïteit van de door de Samenwerking A2 gemeenten gehanteerde geautomatiseerde informatieverzorging.

3.3 Rapporteringstolerantie

Naast de goedkeuringstoleranties wordt de rapporteringstolerantie onderkend. Deze kan als volgt worden gedefinieerd: een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen. Een lagere rapporteringstolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een meer uitgebreide rapportage van bevindingen. De rapporteringstolerantie kan worden vastgesteld op een percentage of op een maatschappelijk relevant geacht absoluut bedrag zoals bijvoorbeeld € 100.000,-. De rapporteringstoleranties kunnen zich verder toespitsen op die elementen die de gemeenteraad specifiek nader terug wil zien, zonder dat dit de controletoleranties zelf beïnvloedt.

De rapporteringstolerantie wordt door de gemeenteraad vastgesteld, met inachtneming van bovengenoemde minimumeisen. De accountant richt de controle in, rekening houdend met de rapporteringstolerantie, om te kunnen waarborgen dat alle gesignaleerde onrechtmatigheden die dit bedrag overschrijden ook daadwerkelijk in het verslag van bevindingen worden opgenomen.

Voor de rapporteringstolerantie geldt als maatstaf dat de accountant elke fout of onzekerheid boven € 61.900,- (10% van de goedkeuringstolerantie) rapporteert.

4. Begrip rechtmatigheid en de te controleren rechtmatigheidscriteria

Onder rechtmatigheid2 wordt begrepen de definitie volgens het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO) dat de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, dat wil zeggen ‘in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen’.

In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen 9 rechtmatigheidscriteria worden onderkend:

  • 1.

    het begrotingscriterium

  • 2.

    het voorwaardencriterium

  • 3.

    het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium

  • 4.

    het calculatiecriterium

  • 5.

    het valuteringscriterium

  • 6.

    het adresseringscriterium

  • 7.

    het volledigheidscriterium

  • 8.

    het aanvaardbaarheidscriterium

  • 9.

    het leveringscriterium

In het kader van het getrouwheidsonderzoek wordt al aandacht besteed aan de criteria 4 t/m 9.

Voor de oordeelsvorming over de rechtmatigheidsverantwoording door het college van het financieel beheer wordt specifieke aandacht besteed aan de rechtmatigheidscriteria 1, 2 en 3.

4.1 Begrotingscriterium

Het begrotingscriterium houdt in dat financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, tot stand zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma's. In de (programma)begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door het Bestuur zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen moeten passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn. Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. Het bepalen of respectievelijk welke begrotingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn, is voorbehouden aan de gemeenteraad.

Hierbij zullen de volgende richtlijnen gelden

  • a.

    Onjuist begrotingsjaar

  • Het doorschuiven van investeringen naar een volgend boekjaar wordt niet als onrechtmatig beschouwd.

  • b.

    Extra kosten gedekt door baten

  • Als de kostenoverschrijding wordt gedekt door direct gerelateerde inkomsten (zoals kostendekkende omzet, subsidies of inzet van een bestemmingsreserve) wordt de overschrijding als rechtmatig beschouwd.

  • c.

    Extra kosten tijdig gesignaleerd

  • Wanneer de kosten tijdig aan de raad zijn gemeld worden de kosten, ook in het geval dat deze niet tot een begrotingswijziging hebben geleid, niet als onrechtmatig beschouwd.

  • d.

    Extra kosten niet tijdig gesignaleerd3

  • In het geval dat bepaalde extra kosten niet tijdig zijn gesignaleerd, beschouwt de raad deze als rechtmatig, als er sprake is van:

    • -

      open eind regelingen, zoals uitgaven als gevolg van de Wet, werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

    • -

      noodzakelijke afwaarderingen als gevolg van marktomstandigheden

    • -

      gemeenschappelijke regelingen

    • -

      hogere kosten, maar wel passend binnen het doel waarvoor het budget beschikbaar is gesteld.

  • e.

    Extra kosten door niet passende activiteiten

  • Als de activiteiten niet passen binnen het bestaande beleid worden deze beschouwd als een onrechtmatige overschrijding. Dit geldt ook als de kosten conform de begroting zijn, maar er sprake is van te lage passende activiteiten. In situaties waar normen nog grotendeels ontbreken, zal in de meeste gevallen de passendheid van de activiteiten niet zijn vast te stellen. In die gevallen is geen sprake van een onrechtmatige overschrijding.

  • f.

    Extra kosten achteraf onrechtmatig

  • Wanneer achteraf uit onderzoek (van bijvoorbeeld de belastingdienst of een subsidieverstrekker) blijkt dat uitgaven niet betrokken hadden mogen worden in de verantwoording, worden deze in beginsel beschouwd als een rechtmatige overschrijding. Het gaat hier bijvoorbeeld om interpretatieverschillen van wet- en regelgeving.

  • Uitsluitend in het geval dat er sprake is van bewust foutief handelen, wordt de overschrijding als onrechtmatig beschouwd. Deze onrechtmatigheden zullen echter niet vaak aan het licht komen tijdens het verantwoordingsjaar en dan dus ook niet in het accountantsoordeel kunnen worden betrokken.

  • g.

    Extra investeringen

  • Alleen in het jaar waarin de eerste euro van de investering wordt besteed wordt de overschrijding op het investeringsbudget als onrechtmatig beschouwd.

  • h.

    Minder kosten, maar te lage passende activiteiten

  • Indien de verhouding tussen de kosten en activiteiten niet in belangrijke mate is verstoord wordt dit niet als onrechtmatig beschouwd.

  • i.

    Afwijkingen in de urentoerekening aan producten worden niet als onrechtmatig beschouwd, mits het totaal aan toegerekende uren past binnen het totaal in de begroting opgenomen of na wijziging beschikbaar gestelde uren.

  • j.

    Een overschrijding van de toerekening van de kosten van belastingen en verzekeringen van de desbetreffende kostenplaatsen naar de producten wordt niet als onrechtmatig beschouwd.

  • k.

    Verplichtingen die worden opgelegd door het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en als gevolg daarvan leiden tot overschrijdingen, zijn niet onrechtmatig.

  • l.

    Onvoorzien

  • Het budget ‘onvoorzien’ is niet nader onderverdeeld in programma’s en kan worden gebruikt om alle soorten tegenvallers op te vangen. Hiermee zijn overschrijdingen op programmaniveau mogelijk tot het niveau van het budget onvoorzien, mits passend binnen de doelstelling van het betreffende programma.

  • Extra baten welke niet waren voorzien mogen niet zonder goedkeuring van de raad worden aangewend om overschrijdingen op programmaniveau te dekken.

4.2 Voorwaardencriterium

Besteding en inning van gelden door een gemeente zijn aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop door de accountant moet worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wetten en regels van hogere overheden en de (eigen) gemeentelijke regelgeving.

De gestelde voorwaarden hebben over het algemeen betrekking op:

  • De omschrijving van de doelgroep respectievelijk het project;

  • De heffing- en/of declaratiegrondslag;

  • Normbedragen;

  • De bevoegdheden;

  • Het voeren van een administratie;

  • Het verkrijgen en bewaren van bewijsstukken;

  • Aan te houden termijnen besluitvorming, betaling, declaratie e.d.

De precieze invulling verschilt per wet, regeling respectievelijk verordening. Voor alle geldstromen dient ondubbelzinnig vast te staan welke voorwaarden er op van toepassing zijn. De door hogere overheden gestelde voorwaarden liggen volledig vast. Dit geldt echter niet voor de voorwaarden in de gemeentelijke regelgeving. Omdat er (nog) geen generieke criteria zijn vastgesteld, dient de accountant over zowel de generieke als de specifieke criteria in overleg te treden met de raad. De raad is op gemeentelijk niveau kadersteller en wordt geacht de norm te stellen waaraan het college moet worden getoetst. Een raad dient dan ook op grond van een overzicht van alle voor de betreffende gemeente geldende wet- en regelgeving het voorwaardencriterium te operationaliseren. Concreet betekent dit dat de raad limitatief moet bepalen aan welke in wet- en regelgeving vastgelegde, voor de gemeente relevante, voorwaarden de accountant moet toetsen.

4.3 Het Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium)

Om misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden te voorkomen zijn beheersmaatregelen nodig. In tegenstelling tot andere getrouwheids- en rechtmatigheidsaspecten gaat het bij het M&O-criterium in het bijzonder om vast te stellen dat in de organisatie effectieve maatregelen zijn getroffen om misbruik te voorkomen, dan wel op te sporen, en dat de wet- en regelgeving duidelijk is, aangepast is aan actuele omstandigheden en te handhaven is. Indien een gemeente geen toereikend M&O-beleid voert kan dit gevolgen hebben voor het accountantsoordeel. Indien bij een toereikend M&O-beleid dat in voldoende mate is uitgevoerd toch een belangrijke (materiële) onzekerheid – die inherent is aan de regeling – blijft bestaan met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitgaven of ontvangsten en deze niet verder kan worden gereduceerd, dient de accountant te beoordelen of deze onzekerheid in de toelichting bij de jaarrekening adequaat wordt weergegeven. Overigens zijn in veel gevallen in de verordeningen bepalingen en procedures opgenomen ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik, zoals in de subsidieverordening en de verordeningen die voortvloeien uit de Wet werk en bijstand, het leerlingenvervoer, e.d.

5. Reikwijdte van de accountantscontrole bij de rechtmatigheidstoetsing

Om richting te geven aan de accountantscontrole is het noodzakelijk tot een afbakening te komen van de te controleren onderwerpen die van belang zijn voor de accountantscontrole. De accountantscontrole maakt gebruik van het normenkader.

Aan de accountant dient voorafgaand aan de accountantscontrole een actueel normenkader van de gemeente gegeven te worden. Het normenkader betreft de inventarisatie van de voor de accountantscontrole relevante regelgeving van hogere overheden en van de gemeente zelf en is limitatief gericht op:

  • a.

    De naleving van wettelijke kaders

  • Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheers handelingen betreffen of kunnen betreffen. Voorbeelden van deze zgn. externe wetgeving zijn:

    • Algemene verbindende voorschriften van de EU, zoals de Europese Aanbestedingsrichtlijnen;

    • Wet- en regelgeving waarin nadere voorschriften zijn opgenomen inzake specifieke uitkeringen en subsidies vanuit de EU, het Rijk en andere subsidieverstrekkende instanties;

    • Fiscale en sociale wet- en regelgeving die door gemeenschappelijke regelingen moeten worden nageleefd;

    • Overige algemene wet- en regelgeving, zoals de Awb (i.v.m. subsidiebepalingen) en Bezoldigingswetten en -besluiten.

    • Gemeente- en Provinciewet;

    • Wetgeving en regelgeving die inrichtingsvereisten voorschrijven (voorbeeld BBV);

    • Specifieke wet- en regelgeving ten behoeve van de eigen taakuitvoering.

  • b.

    De naleving van de volgende kaders:

  • Voorbeelden van deze zgn. interne wetgeving zijn:

    • De Begroting

    • De Financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet;

    • De Controleverordening ex artikel 213 Gemeentewet.

Voor wat betreft de verschillende situaties die mogelijk zijn bij begrotingsafwijkingen is in bijlage 1 een schematisch overzicht opgenomen, met aanduiding van de gevolgen voor de strekking van de controleverklaring van de accountant.

Het normenkader dient ieder jaar te worden geactualiseerd. Het normenkader wordt jaarlijks vastgesteld door het College en ter informatie verstuurd naar de raad.

Collegebesluiten vallen niet onder de controle, tenzij de controle hiervan verplicht is op basis van hogere regelgeving of raadsbesluiten c.q. verordeningen. Indien het opstellen van een collegebesluit verplicht wordt gesteld, toetst de account alleen of het collegebesluit ook daadwerkelijk is genomen. Worden er ook inhoudelijke eisen aan het collegebesluit gesteld, dan controleert de accountant ook of hieraan is voldaan.

6. Rapportering door de accountant

6.1 Bevindingen

Na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant de bevindingen in het kort weergegeven als volgt:

Interimcontrole en managementletter

Door de accountant wordt een zogenaamde interim controle uitgevoerd. Doel van de interim controle van de accountant is een beeld te krijgen van de mate waarin de organisatie de bedrijfsvoering intern beheerst. De uitkomsten van de interim controle wordt middels een managementletter uitgebracht aan het college van Burgemeester en Wethouders.

Controle jaarrekening en accountantsverslag

Overeenkomstig de gemeentewet wordt na afronding van de controle van de jaarrekening een verslag van bevindingen (het accountantsverslag) uitgebracht aan de gemeenteraad en in afschrift aan het College van Burgemeester en Wethouders. Er wordt door de accountant:

  • een oordeel gegeven over de getrouwheid van de jaarrekening en de daarin opgenomen rechtmatigheidsverantwoording, rekening houdend met de in dit protocol bij onderdeel 3.2 goedkeuringstoleranties en

  • inzicht gegeven in de voor het onderdeel geconstateerde fouten en onzekerheden, rekening houdend met de in dit protocol bij onderdeel 3.3 opgenomen rapporteringstoleranties.

6.2 Uitgangspunten voor de rapportagevorm

Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht en gespecificeerd naar de aard en het financiële gevolg of risico. Fouten en onzekerheden die de rapporteringstolerantie als bedoeld in hoofdstuk 3.3 van dit controleprotocol overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het verslag van bevindingen. De accountant rapporteert ook over eventuele bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en de continuïteit van de geautomatiseerde informatieverzorging en dataverwerking, indien en voor zover relevant voor de accountantscontrole en van bestuurlijke betekenis.

6.3 Controleverklaring

In de controleverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven. De controleverklaring is bestemd voor de gemeenteraad, zodat deze de door het College van Burgemeester en Wethouders opgestelde jaarrekening kan vaststellen.

7. Rapportage door het bestuur

7.1 Bevindingen

Het College van Burgemeester en Wethouders geeft middels de door de commissie BBV voorgeschreven rechtmatigheidsverantwoording aan in hoeverre de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties, rechtmatig tot stand zijn gekomen. Dit houdt in dat deze in overeenstemming zijn met de door het College van Burgemeester en Wethouders vastgestelde kaders zoals de begroting en verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. In de paragraaf Bedrijfsvoering beschrijft het College van Burgemeester en Wethouders welke acties zij ondernemen om de afwijkingen in de toekomst te voorkomen.

7.2 SiSa

Met ingang van 2007 is het principe van Single information Single audit (SiSa) ingevoerd voor bijna alle specifieke uitkeringen van het rijk. De SiSa verantwoordingen maken onderdeel uit van de door de accountant te controleren jaarrekening. Fouten en onduidelijkheden die voortvloeien uit de verantwoording van de specifieke uitkeringen dienen ook opgenomen te worden in de rechtmatigheidsverantwoording. Voor de accountant geldt voorts dat op basis van artikel 213, lid 3b van de Gemeentewet in de controleverklaring aandacht geschonken moet worden aan de rechtmatige totstandkoming van de specifieke uitkeringen. Voor deze verantwoordingen gelden veelal specifieke toetsingsvoorwaarden. De accountant stelt vast dat de besteding van specifieke uitkeringen conform deze voorwaarden plaatsvindt. Dit betekent dat naast het getrouwheidsoordeel bij de jaarrekening als geheel nog een uitspraak van de accountant wordt gevraagd bij de rechtmatigheid van de specifieke uitkeringen in de SiSa-bijlage.

8. Communicatie en periodiek overleg

Onderstaand is de overlegstructuur voor het boekjaar 2023 uitgewerkt. Uit oogpunt van doelmatigheid heeft het de voorkeur zoveel mogelijk gesprekken te combineren. In het kader van het bestuurlijk overleg en de rapportage kunnen de volgende contacten tussen de accountant en het bestuur en/of directie/management als regel van toepassing zijn.

Cranendonck

Aantal per jaar

Toelichting

Adviescommissie

1

De raad is opdrachtgever van de accountant. De bevindingen van de eindejaarscontrole (op basis van het concept en definitief rapport van bevindingen) worden besproken in de adviescommissie.

Gemeentesecretaris/ controller/ Portefeuillehouder Financiën

Periodiek

De gemeentesecretaris, de controller en de portefeuillehouder Financiën zijn voor de accountant belangrijke gesprekspartners binnen de gemeentelijke organisatie.

Bijeenkomsten: pre-audit gesprek, de bespreking van de bevindingen van interim-controle (op basis van de concept managementletter) en de eindejaarscontrole (op basis van het concept rapport van bevindingen).

College van burgemeester en wethouders en gemeenteraad

PM

Op verzoek zal de accountant verschijnen in de vergaderingen van college en gemeenteraad.

9. Slotbepalingen

9.1 Inwerkingtreding

Dit controleprotocol treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking. Het controleprotocol is van toepassing op de accountantscontrole van de jaarrekening van het verslagjaar 2023 en later.

9.2 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: “Controleprotocol Gemeente Cranendonck”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Cranendonck in de openbare vergadering van d.d. 12 december 2023.

De raad voornoemd,

de raadsgriffier,

de voorzitter,

Bijlage 1: Interne controle processen

Interne beheersing

De volgende deelprocessen zullen de belangrijkste aandachtspunten zijn van de interne controle 2023:

  • Cranendonck

  • 1.

    Inkoop en aanbesteding

  • 2.

    Ingeleend personeel

  • 3.

    Personeelskosten

  • 4.

    Subsidieverstrekkingen

  • 5.

    Grondexploitatie

  • 6.

    Huren en Pachten

  • 7.

    Belastingen en Heffingen

  • Verstrekkingen sociaal domein

  • 8.

    a. Werk en Inkomen

  • 9.

    b. Jeugd

  • 10.

    c. WMO

  • 11.

    Aan- en verkopen onroerend goed

  • 12.

    Bouwleges

De onderstaande deelprocessen dienen wel uitgevoerd te worden, maar zullen geen aparte aandachtspunten zijn in de interne controle 2023:

  • 13.

    Overige baten en lasten

  • 14.

    Leerlingenvervoer

  • 15.

    Treasury

  • 16.

    Activa

  • 17.

    Reserves en voorzieningen

  • 18.

    Deelname Verbonden partijen

Bijlage 2: Normenkader 2023

Bijlage controleprotocol: normenkader financiële rechtmatigheid voor 2023

 

 
 
 

 
 
 

 
 
 

Programma's en producten

Sub-producten

Wetgeving extern

Regelgeving intern

 
 
 

Bestuur en alg. dekkingsmiddelen

 
 
 

a. Algemeen

Algemene (financiële) wet- en regelgeving

Grondwet

Verordening fin. beleid, beheer en inrichting fin. organisatie (art. 212) 2023

 
 

Burgerlijk Wetboek

Verordening onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid (art 213a) 2023

 
 

Gemeentewet

Controleverordening (art. 213) 2023

 
 

Besluit Begroting en Verantwoording voor Provincies en Gemeenten

Mandaatregeling gemeente Cranendonck

 
 

Besluit accountantscontrole decentrale overheden

Mandaatregeling GRSA2

 
 

Algemene Wet Bestuursrecht

Nota duurzame geliberaliseerde pacht 2022

 
 

EU-staatssteunregels

 
 
 

Wet op het BTW-Compensatiefonds

 
 
 

Wet op de Vennootschapsbelasting

 
 
 

Wet op de Omzetbelasting

 
 
 

Wet op belastingen van Rechtsverkeer

 
 
 

Algemene Wet Rijksbelastingen

 
 
 

Algemene Termijnenwet

 
 
 

Invorderingswet

 
 
 

Wet markt en overheid

 
 
 

Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden

 
 
 

Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden

 
 
 

Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen

 
 

 
 

b. Bedrijfsvoering (1)

Arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid

Ambtenarenwet

IKB-regeling

 
 

Werkkostenregeling

Budgethoudersregeling

 
 

Fiscale wetgeving

Personeelshandboek

 
 

Sociale Verzekeringswetten

Lokaal overlegregeling

 
 

CAR/UWO

 
 
 

Pensioenwetgeving

 
 
 

Wet Normering Topinkomens

 

b. Bedrijfsvoering (2)

Inkoop- en contractbeheer

Aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG

 
 
 

Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten

 
 
 

Aanbestedingsbesluit 2012

 
 
 

Aanbestedingswet 2012

 
 

 
 

c. Algemeen en dagelijks bestuur

Raad

Wet Gemeenschappelijke Regelingen

Gemeenschappelijke Regeling A2-samenwerking

 

Verkiezingen

Wet Openbaarheid Bestuur

Verordening instellen rekenkamercommissie

 

College

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Cranendonck

 
 

Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Cranendonck

 

Communicatie en promotie

Kieswet

Verordening commissie bezwaarschriften gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende, Valkenswaard en de Gemeenschappelijke Regeling A2-Samenwerking

 
 
 

Verordening gezamenlijke klachtenregeling gemeenten Cranendonck, Heeze-Leende en Valkenswaard en de Gemeenschppelijke Regeling Samenwerking A2-gemeenten

 

Ondernemingsraad

Wet op de ondernemingsraden

 
 

 
 

d. Openbare orde en veiligheid

Brandweer

Woningwet

Brandbeveiligingsverordening

 

Openbare orde

Brandweerwet

Algemene plaatselijke verordening

 

Rampenbestrijding

Algemene wet bestuursrecht

 
 

Toezicht en handhaving

Wabo

 
 
 

Wet Veiligheidsregio's

 
 
 

Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur

 
 
 

Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

 
 
 

Besluit wegslepen van voertuigen

 

Programma's en producten

Sub-producten

Wetgeving extern

Regelgeving intern

e. Algemene dekking en burgerdiensten

Algemene baten en lasten

Gemeentewet

Verordening onroerende zaakbelastingen 2023

 

Algemene heffingen

Wet Waardering Onroerende Zaken

Verordening toeristenbelasting 2023

 

Algemene uitkering

Financiële verhoudingswet

Verordening rechten en precariobelastingen 2023

 

Burgerdiensten

Besluit financiële verhouding 2001

 
 

Treasury

Wet rechten burgerlijke stand

Legesverordening 2023

 
 

Burgerlijk Wetboek

Algemene Plaatselijke Verordening

 
 

Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen

Verordening Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

 
 

Wet basisregistratie personen (Wet BPR)

Privacyverordening

 
 

Wet bescherming persoonsgegevens

Richtlijnen m.b.t. niveau investeringen lagere overheden

 
 

Paspoortwet

Ministeriële Regeling Decentrale Overheden

 
 

Vreemdelingenwet

Treasurystatuut

 
 

Regeling Opvang Asielzoekers/VVTV

Verordening reclamebelasting 2019

 
 

Wet H(oudbare)O(verheids)F(inanciën)

 
 
 

Schatkistbankieren

 
 
 

Wet Financiering Decentrale Overheden

 
 
 

Regeling uitzetting en derivaten Decentrale Overheden

 

Wonen + leven

Producten

Wetgeving extern

Regelgeving intern

a. Wonen

Vergunningen

Gemeentewet

Legesverordening 2022

 

Bestemmings- en structuurplannen

Wet Ruimtelijke ordening

Doelgroepen verordening 2022

 

Woningbouw

Besluit op de ruimtelijke ordening

Notitie Tegenprestatie Buitengebied in Ontwikkeling

 
 

Regeling omgevingsrecht

Bouwverordening Cranendonck

 
 

Bouwbesluit 2012

 
 
 

besluit omgevingsrecht

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

 

Woonwagencentra

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

 
 

Monumentenzorg

Monumentenwet

Monumentenverordening

 

 
 

b. Verkeer en vervoer

Wegen

Burgerlijk Wetboek

Algemene Plaatselijke Verordening Ontheffing voertuigreglementen

 

Straatverlichting

Wegenwet

Verordening standplaatsen 2023

 

Gladheidsbestrijding

Wegenverkeerswet

 
 

Verkeersmaatregelen / - veiligheid

Besluit administratieve bepalingen wegverkeer

 
 

Openbaar vervoer

Wet Personenvervoer

 
 
 
 
 

c. Openbare voorzieningen

Gemeenschapshuizen

Niet van toepassing

Niet van toepassing

 

Lokaal sociaal beleid

 
 
 

Openbare bibliotheek

 
 
 

 
 

d. Openbare ruimte

Milieu

Wet milieubeheer

Verordening afvalstoffenheffing 2023

 

Afval

Wet belastingen op milieugrondslag

Verordening riool- en waterzorgheffing 2023

 

Riolering

Wet op de waterhuishouding

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan

 

Waterlossingen en (berm)sloten

Waterleidingwet

Verordening lijkbezorgingrechten 2023

 

Algemene begraafplaatsen

Gemeentewet

 
 

Groenvoorziening

Wet op de Lijkbezorging

 
 

Speelvoorzieningen

Boswet

 
 
 

Kaderwet LNV-subsidies

 

Economie + Ondernemen

Producten

Wetgeving extern

Regelgeving intern

a. Economie

Economisch stimuleringsbeleid

Gemeentewet

Verordening marktgelden 2023

 

Weekmarkten en standplaatsen

 

Verordening reclamebelasting Budel-centrum 2023

 

 
 

Programma's en producten

Sub-producten

Wetgeving extern

Regelgeving intern

b. Ondernemen

Grondexploitatie

Wet Ruimtelijke ordening; Grondexploitatiewet

Nota Bovenwijkse Voorzieningen

 

Zakelijke rechten en gronden

Besluit op de Ruimtelijke ordening

 
 
 

Burgerlijk Wetboek

 

Recreatie + toerisme

Producten

Wetgeving extern

Regelgeving intern

a. Sport

Binnensportaccommodaties

Algemene Wet Bestuursrecht

Algemene subsidieverordening 2021

 

Buitensportaccommodaties

Welzijnswet

 
 

Sportverenigingen

 
 
 

 
 

b. Cultuur

Kunst en cultuur

Wet op het specifiek cultuurbeleid

Niet van toepassing

 

Muziekonderwijs

Mediawet

 
 

 
 

c. Toerisme en evenementen

Stimulering toerisme

Niet van toepassing

Niet van toepassing

 

Evenementen

 
 
 

 
 

Sociaal Domein

Producten

Wetgeving extern

Regelgeving intern

a. Onderwijshuisvesting

Huisvesting primair onderwijs

Wet primair onderwijs

Verordening voorziening huisvesting onderwijs 2017

 

Huisvesting voortgezet onderwijs

Wet op het voortgezet onderwijs

 
 

Huisvesting speciaal onderwijs en speciaal voortgezet onderwijs

Wet op de expertisecentra

 
 

 
 

b. Jeugd

Stimulering onderwijs

Wet gemeentelijke regelingen leerlingenvervoer

Verordening bekostiging leerlingenvervoer 2021

 

Leerplicht

Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

 
 

Leerlingenvervoer

Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie

Beleidsplan Peuterspeelzaalwerk

 

Voorschoolse educatie en opvang

Wet jeugdzorg

Verordening jeugdhulp 2022

 

Jeugdzaken

 

Nadere regels Jeugdhulp 2022

 

 
 

c. Werk en Inkomen

Inkomen

Participatiewet

Besluit Participatiewet

 

Participatie

Wet IOAW / IOAZ

Tijdelijke overbrugginsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)

 

Gemeentelijk minimabeleid

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Verordening Cliëntenparticipatie WSW

 
 

Wet sociale werkvoorziening

Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken WSW

 
 

Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004)

Verordening participatiewet

 
 
 

Handhavingsverordening WWB

 
 
 

Beleidsregels Terug- en invordering en verhaal 2020

 
 
 

Beleidsregels Krediethypotheek en pandrecht Wet werk en bijstand

 
 
 

Beleidsregels Participatiewet

 
 
 

Beleidsregels Partime zelfstandigen

 
 
 

Beleidsregels Scholingsverplichting jongeren Participatiewet

 
 
 

Beleidsregels Kinderopvang 2019

 
 
 

Uitvoeringsnota bijzondere bijstand Cranendonck

 

 
 

d. Maatschappelijke ondersteuning

Collectieve voorzieningen

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2022

 
 

Uitvoeringsbesluit Wmo 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2022

 
 

Regeling gehandicaptenparkeerkaart

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2022

 

Individuele voorzieningen

Wet Langdurige Zorg

Beleidsplan Wmo A2 gemeenten 2015-2018

 

Gezondheidszorg

 

Verordening Financiële Tegemoetkoming Hulp bij het Huishouden 2018


Noot
1

Zie bijlage 2

Noot
2

Voor een toelichting op het begrip rechtmatigheid in relatie tot de accountantscontrole bij gemeenten en provincies wordt verwezen naar de Nota van toelichting bij het Besluit accountantscontrole gemeenten (Staatsblad 2002, 68), het NBA-discussierapport ‘Financiële rechtmatigheid(scontrole) bij gemeenten en provincies’, en de NBA en VNG (website)publicaties inzake rechtmatigheid en accountantscontrole. In het bijzonder is de ‘Kadernota rechtmatigheid’ van de commissie BBV van belang

Noot
3

Dit laat onverlet de informatieplicht aan de raad.