Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Medemblik 2024

Geldend van 26-03-2024 t/m heden

Intitulé

Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Medemblik 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Medemblik;

Gelet op de geldende:

  • Verordening maatschappelijke ondersteuning Medemblik;

  • Nadere regels maatschappelijk ondersteuning Medemblik.

besluit:

in te trekken:

Het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Medemblik 2021 met ingang van 1 januari 2024;

vast te stellen:

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Medemblik 2024

Hoofdstuk 1: Begrippen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de begripsbepalingen wordt verwezen naar de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (te noemen: de wet), het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Medemblik.

Hoofdstuk 2: Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen

Artikel 2 Eigen bijdrage voorzieningen

  • 1. Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd overeenkomstig artikel 16 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Medemblik 2022.Voor de algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen bedraagt de hoogte van de bijdrage voor een of meerdere voorzieningen samen het bedrag genoemd in artikel 2.14 lid 3 en artikel 2.1.4a lid 4 Wmo.

  • 2. Voor het collectief vraagafhankelijk vervoer geldt een ritbijdrage die geïnd wordt door de vervoerder. De ritbijdrage is een gereduceerd tarief en bestaat uit een opstaptarief en een tarief per kilometer. De hoogte van de ritbijdrage is vergelijkbaar met het tarief dat geldt in het openbaar vervoer. Deze bijdrage wordt per kalenderjaar geïndexeerd op basis van de door de Provincie vastgestelde openbaar vervoertarieven. Het college draagt zorg voor de kenbaarheid van de tarieven c.q. ritbijdrage. In 2024 is het opstaptarief € 1,10 en de bijdrage per gereden kilometer € 0,15.

  • 3. Een inwoner met een Wmo-indicatie voor het collectief vraagafhankelijk vervoer kan tot maximaal 2.000 kilometer per kalenderjaar tegen een gereduceerd tarief reizen.

  • 4. De ritbijdrage voor collectief vervoer wanneer meer dan 2.000 kilometers gereisd is binnen een kalenderjaar bedraagt € 1,10 opstaptarief en aanvullend het kilometertarief van € 0,50 per gereden kilometer

Artikel 3a Omvang en duur eigen bijdrage voor zorg in natura

  • 1. Voor een voorziening die door het college wordt gehuurd en in bruikleen wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per maand een eigen bijdrage verschuldigd. De eigen bijdrage is conform het abonnementstarief en heeft een doorlooptijd tot de afbetaling volstrekt is.

  • 2. Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in bruikleen wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per maand een eigen bijdrage verschuldigd, gebaseerd op de kostprijs van de voorziening, inclusief eventueel kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering gedurende de gebruiksperiode. De eigen bijdrage is conform het abonnementstarief en heeft een doorlooptijd tot de afbetaling volstrekt is.

  • 3. Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in eigendom wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode per maand een eigen bijdrage verschuldigd, die is gebaseerd op de totale kostprijs van de voorziening.

  • 4. Voor kortdurend verblijf die door het college als zorg in natura wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per maand een eigen bijdrage verschuldigd die per etmaal is gebaseerd op de prijs die de gemeente heeft aanbesteed voor kortdurend verblijf.

  • 5. In situaties waarin dit besluit niet voorziet, stelt het college de omvang en duur van de eigen bijdrage vast, waarbij wordt aangesloten bij het bepaalde in dit artikel.

Artikel 3b Omvang en duur eigen bijdrage in de verstrekkingsvorm Pgb

  • 1. Voor een voorziening die door het college in de vorm van een Pgb wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode per maand een eigen bijdrage verschuldigd gebaseerd op het totaalbedrag van het toegekende Pgb van maximaal het abonnementstarief

  • 2. Voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding individueel, begeleiding groep of kortdurend verblijf die door het college als Pgb wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de ondersteuning per maand een eigen bijdrage verschuldigd van maximaal het abonnementstarief.

  • 3. Het betreft het abonnementstarief zoals benoemd in artikel 2.14 lid 3 en artikel 2.1.4a lid 4 Wmo en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

Artikel 4 Uitzondering eigen bijdrage

In aanvulling op artikel 3.8, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt geen eigen bijdrage opgelegd bij de verstrekking van:

  • voorzieningen in algemene ruimten;

  • voorzieningen die verstrekt worden en die gebruikt kunnen worden door meer cliënten;

  • Individueel vervoer per taxi of rolstoeltaxi als bedoeld in artikel 7 van dit besluit;

  • Een tegemoetkoming in de kosten voor een sportvoorziening als bedoeld in artikel 9 van dit besluit.

Hoofdstuk 3: Omvang PGB

Artikel 5 Dienstverlening

Het Pgb voor diensten wordt per 1 januari 2024 vastgesteld op basis van de volgende maximum uur tarieven inclusief vakantietoeslag:

  • 1.

    Huishoudelijke ondersteuning:

    • a)

      Professionele zorgaanbieder (verordening artikel 15 lid 2 sub a) 100% € 32,13 per uur.

    • b)

      Gekwalificeerde ZZP-er (verordening artikel 15 lid 2 sub b) 85% € 27,05 per uur.

    • c)

      Uitgevoerd door sociaal netwerk (verordening artikel 15 lid 2 3) € 19,80 per uur.

  • 2.

    Begeleiding individueel niveau licht

    • a)

      Professionele (verordening artikel 15 lid 2 sub a) 100% € 53,90 per uur.

    • b)

      Gekwalificeerde ZZP-er (verordening artikel 15 lid 2 sub b) 85% € 45,82 per uur.

    • c)

      Uitgevoerd door sociaal netwerk (verordening artikel 15 lid 2 sub c) € 23,23 per uur.

  • 3.

    Begeleiding individueel niveau middel

    • a)

      Professionele (verordening artikel 15 lid 2 sub a) 100% € 60,88 per uur.

    • b)

      Gekwalificeerde ZZP-er (verordening artikel 15 lid 2 sub b) 85% € 51,76 per uur.

    • c)

      Uitgevoerd door sociaal netwerk (verordening artikel 15 lid 2 sub c) € 23,23 per uur.

  • 4.

    Begeleiding individueel niveau zwaar

    • a)

      Professionele zorgaanbieder (verordening artikel 15 lid 2 sub a) 100% € 68,22 per uur.

    • b)

      Gekwalificeerde ZZP-er (verordening artikel 15 lid 2 sub b) 85% € 59,13 per uur.

    • c)

      Uitgevoerd door sociaal netwerk (verordening artikel 15 lid 2 sub c) € 23,23 per uur.

  • 5.

    Dagbesteding in een groep van 6 mensen

    • a)

      Professionele zorgaanbieder (verordening artikel 15 lid 2 sub a) 100% € 44,67 per dagdeel.

    • b)

      Gekwalificeerde ZZP-er (verordening artikel 15 lid 2 sub b) 85% € 37,97 per dagdeel.

  • 6.

    Dagbesteding in een groep van 8 mensen.

    • c)

      Professionele zorgaanbieder (verordening artikel 15 lid 2 sub a) 100% € 33,50 per dagdeel.

    • d)

      Gekwalificeerde ZZP-er (verordening artikel 15 lid 2 sub b) 85% € 29,04 per dagdeel.

  • 7.

    Kortdurend verblijf

    • a)

      Inclusief individuele begeleiding en of dagbesteding € 119,65 per etmaal.

    • b)

      Exclusief individuele begeleiding en of dagbesteding € 62,67 per etmaal.

  • 8.

    Vervoer naar dagbesteding:

    • a)

      Vervoer niet rolstoelgebonden € 8,04 retour

    • b)

      Vervoer rostoelgebonden € 22,18 retour.

  • 9.

    Indien de werkelijke kosten van de voorziening lager liggen dan de in dit besluit genoemde maximale bedragen, worden de werkelijke kosten in de vorm van een pgb toegekend.

Artikel 6 Rolstoel

  • 1. Het Pgb voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.

  • 2. Wanneer de voorziening aangekocht zou worden door de gemeente wordt het Pgb vastgesteld op basis van een offerte waaruit de aanschafkosten voor de goedkoopst adequate voorziening blijken, eventueel aangevuld met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering gedurende een periode van 6 jaar.

Artikel 7 Vervoersvoorziening –individueel vervoer per taxi of rolstoeltaxi

  • 1. Wanneer het medisch noodzakelijk is om per individueel vervoer zoals taxi of rolstoeltaxi te reizen en de Regiotaxi geen adequate voorziening is, wordt het Pgb toegekend uitgaande van een gemiddelde reis van 20 kilometer per keer en een jaarlijks bereik van 1.500 kilometer per jaar afhankelijk van de werkelijk gereisde kilometers.

    • a)

      Taxi: 1.500 km à € 2,58 aangevuld met 75 x instaptarief ad € 3,51 =totaal € 4.132,00 (of kiezen voor ,00 of ,-).

    • b)

      Rolstoeltaxi: 1.500 km à € 3,25 aangevuld met 75 x instaptarief ad € 7,15 =totaal € 5.411,00

    • c)

      Individueel vervoer uitgevoerd door een niet-professionele chauffeur: 1.500 km x € 0,29 totaal € 435,00

Artikel 8 woonvoorziening

  • 1. Aanpassen woning of aanschaf woonvoorziening

    Het Pgb voor een woonvoorziening wordt vastgesteld op basis van twee offertes waaruit blijkt wat de kosten voor een voorziening zijn wanneer zorg in natura wordt verstrekt.

  • 2. Aanbrengen of vervangen van een traplift

    Het Pgb voor het aanbrengen of vervangen van een traplift bedraagt € 3.251,76

  • 3. Onderhoud, reparatie en keuring

    De hoogte van het Pgb voor de kosten van onderhoud of reparatie en –indien benodigd- keuring is gelijk aan de werkelijke kosten en zijn niet hoger dan wat de kosten zijn wanneer de voorziening in natura wordt verstrekt voor zover deze het gevolg zijn van normaal gebruik en niet toe te rekenen zijn aan omstandigheden die veroorzaakt zijn door de cliënt of derden.

Hoofdstuk 4: Tegemoetkoming in de kosten (gelijke opmaak aan hoofdstuk 1 en 2)

Artikel 9 Tegemoetkoming sportvoorziening

De tegemoetkoming voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.843,00 voor een periode van 3 jaar.

Hoofdstuk 5: Indexering

Artikel 10 indexering

Het college overweegt jaarlijks de indexatie van de bedragen. Uitgangspunt hierbij is het advies van de VNG, gebaseerd op het prijsindexcijfer voor materiële kosten en het prijsindexcijfer personele kosten.

Hoofdstuk 6: Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning Medemblik 2024.

Ondertekening

Vastgesteld bij collegebesluit in de vergadering van 20 februari 2024.

De secretaris,

De Burgemeester,