Reglement van orde voor de adviescommissies 2024

Geldend van 21-03-2024 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de adviescommissies 2024

Overwegende dat het gewenst is om ter advisering aan het Algemeen Bestuur adviescommissies in te stellen en voor de vergaderingen van de adviescommissies een reglement van orde vast te stellen;

gelet op artikel 56 en 59 van de Waterschapswet en artikel 1.6 van het Reglement van Orde voor het Algemeen Bestuur 2024;

BESLUIT:

vast te stellen het volgende reglement tot instelling van adviescommissies aan het College van Dijkgraaf en Heemraden waarbij taken, samenstelling en werkwijze van de adviescommissies nader worden aangegeven.

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijving

Dit reglement hanteert de begripsomschrijvingen uit het Reglement van Orde voor het Algemeen Bestuur 2024.

Artikel 1.2 In te stellen adviescommissies

Ter advisering van het college worden de volgende vaste adviescommissies ingesteld:

  • a.

    Commissie Waterveiligheid;

  • b.

    Commissie Watersysteem;

  • c.

    Commissie Waterketen;

  • d.

    Commissie Middelen.

Artikel 1.3 Taken en bevoegdheden adviescommissies

  • 1. De adviescommissies kunnen op eigen initiatief, danwel op verzoek van het college, advies uitbrengen over voorstellen die door het college aan het Algemeen Bestuur worden gedaan.

  • 2. De adviescommissies kunnen op eigen initiatief, danwel op verzoek van het college of van het Algemeen Bestuur, advies uitbrengen omtrent onderwerpen over het taakonderdeel van de adviescommissie.

  • 3. De taakverdeling van de vaste adviescommissies luidt als volgt:

    • a.

      Commissie Waterveiligheid: advisering over het beleid op het gebied van HWBP, zorgplicht, muskus- en beverrattenbeheer, bevers, Integraal Rivier Management en uitvoering schadebeleid en schadeafhandeling bij dijkversterkingen.

    • b.

      Commissie Watersysteem: advisering over beleid op het gebied van peilbesluiten en peilbeheer, watertekort en droogte, baggeren, klimaatadaptatie en wateroverlast, veenweide, grondwater, gebiedsprogramma A5H, regionale keringen, Water en Bodem Sturend, NPLG, waterkwaliteit, KRW, nieuwe stoffen en zwemwater.

    • c.

      Commissie Waterketen: advisering over beleid op het gebied van zuiveren, slibeindverwerking, energietransitie, circulariteit, richtlijn stedelijk afvalwater, stikstof en biodiversiteit.

    • d.

      Commissie Middelen: advisering over beleid op het gebied van financiën, schades, organisatie, innovatie, digitale transformatie, vergunningen, handhaving, participatie, communicatie, wegen, vaarwegen, cultureel erfgoed, internationale zaken en informatiebeveiliging.

Artikel 1.4 Samenstelling van de adviescommissies

  • 1. De adviescommissies bestaan minimaal uit hetzelfde aantal leden als het aantal fracties in het Algemeen Bestuur: iedere fractie is in iedere adviescommissie vertegenwoordigd. Fracties kunnen ervoor kiezen met twee leden in een adviescommissie zitting te nemen. Fracties kunnen zich door een andere fractie te laten vertegenwoordigen.

  • 2. Leden van de adviescommissie worden aangewezen door de fracties uit hun AB-leden en commissieleden. Iedere fractie wijst voor ieder lid van een adviescommissie tevens een plaatsvervanger aan.

  • 3. Heemraden kunnen niet aangewezen worden als (plaatsvervangend) lid van een adviescommissie.

  • 4. De commissievoorzitter is geen lid van de adviescommissie.

  • 5. In geval zowel het lid van een adviescommissie van een fractie als diens plaatsvervanger verhinderd is, kan een fractie zich laten vertegenwoordigen door een ander AB-lid of commissielid van diezelfde fractie of door een lid van de adviescommissie van een andere fractie.

  • 6. Een fractie meldt een wijziging in de vertegenwoordiging in de adviescommissies altijd in het Fractievoorzittersoverleg.

  • 7. De leden van een adviescommissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij het Fractievoorzittersoverleg. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 8. De leden van een adviescommissie treden af op de dag waarop de bestuursperiode van het Algemeen Bestuur van het waterschap eindigt.

Artikel 1.5 Secretariaat

  • 1. De adviescommissie wordt bijgestaan door een secretaris. De secretaris is lid van de directieraad. De secretaris-directeur kan desgewenst ambtenaren van het waterschap aanwijzen als plaatsvervanger.

  • 2. De secretaris wordt bij uitoefening van de werkzaamheden bijgestaan door een bestuursadviseur.

Artikel 1.6 Aanwezigheid leden van het college

  • 1. De leden van het college die belast zijn met de portefeuille waarover de adviescommissie adviezen uitbrengt wonen de vergadering bij en kunnen door de commissievoorzitter om een toelichting worden gevraagd.

2. VERGADERINGEN

Artikel 2.1 Vergaderfrequentie, tijdstip en plaats

  • 1. Vergaderingen van de adviescommissie vinden plaats overeenkomstig een jaarlijks op te stellen vergaderschema en worden gehouden in het kantoorgebouw van het waterschap in Tiel.

  • 2. De commissievoorzitter kan om dringende redenen afwijken van de in de Agendacommissie bepaalde dag en het aanvangstijdstip van de vergadering van de adviescommissie.

  • 3. Een adviescommissie vergadert in afwijking van het vergaderschema zoals vastgesteld in de Agendacommissie, indien minimaal drie leden daarom verzoeken. De reden daarvoor wordt vooraf kenbaar gemaakt.

Artikel 2.2 Oproeping, agenda, voorstellen

  • 1. De commissievoorzitter draagt er zorg voor dat de leden schriftelijk voor de vergadering worden opgeroepen.

  • 2. De oproeping geschiedt ten minste zeven dagen voor het houden van de vergadering. De agenda en de bij de agenda behorende vergaderstukken worden tegelijk met de oproeping verzonden. Indien stukken eerder beschikbaar zijn worden zij zo spoedig mogelijk digitaal beschikbaar gesteld.

  • 3. Bij de oproeping worden de te behandelen agendapunten vermeld. Tevens wordt de termijn benoemd waarbinnen technische vragen aangaande de agendapunten vragen gesteld kunnen worden. Het college draagt er zorg voor dat uiterlijk op de dag van de vergadering de antwoorden beschikbaar zijn en worden gepubliceerd.

  • 4. De commissievoorzitter kan in bijzondere gevallen met opgave van redenen een vergadering laten vervallen. De commissievoorzitter bericht de leden ten minste zeven dagen voor de dag waarop de vergadering zou worden gehouden.

  • 5. Ieder lid van de adviescommissie kan na een uur vergaderen verzoeken om de vergadering gedurende ten minste vijf minuten te schorsen.

Artikel 2.3 Verslaglegging

  • 1. Datgene wat tijdens de vergadering wordt besproken, wordt vastgelegd met digitale opnamen. Daarnaast wordt een integraal verslag gemaakt, dat geldt als het verslag van de vergadering.

  • 2. Van de vergaderingen wordt tevens een advies- en actielijst gemaakt. Deze advies- en actielijst bevat ten minste:

    • a.

      de namen van de leden die aanwezig, danwel met kennisgeving afwezig waren;

    • b.

      een beknopte vermelding van de mededelingen, voorstellen, overwegingen, toezeggingen, acties en adviezen

    • c.

      de aanduiding hamerstuk of bespreekstuk per voorstel dat doorgeleid wordt naar het Algemeen Bestuur

  • 3. Indien de vergadering plaatsvindt op een locatie waar hetzij geen bruikbare hetzij geen digitale opnamen gemaakt kunnen worden, worden uitsluitend het integrale verslag en de advies- en actielijst van de vergadering gemaakt.

  • 4. Het verslag en de advies- en actielijst worden in ontwerp aan de leden toegezonden en in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

Artikel 2.4 Opening van de vergadering en quorum

  • 1. De commissievoorzitter opent de vergadering niet, voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende AB-leden en commissieleden aanwezig is.

  • 2. Indien 30 minuten na het tijdstip waarop de opening van de vergadering is vastgesteld, het vereiste quorum niet aanwezig is, wordt door de commissievoorzitter geconstateerd dat wegens te geringe opkomst de vergadering niet kan worden gehouden.

  • 3. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, bepaalt de commissievoorzitter, in overleg met de aanwezige leden, het tijdstip van de volgende vergadering. Tussen deze vergadering en de eerste liggen ten minste zeven dagen.

Artikel 2.5 Beraadslaging

  • 1. In de beraadslagingen treedt per onderwerp steeds één woordvoerder per fractie op.

  • 2. De adviescommissie kan op voorstel van de commissievoorzitter of een lid van de commissie beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 3. Op verzoek van de commissievoorzitter of een lid van de commissie kan de adviescommissie besluiten de beraadslaging voor een door de commissie te bepalen tijd te schorsen teneinde de vertegenwoordiger van het college of de leden van de commissie de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 2.6 Spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in twee termijnen, tenzij de adviescommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid van de commissie mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren. Tenzij er sprake is van een voorstel van orde.

Artikel 2.7 Spreektijd

  • 1. Op voorstel van de commissievoorzitter of een lid van de adviescommissie kan de adviescommissie voor daarbij te bepalen onderwerpen de spreektijd per fractie vaststellen.

Artikel 2.8 Handhaving van de orde

  • 1. De commissievoorzitter is belast met het handhaven van de orde bij de beraadslagingen.

  • 2. De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze wordt verstoord, de vergadering voor een door de commissievoorzitter te bepalen tijd te schorsen of te sluiten. Wanneer de orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, is de commissievoorzitter bevoegd om deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 3. Indien een spreker beledigende of ongepaste uitdrukkingen gebruikt, afwijkt van de zaak in behandeling of op andere wijze de orde verstoort, wordt de spreker door de commissievoorzitter tot de orde geroepen.

  • 4. Als de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de commissievoorzitter de spreker het woord ontnemen. In de vergadering waarin een lid van de adviescommissie het woord is ontnomen, mag het lid niet meer aan de beraadslagingen over dat agendapunt deelnemen.

Artikel 2.9 Einde beraadslaging

  • 1. Wanneer de commissievoorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit de commissievoorzitter de beraadslaging.

Artikel 2.10 Spreekrecht toehoorders

  • 1. De commissievoorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid in de vergadering het woord te voeren.

  • 2. Toehoorders kunnen over hetzelfde onderwerp in één commissie inspreken.

  • 3. Het verzoek dient uiterlijk voor het begin van de vergadering bij de secretaris te worden ingediend.

  • 4. De commissievoorzitter stelt degene die daartoe een verzoek heeft ingediend op een door de commissievoorzitter te bepalen moment in de gelegenheid het woord te voeren gedurende maximaal 5 minuten. De totale spreektijd voor toehoorders per onderwerp is beperkt tot 15 minuten. De commissievoorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 5. De commissievoorzitter geeft de sprekers het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

Artikel 2.11 Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de adviescommissies zijn openbaar, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet of bij de aangelegenheid betrokken personen of derden onevenredig in hun belangen zouden kunnen worden bevoordeeld of geschaad.

  • 2. Wanneer twee leden dat verzoeken, of de commissievoorzitter het nodig oordeelt kan de adviescommissie beslissen om een besloten vergadering te houden.

  • 3. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 4. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de adviescommissie of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde de geheimhouding zal gelden.

  • 5. De geheimhouding wordt zowel door hen die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door hen die op andere wijze van het behandelde of van de stukken kennisnemen, in acht genomen totdat de adviescommissie haar opheft.

  • 6. Zoals in de Wet open overheid is bepaald, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het Algemeen Bestuur, het college en de voorzitter van het waterschap, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het Algemeen Bestuur of aan de leden van dit bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

  • 7. De geheimhouding op te heffen wordt als bedoeld in het zesde lid wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft.

Artikel 2.12 Adviseurs en derden

  • 1. De secretaris van de adviescommissie bepaalt in overleg met de commissievoorzitter of, en zo ja, wie als ambtelijke adviseurs bij de adviescommissies worden uitgenodigd.

3. ADVISERING

Artikel 3.1 Deelnamen aan de beraadslaging

  • 1. De leden van een adviescommissie nemen niet deel aan de behandeling van een aangelegenheid die de leden van de adviescommissie, rechtstreeks of middellijk, persoonlijk aangaat of het lid van de adviescommissie als gemachtigde op enigerlei wijze, direct of indirect, is betrokken.

Artikel 3.2 Het uitbrengen van adviezen

  • 1. Alle adviezen van de adviescommissie worden bij volstrekte meerderheid van stemmen uitgebracht. Per fractie wordt 1 stem uitgebracht.

  • 2. Wanneer over een gevraagd advies de stemmen staken, wordt geen advies uitgebracht, doch worden de verschillende meningen meegedeeld.

  • 3. De adviescommissies brengen hun adviezen en opmerkingen schriftelijk in bij het college. Indien een advies niet unaniem tot stand is gekomen, wordt het minderheidsstandpunt vermeld.

  • 4. De door de adviescommissies uitgebrachte adviezen worden opgenomen in de definitieve voorstellen van het college aan het Algemeen Bestuur.

  • 5. De adviescommissie geeft aan of het voorstel bij de behandeling in het Algemeen Bestuur een “hamerstuk" of "bespreekstuk" betreft.

Artikel 3.3 Schriftelijke rondgang

  • 1. De commissievoorzitter kan, als daartoe in bijzondere of spoedeisende gevallen aanleiding is, bij schriftelijke rondgang het oordeel van de leden inwinnen.

  • 2. De uitslag van de schriftelijke rondgang wordt in de eerstvolgende vergadering vastgelegd.

  • 3. Indien ten minste twee leden echter mondeling overleg wensen, roept de commissievoorzitter de adviescommissie alsnog in vergadering bijeen.

4. Slotbepalingen

Artikel 4.1 Uitleg reglement

Bij twijfel over de uitleg van dit reglement en in de gevallen waarin dit niet voorziet, beslist de vergadering op voorstel van de commissievoorzitter.

Artikel 4.2 Intrekking

Het Reglement van Orde voor adviescommissies 2023 wordt ingetrokken.

Artikel 4.3 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking in het Waterschapsblad.

Artikel 4.4 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement van Orde voor de adviescommissies

2024".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur, gehouden op 26 februari 2024

de secretaris-directeur,

ir. Z.C. Vonk

de waarnemend dijkgraaf,

G.V. den Hartog