Nadere regels maatschappelijke ondersteuning

1. De bijdrage in de kosten is verschuldigd met inachtneming van de regels dat genoemd wordt in artikel 2.1.4. lid 3 Wmo 2015 (algemene voorziening) en 2.1 4a, lid 4 Wmo 2015 (maatwerkvoorzieningen).

2. Voor maatwerkvoorzieningen bedraagt de hoogte van de bijdrage voor een of meerdere voorzieningen tezamen € 20,60 per maand. In aantal gevallen is geen eigen bijdrage verschuldigd.

3. De bijdrage in de kosten wordt vastgesteld en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

4. Voor de volgende maatwerkvoorzieningen wordt geen eigen bijdrage in de kosten geïnd:

• a.

  Rolstoelen

• b.

  Een pgb voor meerkosten bij eigen vervoer

• c.

  Een bijdrage voor de ondersteuning bij verhuizing en herinrichting

• d.

  Collectief taxivervoer (ZOOV)

5. De cliënt die met korting gebruik maakt van het collectief taxivervoer (ZOOV) is een jaarlijkse bijdrage van € 50,- verschuldigd.

6. Voor kinderen en jongeren tot 18 jaar wordt geen bijdrage in de kosten geïnd met uitzondering van een woningaanpassing waarbij deze via de ouders/verzorgers wordt geïnd.

7. De bijdrage in de kosten overstijgt niet de kostprijs van de maatwerkvoorziening.

8. Indien een maatwerkvoorziening niet in eigendom wordt verstrekt wordt een bijdrage in de kosten opgelegd gedurende de periode waarvoor de maatwerkvoorziening wordt verstrekt.

9. Indien het dienstverlening betreft, wordt een bijdrage in de kosten opgelegd zolang de dienst geleverd wordt.

1. Voor een algemene voorziening kan een cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd zijn aan de organisatie die zorg draagt voor uitvoering van de algemene voorziening.

2. De organisatie die zorg draagt voor de algemene voorziening stelt de hoogte van de bijdrage vast en int deze.

1. De tarieven voor een pgb bedragen maximaal:

2. Voor de berekening van de pgb-tarieven voor professionele hulp zijn de ZIN-tarieven gebruikt die op het moment van vaststellen van deze nadere regels bekend zijn. Als de ZIN tarieven gewijzigd worden gedurende dit kalenderjaar, dan worden de pgb-tarieven niet gewijzigd dit kalenderjaar.

3. Voor de berekening van de pgb-tarieven voor niet professionele hulp zijn de CAO’s toegepast die op het moment van vaststellen van deze nadere regels gelden. De reeds bekende loonstijging per 1 oktober 2024 in de CAO’s is meegenomen in de tarievenlijst. Vanaf dat moment wordt het tarief gewijzigd aan de hand van deze CAO-loonstijging. Andere wijzigingen in de CAO’s zijn geen reden om het pgb-tarief te wijzigen dit kalenderjaar.

1. Dit besluit treedt in werking, met terugwerkende kracht, per 1 januari 2024.

2. Bij de inwerkingtreding van deze nadere regels worden de nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Oost Gelre, vastgesteld op 13 december 2022 ingetrokken.

3. Het budget van indicaties die over het kalenderjaar heen gaan, worden per 1 januari van het volgende kalanderjaar aangepast op basis van het vanaf dan geldende tarief.

4. Van het in lid 3 gestelde kan ten gunste van de cliënt worden afgeweken.

5. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Nadere regels maatschappelijke ondersteuning’.