Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR717104
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR717104/1
Beleidsregel Ontheffing vaarbeleid Zoetermeer
Geldend van 22-03-2024 t/m 30-05-2024
Intitulé
Beleidsregel Ontheffing vaarbeleid ZoetermeerHet college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer besluit:
- 1.
De beleidsregel Ontheffing vaarbeleid Zoetermeer en daarmee de volgende kernelementen vast te stellen:
- a.
het uitgangspunt is dat wordt gevaren met elektrisch aangedreven motoren;
- b.
het college kan alleen een ontheffing verlenen op basis van de gronden het verkeer en/of de veiligheid.
- a.
- 2.
De bevoegdheid om op grond van artikel 5:23a Apv te nemen besluiten tot het verlenen van een ontheffing op het vaarbeleid, te mandateren aan de functionarissen Gemeentesecretaris/algemeen directeur, directeuren, afdelingshoofden en de teammanagers van de afdeling VVH.
Artikel 1 Algemene bepalingen
-
1. Deze beleidsregel bevat regels ten aanzien van het vaarbeleid zoals dat vastligt in artikel 5:23a van de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer.
-
2. Het centrale uitgangspunt is varen met elektrisch aangedreven motoren.
Artikel 2 De ontheffing
-
1. De ontheffing op het vaarbeleid kan worden verleend voor:
- •
het gebod om met elektrisch aangedreven motoren te varen; en/of:
- •
het verbod om harder dan 6 km per uur te varen: en/of:
- •
het verbod om verbrandingsmotoren op vaartuigen voorhanden te hebben.
- •
-
2. De ontheffing wordt verleend voor een concreet vaartuig.
-
3. Wordt het vaartuig vervangen, dan meldt de ontheffinghouder dit binnen vier weken na de aankoopdatum bij het college. De ontheffing is dan verbonden aan het nieuwe vaartuig.
-
4. De aanvraag voor een ontheffing mag betrekking hebben op meer dan één vaartuig.
-
5. De ontheffinghouder toont op verzoek van de gemeentelijke handhaver of de politie een fysiek of digitaal exemplaar van de ontheffing.
Artikel 3 Het toetsingskader
Het college kan alleen een ontheffing op het vaarbeleid verlenen in verband met één of meer van de volgende door de aanvrager aan te dragen gronden:
- •
het verkeer;
- •
de veiligheid.
Artikel 4 De aanvraag
-
1. Voor het verkrijgen van een ontheffing op het vaarbeleid dient de aanvrager schriftelijk een gemotiveerde aanvraag bij het college in. Deze mag eventueel worden voorzien van ondersteunende documentatie.
-
2. De aanvraag bevat in ieder geval:
- •
Naam, adres en bereikbaarheidsgegevens.
- •
Een omschrijving van het vaartuig/de vaartuigen, waaronder de type-omschrijving en indien van toepassing het registratieteken (snelle motorboot).
- •
-
3. In de aanvraag voor een ontheffing wordt tenminste één van de gronden, zoals genoemd in artikel 3, beargumenteerd vermeld.
-
4. De aanvraag om een ontheffing mag digitaal of per fysieke post worden ingediend.
- •
Het emailadres is: m.j.janssen@zoetermeer.nl.
- •
Het postadres is: Gemeente Zoetermeer, Afdeling VVH, t.a.v. M. Janssen, postbus 15, 2700 AA Zoetermeer.
- •
Artikel 5 De belangenafweging
Bij de toetsing van de aanvraag om een ontheffing weegt het college het belang van één of meer van de gronden, zoals genoemd in artikel 3, af tegen het milieu- en duurzaamheids-belang.
Artikel 6 De duur van de ontheffing
-
1. De ontheffing wordt tijdelijk verleend.
-
2. Het college kan de vergunning als deze niet wordt gebruikt, intrekken.
Ondertekening
Zoetermeer, 5 maart 2024,
Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer.
Toelichting
Inleiding
De Vaarwegenverordening van het Hoogheemraadschap van Rijnland bevatte een vaarverbod voor het Noord-Aa. Om daar te mogen varen moest een vergunning worden aangevraagd. Op 13 maart 2019 heeft voornoemd Hoogheemraadschap de regels met betrekking tot het Noord-Aa uit de Vaarwegenverordening geschrapt. In plaats daarvan bevat de Algemene plaatselijke verordening Zoetermeer (kortweg: Apv) een artikel dat het vaarbeleid voor de Zoetermeerse wateren 1 regelt. Dit vaarbeleid is als volgt:
- •
er mag alleen worden gevaren met vaartuigen die elektrisch worden aangedreven;
- •
er mag niet sneller worden gevaren dan 6 km per uur;
- •
er mogen geen verbrandingsmotoren op de vaartuigen voorhanden zijn.
De raad heeft het college de bevoegdheid gegeven af te wijken van het vaarbeleid. Op basis van artikel 5:23a, lid 5 van de Apv kan het college een ontheffing op het vaarbeleid verlenen. Een ontheffinghouder mag dan varen met een niet-elektrisch aangedreven motor en/of harder varen dan 6 km per uur en/of een verbrandingsmotor op het vaartuig voorhanden hebben.
In deze beleidsregel ligt vast hoe het college omgaat met de aanvragen voor een ontheffing.
1. Het uitgangspunt
De bescherming van het milieu is een belangrijke reden geweest om de vaarregels op te stellen. Voor meer informatie daarover klik hier. De gemeente zet in op de energietransitie: een overgang van het gebruik van fossiele brandstoffen naar het gebruik van elektriciteit. Een verbod op het gebruik van verbrandingsmotoren op vaartuigen levert een bijdrage aan de energietransitie én aan de duurzaamheid. De overlast en de milieubelasting van elek-trisch aangedreven motoren zijn beduidend minder. Het gebruik van verbrandingsmotoren leidt tot geluidsoverlast, stank en uitstoot.
Het uitgangspunt is dat wordt gevaren met elektrisch aangedreven motoren. Dat ligt vast in het eerste artikel. Dat betekent dat het college zeer terughoudend is bij het verlenen van een ontheffing. De verzoeker moet zeer zwaarwegende argumenten hebben, wil het college een ontheffing verlenen.
2. Het toetsingskader
De belangenafweging bij het beoordelen van de ontheffing vindt plaats op basis van een toetsingskader. Er kan uitsluitend een ontheffing op de vaarregels worden verleend op basis van de volgende twee gronden het verkeer en/of de veiligheid.
De aanvrager beargumenteert waarom hij op basis van één of twee van deze gronden een ontheffing nodig heeft. Door het woord ‘’uitsluitend’ te gebruiken, kan het college op basis van geen enkele andere grond een ontheffing verlenen. De reden daarvoor is het hierboven genoemde uitgangspunt.
Daar staat tegenover dat het college een ruime beleidsvrijheid heeft om binnen het kader van die gronden een besluit te nemen. De gronden zijn immers niet nader omschreven of uitgewerkt. Specifiek maatwerk is daardoor mogelijk.
Bij de toetsing van de aanvraag weegt het college het belang van de gronden af tegen het milieu- en duurzaamheidsbelang. De ontheffingaanvrager motiveert waarom hij van mening is dat hij zich niet aan de vaarregels hoeft te houden. Het moet om zwaarwegende redenen gaan. Het milieu dient immers beschermd te worden. Het college beoordeelt per aanvraag welk belang het zwaarst weegt: het belang van de ontheffingaanvrager of het milieu- en duurzaamheidsbelang.
De ontheffing wordt altijd voor één concreet vaartuig aangevraagd en eventueel verleend. Heeft een eigenaar meer dan één vaartuig, dan vraagt hij per vaartuig een ontheffing aan. Het is mogelijk om in één aanvraag voor meer dan één vaartuig een ontheffing aan te vragen. Dan wordt het aantal vaartuigen met een omschrijving ervan in de aanvraag vermeld. Ondersteunende documenten zoals foto’s en tekeningen mogen worden aangeleverd.
De ontheffing wordt voor een bepaalde duur verleend. De looptijd van de ontheffing wordt per geval bepaald. Hierdoor is een tussentijdse toetsing mogelijk.
Als het vaartuig wordt vervangen, komt de ontheffing niet te vervallen. Hij wordt dan verbonden aan het nieuw aangeschafte vaartuig. Mits de vervanging binnen vier weken na de aankoopdatum bij het college is gemeld.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl