Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR717067
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR717067/1
Beleid aanloopfase experiment gesloten coffeeshopketen
Geldend van 15-03-2024 t/m heden
Intitulé
Beleid aanloopfase experiment gesloten coffeeshopketenDe burgemeester van de gemeente Tilburg:
- -
Gezien het voorstel van de afdeling Veiligheid en Wijken,
- -
Gelet op:
- ■
artikel 6, 7, 8 en 10 Wet EGC;
- ■
artikel 5, 6, 11 en 12 Besluit EGC;
- ■
artikel 14 Regeling EGC; en
- ■
het besluit van de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Medische Zorg tot opheffing van de beperking van de handelsvoorraad van gereguleerd geteelde hennep en hasjiesj tot een maximum van 500 gram,
- ■
Besluit
De burgemeester:
stelt vast het ‘Beleid aanloopfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg, aanpassing d.d. 4 maart 2024, als opgenomen in bijlage 1.
Beleid aanloopfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg
1. Inleiding
1.1 Experiment gesloten coffeeshopketen
In Nederland gaat het ‘experiment gesloten coffeeshopketen’ plaatsvinden. Dit experiment moet duidelijk maken of gereguleerde productie, distributie, en verkoop van hennep en hasjiesj mogelijk is. Ook wordt de kwaliteit van deze hennep en hasjiesj gecontroleerd. Uit het experiment zal blijken wat de effecten zijn op gebieden als criminaliteit, veiligheid en volksgezondheid. Dit experiment wordt ook wel het wietexperiment of de wietproef genoemd. Het experiment vindt plaats in 10 (mogelijk 11) gemeenten, waaronder de gemeente Tilburg.
1.2 Aanloopfase experiment
De burgemeesters van Tilburg en Breda hebben het initiatief genomen voor een aanloopfase van het experiment. Dit biedt de mogelijkheid om alvast op kleine schaal te kunnen starten met het experiment rondom een gelegaliseerde productie- en verkoopketen. Zo kan ervaring worden opgedaan met de gesloten keten en alle processen daarbij.
De ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid hebben besloten dat de aanloopfase van het experiment gesloten coffeeshopketen in Tilburg en Breda start op 15 december 2023. Naar verwachting zijn dan twee aangewezen telers gereed voor levering aan coffeeshops. Dat is voldoende om in Tilburg en Breda te kunnen starten met de aanloopfase van het experiment. In deze fase mogen de coffeeshops uit deze gemeenten zowel de gereguleerd geteelde als de gedoogde producten aanbieden.
De ontwikkelingen tijdens de aanloopfase worden gemonitord. De inzichten opgedaan tijdens de aanloopfase zullen worden gedeeld met alle aan het experiment deelnemende gemeenten en worden gebruikt om processen en systemen te verbeteren voor een soepele overgangsfase.
De aanloopfase in de gemeenten Tilburg en Breda valt onder de voorbereidingsfase voor de coffeeshophouders. De duur van de aanloopfase is beperkt; het streven is een duur van maximaal zes maanden. Indien de openbare orde of veiligheid ernstig in het geding komen, zal de aanloopfase voortijdig worden stopgezet.
1.3 Beleid tijdens de aanloopfase
Deze beleidsregel ‘Beleid aanloopfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg’ is een tijdelijke beleidsregel vanwege de aanvang van de aanloopfase van het experiment.
In deze beleidsregel zijn de maximaal toegestane handelsvoorraad en het handhavingsbeleid vastgesteld. Het beleid ziet zowel op de gereguleerde als de gedoogde producten, omdat de coffeeshops tijdens de aanloopfase zowel de gereguleerde als de gedoogde producten mogen verkopen.
Tijdens de aanloopfase blijft ook het ‘Coffeeshopbeleid Tilburg 2020’ van kracht, met uitzondering van hoofdstuk 5 ‘Handhavingsbeleid’ en de daarbij behorende bijlage 1.
1.4 Aanpassing en aanvulling van het beleid d.d. 4 maart 2024
Deze beleidsregel is aangepast wat betreft de handelsvoorraad van de gereguleerde producten: de maximale handelsvoorraad van gereguleerde producten is verruimd tot de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten (artikel 5.1).
De beleidsregel is aangevuld met eisen aan het verkopend personeel van de coffeeshops (artikel 6).
1.5 Tijdlijn
Tijdlijn welke gepubliceerd is door de Rijksoverheid.
2. Definities en afkortingen
|
Inspectie Justitie en Veiligheid |
|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit |
|
Openbaar Ministerie |
|
de burgemeester van de gemeente Tilburg |
|
bij aanwijzingsbesluit aangewezen toezichthouders die namens de burgemeester van de gemeente Tilburg toezicht houden op de naleving van de regelgeving EGC. |
|
Wet experiment gesloten coffeeshopketen |
|
Besluit experiment gesloten coffeeshopketen |
|
Regeling experiment gesloten coffeeshopketen |
|
De Wet EGC, het Besluit EGC en de Regeling EGC |
|
experiment, als bedoeld in artikel 2 van de Wet EGC |
|
hennep, als bedoeld op lijst II bij de Opiumwet |
|
hasjiesj, als bedoeld op lijst II bij de Opiumwet |
|
aangewezen teler, als bedoeld in artikel 1 van het Besluit EGC |
|
coffeeshop, als bedoeld in artikel 6a van de Wet EGC |
|
gesloten coffeeshopketen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet EGC |
|
unieke identificatiemarkering, als bedoeld in artikel 33 van het Besluit EGC (ook wel: het identificatienummer middels het door de overheid beschikbaar gestelde elektronische systeem; het track-and-tracesysteem) |
|
document waarin de (toezichts- en handhavings)taken en bevoegdheden in het kader van het EGC en samenwerkingsafspraken (waaronder afspraken over informatiedeling) met politie, OM, de deelnemende gemeenten, IJenV en NVWA zijn uitgewerkt. |
3. Juridisch kader
3.1 Wet- en regelgeving
Om gereguleerd hennep en hasjiesj aan coffeeshops te kunnen leveren, is wet- en regelgeving opgesteld:
- -
Wet experiment gesloten coffeeshopketen
- -
Besluit experiment gesloten coffeeshopketen
- -
Regeling experiment gesloten coffeeshopketen.
De wet maakt het experiment mogelijk, bepaalt dat de teelt en verkoop van hennep en hasjiesj binnen het experiment niet strafbaar is en bepaalt tevens de duur van het experiment.
In het besluit is geregeld hoe het experiment nader wordt vormgegeven. In het besluit staat bijvoorbeeld aan welke voorwaarden gemeenten, coffeeshops en telers zich moeten houden. In de ministeriële regeling zijn regels over de verpakking en de kwaliteit van de hennep en hasjiesj opgenomen.
Het besluit en de ministeriële regeling treden op hetzelfde moment als de wet in werking.
Daarnaast zijn in relatie tot het experiment de volgende besluiten vastgesteld, waarvan de titels voor zichzelf spreken:
- -
Besluit vaststelling aanvraagtijdvak en vaststelling minimale productiehoeveelheid
- -
Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaatverlening
- -
Besluit inwerkingtreding experiment gesloten coffeeshopketen
- -
Besluit vaststelling van het aanvangstijdstip van de aanloopfase van het experiment gesloten coffeeshopketen in de gemeenten Breda en Tilburg.
3.2 Handelsvoorraad: grondslag en beleid
Tijdens de aanloopfase mogen de coffeeshops zowel de gereguleerd geteelde als de gedoogde producten aanbieden. Voor beide wordt een maximale handelsvoorraad gesteld.
Handelsvoorraad gereguleerde producten
Op grond van artikel 39, artikel 12, aanhef en onder b, en artikel 5 tweede lid van het Besluit EGC, heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor de duur van de fase van voorbereiding nadere regels te stellen over de maximaal toegestane handelsvoorraad hennep of hasjiesj die wordt afgenomen van de aangewezen telers, met dien verstande dat deze voorraad niet meer mag bedragen dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.
De burgemeester stelt de maximaal toegestane voorraad vast op de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten. Dit is het maximum dat gaat gelden tijdens de experimenteerfase. Door tijdens de aanloopfase deze hoeveelheid als maximum vast te stellen, kan ervaring worden opgedaan met de wijze van vaststellen van die handelshoeveelheid, de praktische uitvoerbaarheid daarvan voor coffeeshophouders en voor het toezicht daarop en de handhaving daarvan. Dit is nodig omdat in de experimentregelgeving niet is uitgewerkt hoe het maximum moet worden vastgesteld.
Verder is van belang dat er geen aanleiding is om een beperkter voorraad toe te staan dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.
Voor de eerste vier weken na de verruiming van de handelsvoorraad geldt een overgangsregeling.
Doordat de handelsvoorraad van de gereguleerde producten sinds de start van de aanloopfase beperkt is geweest tot 500 gram, geven de verkoopcijfers van de vier weken voorafgaand aan de verruiming van de maximaal toegestane handelsvoorraad geen goed beeld van de hoeveelheid gereguleerde hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten. Daarom wordt in deze eerste vier weken na de verruiming van de maximaal toegestane handelsvoorraad, aan de coffeeshophouders gevraagd om zelf een opgave te doen van de volgens hen benodigde verkoophoeveelheid voor een week. Na vier weken kan vervolgens aan de hand van de verkoopcijfers de maximaal toegestane handelsvoorraad worden berekend op basis van de verkoopcijfers van steeds de voorgaande vier weken. De coffeeshophouder geeft de burgemeester daartoe inzage in de verkoopcijfers van de gereguleerde producten.
Handelsvoorraad gedoogde producten
Op grond van de Aanwijzing Opiumwet geldt dat de maximale handelsvoorraad van de gedoogde coffeeshops in de lokale driehoek wordt vastgesteld en in elk geval de 500 gram niet te boven mag gaan.
3.3 Eisen aan verkopend personeel: grondslag en beleid
Op grond van artikel 12 aanhef en onder h van het Besluit EGC heeft de burgemeester de bevoegdheid om nadere regels te stellen over de opleiding van het personeel van de coffeeshop. Op grond van artikel 6, eerste lid, onder a en b van het Besluit EGC moet het verkopend personeel van de coffeeshop een cursus hebben gevolgd gericht op preventie en het geven van voorlichting.
3.4 Handhaving: grondslag en beleid
De burgemeester is naast de IJenV en de NVWA belast met het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving van het experiment gesloten coffeeshopketen.
Op grond van artikel 10 van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen heeft de burgemeester de bevoegdheid om bestuursrechtelijk op te treden tegen een coffeeshop die wet en/of regels overtreedt.
Dit geldt ook tijdens de aanloopfase van het experiment, omdat voor de coffeeshophouders de aanloopfase onderdeel uitmaakt van de fase van voorbereiding van het experiment als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen.
Deze beleidsregel ‘Beleid aanloopfase experiment gesloten coffeeshopketen gemeente Tilburg’ (hierna: het beleid) is gebaseerd op de regelgeving EGC en beschrijft hoe de burgemeester, behoudens gemotiveerde afwijkingen, optreedt bij de constatering van overtredingen door coffeeshops tijdens de aanloopfase, met als doel de geconstateerde overtredingen te doen opheffen en herhaling ervan te doen voorkomen.
4. Toezicht aanloopfase
4.1 Gemeentelijk toezichthouders
De toezichthouders voeren namens de burgemeester toezicht uit door middel van fysieke controles bij de coffeeshops. Daarnaast voeren de toezichthouders digitaal toezicht uit middels het door de overheid beschikbaar gestelde elektronische systeem (hierna: track-and-tracesysteem). Bevindingen uit een digitale controle kunnen aanleiding vormen voor een (nadere) fysieke controle. De burgemeester is bevoegd tot toezicht en handhaving van de in de bijlage bij dit beleid uitgewerkte normen, voor zover deze zien op de coffeeshops.
4.2 Samenwerking met andere toezichthoudende en handhavende instanties
Naast de burgemeesters van de deelnemende gemeenten zullen de IJenV en de NVWA toezicht houden op de normen die voortvloeien uit de regelgeving EGC en deze normen handhaven. Politie en OM zijn verantwoordelijk voor het opsporen en vervolgen van strafbare feiten. De bevoegdheden van, en samenwerking tussen de burgemeesters van de deelnemende gemeenten, de IJenV, NVWA en politie/OM zijn uitgewerkt in het Toezicht- en handhavingsarrangement EGC.
In voornoemd arrangement is eveneens uitgewerkt welke informatie tussen de handhavende instanties zal worden gedeeld, en welke informatie zal worden gedeeld met politie en OM.
Bij niet-naleving van de regels van het experiment kan in beginsel zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk worden gehandhaafd, maar uitgangspunt is dat bestuurlijke handhaving het primaat heeft. Afbakening tussen het strafrechtelijke traject, door politie en OM, en het bestuursrechtelijke traject is beschreven in het Toezicht- en handhavingsarrangement EGC.
5. Handelsvoorraad aanloopfase
5.1 Handelsvoorraad gereguleerde producten
5.1.1
De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten.
5.1.2
De maximaal toegestane handelsvoorraad als bedoeld onder 1 wordt als volgt berekend: het gemiddelde van de verkochte hoeveelheid hennep of hasjiesj van de vier voorgaande weken, vermeerderd met 5%.
5.1.3
De coffeeshophouder geeft de burgemeester inzage in de verkoopcijfers van de gereguleerde producten door steeds op verzoek van de burgemeester de verkoopcijfers per week te verstrekken.
5.1.4
De burgemeester kan besluiten bij een of meerdere coffeeshops een kleinere maximale handelsvoorraad toe te staan als daarvoor aanleiding is om redenen van openbare orde of veiligheid.
5.1.5 Overgangsregeling
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.2 doet de coffeeshophouder in de eerste vier weken na de inwerkingtreding van dat artikel, aan de burgemeester een opgave van de volgens de coffeeshophouder benodigde verkoophoeveelheid hennep en hasjiesj voor een week.
5.2 Handelsvoorraad gedoogde producten
De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van anderen dan de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop aan klanten, bedraagt in totaal niet meer dan 500 gram.
6. Eisen aan personeel
6.1 Cursuseisen
Het verkopend personeel van de coffeeshophouder heeft een cursus gevolgd waardoor de volgende kennis en vaardigheden zijn verkregen:
Kennis over hennep en hasjiesj, effecten en gezondheidsrisico’s
- o
lichamelijke en psychische effecten
- o
werkingsduur bij verschillende manieren van consumeren
- o
mogelijk negatieve lichamelijke en psychische effecten en gevolgen
- o
personen met extra risico’s
- o
weten hoe om te gaan met acute gezondheidsincidenten, zoals
- -
verslechtering cognitieve functies (bijv. geheugen, concentratie en reactievermogen);
- -
misselijkheid en algehele malaise;
- -
flippen/’bad trip’;
- -
‘out’ gaan/bewusteloos raken
- -
Adviseren over (wijze van) gebruik
- o
minimaliseren negatieve gevolgen
- o
bewustzijn van verschil in recreatief en medicinaal gebruik
Leeftijdsgrens
- o
kennis van leeftijdsgrens en onderbouwing daarvan
- o
kunnen weigeren van toegang en verkoop aan minderjarigen (“nee” verkopen)
Problematisch gedrag en wijzen op informatie
- o
kennis over signalen van mogelijk problematisch gebruik
- o
weten hoe te handelen bij klanten die als gevolg van gebruik probleemgedrag vertonen
- o
kennis over informatie, advies en hulp bij mogelijk problematisch gebruik, waaronder begrepen de lokale partijen die een rol spelen op het gebied van verslaving en gezondheid en verwijzing daarnaar
(Basis) kennis van wet- en regelgeving
- o
de Opiumwet betreffende handel, bezit en gebruik van hennep en hasjiesj
- o
de Tabaks- en rookwarenwet
- o
het Besluit Alcohol, Drugs en geneesmiddelen in het verkeer
- o
het Experiment Gesloten Coffeeshopketen en de wet- en regelgeving daarover lokale regelgeving: beleid van de burgemeester van Tilburg over het Experiment Gesloten Coffeeshopketen
- o
de mogelijkheid tot het stellen van huisregels door de coffeeshop
6.2 Goedkeuring cursus
De burgemeester beoordeelt of een cursus voldoet aan de daaraan gestelde eisen. De coffeeshophouder legt, voorafgaand aan het volgen van een cursus, een gekozen cursus ter beoordeling voor aan de burgemeester. De burgemeester vraagt de cursusaanbieder om daartoe een beschrijving van de cursusmethode en het cursusmateriaal over te leggen.
6.3 Certificaat
De coffeeshophouder toont door certificaten van de cursusaanbieder aan dat elk verkopend personeelslid een cursus heeft gevolgd waarvan de burgemeester heeft geoordeeld dat deze voldoet aan de eisen.
6.4 Termijn
Twee maanden
Elk verkopend personeelslid van een coffeeshop moet binnen twee maanden na aanvang van de verkoopfunctie voldoen aan de cursuseis.
Overgangsregeling
De verkopend medewerker die voor 15 april 2024 al in een verkoopfunctie werkzaam was in de coffeeshop, moet uiterlijk op 15 juni 2024 voldoen aan de cursuseis.
7. Handhavingsbeleid aanloopfase
7.1 ‘Handhavingsbeleid’ van het ‘Coffeeshopbeleid Tilburg 2020’ buiten werking
Het handhavingsbeleid in deze beleidsregel ziet zowel op de gereguleerde als de gedoogde producten, omdat de coffeeshops tijdens de aanloopfase zowel de gereguleerde als de gedoogde producten mogen verkopen.
Hoofdstuk 5 ‘Handhavingsbeleid’ en de daarbij behorende bijlage 1 van het ‘Coffeeshopbeleid Tilburg 2020’ is daarom gedurende de aanloopfase buiten werking.
7.2 Maatregelen
In de tabel in de bijlage bij dit beleid staat per artikel de maatregel die bij overtreding wordt opgelegd door de burgemeester.
7.3 Recidive
De burgemeester treedt, behoudens gemotiveerde afwijkingen, bij de constatering van overtredingen door coffeeshops op zoals vastgelegd in de bijgaande tabel met maatregelen.
Bij constatering van een herhaalde overtreding, binnen 2 jaar na de voorafgaande constatering, wordt de maatregel toegepast die hoort bij de volgende overtreding.
Bij constatering van een herhaalde overtreding 2 jaar of langer na de voorafgaande constatering, wordt de maatregel toegepast die hoort bij de eerste overtreding.
7.4 Cumulatie
Bij cumulatie van op te leggen maatregelen is de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (zie volgend kopje).
7.5 Afwijken van beleidsregels
De burgemeester handelt overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens (bijzondere) omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
8 Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleid aanloopfase EGC gemeente Tilburg, aanpassing d.d. 4 maart 2024.
9 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie ervan in het Gemeenteblad.
Ondertekening
drs. Th.L.N. Weterings
burgemeester
10 Bijlage bij het beleid: tabel met maatregelen
10.1 Verkoop hennep of hasjiesj
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
||||||||||||||
Verkoop softdrugs van een niet vergunde teler Artikel 4, lid 1, Besluit EGC |
Een coffeeshophouder verkoopt uitsluitend hennep of hasjiesj die door hem is afgenomen van aangewezen telers en mag uitsluitend met deze hennep of hasjiesj enige andere daarmee in verband staande handeling als bedoeld in artikel 3, onderdeel B, van de Opiumwet verrichten. |
|
Deze norm is niet van toepassing tijdens de aanloopfase. Tijdens de aanloopfase mag een coffeeshophouder zowel gereguleerde als gedoogde hennep of hasjiesj verkopen. |
||||||||||||||
Verkoop harddrugs Artikel 2 aanhef en onder B en C en artikel 13b lid 1 en onder a Opiumwet |
Geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs mogen worden verkocht en/of daartoe aanwezig zijn. |
|
|
||||||||||||||
Verkoop van meer dan 5 gram per transactie Artikel 4, lid 2 Besluit EGC |
Een coffeeshophouder verkoopt aan eenzelfde klant per keer geen grotere hoeveelheid hennep of hasjiesj dan 5 gram. |
Minder dan 30 gram:
30 gram of meer:
|
De maximale hoeveelheid per transactie mag niet groter zijn dan geschikt voor eigen gebruik (5 gram) en betreft daarom het totaal aan gereguleerde én gedoogde hennep en hasjiesj.
Bij het structureel overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – melding gemaakt aan politie/OM. |
Jeugd toelaten en/of softdrugs verkopen Artikel 4, lid 3, Besluit EGC |
Een coffeeshophouder laat jeugdigen tot en met 17 jaar niet toe in de coffeeshop en verkoopt aan deze categorie jeugdigen geen hennep of hasjiesj. |
|
|
||||||
Verkoop aan niet-ingezetenen Artikel 4, lid 4, Besluit EGC |
Onverminderd het derde lid laat een coffeeshophouder wiens coffeeshop is gelegen in een grensgemeente als bedoeld in artikel 2, lid 2, Besluit EGC anderen dan die hun werkelijke woonplaats hebben in Nederland niet toe tot de coffeeshop en verkoopt aan anderen dan deze personen geen hennep of hasjiesj. |
|
Deze norm is niet van toepassing in de gemeente Tilburg. Tilburg is niet aangemerkt als grensgemeente in artikel 2, lid 2, Besluit EGC. Daarnaast heeft de burgemeester – naar aanleiding van een pilot (met ingang van 1 maart 2018) en het onderzoek “Shops in zicht” door Breuer & Intraval (met ingang van september 2018) – in januari 2019 besloten niet langer te handhaven op het I-criterium. |
10.2 Handelsvoorraad
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
||||||||||||
Aanwezigheid softdrugs van niet vergunde teler Artikel 5, lid 1, Besluit EGC |
Een coffeeshophouder heeft in de coffeeshop uitsluitend hennep of hasjiesj aanwezig die is afgenomen van aangewezen telers. |
|
Deze norm is niet van toepassing tijdens de aanloopfase. Tijdens de aanloopfase mag een coffeeshophouder zowel gereguleerde als gedoogde hennep of hasjiesj verkopen en dus ook op voorraad hebben. |
||||||||||||
Overschrijden maximale handelsvoorraad gereguleerde hennep en hasjiesj Artikel 12, aanhef en onderdeel b, en artikel 39, aanhef en onderdeel a, en aritkel 5 lid 2 Besluit EGC en artikel 5.1 Beleid aanloopfase EGC Tilburg. |
De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten. |
Bij een overschrijding tot 2% van maximaal toegestane voorraad:
Bij overschrijding met 2% of meer van de toegestane voorraad:
|
Bij een excessieve overschrijding van de norm wordt – naast de genoemde maatregelen – melding gemaakt aan politie/OM. Tijdens de aanloopfase geldt een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gereguleerde hennep en hasjiesj (de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten) én een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gedoogde hennep en hasjiesj (500 gram). Toelichting maximaal toegestane handelsvoorraad voor gereguleerde hennep en hasjiesj: De hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten wordt als volgt berekend: het gemiddelde van de verkochte hoeveelheid hennep of hasjiesj van de vier voorgaande weken, vermeerderd met 5%. Toelichting verkoopbare voorraad: Bij de voorraad die wordt aangehouden voor de verkoop, worden niet meegerekend de in de coffeeshop aanwezige hennep en hasjiesj die in het track-and-tracesysteem geregistreerd is als zijnde:
als bedoeld in artikel 7 lid 2 Besluit EGC. |
||||||||||||
Overschrijden maximale handelshoeveelheid gedoogde hennep en hasjiesj – tijdens aanloopfase Artikel 3 aanhef en onderdeel B en C en artikel 13b lid 1 en onder a Opiumwet, Aanwijzing Opiumwet en artikel 5.2 Beleid aanloopfase EGC Tilburg. |
De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van anderen dan de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan 500 gram. |
Bij overschrijding minder dan of gelijk aan 500 gram:
Bij overschrijding van meer dan 500 gram:
|
Tijdens de aanloopfase geldt een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gereguleerde hennep en hasjiesj (de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten) én een maximaal toegestane handelsvoorraad voor gedoogde hennep en hasjiesj (500 gram). |
||||||||||||
Handelsvoorraad elders dan in de coffeeshop opslaan Artikel 5, lid 3, Besluit EGC |
De hennep of hasjiesj die door aangewezen telers aan een coffeeshophouder is geleverd, wordt uitsluitend in die coffeeshop bewaard. |
|
Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – altijd melding gemaakt aan politie/OM. |
||||||||||||
Onvoldoende veilig opslaan handelsvoorraad Artikel 5, lid 4, Besluit EGC |
Een coffeeshophouder treft alle maatregelen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor een adequate opslag en beveiliging van de hennep of hasjiesj. |
|
Voor de aanloopfase geeft de burgemeester geen nadere voorschriften ter invulling van deze norm. De burgemeester treedt op bij ernstige nalatigheid van de coffeeshophouder. |
||||||||||||
|
|
|
|
10.3 Eisen aan verkopend personeel en voorlichting
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
||||||||||
Verkopend personeel heeft geen preventiecursus gevolgd Artikel 6, lid 1, Besluit EGC en artikel 6 Beleid aanloopfase EGC Tilburg |
Het verkopend personeel van de coffeeshophouder heeft een cursus gevolgd die is gericht op het verkrijgen van de nodige kennis en vaardigheden om aan klanten voorlichting te kunnen geven en om klanten bij een vermoeden van problematisch gebruik door te kunnen verwijzen naar informatie of zorg. |
|
Aangezien de eisen aan het verkopend personeel nieuw zijn voor de coffeeshophouders, zal daarop eerst worden gehandhaafd vanaf 15 juni 2024. Zo worden de coffeeshophouders in de gelegenheid gesteld om het personeel de cursus te laten volgen. Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht. |
||||||||||
Geen preventiemateriaal in de coffeeshop aanwezig Artikel 6, lid 2, Besluit EGC |
Een coffeeshophouder heeft voor de klanten voorlichtingsmateriaal over gebruik en de risico’s van gebruik of problematisch gebruik zichtbaar aanwezig in de coffeeshop. |
|
Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht. |
10.4 Verpakking
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
||||||||||||||||
Verkoop van niet verzegelde verpakkingseenheden Artikel 7, lid 1, Besluit EGC |
Een coffeeshophouder verkoopt de hennep of hasjiesj uitsluitend zoals deze door aangewezen telers in een verzegelde verpakkingseenheid als bedoeld in artikel 29, lid 2, Besluit EGC is afgeleverd en heeft de hennep of hasjiesj ook uitsluitend in die verzegelde verpakkingseenheid aanwezig. |
Tot 5 verpakkingen:
5 of meer verpakkingen:
|
Deze norm is enkel van toepassing ten aanzien van de aanwezige gereguleerde hennep en hasjiesj in de coffeeshop. Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht. |
||||||||||||||||
Overschrijden maximaal aantal hoeveelheid onverzegelde proefproducten Artikel 7, lid 2, Besluit EGC |
In afwijking van het eerste lid mag van elke soort hennep of hasjiesj die in de coffeeshop wordt verkocht, ten behoeve van de beoordeling door klanten maximaal 20 gram onverzegeld aanwezig zijn. In totaal mag de ten behoeve van de beoordeling door klanten in de coffeeshop onverzegeld aanwezige hennep en hasjiesj niet meer dan 150 gram hennep en hasjiesj per kalendermaand bedragen. |
|
Deze norm is enkel van toepassing ten aanzien van de aanwezige gereguleerde hennep en hasjiesj in de coffeeshop. Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, |
||||||||||||||||
|
deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht. |
||||||||||||||||||
Ongeoorloofd aanbrengen wijziging verpakkingseenheid Artikel 7, lid 3, Besluit EGC |
Onverminderd het eerste lid is het niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan de verpakkingseenheden of de informatie, bedoeld in artikel 29, lid 2, Besluit EGC met dien verstande dat de coffeeshophouder wel zijn handelsnaam en eventueel zijn contactgegevens op de verpakking mag aanbrengen, met inachtneming van de bij ministeriële regeling gestelde regels. |
|
Deze norm is enkel van toepassing ten aanzien van de aanwezige gereguleerde hennep en hasjiesj in de coffeeshop. Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht. |
10.5 Alcohol
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
||||||||
Alcohol schenken, verkopen en/of aanwezig hebben Artikel 8 Besluit EGC |
In een coffeeshop wordt geen alcohol geschonken of verkocht en is alcohol ook anderszins niet aanwezig. |
|
|
10.6 Affichering
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
||||||||||
Reclame maken voor coffeeshop Artikel 9, lid 1, Besluit EGC |
Een coffeeshophouder voert geen enkele vorm van affichering, anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit. |
|
Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht. |
10.7 Overlast
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
||||||||
Onvoldoende maatregelen ter voorkoming van overlast Artikel 10 Besluit EGC |
Een coffeeshophouder treft adequate maatregelen ter voorkoming of beperking van overlast, waaronder in ieder geval wordt begrepen parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, vervuiling en voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten. |
|
Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht. Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – indien nodig melding gemaakt aan politie/OM. |
10.8 Retourzending en vernietiging
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
|
Retourzending en vernietiging Artikel 10a Besluit EGC |
De coffeeshophouder zendt hennep of hasjiesj die hij niet voor de verkoop aan klanten aanhoudt, in de verzegelde verpakkingseenheid retour aan de aangewezen teler die de hennep of hasjiesj had geleverd. Op de retourzending is artikel 24, tweede tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de coffeeshophouder zorg draagt voor het vervoer naar de teler, bedoeld in het tweede lid, en desgevraagd inlichtingen moet kunnen verschaffen als bedoeld in het vijfde lid. De coffeeshophouder ontdoet zich van de hennep of hasjiesj die op grond van artikel 7, tweede lid, ten behoeve van de beoordeling door klanten onverzegeld in de coffeeshop aanwezig is maar niet langer voor dit doel wordt gebruikt, door retourzending aan de aangewezen teler of vernietiging daarvan waardoor de hennep of hasjiesj niet langer geschikt is voor consumptie. Ingeval van retourzending is de tweede volzin van het eerste lid van overeenkomstige toepassing. |
1e constatering: |
Waarschuwing |
Let op! De genoemde recidivetermijn in het handhavingsbeleid is niet van toepassing op de last onder dwangsom, deze blijft van kracht tot deze ambtshalve of op verzoek van de overtreder wordt opgeheven, de looptijd wordt opgeschort of wordt verminderd e.e.a. conform artikel 5.34 van de Algemene wet bestuursrecht. |
2e constatering: |
Opleggen last onder dwangsom met de volgende bedragen:
|
|||
3e constatering: |
Invorderen verbeurde dwangsom ad. € 2.500,- |
|||
4e constatering: |
Invorderen verbeurde dwangsom ad. € 5.000,- |
|||
5e constatering: |
Maatwerk |
10.9 Administratie
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
|
Niet voeren transparante administratie Artikel 11, lid 1, Besluit EGC |
Een coffeeshophouder voert een sluitende en transparante administratie waarmee wordt aangetoond dat in ieder geval wordt voldaan aan de in artikel 11, lid 1, Besluit EGC genoemde artikelen. (Zie extra toelichting op de volgende pagina.) |
1e constatering: |
Waarschuwing |
Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – altijd melding gemaakt aan politie/OM, tenzij sprake is van kennelijke fouten of vergissingen. |
2e constatering: |
3 mnd. sluiting |
|||
3e constatering |
6 mnd. sluiting |
|||
4e constatering |
Maatwerk |
|||
Administratie niet op eerste aanzegging tonen aan de toezichthouder Artikel 11, lid 2, Besluit EGC |
De administratie wordt onverminderd artikel 33 Besluit EGC (UID/track-and-tracesysteem) beschikbaar gehouden ten behoeve van de uitoefening van het toezicht en de handhaving. (Zie extra toelichting op de volgende pagina.) |
1e constatering: |
Waarschuwing |
Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – altijd melding gemaakt aan politie/OM, tenzij sprake is van kennelijke fouten of vergissingen. |
2e constatering: |
3 mnd. sluiting |
|||
3e constatering: |
6 mnd. sluiting + intrekken vergunning |
Extra toelichting bij controle op administratie |
||||||||||||||||||||||||||
Zoals hiervoor aangegeven dient een coffeeshophouder op grond van artikel 11, lid 1 en 2, Besluit EGC respectievelijk een sluitende en transparante administratie te voeren én deze – los van de UID en het track-and-tracesysteem, als genoemd in artikel 33 Besluit EGC – beschikbaar te houden ten behoeve van de uitoefening van het toezicht en de handhaving. Artikel 11, lid 1, Besluit EGC gelezen in samenhang met artikel 4, lid 1 en 2, artikel 5, lid 1, 2 en 3, artikel 6, lid 1, artikel 10a en artikel 12 Besluit EGC én artikel 11, lid 3, Besluit EGC gelezen in samenhang met artikel 14 Regeling EGC bepalen dat met de genoemde administratie in ieder geval wordt aangetoond dat (zie opsomming eerste kolom – de in grijs weergegeven normen zijn niet van toepassing tijdens de aanloopfase – ):
|
10.10 Nadere (lokale) regels
Omschrijving en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
Nadere (lokale) regels: De voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder is afgenomen van de aangewezen telers en in de coffeeshop wordt aangehouden voor de verkoop, bedraagt in totaal niet meer dan de hoeveelheid hennep of hasjiesj die de coffeeshop op weekbasis nodig heeft voor de verkoop aan klanten Artikel 12 Besluit EGC Artikel 5.1 Beleid aanloopfase EGC Tilburg (handelsvoorraad) Artikel 6 Beleid aanloopfase EGC Tilburg (eisen aan personeel) |
De burgemeester van een deelnemende gemeente kan met inachtneming van de artikelen 3 t/m 11 Besluit EGC, in het kader en voor de duur van de uitvoering van het experiment ten aanzien van coffeeshophouders nadere regels stellen over:
|
Zie de maatregelen bij: onderdeel 10.2: ‘Handelsvoorraad’ – Overschrijden maximale handelsvoorraad gereguleerde hennep en hasjiesj en onderdeel 10.3: Verkopend personeel heeft geen preventiecursus gevolgd |
Tijdens de aanloopfase zijn nadere (lokale) regels gesteld over:
|
10.11 UID en track-and-tracesysteem
Omschrijving overtreding en grondslag |
Norm |
Maatregel |
Toelichting |
||||||
Niet hanteren van een unieke identificatiemarkering (traceerbaarheid product in de gesloten keten) Artikel 33, lid 1 Besluit EGC |
De aangewezen telers en de coffeeshophouders voeren als onderdeel van hun bedrijfsadministratie een unieke identificatiemarkering (UID) waarmee de hennep of hasjiesj ten behoeve van de uitoefening van het toezicht en de handhaving kan worden gevolgd vanaf en gedurende een bij ministeriële regeling bepaald moment in het productieproces bij de aangewezen teler, het vervoer en vanaf de levering aan de coffeeshophouder tot en met de verkoop aan de klant. |
|
Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – indien er een indicatie is dat de geslotenheid van de keten is doorbroken melding gemaakt aan politie/OM. |
||||||
Niet gebruiken van het door overheidswege beschikbaar gestelde volgsysteem (track-and-tracesysteem) Artikel 33, lid 2, Besluit EGC |
De aangewezen telers en de coffeeshophouders maken ter uitvoering van het eerste lid, gebruik van het door Onze Ministers beschikbaar gestelde elektronische systeem (track-and-tracesysteem). |
|
|
Niet registreren van handelingen met hennep of hasjiesj in het elektronische systeem, met gebruikmaking van de unieke identificatiemarkering, op het moment en op de wijze en met de gegevens zoals voorgeschreven Artikel 33, lid 4 Besluit EGC juncto artikel 15 lid 2 en Bijlage IV, onderdeel B, Regeling EGC |
De coffeeshophouder voert vanaf de ontvangst van de eindproducten in zijn coffeeshop tot en met de verkoop door hem aan de klant de via het track-and-tracesysteem gegenereerde unieke identificatiemarkering op de wijze als beschreven in bijlage IV, onderdeel B en registreert bij het uitvoeren van de in die bijlage aangegeven handelingen de daarbij genoemde gegevens op de daarbij aangegeven wijze in het track-and-tracesysteem. |
1e constatering: |
waarschuwing |
De registratie bestaat uit het scannen van QR-codes. In Bijlage IV, onderdeel B, Regeling EGC is bepaald wat wanneer moet worden geregistreerd. Het coffeeshopnummer moet eenmalig worden geregistreerd. Vervolgens moet worden geregistreerd:
Coffeeshophouders moeten veelvuldig registratie(‘scan’)handelingen uitvoeren. Het is redelijk om een foutmarge te hanteren alvorens bij ontbrekende of onjuiste registraties over te gaan tot het opleggen van een maatregel. De omvang van de toegestane foutmarge is nog niet vast te stellen. De aanloopfase is bedoeld om te testen, ervaring op te doen en te leren. Een maatregel zal worden opgelegd indien het aantal ontbrekende of onjuiste registraties excessief is. Bij het overtreden van deze norm wordt – naast de genoemde maatregelen – indien er een indicatie is dat de geslotenheid van de keten is doorbroken melding gemaakt aan politie/OM. |
2e constatering: |
maatwerk |
Noot
1In artikel 3, onderdeel B, van de Opiumwet is het verbod opgenomen om een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel een middel aangewezen krachtens artikel 3a, lid 5 van die wet: te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren. Dit verbod geldt niet voor zover die handelingen worden verricht in het kader van de voorbereiding, uitvoering en afbouw van het experiment en in overeenstemming met de eisen die aan die handelingen bij of krachtens artikel 6 of 7 van de Wet EGC worden gesteld (artikel 3, lid 1, Wet EGC).
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl