Beleidsregel briefadres gemeente Vlissingen 2017

Geldend van 14-03-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 23-05-2017

Intitulé

Beleidsregel briefadres gemeente Vlissingen 2017

Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen;

overwegende

- dat het gewenst is om de Beleidsregel briefadres Vlissingen [2010] te actualiseren;

- dat een actuele beleidsregel nodig is voor de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan en om kwetsbare groepen zonder woonadres, te registreren op een briefadres;

gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen [Wet BRP], artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen [Besluit BRP], de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen [Regeling BRP], artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, de circulaire briefadres van de minister van BZK van 18 oktober 2016, kenmerk 2016-0000656211 en het Protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing [NVVB-2016];

besluiten:

a. de Beleidsregel briefadres Vlissingen in te trekken;

b. de Beleidsregel briefadres gemeente Vlissingen 2017 vast te stellen.

De tekst van de Beleidsregel briefadres gemeente Vlissingen 2017 luidt:

Artikel 1 begrippen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen [artikel 1.1, onder p, Wet BRP] en waar, indien het post van de overheid betreft, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken [artikel 2.45, lid 3 Wet BRP];

  • b.

    woonadres; het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder o, Wet BRP.

  • c.

    briefadresgever: de ingezetene in de Basisregistratie Personen of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden [artikel 1.1, onder r Wet BRP];

  • d.

    briefadreshouder: de ingezetene in de Basisregistratie Personen die een briefadres houdt

  • e.

    gezinshuishouden:

    • 1.

      twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind[eren];

    • 2.

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind[eren];

    • 3.

      een alleenstaande ouder met kind[eren].

Artikel 2 redenen briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee-derde van de tijd;

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip onder Nederlandse vlag dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen;

    • g.

      langdurig vermiste persoon;

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang [blijf-van-mijn-lijfhuizen];

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is.

Artikel 3 voorwaarden

  • 1.

    De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • 2.

    De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen.

  • 3.

    Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

    • d.

      een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1.

  • 5.

    De briefadresgever kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan eengezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven een briefadres te houden.

  • 6.

    Bij afzonderlijk uitvoeringsbesluit kunnen andere rechtspersonen in de rol van hulpverleners, zorgaanbieders of opvanginstellingen, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 onder a., lid 2. en lid 3. bevoegd verklaard op te treden als briefadresgever. In het uitvoeringsbesluit per rechtspersoon wordt het maximum aantal genoemd van te verlenen briefadressen.

Artikel 4 volledige aangifte

  • 1.

    De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3, zijn ingeleverd.

  • 2.

    Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen drie weken het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4.

    Indien de aangifte niet binnen drie weken na aangifte, aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

Artikel 5 weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft, anders dan bedoeld in artikel 2, lid 2, 3 en 4;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft.

  • c.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip onder Nederlandse vlag dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend;

  • f.

    het briefadres geen bestaand adres betreft;

  • g.

    het briefadres een postbus is;

  • h.

    er niemand volgens het BRP staat geregistreerd op het adres;

  • i.

    de aangever al eerder een briefadres heeft gekregen.

Artikel 6 termijn briefadres

  • 1.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder b., mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal drie maanden.

  • 2.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder d. en e. mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3.

    Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in lid 1. en 2 van dit artikel geen woonadres heeft gekozen, wordt door de aangever een gemotiveerd verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 4.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder a., lid 2 en lid 3 mag, bij verblijf in een tehuis op opvangvoorziening, het briefadres worden gekozen op voordracht van het hoofd of van de directie van de betreffende rechtspersoon voor de duur die het hoofd of de directie noodzakelijk oordeelt.

  • 5.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder a. mag, indien de aangever een zwervend bestaan leidt, het briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal 1 jaar. Het bepaalde in lid 3. is van overeenkomstige toepassing.

  • 6.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 mag een briefadres worden gekozen voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 7.

    De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5.

  • 8.

    Onverminderd hetgeen is bepaald in de leden 1. tot en met 4. van dit artikel, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 7 hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze beleidsregel zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze beleidsregel.

Artikel 8 inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van de publicatie op Overheid.nl.

Artikel 9 citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel briefadres gemeente Vlissingen 2017.

Aldus vastgesteld op 16 mei 2017

Burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris,

mr. drs. ing. M. van Vliet

de burgemeester,

drs. A.R.B. van den Tillaar

Ondertekening