Uitvoeringsbesluit krachtens de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024

Geldend van 16-03-2024 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit krachtens de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

overwegende, dat;

op 27 februari 2024 de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024 is vastgesteld;

het college in deze verordening bevoegd is verklaard tot het stellen van uitvoeringsregels;

het in belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën van afvalstoffen wenselijk is van deze bevoegdheid gebruik te maken om nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de inzameldienst en andere inzamelaars;

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024;

besluit vast te stellen het:

Uitvoeringsbesluit krachtens de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden;

  • c.

    inzameldienst: Area Reiniging N.V. aangewezen krachtens artikel 3, lid 1 van de verordening;

  • d.

    inzamelaar: een andere door het college krachtens artikel 4, lid 1, sub a van de verordening aangewezen instantie of organisatie om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen;

  • e.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak of minicontainer, ten behoeve van één huishouden;

  • f.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd bewaarmiddel of beste bewaarplaats, bijvoorbeeld een (bovengrondse of ondergrondse) verzamelcontainer, een collectieve containerruimte (inpandig dan wel op eigen perceel) of milieustraat, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • g.

    zelfstandige wooneenheid: een woning met een eigen toegangsdeur die de bewoner van binnen en van buiten op slot kan doen; In de woning moeten in elk geval aanwezig zijn:

    • een woon(slaap)kamer;

    • een eigen keuken met aanrecht, aan- en afvoer van water en een aansluitpunt voor een kooktoestel; en

    • een toilet met waterspoeling.

  • h.

    grondgebonden woning: een perceel met een voor- en/of achtertuin en/of achterom geschikt voor individuele inzamelmiddelen.

  • i.

    bovenwoningen: woningen gelegen op de eerste verdieping met een ingang op straatniveau die toegang geeft tot maximaal tien zelfstandige wooneenheden op deze verdieping in totaal;

  • j.

    hoogbouw: een woningbouwcomplex met een of meerdere centrale ingangen die toegang bieden tot meer dan 10 zelfstandige wooneenheden gelegen op de eerste of hogere verdiepingen in totaal;

  • k.

    recreatiewoning: een perceel waar geen milieubelastende activiteit in de zin van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) plaatsvindt, die niet permanent bewoond mag worden en een recreatieve doelstelling dient.

  • l.

    milieupas: een aan elk perceel in de gemeente Coevorden, waar huishoudelijke afvalstoffen vrijkomen, verstrekte pas die de bewoners van het perceel in staat stelt gebruik te maken van de milieustraten in de gemeente en de verzamelcontainers in de openbare ruimte. De milieupas is gebonden aan het perceel en niet aan de bewoners ervan.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van dit uitvoeringsbesluit is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

§ 2. Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Als inzameldienst op grond van artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt Area Reiniging N.V. aangewezen.

  • 2. Naast de inzameldienst Area Reiniging N.V. zijn de door de Area Reiniging N.V. via aanbesteding verkregen onderaannemers belast met de afzonderlijke inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Als inzamelaar op grond van artikel 4, eerste lid, onder a, van de verordening zijn aangewezen:

    • a.

      voor inzameling van huishoudelijk textiel middels verzamelcontainers, geregeld in een contractuele verbintenis, stichting Sympany;

    • b.

      voor inzameling van huishoudelijk textiel middels huis-aan-huisinzameling, geregeld in een aanwijsbesluit, maximaal twaalf inzamelende instellingen per jaar;

    • c.

      plaatselijke verenigingen die, middels een aanwijsbesluit een vergunning hebben gekregen voor het inzamelen van huishoudelijk oud papier en karton en de hiervoor beschikbaar gestelde middelen en onderaannemer van Area Reiniging N.V. gebruiken;

    • d.

      de gemeente voor de lediging van openbare prullenbakken.

Artikel 4. Aanwijzing van de milieustraten

Op grond van artikel 5 van de Verordening worden de volgende twee milieustraten aangewezen als inzamelplaatsen:

  • Milieustraat Zweeloo aan de Kieveen 4 7851 AN te Zweeloo.

  • Milieustraat Fort Verlaat aan de Morseweg 2 7741 KZ te Coevorden.

Artikel 5. Afzonderlijke inzameling

Op grond van artikel 7, eerste lid, van de verordening worden de volgende omschrijvingen vastgesteld van afvalstoffen die onderdeel uitmaken van de bestanddelen van huishoudelijk afval die gescheiden worden ingezameld:

  • 1.

    groente-, fruit- en tuinafval (GFT): dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, zoals schillen en resten van groenten, fruit en aardappelen, etensresten, kaaskorsten, vlees- en visresten (inclusief graten, schelpen en botjes), pinda- en notendoppen, eierschalen, koffiedrab, plantaardige olie, gestold vet, (kamer)planten, onkruid, gemaaid gras, bladeren en klein snoeiafval;

  • 2.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog, schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang vinyl en doorslagpapier;

  • 3.

    metalen: metaal of metalen onderdelen niet zijnde elektrische en elektronische apparatuur;

  • 4.

    harde kunststoffen: plastic tuinmeubelen, emmers, plastic speelgoed en overige harde kunststof materialen, niet zijnde kunststof verpakkingsafval en niet vervuild met stof, hout, ijzer, etc.;

  • 5.

    verpakkingsglas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen en potten, gebroken glazen servies en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, ovenschalen, nagellakflesjes, stenen kruiken, glazen vaas, aardewerk bloempot, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken;

  • 6.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon en droog zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • 7.

    klein chemisch afval (KCA): huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst in het vigerende Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP) van de Rijksoverheid, waaronder batterijen, spaarlampen/energiezuinige lampen, TL-buizen, vloeibare gootsteenontstopper, lampenolie, petroleum en bestrijdingsmiddelen/insecticiden;

  • 8.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Koel- en vrieskasten moeten ontgrendeld en leeg zijn en van binnen en buiten schoon;

  • 9.

    fijn restafval: al het huishoudelijk afval dat overblijft na scheiding in de andere bestanddelen van het huishoudelijk afval die gescheiden worden ingezameld en qua omvang kunnen worden aangeboden in een afgesloten vuilniszak van 50 liter;

  • 10.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout, kerstbomen etc., met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

  • 11.

    asbest en asbesthoudend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt;

  • 12.

    kadavers van kleine gezelschapsdieren;

  • 13.

    piepschuim/EPS: wit piepschuim afval, ook wel EPS, tempex of hardschuim genoemd, dat wordt gebruikt ter bescherming van goederen tijdens transport of als bouwmateriaal;

  • 14.

    autobanden: schone banden van motoren, personenauto’s, vrachtvoertuigen, tractoren en shovels, met en zonder velgen;

  • 15.

    vlakglas: een verzamelnaam voor meerdere soorten glas met een grote omvang, niet zijnde verpakkingsglas, te weten: blank float, draadglas, figuurglas, gecoat glas, gekleurd enkel glas en isolatieglas, dat niet verontreinigd is met hout, aluminium of kunststof restanten;

  • 16.

    vloerbedekking: restanten of afgedankte vloerbedekking of vloerkleden;

  • 17.

    matrassen: matrassen dienen droog te worden aangeboden;

  • 18.

    niet-verduurzaamd houtafval: schoon en geverfd/gelakt houtafval, met uitzondering van verduurzaamd hout, dat niet verontreinigd is met andere materialen;

  • 19.

    verduurzaamd hout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • 20.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, sloophout en isolatiematerialen;

  • 21.

    gips: afval dat gips bevat afkomstig uit bouw- en sloopprojecten zoals gips beton en gipsplaten;

  • 22.

    grond: grond niet visueel verontreinigd door bijvoorbeeld bijmengen met puin, (bak)steen, kool, gas, hout, ijzer, olie of asbest en niet verontreinigd of niet blijkens onderzoek afkomstig van een verontreinigde locatie;

  • 23.

    dakleer: dakbedekkingsmaterialen bestaande uit beplatingsmateriaal van hout of kunststof, voorzien van een laag koolteer of bitumen, inclusief dakgrind waaraan zich teer of bitumen bevindt;

  • 24.

    puin; puin, grind en steenachtige materialen;

  • 25.

    grof restafval: al het huishoudelijk afval dat niet tot een van de andere bestanddelen van het huishoudelijk afval behoort die gescheiden worden ingezameld en qua omvang of gewicht niet kan worden aangeboden in een afgesloten vuilniszak van 50 liter;

  • 26.

    PMD: plastic verpakkingsafval van huishoudens, inclusief drankkartons, blik en metalen verpakkingen.

Artikel 6. Frequentie van inzameling

Op grond van artikel 7, eerste lid van de verordening worden de volgende frequenties vastgesteld voor die bestanddelen van het huishoudelijk afval die, voor een deel van de huishoudens, bij elk perceel worden ingezameld:

  • 1.

    fijn restafval:

    • a.

      fijn huishoudelijk restafval wordt eenmaal per 4 weken bij elk perceel dat is aan te merken als grondgebonden woning, bovenwoning of als recreatiewoning huis-aan-huis ingezameld;

    • b.

      fijn huishoudelijk restafval wordt eenmaal per week nabij elk perceel dat is aan te merken als woning in een hoogbouwcomplex ingezameld middels een ondergrondse verzamelcontainer.

  • 2.

    GFT-afval:

    • a.

      GFT-afval wordt eenmaal per 2 weken bij elk perceel dat is aan te merken als grondgebonden woning of als bovenwoning huis-aan-huis ingezameld;

    • b.

      GFT-afval wordt eenmaal per 4 weken bij elk perceel dat is aan te merken als recreatiewoning huis-aan-huis ingezameld;

    • c.

      GFT-afval wordt eenmaal per week bij elk perceel dat is aan te merken als woning van een hoogbouwcomplex middels een GFE-zuil (verzamelcontainer) ingezameld na plaatsing van deze inzamelvoorziening. Tot die tijd wordt het GFT-afval middels één à twee minicontainers per complex tweewekelijks ingezameld.

  • 3.

    PMD-afval:

    • a.

      PMD-afval wordt eenmaal per 2 weken bij elk perceel dat is aan te merken als grondgebonden woning of als bovenwoning huis-aan-huis ingezameld;

    • b.

      PMD-afval wordt eenmaal per 3 weken bij elk perceel dat is aan te merken als recreatiewoning huis-aan-huis ingezameld;

    • c.

      PMD-afval wordt eenmaal per week bij elk perceel dat is aan te merken als woning van een hoogbouwcomplex middels een ondergrondse verzamelcontainer ingezameld na plaatsing van deze inzamelvoorziening. Tot die tijd wordt het PMD-afval middels losse zakken tweewekelijks ingezameld.

  • 4.

    Recreatiewoningen die zijn of worden aangesloten op ondergrondse inzamelvoorzieningen en GFE-zuilen kunnen rekening houden met de wekelijkse inzamelfrequenties.

  • 5.

    De grondgebonden woningen en bovenwoningen in de binnenstad van Coevorden worden aangewezen op ondergrondse verzamelcontainers en GFE-zuilen na plaatsing van deze inzamelvoorzieningen en kunnen daarom vanaf dat moment rekening houden met de wekelijkse inzamelfrequenties. Enkele straten/gebieden met grotere percelen zijn uitgezonderd van de ondergrondse inzameling. Hier wordt gecontinueerd met de inzameling middels minicontainers met bijbehorende inzamelfrequenties.

  • 6.

    Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

  • 7.

    Grof tuinafval en grof huisvuil worden op afspraak en tegen betaling op de eerste woensdag van de maand van huis gehaald.

  • 8.

    De overige huishoudelijke afvalstoffen, inclusief grof tuinafval en grof huisvuil, kunnen door de gebruikers van alle percelen in de gemeente gescheiden worden aangeboden op de milieustraten aangewezen in artikel 4.

Artikel 7. Aanwijzing inzamelmiddelen en -voorzieningen

Op grond van artikel 10, eerste lid en artikel 7, tweede en zesde lid van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen aan gebruikers van bepaalde percelen voor het aanbieden en door de inzameldienst inzamelen van:

  • 1.

    fijn restafval:

    • a.

      fijn huishoudelijk restafval van grondgebonden woningen en bovenwoningen wordt met behulp van de grijze minicontainer van 240 liter ingezameld;

    • b.

      fijn huishoudelijk restafval van recreatiewoningen wordt, afhankelijk van de situatie, met behulp van de grijze minicontainer van 240 liter of een collectieve ondergrondse verzamelcontainer ingezameld;

    • c.

      fijn huishoudelijk restafval van woningen van een hoogbouwcomplex wordt met behulp van collectieve ondergrondse verzamelcontainers ingezameld;

    • d.

      fijn huishoudelijk restafval van grondgebonden woningen en bovenwoningen in de binnenstad van Coevorden wordt met behulp van collectieve ondergrondse verzamelcontainers ingezameld na plaatsing van deze inzamelvoorzieningen. Tot die tijd verloopt de inzameling middels minicontainers;

    • e.

      Het college kan met oog op doelmatig afvalbeheer in overleg met belanghebbende(n) besluiten af te wijken van eerdergenoemde aanwijzingen.

  • 2.

    GFT-afval:

    • a.

      GFT-afval van grondgebonden woningen en bovenwoningen wordt met behulp van de groene minicontainer van 240 liter ingezameld;

    • b.

      GFT-afval van recreatiewoningen wordt, afhankelijk van de situatie, met behulp van de groene minicontainer van 240 liter of een collectieve GFE-zuil ingezameld;

    • c.

      GFT-afval van woningen van een hoogbouwcomplex wordt met behulp van collectieve GFE-zuilen ingezameld na plaatsing van deze inzamelvoorzieningen. Tot die tijd verloopt de inzameling middels één à twee GFT-minicontainers per hoogbouwcomplex;

    • d.

      GFT-afval van grondgebonden woningen en bovenwoningen in de binnenstad van Coevorden wordt met behulp van collectieve GFE-zuilen ingezameld na plaatsing van deze inzamelvoorzieningen. Tot die tijd verloopt de inzameling middels minicontainers;

    • e.

      Het college kan met oog op doelmatig afvalbeheer in overleg met belanghebbende(n) besluiten af te wijken van eerdergenoemde aanwijzingen.

  • 3.

    PMD-afval:

    • a.

      PMD-afval van grondgebonden woningen en bovenwoningen wordt met behulp van de minicontainer met oranje of lichtgrijze deksel, welke in het laatstgenoemde geval is voorzien van een PMD-sticker, van 240 liter ingezameld;

    • b.

      PMD-afval van recreatiewoningen wordt, afhankelijk van de situatie, met behulp van de minicontainer met oranje of lichtgrijze deksel, welke in het laatstgenoemde geval is voorzien van een PMD-sticker, van 240 liter of een collectieve ondergrondse verzamelcontainer ingezameld;

    • c.

      PMD-afval van woningen van een hoogbouwcomplex wordt met behulp van collectieve ondergrondse verzamelcontainers ingezameld na plaatsing van deze inzamelvoorzieningen. Tot die tijd verloopt de inzameling middels losse zakken;

    • d.

      PMD-afval van grondgebonden woningen en bovenwoningen in de binnenstad van Coevorden wordt met behulp van collectieve ondergrondse verzamelcontainers ingezameld na plaatsing van deze inzamelvoorzieningen. Tot die tijd verloopt de inzameling middels minicontainers;

    • e.

      Het college kan met oog op doelmatig afvalbeheer in overleg met belanghebbende(n) besluiten af te wijken van eerdergenoemde aanwijzingen.

  • 4.

    medisch afval en luiers:

    • a.

      Bij ontstaan van (overmatig) extra restafval vanwege medische gronden en/of kinderen in luiers kan bij de gemeente een tweede restafvalcontainer worden aangevraagd die tegen een lager tarief wordt uitgeleverd, zoals is vastgelegd in artikel 10 van de Verordening Afvalstoffenheffing 2024. Hiervoor dient een medische indicatie te worden afgegeven of een soortgelijk bewijs waarmee kan worden aangetoond dat (overmatig) extra restafval op het betreffende perceel vrijkomt. Voor vrijkomend luiermateriaal geldt dat inwoners een extra restafvalcontainer tegen een lager tarief kunnen aanvragen wanneer een gezin bestaat uit twee of meer kinderen tot en met 5 jaar. Aanvragen kunnen worden gestuurd naar info@coevorden.nl;

    • b.

      De bepalingen van artikel 10 van de Verordening Afvalstoffenheffing 2024 gelden in dit geval;

    • c.

      Na plaatsing van verzamelluiercontainers op wijkniveau vervalt de mogelijkheid om tegen een gereduceerd tarief een tweede restafvalcontainer te verkrijgen ten behoeve van luiermateriaal. De verzamelcontainers worden in de loop van 2024 geplaatst. Op aanvraag kan met de milieupas toegang worden verkregen tot de verzamelcontainer. Toegang wordt verleend aan een gezin bestaande uit twee of meer kinderen tot en met 5 jaar. Aanvragen kunnen worden gestuurd naar info@coevorden.nl.

  • 5.

    huishoudelijk OPK wordt ingezameld op drie manieren:

    • a.

      met behulp van collectieve ondergrondse verzamelcontainers;

    • b.

      huis-aan-huis door vrijwilligers van verenigingen die middels een aanwijzingsbesluit een vergunning hebben verkregen voor huishoudelijke OPK-inzameling;

    • c.

      via tijdelijke brengcontainers die door vrijwilligers van verenigingen die middels een aanwijzingsbesluit een vergunning hebben voor huishoudelijke OPK-inzameling worden beheerd.

  • 6.

    huishoudelijk textiel wordt ingezameld op twee manieren:

    • a.

      met behulp van collectieve boven- en ondergrondse verzamelcontainers;

    • b.

      huis-aan-huis door verenigingen die middels een aanwijzingsbesluit een vergunning hebben verkregen voor huishoudelijke textielinzameling.

  • 7.

    huishoudelijk verpakkingsglas wordt met behulp van collectieve boven- en ondergrondse verzamelcontainers ingezameld.

  • 8.

    de voornoemde afvalstromen kunnen, met uitzondering van GFT-afval, tezamen met de andere huishoudelijke afvalstoffen zoals beschreven in artikel 7, tweede lid, van de verordening worden aangeboden op de milieustraten, zoals vastgelegd in artikel 4 van het uitvoeringsbesluit.

Artikel 8. Gebruik en beheer van inzamelmiddelen en -voorzieningen

Krachtens artikel 10, eerste lid van de verordening gelden de volgende regels voor het gebruik en beheer van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen:

  • 1.

    milieupassen:

    • a.

      het beheer van de milieupassen berust bij de inzameldienst;

    • b.

      de inzameldienst verstrekt voor ieder perceel een milieupas;

    • c.

      de milieupas behoort bij het perceel en staat niet op naam van de gebruikers dan wel de eigenaar van het perceel. De milieupas dient bij verhuizing in het perceel te worden achtergelaten;

    • d.

      de gebruiker van het perceel is verantwoordelijk voor de in bruikleen ontvangen milieupas als ware het zijn eigendom;

    • e.

      de milieupas mag uitsluitend worden gebruikt voor het aanbieden dan wel het ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen uit het perceel waarvoor de afvalpas is verstrekt;

    • f.

      bij verlies, diefstal of defect aan de milieupas kan de gebruiker van het perceel een nieuwe milieupas aanvragen bij de inzameldienst, waarna de oude milieupas wordt geblokkeerd voor verder gebruik.

  • 2.

    minicontainers:

    • a.

      het beheer van de minicontainers die in bruikleen zijn verstrekt, berust bij de inzameldienst;

    • b.

      voor de inzameling van GFT-afval wordt een minicontainer verstrekt van 240 liter (groen of antraciet met een groen deksel);

    • c.

      voor de inzameling van PMD-afval wordt een minicontainer verstrekt van 240 liter (antraciet met oranje deksel of antraciet met een PMD-sticker);

    • d.

      voor de inzameling van restafval wordt een minicontainer verstrekt van 240 liter (grijs);

    • e.

      de inzamelmiddelen mogen enkel voor die bestanddelen van huishoudelijk afval worden gebruikt waarvoor ze zijn bestemd conform artikel 5;

    • f.

      het is verboden om de volgende voorwerpen en stoffen in de minicontainers te deponeren:

      • Brandende of gloeiende voorwerpen;

      • Vloeibare stoffen;

      • Agressieve, giftige of explosieve stoffen (waaronder accu’s en batterijen);

      • Dode dieren;

      • Omvangrijke en/of zware voorwerpen die schade aan de ophaalwagen en/of het ophaalpersoneel kunnen veroorzaken c.q. toebrengen;

    • g.

      de inzameldienst is bevoegd om de inzamelmiddelen te voorzien van een chip en/of sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam en/of een huisnummer;

    • h.

      de door de inzameldienst verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning en dienen bij verhuizing door de gebruiker van het perceel in originele staat en schoon te worden achtergelaten;

    • i.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot de inzameldienst te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een defect inzamelmiddel wordt aangetroffen, bij verdwijning, bij vermissing of bij beschadiging van een inzamelmiddel. Bij vermissing of diefstal van een door de inzameldienst verstrekte minicontainer dient de houder tevens hier aangifte van te doen bij de politie en een exemplaar van het aangiftebewijs over te leggen aan de inzameldienst, waarna een andere minicontainer wordt verstrekt;

    • j.

      de gebruiker van het perceel is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als waren deze zijn eigendom, behoudens normale slijtage;

    • k.

      de gebruiker van het perceel is verplicht de inzamelmiddelen zodanig te gebruiken en te onderhouden dat deze geen overlast voor derden veroorzaken;

    • l.

      de inzamelmiddelen mogen alleen worden gereinigd met water en eventueel een kleine hoeveelheid groene zeep.

  • 3.

    (ondergrondse) verzamelcontainers – algemeen:

    • a.

      het beheer van de (ondergrondse) verzamelcontainers berust bij de inzameldienst;

    • b.

      de gebruiker van de (ondergrondse) verzamelcontainers is verplicht deze zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken;

    • c.

      een perceelsgebonden milieupas is vereist om toegang te krijgen tot de (ondergrondse) verzamelcontainers, exclusief bovengrondse glas- en textielcontainers en ondergrondse glascontainers;

    • d.

      de milieupas is voorzien van een elektronische chip die de volgende gegevens registreert:

  • straatnaam, huisnummer, postcode en plaats.

  • 4.

    (ondergrondse) verzamelcontainers voor herbruikbare fracties:

    • a.

      het is verboden andere afvalstoffen dan welke in artikel 5 zijn bepaald in de betreffende verzamelcontainers te deponeren. In geval de aangetroffen fractie in de verzamelcontainers voor herbruikbare bestanddelen van het huishoudelijk afval te vervuild is, zal deze als restafval worden aangemerkt door de inzameldienst.

Artikel 9. Wijze en plaats van aanbieden

Krachtens artikel 10, eerste lid van de verordening gelden de volgende regels ten aanzien van de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

  • 1.

    minicontainers:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers dient ordelijk te gescheiden door plaatsing van het inzamelmiddel op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg. Daarbij dienen voetgangers en overige verkeer niet te worden gehinderd of in de doorgang te worden belemmerd en gevaar of schade dient te worden voorkomen. Aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

    • b.

      in afstemming met belanghebbenden kan uit oogpunt van dienstverlening aan de eigen weg worden ingezameld en worden afgeweken van inzameling aan de openbare weg;

    • c.

      een minicontainer dient te worden aangeboden met de handvatten naar de van de weg afgekeerde zijde. De zijdelingse afstand tot andere minicontainers dient minimaal 30 centimeter te bedragen;

    • d.

      daar waar er verzamelplaatsen zijn aangewezen, dient het inzamelmiddel op deze (gemarkeerde) plaatsen te worden aangeboden. Deze verzamelplaatsen kunnen indien nodig worden gemarkeerd op een nader door het college te bepalen wijze;

    • e.

      inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn;

    • f.

      uit de inzamelmiddelen mag geen huishoudelijk afval steken;

    • g.

      het is verboden om afvalstoffen naast de inzamelmiddelen te plaatsen;

    • h.

      afvalstoffen die ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen direct door de aanbieder uit de container te worden verwijderd;

    • i.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van een ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 80 kilogram;

    • j.

      indien de inzameling om welke reden dan ook niet heeft plaatsgevonden, dienen de aangeboden afvalstoffen vóór het einde van de inzameldag weer op het eigen perceel te worden geplaatst.

  • 2.

    (ondergrondse) verzamelcontainers:

    • a.

      het gebruik van een verzamelcontainer moet plaatsvinden conform de gebruiksinstructie op de container;

    • b.

      huishoudelijke afvalstoffen dienen in een goed gesloten zak in de inzamelvoorziening te worden gedeponeerd;

    • c.

      bij het aanbieden van afval in een verzamelcontainer mag geen verklemming van de inwerptrommel ontstaan door het inwerpen van te veel afval of te grote objecten;

    • d.

      de inzamelvoorziening dient na gebruik goed te worden afgesloten;

    • e.

      uit de inzamelvoorziening mag geen huishoudelijk afval steken;

    • f.

      het is verboden afvalstoffen naast de inzamelvoorziening te plaatsen;

    • g.

      de huishoudelijke afvalstoffen dienen op een zodanige wijze in de inzamelvoorziening te worden aangeboden dat dit geen aanleiding kan geven tot verwonding van derden of tot beschadiging van de inzamelvoorziening.

    • h.

      de plaats van nabije ondergrondse inzamelvoorzieningen is opgenomen in de Area Afval app;

    • i.

      bij nieuwe hoogbouw dient de projectontwikkelaar bij de vergunningsaanvraag een plek te presenteren voor de plaatsing van inzamelvoorzieningen voor restafval, PMD en GFE en dit met Area Reiniging N.V. af te stemmen. Bij plaatsing van boven- of ondergrondse inzamelmiddelen worden de inzamelvoorzieningen van rechtswege eigendom van de gemeente.

  • 3.

    milieustraten:

    • a.

      de openingstijden van de milieustraten zijn aangegeven op de websites van Area Reiniging N.V. en de gemeente Coevorden en bij de toegangspoorten;

    • b.

      alleen met een milieupas en geldig legitimatiebewijs is toegang tot de milieustraten mogelijk;

    • c.

      op de milieustraten kunnen alle huishoudelijke afvalstoffen vermeld in artikel 5 gescheiden worden aangeboden met uitzondering van GFT-afval en fijn restafval.

    • d.

      de aanbieder dient de afvalstoffen zo goed mogelijk gescheiden aan te bieden op de milieustraten en deze in de daarvoor bestemde afvalcontainers te deponeren of bij de daarvoor bestemde plekken achter te laten;

    • e.

      asbest dient op de werkplek dubbel en luchtdicht te worden verpakt in speciale asbestzakken of gelijkwaardig plastic folie (doorzichtig plastic van minimaal 0,2 mm dikte). De zakken en folie dienen te zijn dichtgeplakt en moeten voorzien zijn van stickers met als opdruk ‘voorzichtig bevat asbest’;

    • f.

      alle aanwijzingen van de medewerkers op de milieustraten dienen stipt te worden opgevolgd. De beheerder van de betreffende milieustraat mag een ieder de toegang tot het terrein ontzeggen.

  • 4.

    oud papier en karton:

    • a.

      oud papier en karton mag zonder inzamelmiddel worden aangeboden op de plaats waar ook de minicontainer wordt aangeboden, ofwel aan de kant van de weg, bij huis-aan-huis inzameling door plaatselijke verenigingen;

    • b.

      het oud papier en karton dat zonder inzamelmiddel ter inzameling wordt aangeboden, dient te worden aangeboden in:

      • dichte kartonnen dozen of;

      • gebundelde en goed met touw dichtgeknoopte pakketten;

    • zodanig dat het niet kan verwaaien;

    • c.

      oud papier en karton kan in de brengcontainers worden gedeponeerd die worden beheerd door plaatselijke verenigingen;

    • d.

      oud papier en karton kan worden aangeboden bij ondergrondse verzamelcontainers, waarbij in acht moet worden genomen dat de inwerptrommel dicht moet kunnen en geen oud papier mag uitsteken.

  • 5.

    textiel:

    • a.

      textiel dient ter inzameling in een goed afgesloten zak te worden aangeboden aan de huis-aan-huis inzamelende instellingen of in de hiervoor bestemde verzamelcontainers.

  • 6.

    verpakkingsglas:

    • a.

      verpakkingsglas, zoals gedefinieerd in artikel 5, vijfde lid, dient gescheiden op kleur (wit, groen en bruin) in de daarvoor bestemde glascontainers te worden gedeponeerd.

  • 7.

    KCA:

    • a.

      het KCA mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij de milieustraten van de inzameldienst;

    • b.

      het KCA dient daarbij goed van elkaar gescheiden te zijn;

    • c.

      het KCA dient in goed gesloten, bij voorkeur de originele, verpakking te worden aangeboden. Op ieder pakket moet de inhoud duidelijk staan vermeld.

  • 8.

    grof restafval en grof tuinafval:

    • a.

      grof restafval en grof tuinafval kunnen op de milieustraten gescheiden worden afgegeven;

    • b.

      deze stromen kunnen ook zonder inzamelmiddel, maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden om op afroep bij het perceel te worden opgehaald;

    • c.

      voor het laten ophalen van grof restafval en grof tuinafval dient een telefonische of digitale afspraak te worden gemaakt met de inzameldienst tegen het tarief dat is opgenomen in de verordening Afvalstoffenheffing;

    • d.

      grof restafval mag geen zand, steenachtig materiaal, aarde, chemisch afval, asbest, gipsplaten, autobanden en vlakglas bevatten;

    • e.

      voor de overdracht aan de inzameldienst en de aangewezen inzamelaars gelden de aanbiedregels zoals die op de website van de inzameldienst zijn gepubliceerd bij het maken van een afspraak voor de ophaalservice. Deze aanbiedregels worden beschouwd als zijnde integraal deel uitmakend van dit uitvoeringsbesluit.

Artikel 10. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Op grond van artikel 9 van de verordening gelden de volgende dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden en overdragen van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst en aangewezen inzamelaars:

  • 1.

    Inzamelmiddelen mogen vanaf 21.30 uur op de dag voorafgaand aan de inzameldag zoals aangegeven op de jaarlijks uitgegeven afvalkalender, te raadplegen op www.area-afval.nl/voor-bewoners/afvalkalender/digitale-afvalkalender, of in de Area Afval app, maar uiterlijk 07.00 uur op de dag van inzameling worden aangeboden;

  • 2.

    In verband met geluidshinder mag tussen 23.00 uur en 07.00 uur geen afval in inzamelvoorzieningen worden gedeponeerd;

  • 3.

    Oud papier en karton dienen op de dag van inzameling vanaf 08.00 uur te worden aangeboden;

  • 4.

    Inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst doch uiterlijk aan het einde van de vastgestelde inzameldag van de weg zijn verwijderd;

  • 5.

    Huishoudelijk afval kan gescheiden worden afgegeven op de milieustraten, aangewezen in artikel 4, op de dagen en tijden die op www.area-afval.nl en www.coevorden.nl staan vermeld. Op werkdagen is dit van 13.00 uur tot 16.00 uur en op zaterdag van 0.900 uur tot 12.00 uur;

  • 6.

    Grof restafval en grof tuinafval worden op afroep per perceel ingezameld. Deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken.

Artikel 11. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. De inzameldienst kan op grond van artikel 10 van de verordening de inzameling staken als de inzamelmiddelen en -voorzieningen niet op een veilige en/of toegankelijke wijze bereikt kan worden.

  • 2. De betrokken percelen worden door de inzameldienst in voorkomende gevallen hierover nader geïnformeerd.

  • 3. Bij extreme weersomstandigheden, calamiteiten of andere situaties van overmacht kunnen de inzameldagen en aanbiedtijden zoals bedoeld in artikel 9, eerste, tweede en derde lid, of de openingstijden van de milieustraten zoals bedoeld in artikel 9, vijfde lid, worden aangepast. Dit wordt via de gebruikelijke mediakanalen van de inzameldienst en de gemeente gecommuniceerd.

  • 4. Artikel 8, tweede lid, onder g is van toepassing.

§ 3. Bedrijfsafvalstoffen

Artikel 12. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Op grond van artikel 12 van de verordening is het verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden of over te dragen.

Artikel 13. Ter inzameling achterlaten van bedrijfsafvalstoffen op de inzamelplaats

Op grond van artikel 12 van de verordening is het verboden bedrijfsafvalstoffen achter te laten bij een inzamelplaats.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag na bekendmaking;

  • 2. Het verzameluitvoeringsbesluit krachtens de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2005 wordt bij inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit ingetrokken;

  • 3. Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit krachtens de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Coevorden op 5 maart 2024.

de secretaris

K.M. Cornelissen

de burgemeester

R. Bergsma

Toelichting Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024

Deze toelichting is een handleiding voor het gebruik van het model. Het gaat dus niet om een toelichting die tegelijk met het besluit vastgesteld en gepubliceerd wordt. In de artikelsgewijze toelichting worden alleen de artikelen genoemd die toelichting behoeven.

Algemeen

Het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden, hierna uitvoeringsbesluit genoemd, geeft nadere invulling aan de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden, hierna verordening genoemd.

In het uitvoeringsbesluit is geregeld hoe de inzameling en aanbieding van huishoudelijke afvalstoffen plaatsvindt. In de model-Afvalstoffenverordening 2008, geactualiseerd in 2021, is ervoor gekozen om meer gedetailleerde regels, die aan veranderingen onderhevig kunnen zijn, in uitvoeringsbesluiten van het college op te nemen. Het uitvoeringsbesluit voorziet hierin.

Artikelsgewijze toelichting

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In dit artikel is vastgelegd dat waar in het uitvoeringsbesluit wordt verwezen naar de verordening, gedoeld wordt op de Afvalstoffenverordening gemeente Coevorden 2024. Verder zijn de definities uit de verordening en de Wet milieubeheer van belang. Zie daarvoor de toelichting bij artikel 1 van de verordening. De verschillende categorieën afvalstoffen worden omschreven in artikel 5 van het uitvoeringsbesluit.

§ 2. Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst en andere inzamelaars

Dit artikel is gebaseerd op artikel 3 van de verordening. De gemeente is op basis van artikel 10.24, eerste lid, onder a, Wet milieubeheer verplicht een inzameldienst aan te wijzen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee invulling te geven aan de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. De aanwijzing van inzamelaars is een besluit waartegen bezwaar en beroep mogelijk zijn. Door beleid op te stellen voor het aanwijzen van andere inzamelaars kan bijvoorbeeld worden gekozen om maar een beperkt aantal inzamelaars toe te laten, of om bepaalde voorschriften en beperkingen aan het besluit te verbinden.

Voorschriften en beperkingen bij de aanwijzing van inzamelaars dienen het belang van de bescherming van het milieu. Het kan dus ook gaan om voorschriften om bijvoorbeeld geluidsoverlast ten gevolge van de inzameling tegen te gaan.

In de beleidsregels (vastgelegd in een beleidsplan) kunnen de volgende regels gesteld worden (niet uitputtend):

  • andere inzamelaars dan scholen, verenigingen, kerken en andere maatschappelijke instellingen moeten een contract hebben met de gemeente;

  • regels ten aanzien van monitoring;

  • regels ten aanzien van de periode en het gebied van inzameling per inzamelaar;

  • regels ten aanzien van toonplicht van de aanwijzing;

  • persoonsgebondenheid van de aanwijzing;

  • regels ten aanzien van het intrekken of wijziging van de aanwijzing.

Als er groepen instellingen generiek aangewezen worden in het uitvoeringsbesluit, dan is het aan te bevelen om ze wel individueel een aanwijzing te geven zodat deze ook individueel ingetrokken kan worden bij het overtreden van de beleidsregels. Wordt hiertoe besloten, dan is dit de uitzondering op de algemene regel die opgenomen kan worden in het uitvoeringsbesluit.

In dit model is gekozen voor een generieke aanwijzing in het besluit.

Artikel 5. Afzonderlijke inzameling

In artikel 7 van de verordening staat een aantal categorieën opgenoemd die gescheiden worden ingezameld. Dit zijn de afvalstromen die gemeenten wettelijk verplicht zijn om gescheiden in te zamelen. Dit artikel van het model uitvoeringsbesluit biedt ruimte om desgewenst vast te leggen dat meer stromen gescheiden worden ingezameld dan die genoemd zijn in de verordening.

Artikel 9. Wijze en plaats van aanbieden

In dit artikel is krachtens artikel 10 van de verordening invulling gegeven aan de wijze en plaats van aanbieden voor inzamelmiddelen, inzamelvoorzieningen en op inzamelplaatsen. Deze bepalingen hebben onder meer, maar niet uitsluitend, betrekking op de wijze van plaatsen van de inzamelmiddelen met oog op het milieu en de veiligheid van de inzamelaar.

Artikel 10. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 9 van de verordening is de grondslag van deze bepaling. Voor inzameling in inzamelvoorzieningen hoeven geen dagen en tijden te worden vastgesteld. Wel mogen regels worden opgesteld omtrent het tijdstip van inzameling middels inzamelvoorzieningen omwille van bescherming van het milieu.

Artikel 11. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Dit artikel bepaalt dat als het voor de inzameldienst door werkzaamheden, calamiteiten, weersomstandigheden of andere onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is om veilig de normale inzamelplaatsen te bereiken, de inzameling niet plaatsvindt en inwoners hier nader over worden geïnformeerd.