Activiteitenlijst bindend adviesrecht

Geldend van 22-03-2024 t/m heden

Intitulé

Activiteitenlijst bindend adviesrecht

De raad van de gemeente Groningen;

gelet op artikel 16.15a, onder b van de Omgevingswet

(overwegende dat voor de in deze aangewezen activiteiten voor een aanvraag een bindend advies van de gemeenteraad nodig is)

BESLUIT:

vast te stellen de Activiteitenlijst voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten waarvoor verplicht advies van de raad nodig is (Activiteiten bindend adviesrecht)

Aangewezen activiteiten bindend advies

  • A.

    Bestaande woningen, woongebouwen en andere gebouwen

  • Het vernieuwen, veranderen, vergroten, uitbreiden vervangen en/of het wijzigen van het gebruik van woningen en bijbehorende bouwwerken, woongebouwen en andere gebouwen, waarbij vervangende nieuwbouw niet op dezelfde locatie plaatsvindt.

  • B.

    Nieuw te bouwen woningen

  • Indien er in de kleinere dorpen (minder dan 5000 inwoners) sprake is van een organische groei van meer dan 2 woningen.

  • C.

    Recreatiewoningen

  • Het gebruiken van een recreatiewoning voor permanente bewoning.

  • D.

    Tweede agrarische dienstwoning

  • Het oprichten van een tweede dienstwoning voor een bestaand, tevens bestemd, agrarisch bedrijf.

  • E.

    Aanpassen grens/vorm van agrarische bouwpercelen

  • Het aanpassen van het bouwvlak van een bouwperceel van een bestaand agrarisch bedrijf, waardoor de bestaande oppervlakte van het perceel wordt vergroot.

  • F.

    Nieuwbouw op open plekken

  • Het bouwen van woningen of andere gebouwen ter opvulling van een reeds bestaande open plek in een bestaande bebouwingsstructuur.

  • G.

    Bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen

  • Het oprichten, vernieuwen, veranderen, vervangen of uitbreiden van bedrijfsgebouwen op een bestaand, als zodanig bestemd, bedrijventerrein.

  • H.

    Bouwwerken ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen

  • Het oprichten, uitbreiden, veranderen of vernieuwen van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen.

  • I.

    Mobiele telecommunicatie

  • Het oprichten van antennemasten, installaties en bijbehorende andere bouwwerken ten dienste van mobiele telecommunicatie, inclusief het bouwwerk waarop de antennemast (eventueel) wordt geplaatst, waarbij:

    • 1.

      het bijbehorende terrein groter is dan 100 m2,

    • 2.

      deze bouwwerken gemeten vanaf het aansluitende terrein hoger zijn dan 5 meter,

    • 3.

      in geval van een antennemast de hoogte meer dan 40 meter bedraagt.

  • J.

    Kleinschalige gebouwen in de openbare ruimte

  • Het oprichten van gebouwen in de openbare ruimte, zoals kiosken, paviljoens en andere gebouwtjes voor culturele manifestaties, openbare dienstverlening, detailhandel of kleinschalige horeca.

  • K.

    Ligplaatsen voor vaartuigen

  • Het gebruik van wateren als ligplaats voor vaartuigen.

  • L.

    Duurzame energie

  • Aanvragen ten behoeve van duurzame energievoorzieningen binnen en buiten de bebouwde kom, zoals weiden met zonnepanelen, windturbines en biogasinstallaties.

  • M.

    Vellen bomen

  • Het vellen van meer dan 20 bomen of het vellen van een monumentale boom.

  • N.

    Het gebruik van sportvelden, recreatieterreinen en begraafplaatsen

  • Het uitbreiden van de oppervlakte van sportvelden, recreatieterreinen en begraafplaatsen en/of de daarop aanwezige bebouwing waarbij de omvang van de bebouwing na de uitbreiding niet in overeenstemming is met de aard en de capaciteit van het omliggende terrein.

Uitzonderingsgevallen geen adviesrecht nodig

Indien een activiteit voldoet aan de onderstaande criteria, hoeft, in afwijking van de bovenstaande lijst, de aanvraag omgevingsvergunning niet voor adviesrecht aan de raad te worden voorgelegd. Deze activiteiten komen overeen met de kruimelgevallen uit het Besluit omgevingsrecht (Bor):

  • 1.

    Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf;

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2 bedraagt.

  • 2.

    Een gebouw/bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt.

  • 3.

    Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt.

  • 4.

    Een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw.

  • 5.

    Een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder w, van de Elektriciteitswet 1998.

  • 6.

    Een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen.

  • 7.

    Het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.

  • 8.

    Het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen.

  • 9.

    Het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Omgevingswet gestelde eisen aan een bestaande woning;

    • b.

      de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Omgevingswet gestelde eisen over milieu en geluidhinder;

    • c.

      de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en

    • d.

      de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was.

  • 10.

    Ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 9, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.

Begrippenlijst

Ad. B: Organische groei

Het ontwikkelen van gebouwen binnen de bestaande (lint) structuur van een dorp.

Ad H: Maatschappelijke voorzieningen

Bij de maatschappelijke bestemming kan gedacht worden aan voorzieningen op het gebied van welzijn en zorg, volksgezondheid, cultuur, media, religie, onderwijs, sport, verenigingsleven, opvoeding, kinderopvang, openbaar bestuur en andere openbare en sociale voorzieningen.

Ad I: ‘en’ bepaling

Er moet aan alle 3 de criteria worden voldaan. Dan pas geldt het bindend adviesrecht.

Ad K: Vaartuigen

Boten, schepen, schuiten en arken waaronder ook woonschepen.

Bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

Hoofdgebouw

Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023 .

burgemeester,

Koen Schuiling

griffier,

Josine Spier