Beleidsregels re-integratie gemeente Opsterland 2024

Geldend van 14-03-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels re-integratie gemeente Opsterland 2024

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Opsterland;

gelezen de:

Participatiewet;

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

Algemene wet bestuursrecht;

Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels re-integratie gemeente Opsterland 2024

Artikel 1. Begrippen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      doelgroep loonkostensubsidie: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, alsmede personen als bedoeld in artikel 10d, tweede lid;

    • b.

      doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet;

    • c.

      niet-uitkeringsgerechtigde: niet-uitkeringsgerechtigde, persoon als bedoeld in de wet, artikel 6, lid 1 onder a.

  • 2. De begripsbepalingen van de Participatiewet alsmede van de Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 zijn op deze beleidsregels van toepassing, tenzij daarvan in de begripsbepalingen uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2. Opdracht college

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend. Voor de doelgroep niet-uitkeringsgerechtigden en doelgroep loonkostensubsidie gelden de volgende aanvullingen:

  • 1.

    Om voor ondersteuning in aanmerking te komen, geldt voor niet-uitkeringsgerechtigden en de doelgroep loonkostensubsidie dat:

    • a.

      zij niet of minder dan 12 uur per week werken (voor niet- uitkeringsgerechtigden);

    • b.

      zij minimaal 12 uur per week beschikbaar zijn voor werk (voor de doelgroep loonkostensubsidie);

    • c.

      zij verplicht zijn te registreren als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

    • d.

      zij zich melden op eigen initiatief;

    • e.

      zij zich actief inzetten voor het plan van aanpak, bij onvoldoende mee werken aan het plan van aanpak beëindigt het college de dienstverlening;

    • f.

      zij het plan van aanpak ondertekenen/accorderen.

  • 2.

    Ondersteuning niet-uitkeringsgerechtigden en doelgroep loonkostensubsidie:

    • a.

      is gericht op de kortste weg naar werk.

    • b.

      is gericht op algemeen geaccepteerde arbeid.

    • c.

      niet-uitkeringsgerechtigden en doelgroep loonkostensubsidie die aanspraak maken op begeleiding in het kader van de Participatiewet ontvangen deze begeleiding in beginsel van de afdeling Werk en Inkomen tenzij blijkt dat begeleiding door een andere afdeling passender is.

  • 3.

    Voor niet-uitkeringsgerechtigden wordt de basisdienstverlening ingezet van de gemeente, bestaande uit deelname aan (groeps-)bijeenkomsten op het gebied van sollicitatie en netwerkbijeenkomsten. Er wordt geen individuele begeleiding en traject aangeboden, tenzij naar oordeel van het college inzet van een voorziening buiten de basisdienstverlening in het individuele geval noodzakelijk is. Voor deze vorm van ondersteuning is ook een reiskostenvergoeding beschikbaar.

  • 4.

    Voor de doelgroep loonkostensubsidie geldt dat zij gebruik kunnen maken van alle voorzieningen beschreven in de Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023.

  • 5.

    Financiële bijdrage niet-uitkeringsgerechtigden en de doelgroep loonkostensubsidie:

    • a.

      aan de doelgroep loonkostensubsidie wordt geen financiële bijdrage gevraagd.

    • b.

      wanneer het vermogen meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen zoals vastgesteld in artikel 34 van de wet moet de niet-uitkeringsgerechtigde de overschrijding gebruiken voor de financiering van het traject;

    • c.

      wanneer het gezinsinkomen (huishoudnorm) meer bedraagt dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm moet de niet-uitkeringsgerechtigde 50% van de kosten van het traject zelf bekostigen;

    • d.

      wanneer het gezinsinkomen (huishoudnorm) meer bedraagt dan 140% van de toepasselijke bijstandsnorm moet de niet-uitkeringsgerechtigde 75% van de kosten van het traject zelf bekostigen;

    • e.

      wanneer het gezinsinkomen (huishoudnorm) meer bedraagt dan 160% van de toepasselijke bijstandsnorm moet de niet-uitkeringsgerechtigde de volledige kosten van het traject zelf bekostigen;

  • 6.

    Niet-uitkeringsgerechtigden die om wat voor reden dan ook een beroep op ondersteuning doen, hebben allereerst een eigen verantwoordelijkheid om terug te keren naar de arbeidsmarkt of om de arbeidsmarkt voor het eerst te betreden. Dit geldt met name voor mensen die een zodanig verdienvermogen hebben dat ze zelfstandig mee kunnen doen op de arbeidsmarkt. Bij de inzet van de voorzieningen wordt niet alleen gekeken naar de afstand tot de arbeidsmarkt, maar ook naar de mate waarin de burger zelfstandig in werk kan voorzien of de afstand tot de arbeidsmarkt kan verkleinen. Daarbij zal van hen gevraagd worden om zijn/haar eigen netwerk in te zetten.

Artikel 3. Algemene bepalingen over voorzieningen

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 4. Loonkostensubsidie

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 5. Vaststelling loonwaarde doelgroep loonkostensubsidie en proefplaatsing

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 6. Beschut Werk

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 7. Persoonlijke ondersteuning bij werk

Het college kan aan een persoon die in aanmerking komt voor, of behoort tot, de doelgroep persoonlijke begeleiding aanbieden ter ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken als hij zonder persoonlijke begeleiding niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.

Persoonlijke ondersteuning bij werk is uitgewerkt in de beleidsregels Jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024.

Artikel 8. Scholing

  • 1. Indien de noodzaak daarvan in de specifieke situatie van een belanghebbende vast staat, wordt een vorm van scholing aangeboden.

  • 2. Bij de beoordeling van de noodzaak van de scholing wordt rekening gehouden met de voor belanghebbende geldende kortste weg naar duurzame arbeid, zijn arbeids- en opleidingsverleden alsmede de duur van zijn werkloosheid.

    Op het moment van aanvraag heeft de persoon geen afgeronde opleiding hoger dan MBO-4 niveau.

    In afwijking kan worden besloten eerder scholing in te zetten, naar het oordeel van het college. Bijvoorbeeld voor de doelgroep loonkostensubsidie en alleenstaande ouders, of als er garantie is op duurzame uitstroom van minstens zes maanden.

    In de basis wordt ingezet op en zo kort mogelijk durende opleiding, hiervan kan worden afgeweken indien dit naar de inschatting van de professional bijdraagt aan een grotere kans op duurzame uitstroom. Bijvoorbeeld in het geval van een opleiding voor de doelgroep loonkostensubsidie bij het REA college of het leven langlerenkrediet.

  • 3. Voor de scholing die wordt aangeboden geldt dat de goedkoopste en de meest adequate scholingsmogelijkheid moet worden benut.

  • 4. Jongeren die onder de 27 jaar zijn en uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen zijn uitgesloten van scholingskosten. Deze jongeren worden wel op leerbaarheid onderzocht door het Regionaal Meldpunt Coördinatie Vroegtijdig schoolverlaten (RMC).

  • 5. De volgende scholing wordt als niet-noodzakelijk aangemerkt in verband met de arbeidsinschakeling:

    • a.

      een opleiding die primair gericht is op individuele zelfontplooiing en een zinvolle vrije tijdsbesteding;

    • b.

      een opleiding die primair gericht is op algemene vorming;

    • c.

      een opleiding waarvoor belanghebbende de kosten redelijkerwijs vergoed kan krijgen dan wel had kunnen krijgen op grond van een voorliggende voorziening.

Specifieke kosten in verband met scholing

  • 6.1 Voor de scholing komen de volgende kostensoorten voor vergoeding of subsidie in aanmerking:

    • a.

      Opleidingskosten en cursusbijdragen;

    • b.

      Boeken en leermiddelen die door het opleidingsinstituut verplicht zijn gesteld;

    • c.

      Examengeld;

    • d.

      Reiskosten.

  • 6.2 Indien de persoon de scholing met goed gevolg afrondt, vindt geen terugvordering plaats.

  • 6.3 Indien persoon de scholing niet succesvol afrondt, maar zich wel heeft ingespannen en geen bovenmatig verzuim heeft gehad, vindt geen terugvordering plaats.

  • 6.4 Indien persoon door verwijtbare handelingen (hieronder vallen in ieder geval: bovenmatig verzuim, niet houden aan afspraken en onvoldoende inzet tonen in het algeheel), de scholing moet staken, zal het toegekende bedrag worden teruggevorderd.

Artikel 9. Detacheringsbaan

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 10. Leerwerkplek en werkervaringsplek

  • 1. Een werkervaringsplaats:

    • a.

      is gericht op het opdoen van werkervaring

    • b.

      is gericht op het wennen aan aspecten die samenhangen met het verrichten van betaalde arbeid en

    • c.

      moet bijdragen aan de ontwikkeling van de uitkeringsgerechtigde en

    • d.

      moet passen in het traject dat tot doel heeft uitstroom naar werk.

  • 2. Een werkervaringsplaats is onderdeel van een traject naar werk en kan gecombineerd worden met andere re-integratie instrumenten. Gestreefd wordt om voor de klant een passende werkervaringsplaats te zoeken die aansluit op de wensen en ervaring van de klant.

  • 3. Een werkervaringsplaats vindt plaats gedurende maximaal 40 uur per week voor een periode van 6 maanden. De werkervaringsplaats kan eenmalig worden verlengd met een periode van maximaal 6 maanden op individuele gronden.

  • 4. In bijzondere situaties is het toegestaan om nogmaals aan dezelfde persoon een werkervaringsplaats aan te bieden bij een andere werkgever.

  • 5. In een schriftelijke overeenkomst wordt tenminste vastgelegd:

    • a.

      het doel van de werkervaringsplaats;

    • b.

      het aantal uren per week dat activiteiten worden verricht;

    • c.

      de duur van de werkervaringsplaats;

    • d.

      wat de inhoud van activiteiten zijn;

    • e.

      welke (bijkomende) kosten voor vergoeding in aanmerking komen;

    • f.

      de wijze waarop en door wie de begeleiding plaatsvindt.

  • 6. De werkervaringsplek is met behoud van uitkering.

  • 7. De werkgever heeft ten behoeve van de uitkeringsgerechtigde een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering afgesloten voor de uren dat de uitkeringsgerechtigde aanwezig is. Als de werkgever geen een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering kan afsluiten, draagt het college zorg voor een verzekering.

  • 8. De werkgever dient in staat en bereid te zijn aan uitkeringsgerechtigden de noodzakelijke begeleiding te bieden.

  • 9. De activiteiten die in het kader van een werkervaringsplaats worden verricht, mogen niet leiden tot verdringing van reguliere arbeid. Van verdringing is sprake op het moment dat de concurrentie om een baan op een oneerlijke manier plaatsvindt en leidt tot baanverlies van de een ten gunste van de ander. Het moet gaan om additionele werkzaamheden. Dit houdt in dat het een speciaal gecreëerde functie betreft of een reeds bestaande functie die een uitkeringsgerechtigde alleen met speciale begeleiding kan verrichten. Hij zal minder productief zijn dan zijn collega’s op een reguliere arbeidsplaats. Naarmate een bijstandsgerechtigde langer een werkervaringsplaats bezet, is de kans groter dat er geen sprake meer is van additionele werkzaamheden, maar wel van verdringing. De werkervaringsplaats kent daarom een beperkte periode.

Artikel 11. Ondersteuning bij leer-werktrajecten

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 12. Sociale activering

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 13. Participatieplaats

De participatieplaats is een werkplek met behoud van uitkering en is bedoeld voor personen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, die nu niet kunnen werken, maar in de toekomst wellicht wel. Het is gericht op arbeidsinschakeling, maar op de langere termijn (afstand minstens 2 jaar).

Niet de te verrichten werkzaamheden staan centraal, maar het leren werken of wennen aan werken. Aspecten als omgaan met gezag, op tijd komen, werkritme en samenwerking zijn zaken waaraan in een participatieplaats gewerkt kan worden. Het doel voor cliënt is maatschappelijk participatie als eerste opstap naar werk.

  • Gericht op personen met een bijstandsuitkering van 27 jaar of ouder;

  • Tussen de 16 en 36 uur per week;

  • De werkzaamheden zijn additioneel, er mag geen verdringing plaatsvinden;

  • Wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst;

  • Aan de deelnemer op de participatieplaats wordt een premie verstrekt, wanneer deze voldoende inzet heeft getoond.

Op een participatieplaats kan men maximaal twee jaar zitten. In uitzonderingsgevallen kan iemand na die twee jaar nog twee keer één jaar een participatieplaats vervullen bij twee andere organisaties.

Na 6 maanden kijken we hoe de ontwikkeling gaat. De persoon op de participatieplaats kan dan een premie krijgen. Elk jaar wordt gekeken of de kansen op een gewone baan groter zijn geworden.

De premie is € 250,- per 6 maanden als blijk van waardering voor de inzet.

Artikel 14. Proefplaats

Beleidsregels met betrekking tot proefplaatsing zijn uitgewerkt in de beleidsregels ‘Proefplaatsing Participatiewet 2024’.

Artikel 15. Specifiek aanvraagproces loonkostensubsidie

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 16. Voorwaarden toekenning persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend. Beleidsregels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning bij werk zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024’. Beleidsregels met betrekking tot overige voorzieningen zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels werknemersvoorzieningen Participatiewet 2024’.

Artikel 17. Aanvraagprocedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend. Beleidsregels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning bij werk zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024’. Beleidsregels met betrekking tot overige voorzieningen zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels werknemersvoorzieningen Participatiewet 2024’.

Artikel 18. Persoonlijke ondersteuning bij werk

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend. Beleidsregels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning bij werk zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024’.

Artikel 19. Specifieke voorwaarden toekenning persoonlijke ondersteuning bij werk

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend. Beleidsregels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning bij werk zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024’.

Artikel 20. Jobcoaching

Beleidsregels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning bij werk zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024’.

Artikel 21. Jobcoaching in natura

Beleidsregels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning bij werk zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024’.

Artikel 22. Subsidie voor het organiseren van jobcoaching

Beleidsregels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning bij werk zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024’.

Artikel 23. Interne werkbegeleiding

Beleidsregels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning bij werk zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels jobcoach en interne werkbegeleiding Participatiewet 2024’.

Artikel 24. Specifieke voorwaarden toekenning vervoersvoorziening

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend. Beleidsregels met betrekking tot vervoersvoorziening zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels werknemersvoorzieningen Participatiewet 2024’.

Artikel 25. Specifieke voorwaarden noodzakelijke intermediaire activiteit bij visuele of motorische handicap

Beleidsregels met betrekking tot intermediaire activiteiten zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels werknemersvoorzieningen Participatiewet 2024’.

Artikel 26. Specifieke voorwaarden meeneembare voorzieningen

Beleidsregels met betrekking tot meeneembare voorzieningen zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels werknemersvoorzieningen Participatiewet 2024’.

Artikel 27. Specifieke voorwaarden werkplekaanpassingen

Beleidsregels met betrekking tot vervoersvoorziening zijn uitgewerkt in de ‘Beleidsregels werknemersvoorzieningen Participatiewet 2024’.

Artikel 28. Reiskostenvergoeding

Reiskosten worden noodzakelijk geacht bij:

  • Trajecten in het kader van arbeidsinschakeling,

  • Trajecten in het kader van sociale activering,

  • Trajecten in het kader van een werkstage,

  • Trajecten in het kader van een participatieplaats,

  • Trajecten in het kader van scholing,

  • Trajecten in het kader van inburgering; en

  • Reiskosten tot maximaal 1 maand na de arbeidsinschakeling.

  • Reiskosten gelden niet voor afspraken op het gemeentehuis.

  • Parkeerkosten worden niet vergoed.

Reisafstand

  • 1.

    Voor vergoeding komen in aanmerking de reiskosten bij een enkele reisafstand van tenminste 8 kilometer.

  • 2.

    Bij een enkele reisafstand van minder dan 8 kilometer wordt het vervoer met de fiets als algemeen gebruikelijk geacht.

  • 3.

    Bij vergoeding in geval van een enkele reisafstand van tenminste 8 kilometer geldt niet dat de eerste 8 kilometer voor eigen rekening is.

Voorliggende voorziening

  • 4.

    Is er sprake van een vergoeding voor reiskosten bij een reisafstand van 8 kilometer of meer (enkele reisafstand) dan moet worden aangetoond dat de kosten ook daadwerkelijk gemaakt worden en niet anderszins worden vergoed.

  • 5.

    Een onkostenvergoeding van een derde voor reiskosten wordt gezien als een voorliggende voorziening.

Uitzondering

  • 6.

    Indien redelijkerwijs van de belanghebbende niet kan worden gevraagd om de afstand per

    fiets af te leggen, geldt de enkele reisafstand van minder dan 8 kilometer niet.

Tarief en wijze van vergoeden

  • 7.

    Het te vergoeden bedrag wordt bepaald op basis van het meest goedkope tarief openbaar vervoer.

  • 8.

    Indien openbaar vervoer niet mogelijk is maar gebruik wordt gemaakt van een motorvoertuig, wordt via de site van de ANWB de kortste route bepaald en de kosten vergoed gelijk aan de fiscaalvrijgelaten kilometervergoeding.

  • 9.

    De reiskosten gedurende de duur van het traject kunnen gedeclareerd worden.

Artikel 29. Tegemoetkoming kosten kinderopvang

  • 1. Het college verleent een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang aan de ouder die recht heeft op een kinderopvangtoeslag als bedoeld in artikel 1.13 van de wet en:

    • a.

      een (aanvullende) uitkering ontvangt ingevolge de PW, de IOAW, de IOAZ of de Anw, en deelneemt aan een door het college aangeboden re-integratietraject;

    • b.

      in deeltijd werkt en een aanvullende uitkering ontvangt ingevolge de PW, de IOAW, de IOAZ of Anw;

    • c.

      de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, scholing of een opleiding volgt en met toepassing van artikel 16 of artikel 18, eerste en twaalfde lid van de PW algemene bijstand ontvangt of kan ontvangen;

  • 2. De ouder heeft uitsluitend recht op een tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang die noodzakelijk zijn in verband met (deeltijd)arbeid of deelname aan studie, scholing of een re-integratietraject als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De hoogte van de tegemoetkoming voor de kosten van kinderopvang is gelijk aan de eigen bijdrage van de kosten van kinderopvang.

  • 4. De vergoeding is alleen van toepassing is op de uren kinderopvang die noodzakelijk zijn voor de doeleinden zoals genoemd in lid 1. Indien de ouder besluit meer uren af te nemen dan noodzakelijk, is de hogere eigen bijdrage voor rekening van de ouder.

Artikel 30. Werkvoucher

Werkgevers die een persoon uit de doelgroep aannemen kunnen een Werkvoucher van € 2.000,- ontvangen. De Werkvoucher is beschikbaar voor alle werkgevers die iemand vanuit de Participatiewet minimaal een halfjaar in dienst neemt. De voorwaarden voor verstrekking van een Werkvoucher zijn vastgelegd in de Regeling Werkvouchers Opsterland 2020.

Artikel 31. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 32. Intrekken oude verordeningen en overgangsrecht

De Re-integratieverordening gemeente Opsterland 2023 is voor dit artikel leidend.

Artikel 33. Citeertitel en inwerkingtreding

De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels re-integratie gemeente Opsterland 2024 en treden in werking na publicatie. Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels vervallen de beleidsregels genoemd: Beleidsregels re-integratie Opsterland 2019.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 5 maart 2024.

De gemeentesecretaris,

Sandra van ‘t Hooge

De burgemeester,

Andries Bouwman