Beleidsregels participatiebijdrage gemeente Westerveld 2024

Geldend van 02-03-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Beleidsregels participatiebijdrage gemeente Westerveld 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

  • artikel 108 van de gemeentewet

Besluit: vast te stellen de Beleidsregels participatiebijdrage gemeente Westerveld 2024.

Algemeen

In het kader van de bevordering van de deelname aan culturele, maatschappelijke en sportieve voorzieningen en activiteiten beschikt de gemeente over de bevoegdheid om hiervoor een bijdrage te verstrekken. De participatiebijdrage is in feite een maatwerkvoorziening op grond van de gemeentewet, in die zin dat inwoners die deelnemen aan bovengenoemde activiteiten, binnen de door de college gestelde kaders, de daadwerkelijke kosten van de deelname aan genoemde activiteiten vergoed krijgen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een schriftelijke verzoek om een participatiebijdrage door middel van het beschikbaar gestelde aanvraagformulier

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht

    • c.

      Pw: Participatiewet

    • d.

      Zelfstandig huishouden: een persoon voert een zelfstandig huishouden als hij hoofdbewoner is van;

      • Een woning, als bedoeld in artikel 1 onderdeel k van de Wet op de huurtoeslag, niet zijnde een kamer of andere onzelfstandige woning, of

      • Een woonwagen of woonschip als bedoeld in artikel 3 lid 6 Pw.

Artikel 2. Participatiebijdrage

  • 1.

    Het college verleent op aanvraag een participatiebijdrage aan een persoon of het gezin van 21 jaar of ouder als hij:

  • a.

    op de aanvraagdatum inwoner is van gemeente Westerveld en behoort tot de kring van rechthebbenden bedoeld in paragraaf 2.2 van de wet;

  • b.

    in de periode van één jaar voorafgaand aan de aanvraagdatum een inkomen heeft van ten hoogste 120% van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • c.

    geen in aanmerking te nemen vermogen heeft;

  • d.

    een zelfstandig huishouden voert;

  • e.

    een eerder ten onrechte verstrekte participatiebijdrage volledig heeft terugbetaald.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, geldt voor een belanghebbende die in de loop van het jaar zijn woonplaats in de gemeente Westerveld heeft, dat hij de participatiebijdrage over dat kalenderjaar naar rato ontvangt. Een gedeelte van de maand wordt daarbij afgerond op een volle maand.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, dient de statushouder in de periode die hij in Nederland verblijft (inclusief zijn verblijf in het asielzoekerscentrum) over een inkomen te beschikken lager of gelijk aan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm, indien hij in de periode voorafgaand aan zijn aanvraag korter dan een jaar in Nederland verblijft en om die reden niet kan aantonen dat hij aan het eerste lid, onderdeel b, voldoet.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid, onderdeel c, geldt dat het vermogen gebonden in de woning en bijbehorend erf, niet als vermogen in aanmerking wordt genomen. Voorwaarde is dat de aanvrager zelf woonachtig is in de woning (zoals bedoeld in Art.50 lid 1 PW).

  • 5.

    De participatiebijdrage wordt geacht te worden besteed aan kosten die nodig zijn om mee te kunnen doen in de maatschappij. Daaronder wordt ook de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen verstaan.

Artikel 3. Hoogte participatiebijdrage

  • 1.

    De hoogte van de participatiebijdrage bedraagt met ingang van 1 januari 2024 €208,00 per persoon per kalenderjaar, voor elk gezinslid van 21 jaar en ouder en voor elk inwonend ten laste komend kind van 12 jaar of ouder.

  • 2.

    Voor elk inwonend ten laste komend kind wordt een eenmalige extra participatiebijdrage van €400,00 verstrekt in het kalenderjaar dat het kind voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaat.

  • 3.

    Het bedrag in het eerste lid wordt geïndexeerd conform de ontwikkeling van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari van het betreffende kalenderjaar. De bedragen worden naar boven afgrond op hele euro’s.

Artikel 4. Overige bepalingen

  • 1.

    De bepalingen met betrekking tot de inlichtingen-, medewerkings- en identificatieplicht als bedoeld in artikel 17 Pw zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De bepalingen met betrekking tot onderzoek, herziening, intrekking en terugvordering als bedoeld in paragraaf 6.2 en paragraaf 6.4 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De participatiebijdrage kan éénmaal per kalenderjaar worden aangevraagd en dient in het betreffende kalenderjaar te worden aangevraagd.

  • 4.

    De aanvraag wordt ingediend op een door het college ter beschikking gesteld papieren of digitaal aanvraagformulier, door de aanvragers ondertekend en voorzien van de in het aanvraagformulier gevraagde bewijsstukken.

Artikel 5. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels, als toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels participatiebijdrage gemeente Westerveld 2024.

Artikel 7. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2024.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels komen de beleidsregels ‘Regelingen en beleidsregels minimavoorzieningen Gemeente Westerveld 2021’, te vervallen.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 27 februari 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

de burgemeester