Regeling vervalt per 01-01-2028

Subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen Zuid-Holland 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025 t/m 31-12-2027

Intitulé

Subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen Zuid-Holland 2024

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Overwegende dat de provincie het in stand houden en verhogen van de kwaliteit en duurzaamheid van bedrijventerreinen wil stimuleren;

Besluiten vast te stellen de:

Subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen Zuid-Holland 2024

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

  • -

    bedrijventerrein: ruimtelijk aaneengesloten of functioneel verbonden terrein dat in het ter plaatse geldende bestemmingsplan bestemd en geschikt is voor gebruik door vestigingen ten behoeve van handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening en industrie, daaronder niet begrepen een terrein in overwegende mate bestemd voor kantoren, detailhandel of horeca;

  • -

    businesscase: stuk waarin de zakelijke afweging om een project te beginnen beschreven wordt;

  • -

    commitmentbrief: brief van een ondernemer, ondernemersvereniging, stichting of gemeente waaruit blijkt dat deze achter de activiteit staat waarvoor subsidie op grond van deze regeling wordt aangevraagd;

  • -

    gebiedsmanager: degene die in opdracht van de subsidieontvanger mogelijkheden onderzoekt voor het oplossen van knelpunten op het bedrijventerrein, die kansen voor dat terrein inventariseert en die naar aanleiding van zijn bevindingen rapporteert aan de subsidieaanvrager en aanbevelingen geeft en tot wiens professie deze werkzaamheden behoren;

  • -

    haalbaarheidsonderzoek: onderzoek waaruit blijkt of de eisen die aan het project zijn gesteld, te verwezenlijken zijn;

  • -

    ondernemer: degene die zelfstandig werkzaamheden uitvoert en daar inkomsten uit heeft en ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel dan wel de eigenaar van het vastgoed van waaruit voornoemd persoon zijn onderneming drijft;

  • -

    ondernemersvereniging: vereniging, als bedoeld in artikel 27 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, van ondernemers die de gemeenschappelijke belangen van ondernemers op één of meer bedrijventerreinen behartigt;

  • -

    project: de activiteiten die uitvoering geven aan de uitkomst van een businesscase of haalbaarheidsonderzoek;

  • -

    stichting: stichting als bedoeld in artikel 285 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek jo. artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • -

    verduurzaming: het op een bedrijventerrein realiseren van voorzieningen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, duurzame mobiliteit, duurzame (agro)logistiek, duurzame energie- en CO2, afval- en grondstoffen (her)gebruik, biodiversiteit, verbetering van de kwaliteit van water-, bodem- en ondergrond en het terreinbeheer, die leiden tot een lagere milieubelasting en tot zorgvuldig en efficiënt grondstoffen- en ruimtegebruik.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      het opstellen van een meerjarenprogramma voor het door ontwikkelen van een ondernemersvereniging;

    • b.

      het uitvoeren van een oriënterend vooronderzoek, gericht op het doen van een in voldoende mate ondersteund verzoek aan een gemeente tot het vaststellen van een verordening als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

    • c.

      het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek of het maken van een businesscase voor:

      • i.

        energiebesparing bij bedrijven op het bedrijventerrein;

      • ii.

        het opwekken van duurzame energie op het bedrijventerrein;

      • iii.

        de aanleg van een collectief glasvezelnet op het bedrijventerrein;

      • iv.

        collectieve camerabeveiliging op het bedrijventerrein;

      • v.

        het verbeteren van de verkeersveiligheid en/of de parkeermogelijkheden op het bedrijventerrein;

      • vi.

        het oprichten of het verbeteren van collectief woon- werkverkeer voor op het bedrijventerrein werkzame werknemers;

      • vii.

        het bevorderen van groen en biodiversiteit op het bedrijventerrein.

    • d.

      Het door een gebiedsmanager of daartoe gespecialiseerd adviesbureau laten maken van een analyse van kansen en verbeterpunten voor het bedrijventerrein op het gebied van kwaliteit en verduurzaming.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, leiden tot in stand houden en verhogen van de kwaliteit en duurzaamheid van bedrijventerreinen in de provincie Zuid-Holland.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    een ondernemersvereniging;

  • b.

    een stichting; of

  • c.

    een gemeente.

Artikel 4. Aanvraagperiode

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.3 wordt een subsidieaanvraag ingediend in een door gedeputeerde staten in een openstellingsbesluit vastgestelde periode.

Artikel 5. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 2.6 van de Asv weigeren gedeputeerde staten de verlening van een subsidie, indien:

  • a.

    ten behoeve van het bedrijventerrein waarop de aanvraag betrekking heeft, reeds een subsidie op grond van een in dezelfde aanvraagperiode ingediende aanvraag op grond van deze regeling is verleend;

  • b.

    ten behoeve van het betreffende bedrijventerrein voor een gelijke activiteit in de driejaren voorafgaand aan de aanvraag reeds subsidie op grond van deze regeling dan wel op grond van paragraaf 2 van de Subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen en greenportlocaties Zuid-Holland is verleend;

  • c.

    het aangevraagde subsidiebedrag minder dan € 1.000,00 bedraagt.

Artikel 6. Subsidievereisten

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de activiteit heeft betrekking op een bedrijventerrein binnen de grenzen van de provincie Zuid-Holland;

    • b.

      uit een offerte voor de inhuur van derden blijkt dat deze betrekking heeft op het verrichten van een in artikel 2, eerste lid, genoemde activiteit;

    • c.

      de activiteit kan binnen zes weken na de datum van subsidieverlening in uitvoering zijn;

    • d.

      er is voldoende steun voor de subsidiabele activiteit, blijkend uit:

      • i.

        als de subsidie wordt aangevraagd door een ondernemersvereniging of een stichting: een commitmentbrief van de gemeente waarin het bedrijventerrein, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, ligt en vijf commitmentbrieven van op dat bedrijventerrein gevestigde ondernemers die niet in het bestuur van voornoemde vereniging of stichting zetelen; of

      • ii.

        als de subsidie aangevraagd wordt door de gemeente waarin het bedrijventerrein ligt: een commitmentbrief van de ondernemersvereniging of stichting en vijf commitmentbrieven van ondernemers die op het bedrijventerrein, ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd, zijn gevestigd en die niet in het bestuur van voornoemde vereniging of stichting zetelen.

  • 2. Indien ondernemers met meerdere ondernemingen op een bedrijventerrein zijn gevestigd of tussen meerdere op een bedrijventerrein gevestigde ondernemingen van verschillende ondernemers een economische dan wel organisatorische samenhang bestaat, wordt maximaal één, al dan niet gezamenlijke commitmentbrief van deze ondernemers betrokken in de berekening van het aantal benodigde commitmentbrieven als bepaald in het eerste lid, onderdeel c.

  • 3. Een commitmentbrief als bedoeld in het eerste en tweede lid is ten tijde van de indiening van de subsidieaanvraag ten hoogste 18 maanden oud.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen uitsluitend de kosten voor de inhuur van derden voor het verrichten van de in artikel 2, eerste lid, genoemde activiteiten voor subsidie in aanmerking, zulks voor zover deze noodzakelijk en adequaat zijn in relatie tot het doel van deze activiteiten.

Artikel 8. Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt:

    • a.

      75% van de subsidiabele kosten voor zover deze niet meer bedragen dan € 10.000,00; en

    • b.

      50% van de subsidiabele kosten voor zover deze meer bedragen dan € 10.000,00, tot een maximum van € 35.000,00 .

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 1.000,00 wordt de subsidie geweigerd.

Artikel 9. Rangschikking

  • 1. Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 10. Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit is binnen zes weken na de subsidieverlening in uitvoering;

  • b.

    de activiteit is binnen twee jaar na de subsidieverlening uitgevoerd;

  • c.

    de subsidieontvanger maakt de resultaten van de activiteit openbaar en verstrekt deze resultaten desgevraagd om niet aan ondernemers, ondernemersverenigingen, stichtingen of gemeenten binnen de provincie Zuid-Holland.

Artikel 11. Verantwoording

  • 1. Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag;

  • 2. Bij een subsidie vanaf € 25.000,00 maar minder dan € 125.000,00 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling, in aanvulling op artikel 4.2, eerste lid, van de Asv, aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag inclusief eventuele conclusies en verslagen van eventueel gehouden bijeenkomsten.

Artikel 12. Bevoorschotting en betaling

  • 1. Het voorschot voor subsidies van € 25.000,00 en hoger bedraagt maximaal 80% van het verleende bedrag.

  • 2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de subsidieverleningsbeschikking worden bepaald.

Artikel 13. Wijziging Subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen en greenportlocaties Zuid-Holland

Paragraaf 2 van de Subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen en greenportlocaties Zuid-Holland vervalt.

Artikel 14. Werkingsduur en overgangsrecht

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze regeling geplaatst wordt en vervalt op 1 januari 2028.

  • 2. Deze regeling blijft van kracht voor subsidies die voor de in het eerste lid bepaalde vervaldatum zijn aangevraagd.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling planvorming bedrijventerreinen Zuid- Holland 2024.

Ondertekening

Den Haag, 13 februari 2024

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

Secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Voorzitter,

drs J. Smit